Dit verhaal gaat verder waar deel 7 is opgehouden, Lees eerst de andere delen, zodat je de verhaallijn meekrijgt. Waarschuwing: Lange delen...
De heren wisselen dan van plaats en de eerste aanrakingen gaan dan wat zenuwachtig. Maar dat gaat snel voorbij, als ze de monden van de vrouwen vinden.
Roald verkent al snel het lichaam van
Diana. Ze is een prachtige vrouw, met duidelijk grotere borsten dan
Ester. Die verwent Roald dan ook goed, wat hem zachte kreuntjes oplevert van Diana. Al snel heeft hij haar gevoelige plekjes gevonden, en dat doet Diana kronkelen van genot.
In de tussentijd verwent Frank Ester ook goed. Hij heeft snel geleerd en het gekreun naast hem, windt hem flink op. De kleine stevige borsten van Ester worden goed onder handen genomen, en zijn pik staat al weer op volle oorlogssterkte. Dat merkt Ester ook op en ze duwt hem dan achterover. Ze neemt een condoom uit de verpakking en rolt die dan over de stijve pik van Frank heen. Alleen al haar zachte strelingen over zijn pik laat Frank bijna klaarkomen. De gedachte, dat hij een andere vrouw gaat neuken, dan zijn verloofde, dat maakt hem supergeil. Dan begint Ester hem te berijden en laat zich op zijn lange pik zakken. Die is aanzienlijk dunner dan die van Roald en dat heeft Diana ook gezien.
‘Nu wil ik ook eens van je paal gaan genieten!’
Ze duwt Roald dan ook achterover en pakt ook een condoom. Ze heeft wat moeite om het condoom om zijn dikke pik te krijgen, maar Roald helpt haar een handje. Diana klimt dan op hem, en laat zich dan zakken op zijn pik. Dit is duidelijk wat anders, dan de lange pik van Frank. Ze moet even flink wennen aan de dikte, maar zodra de pik van Roald er helemaal in zit, begint ze hem als een amazone te berijden. Roald kijkt even opzij en ziet Ester daar flink genieten van Frank, net als Diana, die flink kreunt, terwijl ze op en neer gaat op zijn pik.
Diana is het duidelijk niet gewend zo’n dikke pik in zich te hebben, en ze komt dan ook al snel klaar. Met een harde gil verkrampt haar hele lichaam. Uitgeput zakt ze neer, maar Roald is nog lang niet klaar en legt haar dan op haar rug en begint haar dan weer te neuken.
Ester op haar beurt is ook al bijna aan haar hoogtepunt. Ze heeft ook al eens opzij gekeken en gezien hoe Diana op haar vriendje klaarkwam. Ze had daar een beetje gemengde gevoelens over, maar het neuken met Frank heeft ook wel iets. Ze voelt dan een hoogtepunt naderen, maar merkt ook dat Frank bijna zover is. Ze begint hem harder te berijden en komt dan schuddend en schokkend klaar. Frank spuit dan met een schorre schreeuw zijn lading zaad in haar kutje.
Roald heeft nu wat langer nodig, het is immers al zijn vierde keer vandaag dat hij klaar zal komen. Diana weet amper hoe ze het heeft hangen. Die dikke pik van Roald is meer dan ze aankan, ze is al een aantal keren achter elkaar klaargekomen. Op het moment dat ze weer een keer klaarkomt, spuit Roald haar vol met zijn zaad.
Hijgend ligt dan het viertal uit te rusten van hun inspanningen. Terwijl ze weer naast elkaar liggen, zegt Ester tegen Diana: ‘En, hoe vond je de pik van Roald?’
‘Hemeltjelief! Wat een ding. Niet groot, maar wel dik! Ik had flinke moeite om eraan te wennen, maar nu kan ik wel begrijpen, waarom je hem zo graag neukt. Maar als ik eerlijk ben, dan heb ik toch liever de pik van Frank. Dit was me iets te heftig.’
‘Dat kan ik wel begrijpen, Diana. Ik vond Frank ook best goed, maar ik mis toch die dikke pik van Roald. Sorry, Frank!’
Frank glimlacht en zegt: ‘Geeft niet, Ester. Het was toch lekker geil, en voor een keer was het best leuk!’
‘Dat zeker! En wat jij, Roald?’
‘Geil was het zeker, maar ik geef toch liever de voorkeur aan Ester. Zoiets had ik nog nooit gedaan, maar wel leuk om eens te proberen. Al moet ik wel zeggen, dat ik het ontzettend geil vond, om jullie zo te keer horen te gaan.’
‘Dat vond ik ook. Weet je wat, Roald? We ruilen weer en blijven lekker bij onze eigen partners!’
Daar stemt iedereen mee in. Ze kleden zich dan toch weer aan, want ze hebben nu wel even genoeg seks gehad en bovendien willen ze ook nog even wat gaan varen, zodat ze nog wat zon op hun lichaam krijgen.
Ze laden weer alles in het kleine bootje en zwemmen terug naar de boot. Ze hervatten dan hun boottocht, maar door hun belevenissen samen is de band tussen hun voorgoed veranderd. Waar eerst enkel vriendschap leek te ontstaan, is deze nu nog veel dieper geworden. En dat komt echt niet alleen, omdat ze nu met elkaar gevreeën hebben. De gesprekken op de boot beginnen steeds intiemer te worden en ze vertellen elkaar ook kleine geheimen. Als ze dan na een mooie tocht over het meer terugkeren naar de haven, omhelzen ze elkaar ook als goede vrienden.
