hoofdstuk 21
Germ zat in de serrekamer te pielen met zijn smartphone. Er was een mailbericht binnengekomen van Gjalt. Hij had de nieuwe vacature geplaatst op vacaturebank.nl. En ineens doorflitste Germ een idee, dat mogelijk de afgelopen dagen in zijn onderbewuste gerijpt was, anders kon hij de helderheid ervan niet verklaren. Toen
Gerdien nog leefde hielden ze maandelijks een huiskamerconcert, waar Gerdien en bevriende musici speelden. Het was een soort van netwerkconcertreeks voor beroepsmuzikaal Noord-Nederland geweest.
Met Gerdiens dood was er abrupt een eind aan gekomen, maar Germ had de afgelopen dagen met Leo en Tébé regelmatig aan gedacht
: zoiets moest weer terugkomen. Het Huis was er ongelofelijk geschikt voor. Maar ja, wie moest het allemaal organiseren? Nu dus de flits
: een particulier conservator,
beter een conservatrice..., die moest hij aanstellen. Een cultureel hoogopgeleid iemand die in en rondom het Huis allerlei zorgtaken voor het culturele erfgoed op zich nam, en dat dan heel ruim te nemen, inclusief eenvoudig tuinwerk bijvoorbeeld. Hij zou zelf de selectieprocedure voeren en ook nog wat niet-benoemde criteria aanhouden. Hij
grimlachte bij die gedachte... Hij moest van Gjalt nog wat gegevens hebben om op de vacaturebank actief te kunnen zijn, maar in de loop van de volgende dag - een donderdag - ging de vacature ‘in de lucht’.
Eigenaar van een kleine, particuliere erfgoedinstelling zoekt conservator m/v, die een echte duizendpoot is, met grote cultuurkennis, die ervaring heeft met eenvoudig restauratiewerk, over organisatorische competenties beschikt en die op stille dagen ook bereid is om eenvoudig tuinwerk en huishoudelijk werk te doen. De omvang van de baan is te bespreken. Inwoning in het monument (met alle privacy) is een mogelijkheid. Wie belangstelling heeft, vult het vacatureformulier in en belt dan nummer ... U krijgt dan de eigenaar, Germ Pama, aan de lijn.
Al een uur later belde een eerste belangstellende, een zzp’er met een klusbedrijf. Een alleraardigste man, maar hij voldeed niet aan het profiel, zelfs niet als je dat in zijn strikte vorm nam. Aan het einde van de middag verscheen een onbekend nummer op de
phone. Vast een nieuwe sollicitant. ‘Germ Pama...’ Het bleef even stil en toen klonk aan de andere kant, heel timide
: ‘Germ, ik ben het... Ik…’ Ze huilde, verdomd, ze huilde! ‘Ik móet met je spreken Germ, maar niet door de telefoon. Mag ik naar je toe komen?’
hoofdstuk 22
Hij zag het onmiddellijk. Hij stond haar op te wachten op het erf, er waaide een koude wind. Toen ze uit haar auto stapte, zag hij het meteen, hoewel hij daar geen moment aan gedacht had...
Ze zag er onverwacht stralend uit, ze omhelsden elkaar innig. Ze keken elkaar aan en daar welden ineens de tranen weer. Hij zoende ze weg. ‘Kom mee naar binnen, meid.’ Ze keek aandachtig om zich heen. Hij zag haar verwondering, meer
: bewondering. Ze liepen langs de schuur naar het voorhuis. De statige lindelaan die het erf omzoomde, stond - hoe noemde Couperus dat ook al weer? - in
goudbladerendos. In de lange bloemenborder die tegen de schuur aan lag, was het nog een kleurenpracht. ‘Wat mooi!’ zei
Kristel zacht. Eenmaal binnen wist ze helemaal niet van ophouden met loftuitingen. ‘Tjezus Germ, wat woon je hier prachtig!’
‘O jee, je komt toch voor de vacature van conservator? Aangenomen!’
Ze begreep dat het een grapje was, maar natuurlijk had ze geen idee waar het op sloeg. Ze zocht naar woorden om haar boodschap te beginnen, maar ze vond het begin van de draad niet.
‘Zeg het maar, Kristel. Je bent zwanger, ik heb het al gezien.’