Diana zegt: ‘Ik ben blij, dat we jullie getroffen hebben. Al vanaf het moment dat we jullie getroffen hebben, klikt het tussen ons. Dat heb ik nog nooit eerder gehad bij een vreemd stel. Ik zou het echt op prijs stellen, als we elkaar vaker zouden zien.’
Daar is Roald het helemaal mee eens. ‘Dat ben ik met je eens. Dit voelt al vanaf het begin gewoon goed aan. Ik zou jullie alles kunnen vertellen, zonder dat ik me druk maak, dat jullie het door vertellen.’
Daar zijn Frank en Ester het ook mee eens. Ze omhelzen elkaar om hun vriendschap te bezegelen. Ze rijden dan terug naar de villa van Henk en
Hilde.
Hilde begroet ze hartelijk.
‘Leuke tocht gehad?’
‘Kon niet beter, mam. Ik denk dat we vrienden voor het leven gevonden hebben.’
‘Daar ben ik blij om, Diana. Roald en Ester zijn te goede mensen om ze te laten schieten.’
‘Nou, Hilde, daar doe je ons te veel eer aan. We zijn maar hele normale mensen.’
‘Onzin, Roald. Het was op de veerboot ook al zo. Je praat gemakkelijk, Roald. Je bent intelligent, aardig, bescheiden, sociaal en je weet je netjes te gedragen. En Ester is van dezelfde klasse. Wat zou ik daar niet goed aan moeten vinden?’
Roald bloost onder de loftuitingen. ‘Dat kan misschien wel zo zijn, maar ik ben niet gewoon dat mensen zo over me praten. Het is dat ik me zo op mijn gemak voel bij jullie. Normaal ben ik niet zo open, eerder verlegen.’
‘Dat valt toch wel mee, Roald. Ik mag je precies zoals je bent.’
Diana zegt: ‘Dat ben ik met mijn moeder eens. Je hebt een bepaalde charme over je, dat kun je niet negeren. Ik snap best, dat Ester verliefd op je is geworden. En ik snap ook, waarom mijn vader je een baan heeft aangeboden. Je bent allesbehalve dom en als je wat zegt, dan heb je ook de neiging om naar je te willen luisteren. Dat is een goede kwaliteit. En dat mag ik wel. En schijnbaar mijn vader ook.’
Nu moet Roald al helemaal blozen. Ester drukt hem een zoen op zijn wang. ‘Daar hoef je je toch niet voor te schamen, Roald. Diana en Hilde hebben gelijk. Dat is inderdaad wie je bent. Misschien dat je het zelf eerder niet zo opgemerkt hebt, maar je hebt echt iets over je, dat maakt dat men naar je luistert.’
Het hart van Roald zwelt van trots en loopt over van warmte. De genegenheid die hij hier voor deze mensen voelt, heeft hij nog niet eerder ervaren. Door de warmte en vriendschap die ze hem geven, voelt hij zich hier meer thuis, dan waar dan ook.
Maar het maakt hem nog harder aan het twijfelen. De drang om hier zijn toekomst op te bouwen, wordt steeds groter. Maar het valt hem toch zwaar om zijn oude leven vaarwel te zeggen. Maar een betere kans als dit zal hij nooit weer krijgen. Roald besluit het er eens over te hebben met Henk. Als Henk misschien zijn toekomstige baas zal worden, dan wil hij wat zekerheden hebben.
Maar één ding staat al bij hem vast: Zijn leven is al voorgoed veranderd. De tijd dat hij als happy single door het leven ging, is voorbij. Wat er ook gebeuren zal, terug naar zijn oude leven wil hij niet meer. Hoe het dan verder moet, dat ziet hij dan wel weer.
Op dat moment gaat zijn telefoon over. Omdat zijn telefoon nu twee kaarten heeft, een Nederlands en een Zweeds, ziet hij dat het een van zijn vrienden is, die hem op zijn Nederlands nummer belt.
‘Hey, Guido! Hoe gaat het ermee?’
‘Ha, Roald! Ik dacht, ik bel nog even om te kijken of je nog niet opgegeten was door de wolven.’
Roald lacht. ‘Nee, zo erg is het ook weer niet. Sterker nog, ik logeer op het moment bij een stel heel aardige mensen. Ik heb niets te klagen.’
‘Ow? En ik dacht dat je ging kamperen. Dit klinkt heel anders!’
‘Daar heb je gelijk in, en ik denk ook dat er nog maar bitter weinig van terecht komt van mijn kampeertocht. Daarvoor is er in korte tijd veel te veel gebeurd.’
‘Dat klinkt alsof je een vrouw gevonden hebt, Roald. Daarvoor ken ik je te goed. Je klinkt ook vrolijker, dan anders!’
‘Je kent me veel te goed, Guido. Ik heb inderdaad iemand ontmoet. Maar er is nog veel meer gebeurd, Guido. En eigenlijk ben ik blij, dat je nu even belt. Wacht even, dan ga ik ergens naar toe, waar ik wat vrijer kan praten.’
Roald verontschuldigt zich even en loopt dan de tuin in. Achter in de tuin staat een bankje, waar hij dan naar toe loopt en plaats neemt.
Guido is nu wel nieuwsgierig, wat voor nieuws Roald heeft.
‘Nou vertel op! Wie is je nieuwe liefde en wat is er nog meer aan de hand?’
‘Ze heet Ester, maar het ligt nog wat gecompliceerder. En ik besef me nu, dat het dat is, wat me nog tegenhoudt om hier te blijven.’
‘Zo! Dan is het nogal serieus! Vertel!’
‘Nou, Ester heeft nog twee zusters, ze zijn een drieling. Een eeneiige drieling, ze lijken als drie druppels water op elkaar. Maar ik heb de indruk, dat ze allemaal verliefd op me zijn. Met twee heb ik al seks gehad, en het zal ook niet meer lang duren voor de derde volgt. Zoals ik al zei, het ligt wat gecompliceerd.’
‘Wow, Roald. Ben je in een orgie beland of zo?’
Roald lacht. ‘Nee, zo is het ook weer niet! Het is gewoon, dat die zussen echt alles delen met elkaar. Zelfs vriendjes. En je zou het niet eens in de gaten hebben, Guido. Ze kleden zich hetzelfde, hun stemmen zijn gelijk en ze zijn echt identiek. Het is dat ik nu even alleen ben met Ester, dat ik verliefd op haar begin te worden, maar als ik ze niet uit elkaar kan houden, hoe moet het dan verder?’
Guido lacht. ‘Dat is inderdaad lastig. Jezus! Kan je dat wel allemaal aan, drie vrouwen in je bed?’
‘Ha ha! Lollig! Maar serieus. Ik ben er echt hard over aan het denken om hier te blijven, Guido. Ester heeft bij mij iets geraakt, dat ik bij haar wil blijven. Maar ik weet niet of ik haar dan trouw kan blijven. Haar zus Ada staat volgens haar bekend, dat ze maar al te graag eens de plaats van Ester inneemt. Dat heeft Ester me verteld. En
Ingrid, haar andere zuster wil ook al met me naar bed. Dat hebben ze zelfs al onderling afgesproken. Maar als ik voor een vrouw kies, wil ik trouw aan haar zijn, Guido. En daar ligt nu mijn probleem.’
Guido moet weer lachen. ‘Sorry, dat ik lach, maar dit komt gewoon een beetje komisch voor. Maar ik snap je probleem wel. Je bent bang, dat Ester je zal verlaten, als ze erachter komt, dat je haar bedrogen hebt met een van haar zussen. Dat is inderdaad lastig.
Maar aan de andere kant, als ze nu al onderling afspreken, dat je met haar zus naar bed moet, dan zou ik daar toch een keer met hun over spreken. Misschien heb je geluk, en krijg je ze wel alle drie! Met goede afspraken kom je een heel eind, Roald. En wie weet, lost zich het probleem vanzelf op, als ze zelf verliefd worden op een andere man.’
Dat zijn de woorden, die Roald nodig had om zijn besluit te nemen.
‘Bedankt, Guido! Je hebt gelijk. Misschien lost het zich wel vanzelf op. Dat zou inderdaad best kunnen.’
‘Dus we gaan je hier verliezen? En hoe moet het dan met je werk? Je kunt daar toch niet opeens ophouden?’
Roald glimlacht. ‘Het zit er inderdaad een grote kans in, dat ik niet terug kom, Guido. En wat mijn werk betreft: Dat gaat geen problemen opleveren. Bij de man en vrouw, waar ik nu logeer, dat is mijn toekomstige baas. Het is ook stom toeval, dat ik hem hier ontmoet heb. Hij staat op het punt het bedrijf op te kopen, waar ik werk. En hij heeft me hier al een baan aangeboden. Dus eigenlijk zou ik hier al meteen kunnen beginnen. Ik zou alleen nog een woning moeten gaan zoeken, en dan ik ben hier al gesetteld.’
‘Zeg, waar heb jij je vakantie geboekt? Zo’n vakantie wil ik ook! Hoeveel geluk moet je hebben?’
‘Ja, ik heb erg veel geluk op het moment. Maar Guido,
Nancy werkt toch bij een makelaar? Zou je haar kunnen vragen, wat mijn appartement nog zou opleveren, mocht ik het willen verkopen en hier willen blijven?’
‘Ik zal haar zo wel even opbellen. Ze is net naar jouw huis toe om de planten water te geven.’
‘Oh, ja. Daar had ik even niet meer aan gedacht. Maar dan kan ze toch even op haar gemak kijken, wat het waard is?’
‘Ik zal haar zo wel even opbellen. Het heeft toch nog geen haast, of wel?’
‘Nog niet. Maar als ik mijn besluit neem, dan misschien wel.’
‘Dat is goed, Roald. Maar ik bel je trouwens nog voor iets heel anders. Je moet toch echt nog een keer terugkomen naar Nederland, want Nancy en ik gaan trouwen.’
‘O? Gefeliciteerd! En ik dacht, dat je nooit zou trouwen?’
Guido lacht. ‘Dat klopt. Maar soms loopt het anders dan je wil. Het is ook zo, dat Nancy over 5 maanden een kind verwacht.’
‘Wat? En dat vertel je ons nu pas?’
‘We zijn al een tijdje bezig om een kind te krijgen, Roald. Dat wist je. Maar het is al een paar keren fout gegaan en ook nu is het niet echt vlekkeloos gegaan. We wilden het echt zeker weten. En nog steeds zal Nancy erg op moeten passen. En gelukkig doet haar baas niet zo moeilijk en kan ze zonder problemen op gezette tijden naar de dokter.’
‘Wow. Dat wist ik niet. Gefeliciteerd, man! Ik hoop voor jullie het beste!’
‘Dank je. Dat ze zwanger is, is ook de reden dat ik toch overstag ben gegaan om met haar te trouwen. En nu ik haar gevraagd heb, voel ik me er ook happy bij.’
‘Ik ben echt heel erg blij voor je! En ik kom heel zeker nog terug naar Nederland. Misschien neem ik zelfs Ester mee, maar ik ben nog niet terug van vakantie. Er kan nog van alles gebeuren.’
‘Als je haar meeneemt, dan is ze van harte welkom. Moet ik de rest ook al informeren?’