En ineens schoot de prop die haar woordenstroom blokkeerde los en buitelden de woorden over elkaar heen, verward maar onstuitbaar. ‘Klopt, zwanger! Germ... Al duizend keer heb ik me afgevraagd hoe het in vredesnaam kan, maar er moet iets verkeerd gegaan zijn met mijn spiraaltje. Het is... de scan heeft... Ik kon het niet geloven toen ik niet ongesteld werd, ik ben nooit maar dan ook nooit ook maar een dag te laat. Ik dacht eerst: Ik wil het niet, afbreken die zwangerschap... Ik ben nu twaalf weken ver. Ik ben officieel midden april uitgerekend, maar dan beval je gewoonlijk drie weken eerder... De scan heeft het bevestigd, het is een tweeling. En dan beval je meestal met 37 weken... Ik wil ze houden Germ, maar hoe moet dat nu? Ik kan nog voor een abortus kiezen, maar ik wil ze houden... Van wie zijn ze? Wat een puinzooi, Germ... Er zijn zeven mogelijke vaders! Kan ik ze wel alleen opvoeden? Tjezus, Germ, ze kunnen van Bastian zijn! Wat een puinzooi... Van al die vaders ben jij de enige die de handen vrij heeft, maar...’ Germ luisterde en besloot haar maar gewoon leeg te laten lopen. ‘Van alle
mogelijke vaders dus... Het wordt dus in de tweede helft van maart. Kan ik het wel alleen? Wat een puinzooi... maar ik ben ook gelukkig met dit... met dit
wonder...’ Plotseling huilde ze met gierende uithalen. Germ sloot haar in zijn armen, drukte haar hoofd tegen zich aan en wiegde haar zachtjes heen en weer.
‘Ik ben de vader, Kristel.’
‘Hoe kun jij dat nou weten? Ze kunnen...’
‘I-k b-e-n d-e v-a-d-e-r, Kristel! Het gaat niet om weten, het gaat om willen. Ik
wil de vader zijn.’ Hij wiegde haar nog steeds, haar uithalen waren overgegaan in een zacht snikken. Bij zijn wiegbewegingen neuriede hij zachtjes een melodie. ‘Bach?’ vroeg ze toen de melodie afgelopen was. ‘Altijd Bach - dit is het openingskoor van de cantate voor de zondag na Kerst,
Das neugeborne Kindelein Weet je hoe die eindigt? Met
een kort koraal, en meteen zette hij met hoge heldere stem in
: Es bringt das rechte Jubeljahr, / was trauern wir denn immerdar! / Frisch auf! Jetzt ist es Singenszeit, / das Jesulein wendt alles Leid.’ Ze vielen elkaar om de hals, beiden plengden hete tranen van vreugde.
hoofdstuk 23
‘Dit is vanaf nu jouw, jullie, ons Huis,’ zei Germ.
‘Ja maar, hoe moet dat dan met mijn huisje in A? Ik moet toch...’
‘Haha, dat dit je Huis is, wil niet zeggen dat je huisarrest hebt... Kom, ik voer je door je nieuwe domicilie.’
Kristel was sprakeloos. ‘Weet je dat ik het hier nog mooier vind dan in Rosendal?’
‘Nou, die lui hadden wel oneindig meer kapitaal dan waarover ik beschik, maar ja, ik heb dan weer de mooiste vrouw ter wereld aan mijn zijde...’
Op de zolder was, boven de voordeur van het voorhuis, een klein kamertje, met het karakter van een torenkamertje. ‘Hier had de stichter van het Huis een sterrenkijker. Die wist al van de Grote Beer en de Poolster!’
Ze bleven hangen in de serrekamer, waar het laatste zonlicht binnenviel. Kristel bekende dat ze gevreesd had dat hij ‘nee’ zou zeggen, of ten minste allerlei mitsen en maren zou aanvoeren.
‘Nou ja, ik vergeef het je. We kennen elkaar praktisch nog maar een ruime week, en met de diepgang van pakweg 16 centimeter. Dat is wel weinig basis om te weten dat ik je nooit in de kou zou laten staan. Ik geloof trouwens dat ik het helemaal niet nodig vind uit te zoeken wie de biologische vader is van de kinderen.’
Maar daar was Kristel het beslist niet mee eens. ‘Die kinderen hebben er recht op dat te weten later, en dat is in deze tijd toch ook voorwaarde om verstandige keuzes te maken als ze te zijner tijd aan kinderen beginnen en zo...’