‘Hmm, doe nog maar niet, Guido. Of zeg ze maar, dat ik een vakantieliefde heb gevonden. Dat is ook eigenlijk zo, maar ze hoeven nog niet te weten hoe ik me werkelijk voel.’
‘Zoals je wilt. Bedankt, dat je mij dan zo in vertrouwen neemt.’
‘Hey, je bent ook een van mijn beste vrienden, Guido.’
‘Dat weet ik. Waarom denk je, dat ik je als eerste verteld heb, dat ik ga trouwen?’
‘Ow? Dus de rest weet het nog niet? Nou, dan voel ik me best wel vereerd.’
‘Yep! De rest gaan we het vanavond bekend maken. We houden een barbecue en daar maken we het bekend.’
‘Nou, succes dan!’
‘Bedankt. Maar ik ga hangen, ik moet nog boodschappen doen en nu moet ik ook nog even Nancy bellen. Ik spreek je later nog wel eens!’
‘Yo! Laters!’
Met een goed gevoel loopt Roald terug naar het terras. Daar vindt hij Ester in een druk gesprek met Diana en Hilde. Frank kijkt geïnteresseerd toe. Als ze hem opmerken, groeten ze hem, maar gaan door met hun gesprek. Roald gaat langs Frank zitten en zegt: ‘Nogal een goede discussie?’
‘O, dat is het zeker. Ze hebben het over jou. Weet je, Ester is echt tot over haar oren in je verliefd. Toen je net weg liep, begon ze over je te vertellen. Ze heeft ons ook al verteld over haar gecompliceerde verhouding met haar zussen. En daar is ze een beetje bang voor. Ze wil je niet verliezen aan haar andere zussen. Maar ze weet ook, dat ze het niet kan voorkomen, dat je per ongeluk met hun in bed zou komen liggen, want ze schijnen echt niet uit elkaar te houden te zijn. En dat maakt haar zorgen.’
‘Ja, dat ze op elkaar lijken, dat kun je wel stellen. Ze zien er hetzelfde uit, ze hebben hetzelfde kapsel, soms kleden ze zich hetzelfde, maar ze hebben ook nog dezelfde stem. Op de veerboot kon ik ze onmogelijk uit elkaar houden. Alleen Ester kan ik herkennen aan het kleine moedervlekje achter haar oren. Maar dat is ook het enige.’
‘Dat is inderdaad lastig. Ik heb de foto’s van haar zussen gezien, je ziet echt geen verschil.’
‘Ja, en dat is ook wat mij zorgen maakt, Frank. Ik begin ook verliefd te raken op Ester. Maar als ik ze nu al niet uit elkaar kan houden, hoe moet het dan later? Want ze hebben alle drie schijnbaar al aangegeven, dat ze met me naar bed willen. Kun je je voorstellen, hoe moeilijk dat voor mij is?’
Frank lacht. ‘Dat is een luxeprobleem, Roald. Je krijgt er drie voor de prijs van één.’
Roald lacht. ‘Of je kunt het anders zien. Ik krijg drie problemen in plaats van één.’
Frank schiet hard in de lach, waardoor de dames opkijken.
Ze vragen waarom hij zo moet lachen en Frank legt het ze uit. Nu wordt ook Roald in de discussie betrokken.
Hilde vraagt dan aan Roald: ‘Hoe zie je je toekomst met Ester voor je, met nog twee zusters, die hun zinnen op je gezet hebben?’
‘Lastige vraag, Hilde. Mijn gevoelens voor Ester worden steeds sterker, maar het punt is, dat ik ze echt niet uit elkaar kan houden.
En Ester is, sorry dat ik het zo zeg, een geile meid. Ik ben trouwens niet veel anders, ik wil overal en altijd de liefde met haar bedrijven. En als haar zussen zich dan voordoen als Ester, dan zou ik het verschil amper merken. En ik wil Ester geen pijn doen, door haar te bedriegen met haar zusters. Dat stelt me voor een dilemma.’
‘Dat kan ik me voorstellen. Ik denk dat jullie daar maar eens goed over moeten praten, mochten jullie met elkaar verder willen.’
‘Dat denk ik ook. Dat vertelde me net ook mijn vriend Guido, die ik net aan de telefoon had.’
‘O, daarom liep je even weg? Begrijpelijk. Ik kan me voorstellen, dat je even behoefte had om met een vriend te praten, die je een beetje begrijpt.’
‘Ja, en dit is nogal een complexe situatie. En dat niet alleen, er staat op het moment zoveel te gebeuren, dat het af en toe wat moeilijk voor me is. Maar mijn gesprek met mijn vriend heeft me weer wat vertrouwen gegeven, hoe het nu verder moet. Hoe het nu ook verder gaat, enkele besluiten heb ik al genomen. Daar wil ik nu nog niet te veel over kwijt, maar ik ben er hard over aan het denken het aanbod van Henk aan te nemen. De rest zie ik dan later wel.’
‘Daar zal Henk blij over zijn, Roald. Dat weet ik zeker.’
Diana springt dan op en zegt: ‘Ik denk dat het tijd is, dat we de barbecue gaan voorbereiden. Het is al bijna zeven uur en vader zou rond acht uur terug zijn.’
Hilde staat ook op. ‘Dat is inderdaad een goed idee. Kom op, aan de slag!’
Roald en Ester blijven even zitten. Ze hebben nog wat te bespreken.
Ester kijkt Roald aan en zegt: ‘Ga je die baan van Henk aannemen, Roald?’
‘Ja, ik denk het wel. Zo’n kans krijg ik nooit weer. Maar dat wil nog niet zeggen, dat ik hier in Zweden blijf, Ester. Misschien wel, misschien niet. De baan, die Henk me aangeboden heeft, kan ook vanuit Nederland gedaan worden. Hoe dan ook, ik zal regelmatig op en neer moeten.’
‘En hoe moet het dan tussen ons?’
‘Ester, ik heb echt hele sterke gevoelens voor jou. Daar gaat het niet om. Eerst moet ik mijn draai vinden tussen je zusters. En als dat goed werkt, dan zal ik mijn besluit over onze toekomst, Ester. Ik kan er nu nog niets over zeggen, dat moet je begrijpen.
Wie weet, gaat het gewoon goed en dan zal ik bij je blijven. En geloof me, ik wil niets liever. Waarom denk je, dat ik het aanbod van Henk aan wil nemen. Want zo kan ik dichter bij je zijn. Maar het zijn je zussen, die me nog wat zorgen maken. Ik deel dezelfde zorgen als jij. Ik wil je niet verliezen, maar je weet net zo goed als ik, dat jullie bijna onmogelijk uit elkaar te houden zijn.’
‘Ik vind het moeilijk, Roald. Ik weet niet of ik je wel kan delen met Ada en Ingrid.’
‘Maar je staat wel toe, dat Ingrid met me naar bed gaat?’
‘Ik weet dat ik ja heb gezegd, Roald. Maar dat besluit staat me steeds meer tegen. Ik durf het haar niet meer te weigeren. Ze heeft me zo goed geholpen, afgelopen vakantie toen ik het zo zwaar had. En in het verleden hebben we zulke dingen wel eens vaker gedaan. Het is moeilijk om het haar dan te weigeren.
En aan de andere kant, vond ik het straks ook wel geil, dat je een andere vrouw neukte. Ik voel me daarom vreemd. Ik ben echt helemaal verliefd op je, Roald en eigenlijk wil ik je niet delen, maar op een andere manier vond ik dat ook wel iets hebben.’
‘Als je het niet aan Ingrid wilt weigeren, en je dit zo geil vond, waarom praten we er dan niet over met Ingrid. Wat dacht je ervan, als we dan samen het bed deelden. Zo kun je er toch bij zijn, en breek je je belofte niet.’
Ester kijkt even verbaasd naar Roald. ‘Zou je dat niet erg vinden, als ik erbij was?’
‘Nee, helemaal niet. Maar dat moet Ingrid natuurlijk ook nog willen. Daarom moeten we dat met haar bespreken.’
Ester vliegt Roald om zijn nek en geeft hem een hartstochtelijke zoen.
‘Je bent de allerliefste! Bedankt, Roald!’
Roald glimlach. ‘Ik hou van je, Ester.’
‘Ik hou ook van jou, Roald.’
Er rolt een traan over de wang van Ester. Roald veegt het weg met zijn vinger en zegt: ‘Kom, dan gaan we Diana en Hilde helpen. Ik wil niet, dat ze al het werk doen.’
Ester glimlacht en ze lopen dan naar de keuken. Al snel helpen ze Hilde en Diana met het snijden van de groentes en het maken van de sauzen en marinades.
Ze zijn nog druk bezig, als er een auto het erf opgereden komt. Het is Henk. Frank en Roald zijn net bezig de barbecue aan te steken, als Henk het terras opgelopen komt.
‘Zo, druk bezig! Ik zie dat ik net op tijd kom!’
‘Ha, Henk! Je bent precies op tijd. We zijn ook net klaar.’
‘Kom eens hier, Frank. Ik wil mijn toekomstige schoonzoon de hand geven.’
Frank glimlacht. Ze geven elkaar de hand en omhelzen elkaar dan.
‘Maak mijn dochter gelukkig, Frank. Ik weet dat je het kan.’
‘Daarover hoef je je geen zorgen te maken, Henk. Ze is mijn alles.
En ik heb nog wat nieuws voor je. Toen we vanmiddag aan het varen waren, hebben we even met elkaar gepraat. Diana wil graag wat dichter bij jullie komen wonen. En nu weet ik toevallig, dat er een paar vacatures zijn, op een post hier niet al te ver vandaan. Daar zijn een aantal agenten met pensioen gegaan, dus daar zijn hard nieuwe mensen nodig.
Het zou kunnen betekenen, dat Diana op kantoor gaat werken en ik in de verkeerspatrouilles zou gaan doen. We hebben hier al eens eerder over gepraat, Henk. Maar ik kon niets zeggen, voordat ik mijn toekomst met Diana verzegeld had. En nu ze toegestemd heeft, konden we ook enkele besluiten nemen.’
‘Maar dat is fantastisch nieuws! Maar dan moeten jullie ook een huis hebben. Weet je wat? Ik moet het er natuurlijk wel even met Hilde over hebben, maar wat zou je zeggen, als ik jullie dat huis zou kopen, als cadeau voor jullie huwelijk, om maar te zeggen?’
‘Dat zou natuurlijk wel fantastisch zijn. We verdienen allebei wel goed, maar zoveel geld dat we al een eigen woning kunnen kopen, zover zijn we nog niet. Ik heb wel een eigen woning, maar dat is een klein appartement en dat is zoveel niet waard. En we zouden wel graag een wat groter huis willen, aangezien we wel aan kinderen denken.’
‘Daar reken ik dan ook wel op, Frank. Weet Hilde dit ook al?’
‘Nee, nog niet. Ik wilde het eerst met jou bespreken.’
‘Laat het dan maar even aan mij over, om dat met Hilde te bespreken. Ik ben hier in ieder geval heel erg blij om.’
‘Dat dacht ik al. En is alles goed gegaan op je trip naar Nederland?’
‘Ja, heel erg goed zelfs. Er moeten nog wel wat kleine zaken geregeld worden, maar ik heb vanmiddag een intentieverklaring ondertekend, dat ik het bedrijf zal kopen.