Germ keek haar met een indringende schuine blik aan
: ‘Ja, je hebt gelijk, zo verantwoord zijn ze ook verwekt. Haha! Maar je hebt gelijk hoor, dat gaan we uitzoeken.’
Kristel antwoordde op besliste toon
: 'Maar pas ná de geboorte. Ik wil geen geprik in de baarmoeder!’
En zo vloog de avond voorbij, pas tegen tienen realiseerden ze zich dat ze nog niet eens gegeten hadden. Germ had nog een restant lasagne in de koelkast, overgehouden van de laatste avond met Leo en Tébé.
‘Kijk ’s aan, nu al zo huiselijk als een stel dat al jaren getrouwd is,’ zei Kristel, ‘Trouwens, ik ben vrijdags lesvrij, kan ik hier blijven slapen?’
Germ schudde zijn hoofd meewarig... ‘Wat een vraag.’ En met een stalen gezicht ging hij verder
: Maar vooruit dan maar, ten minste als we kunnen vrijen in dit stadium van de zwangerschap... Heb je trouwens wel eens in een echte bedstee geslapen?’
En dat vrijen, dat lukte. Toen ze naar bed gingen, midden in de nacht en ’s morgens vroeg. Kristel op haar rechterzij, Germ van achteraf, voorzichtig, maar o zo lekker. Wat had hij dit gemist!
De twintigwekenscan maakte duidelijk dat het twee meisjes waren. Germ vroeg of ze al over namen nagedacht had. Dat had ze wel, maar vluchtig, ongericht natuurlijk.
‘Ik heb al een voorstel,’ zei hij, ‘
Stella en
Sterre’.
‘Voorstel aangenomen!’ antwoordde Kristel prompt.
De winter viel dit jaar al vroeg, eind november, in. Het was een witte Kerst, weliswaar met oude sneeuw, maar toch... Germ wekte haar, zoals elke morgen, met vers sinaasappelsap. Het openingskoor van van het
Weihnachtsoratorium schalde door het Huis, heerlijke muziek.
‘Mag ik nog een uurtje blijven liggen?’
Dat mocht. Hij wekte haar tegen elven. Ze vrijden zoals ze dat inmiddels meestal deden: hij staand naast het bed, zij op haar rug, langdurig eikeldiep ‘dribbelen’, heerlijk samen klaarkomen... Ze startten de dag rustig, vrienden van Kristel zouden mee-eten met het Kerstdiner - dat evenwel verzorgd zou worden door een
cateraar. Dus hadden ze nog rust tot de vrienden rond drieën zouden komen.
hoofdstuk 24, nawoord
De zwangerschap verliep goed, en op 21 maart 2011 werden de meisjes in het UMC-Groningen geboren
: Sterre en Stella Brehmer, een twee-eiige tweeling.
‘Dit ken ik uit de literatuur, maar ik heb dit nog nooit zelf meegemaakt,’ zei de specialist die de dna-test uitgevoerd had en met hen besprak. ‘Tja, ik weet niet wat ik met deze mededeling aanricht, maar het moet toch gezegd... Het is een tweeling met twee verschillende vaders. Eén is van u, meneer Pama, de ander is van een dus nog onbekende vader.’
Ze waren perplex! Maar Kristel stelde de specialist gerust wat betreft de uitwerking van zijn woorden. ‘We leefden in die tijd promiscue, meneer, en op een of andere manier heeft het spiraaltje gefaald. Er zijn meerdere mogelijke vaders... We moeten nu maar uitzoeken van wie Stella is...’
Een paar weken later was duidelijk dat het om Arnt ging. Zijn vrouw Beate was half april bevallen van een meisje,
Annika. Tegelijkertijd twee kinderen bij twee vrouwen, dat was wel even slikken voor Arnt. Er werden afspraken gemaakt over hoe hij en Beate op de hoogte zouden blijven van het opgroeien van Stella. Tussen Kristel & Germ en Arnt & Beate is inmiddels een hechte vriendschap ontstaan. Ze zoeken elkaar regelmatig over en weer op.
Het is zomer 2015, Sterre - lelieblank met een koperrode krullenkop - en Stella, blank met donkere krullen, scharrelen over de slingerpaden van het Huis. Ze zoeken lieveheersbeestjes. Op het terras voor de serre zitten Kristel en Germ. Over een week of drie, vier, vijf wordt
Johann Sebastian Brehmer geboren.
Muziek troost, seks heelt. Nadat we door veel droefenis gegaan zijn, bestaat er volmaakt geluk.