Dus Roald, het ziet ernaar uit, dat ik je nieuwe baas ben.’
Roald glimlacht en feliciteert hem. ‘Gefeliciteerd, Henk. En dat maakt het me gemakkelijker om je te zeggen, dat ik je aanbod ook accepteer. Hoe we dat later precies vorm gaan geven, dat zien we later wel. Van mijn kant uit zijn er nog wat dingen, die ik even moet uitvogelen, maar ik laat zo’n kans als deze ook weer niet liggen.’
‘Dat doet me deugd, Roald. Ik wist wel, dat je het zou doen. Ik heb het je baas al verteld, en hij wenst je al veel succes. Hij vindt het jammer als je gaat, maar hij begrijpt ook, dat je zo’n kans niet moet laten liggen.’
‘Dat is erg aardig van hem. Ik zal hem morgen wel even bellen.’
‘Dat zal hij zeker leuk vinden. Hij spreekt vol lof over je, Roald. En ik weet nu helemaal zeker, dat jij de juiste man bent. Mijn dag kan nu al helemaal niet meer stuk! Daar moeten we op toasten. Jammer dat de Systembolaget niet meer open is, want ik heb geen champagne meer liggen.’
‘Laat ik daar nu net wel aan gedacht hebben, Henk! Ik wilde je bedanken voor je gastvrijheid en omdat Henk en Diana verloofd zijn, dacht ik dat het wel gepast zou zijn om je een paar flessen goede champagne te geven.’
‘Nou, hartelijk bedankt! Maar zoveel had je niet hoeven te doen. We vinden het gewoon leuk, dat je langs komt. En hopelijk komen jullie nu ook vaker langs, net als Frank en Diana. Want jullie komen nu toch ook vaker langs?’
Frank en Roald lachen. ‘Wie bedoel je nu? Mij of Roald?’
‘Allebei! Het is lang geleden, dat ik me zo goed heb gevoeld met een paar vreemde mensen. Jullie zijn altijd welkom!’
Ze lopen dan naar binnen heen.
Henk vraagt dan aan Roald: ‘Is weer alles goed tussen jou en Ester? Want je leek me echt boos op haar, toen ik ging.’
‘Ja, ik was ook echt boos op haar, en ook met reden. Maar dat zal Hilde je nog wel allemaal vertellen, ik heb geen zin om dat nu nog een keer uit te leggen. Maar het is nu weer goed tussen mij en Ester. Heel goed zelfs. Maar of het echt iets zal worden tussen ons, dat zal de toekomst uit moeten wijzen.’
‘Fijn om dat te horen, Roald. Dat waardeer ik ook zo aan jou. Je gaat niet uit de weg, mochten er problemen zijn. Je probeert het op te lossen. En daarom ben je ook de juiste man, voor de baan die ik je aanbied. Maar laat me nu eens kijken naar de champagne, die je me gekocht hebt. Ik wil wel eens weten of je een goede keuze hebt gemaakt!’
Ze lopen naar de koeling, waar Roald de champagne in heeft gezet. Henk zet grote ogen op, als hij ziet, wat er in de koeling staat.
‘Maar Roald! Dat is veel te veel! Dat zijn 2 flessen Moët & Chandon Nectar Imperial Magnum! En dan ook nog wat andere wijn, nee, dat kan ik zo niet accepteren!’
‘Dat kan je wel, want ik heb wat te vieren en jij ook. En als ik die dagen een hotel had moeten boeken, was ik dat geld ook kwijt geweest. Dus dit is mijn dank aan jou.’
‘Nou, in dat geval, hartelijk bedankt. Maar ik ben bang, dat die flessen het vanavond niet gaan overleven!’
‘Daar reken ik toch wel op. En voordat ik het vergeet, mijnheer Randalson komt je nog een fles wijn afhandig maken. Ik ben even zo vrij geweest om voor hem ook een goede fles in je wijnkelder te leggen.’
‘Ow, ben je bij hem geweest? Dan kan ik me wel een beeld vormen, waarom je zo boos was op Ester.’
‘Ja, ze verzweeg me, dat ze de pil niet slikte. Gelukkig bleek er niets loos, maar blij was ik er niet mee. Mijnheer Randalson heeft ons goed geholpen. Nu is weer alles in orde.’
‘Gelukkig. Jullie zijn een leuk paar om te zien. Kom, dan pakken we een fles champagne. We moeten dringend toosten op al het goede nieuws.’
Henk geeft Roald de fles champagne. ‘Jij hebt hem gegeven, dus jij mag hem openen. Ik zorg wel voor de glazen.’
Als ze buiten komen, zijn dames net klaar met de tafel dekken.
‘Hilde, moet je toch eens kijken, wat Roald aan ons gegeven heeft. Dit verdient toch wel een toost, of niet? Ik heb vandaag alleen maar goed nieuws en dat wil ik vieren ook!’
Diana loopt op haar vader af en omhelst hem. ‘Ik had je nog niet gezien! Alles goed gegaan?’
‘Ja, het kon niet beter, meisje van me. Je hebt me vandaag erg gelukkig gemaakt. En ik hoorde van Frank van jullie nieuwe plannen. Daar ben ik erg blij om.’
‘Heeft hij het je al verteld? Wat denk je ervan?’
‘Ik ben er echt blij mee. Je bent dan dichter bij huis, dus dan kan ik je gemakkelijker opzoeken. En ik ga jullie helpen met het vinden van een huis. Ik moet er nog wel even met je moeder over praten, maar ik ben van plan een huis voor jullie te kopen. Als cadeau voor jullie huwelijk.’
Diana gilt even en knuffelt hem dan fijn. ‘Bedankt, pap! Dan weet ik zeker, dat we het goede besluit genomen hebben. Wil je dat echt voor ons doen?’
‘Ja, maar ik moet het er wel nog even over hebben met je moeder. Zij moet het ook nog goed vinden.’
Hilde komt erbij staan. ‘Wat moet ik goed vinden, Henk?’
‘Frank en Diana willen korter bij ons komen wonen. Ze kunnen misschien werk hier vlakbij krijgen, en ik ben van plan ze dan het huis te kopen, als cadeau voor hun huwelijk.’
‘Dat is een fantastisch idee, Henk! Mijn zegen heb je! Wat fijn! Dat is al jaren mijn wens, dat Diana weer wat dichterbij woont. En zeker nu alles weer goed is tussen jullie, wil ik haar ook vaker zien.’
Diana omhelst dan ook haar moeder. ‘Dat wil ik ook, mam. We zaten er al een hele tijd over te denken, maar vanwege de situatie met vader durfde ik die stap niet zo goed te zetten. Nu is er geen reden meer om het niet meer te doen.’
‘Wat een goed nieuws. Jullie gaan trouwen, en komen ook nog dichterbij wonen! Da’s genoeg reden om een toost uit te brengen.’
‘Hilde, ik heb nog meer goed nieuws. Ik heb vanmiddag de handtekening gezet, ik ga het bedrijf kopen. Er zijn enkel nog wat kleine details, maar dat zijn niet de grote problemen. En daarnaast heeft Roald al toegezegd, mijn aanbod aan te nemen.’
Nu kijkt iedereen om naar Roald. ‘Is dat waar, Roald? Gefeliciteerd!’
‘Dank je, maar ik ben vandaag niet het feestvarken, dat zijn toch echt Diana en Frank!’
‘Da’s waar ook! Roald, open de fles en schudt de glazen maar eens vol. Dit moeten we echt vieren!’
Na een toost op de toekomst van Diana en Frank beginnen ze met de barbecue. Het wordt echt een heel gezellig avond, want voordat ze gaan slapen, zijn er al heel wat flessen wijn gesneuveld en staan de sterren hoog aan de hemel.
De volgende morgen worden Roald en Ester dan ook wakker met een flinke kater. Ze blijven dan ook lekker liggen, ze hoeven er voor niemand uit. Bovendien verwachten ze ook niet, dat er van de anderen al iemand op is.
Ester woelt onrustig in het bed naast Roald. Ze voelt zich niet lekker. Opeens sprint ze het bed uit om dan in het toilet de resten van het eten over te geven. Met een zware kop staat Roald ook op en loopt naar haar toe.
‘Gaat het, Ester?’
‘Ja, het zal wel van de wijn zijn van gisteren. Ik had veel te veel op.’
‘Ik ook. Zal ik je een aspirientje pakken?’
‘Graag. Ik voel me echt beroerd.’
Roald pakt haar dan een aspirientje en neemt er zelf ook een. Dankbaar neemt Ester het aan en ze gaan dan terug in bed liggen. Na een uur voelen ze zich een stuk beter en staan ze op.
Ze voelen even geen behoefte om met elkaar te vrijen, maar een innige zoen slaan ze niet over. Dan lopen ze naar het terras. Daar zit Hilde al weer met Henk te genieten van de zon.
‘Ah, daar komen de eersten weer boven water!’
‘Dus we zijn niet de laatsten? Gelukkig! Ik dacht al, dat we als allerlaatsten zouden zijn.’
‘Nee, Frank en Diana slapen nog als een roos. Ik heb ze nog nooit zo dronken gezien, maar ik kan me ook niet herinneren, dat we samen zoveel plezier hebben gehad.’
‘Het was zeker erg gezellig gisteren. Maar ik was volgens mij ook behoorlijk dronken. Ik heb er in ieder geval een kater aan over gehouden en Ester ook.’
‘Ik heb me wat ingehouden, ik kan niet meer zo veel verdragen als vroeger. Henk wel, als hij de kans krijgt, drinkt hij graag wel eens een flesje leeg. Daar krijg ik dan meestal een glas van, en de rest is voor hem.’
‘Nou doe je net, alsof ik iedere dag een fles drink, Hilde. Dat is echt niet zo.’
‘Dat zeg ik toch ook niet. Maar je grijpt wel iedere gelegenheid aan om een flesje open te trekken.’
‘Daar moet ik je gelijk in geven. Het leven moet je vieren, of niet?’
Roald glimlacht. ‘Helemaal gelijk, Henk. Het leven moet je vieren. Maar zulke avonden als gisteren hoeven voor mij ook niet iedere dag!’
‘Dat was een heel speciale dag, Roald. En soms mag je best wel eens goed doorzakken.’
‘Hebben jullie al honger?’
‘Niet echt. Maar ik zou wel een stuk knäckebröd willen, ik heb net overgegeven en nu voelt mijn maag wat hol.’
‘Oei, meisje. Ik zal snel wat voor je halen. Wat thee erbij?’
‘Graag en misschien wil Roald ook wat?’
‘Voor mij alleen maar thee, dat is voldoende.’
Hilde staat dan op en komt even later terug met een dienblad met enkele glazen thee en een paar knäckebröd, die ze met wat marmelade belegd heeft.
Dankbaar neemt Ester haar knäckebröd aan. Ze knabbelt eraan en het doet haar zichtbaar goed. Ze genieten dan nog even lekker van de warme zon.
Even later komt Diana naar buiten gelopen. Haar haren zitten nog in de war en ze heeft slechts een badjas aan, die maar net alles verhult.
Hilde spreekt haar dochter bestraffend aan. ‘Diana, zo kleed je je toch niet in het bijzijn van gasten!’
‘Ach mam, ze begrijpen dit wel en bovendien hebben ze alles nu wel gezien. We zijn gisteren nog op het eiland geweest, weet je wel?’
Hilde moet even blozen, ze had niet zo’n reactie van haar dochter verwacht. Verontschuldigend zegt ze tegen Ester en Roald: ‘Het spijt me, dat ze zo hier komt.’
‘Het geeft niet, Hilde. En ze heeft gelijk, we hebben niets meer voor elkaar te verbergen. Voor mijn part zou ze hier in haar nakie rondlopen, ik zou er niets vreemds aan vinden.’
Nu kijken zowel Hilde als Henk verbaasd op. ‘Zo? Volgens mij is er gisteren wel wat meer gebeurd dan alleen een boottochtje?’
Roald glimlacht. ‘Zo zou je het wel kunnen stellen. In korte tijd zijn we goede vrienden van elkaar geworden. We liggen elkaar wel.’
Henk glimlacht. ‘Ik ken dat eiland wel, en daar willen wel eens spannende dingen gebeuren. En ja, dan kunnen er snel goede vriendschappen ontstaan. Maar ik begin me steeds meer te verbazen over jou, Roald. Er gebeurt zoveel in een hele korte tijd in je leven, maar je lijkt het allemaal voor lief te nemen. Respect!’
‘Zo moeilijk is dat niet, Henk. Gewoon een kwestie van de juiste personen treffen. Ik ben juist de persoon die erg veel geluk heeft. Ja, mijn leven verandert nu erg snel, dat besef ik me ook. Maar ik denk niet, dat ik me ooit gelukkiger gevoeld heb, dan nu. Dan is het ook niet moeilijk om je aan te passen.’
Ester heeft haar knäckebröd en haar thee op. Ze zegt: ‘Roald, ik voel me nog steeds niet erg lekker. Zullen we even wat gaan wandelen? Misschien dat ik me daarna beter voel.’
Roald knikt en staat dan op. Hand in hand lopen ze dan het erf af.
‘Waar wil je heen?’
‘Maakt niet uit. Doe maar daar richting het meer, ik vind dat best mooi!’
Ze lopen dan langs het meer en genieten van de rust en de natuur. Helaas begint het plotseling erg bewolkt te worden en Roald zegt: ‘Volgens mij kunnen we maar beter terug gaan. Het kon wel eens gaan regenen.’
Ze draaien dan om, en het begint al harder te waaien. De eerste regendruppels beginnen al te vallen, maar Roald en Ester zijn nog veel te ver van huis. Ze zien een klein hokje, waar ze proberen te gaan schuilen. Maar het hokje zit op slot en nu begint de regen veel harder te vallen.
Opeens horen ze een vrouw roepen. Ze kijken door het hek, dat aan de andere kant van het hokje staat. Daar staat een oude vrouw en ze wenkt hun naar binnen. Doordat het zo hard regent, hebben Roald en Ester niet veel keuze, en ze volgen de oude vrouw dan.
Ze woont in een reusachtig huis, dat is zelfs nog groter dan dat van Henk en Hilde. Eenmaal binnen reikt de oude vrouw hun een paar handdoeken aan en stelt zich voor.
‘Welkom, ik ben
Isabel Drosben. Jullie kunnen hier wel even schuilen, totdat de bui voorbij is. Maar dat kan wel even duren, want ze voorspellen de hele dag regen. Moeten jullie nog ver, voordat jullie terug zijn?’
‘We logeren bij Henk Rouwendaal.’
‘O, bij Henk? Die ken ik goed. Ik zal hem wel even bellen, dat jullie hier zijn. Kom toch verder. Ik zal de kachel wel even aansteken, zodat jullie op kunnen drogen. Hoe heten jullie?’
‘Ik ben Ester Henstavsen en dit is mijn vriend Roald de Vries. Hij is een Nederlander, en hij spreekt nog niet zo goed Zweeds.’
‘Aha, dus net als Henk Rouwendaal vroeger. Ik ken hem goed, de moeder van Hilde was mijn beste vriendin. En ik heb er ook voor gezorgd, dat Henk hier die woning kon kopen. Maar kom, ik zal jullie even naar de kamer brengen. Dan bel ik Henk wel even.’
‘Zijn we geen last voor u?’
‘Ben je gek? Ik krijg maar zelden bezoek, enkel nog wat vrienden. Maar op mijn leeftijd worden er dat ook steeds minder. Dat krijg je als je ouder wordt.’
‘Heeft u dan geen man of kinderen?’
‘Mijn man is enkele jaren geleden overleden en we hebben helaas nooit kinderen gekregen. En verdere familie heb ik ook niet meer. Dus ik zit hier helemaal alleen in dit grote huis.’
Ester kijkt Roald even aan. ‘Blijven we even om haar gezelschap te houden? Ik vind het zo zielig voor haar, dat ze zo weinig bezoek krijgt.’
‘Als je dat wilt, geen probleem. We zijn nu toch nog nat en ik zou het niet erg vinden om weer op te drogen.’
De vrouw glimlacht. Ze antwoordt in vloeiend Engels. ‘Ik zou het erg op prijs stellen, als jullie even bleven. Dan heb ik weer wat even andere aanspraak, dan mijn tuinman en mijn huishoudster.’
Ze leidt het tweetal door het gigantische huis. Je zou er zo in verdwalen. Het is een prachtig huis, maar wel een beetje onderkomen. Hier en daar zou wel een likje verf nodig zijn en de ramen zijn oud en versleten.
Isabel schijnt zich er best van bewust te zijn, dat de staat van haar huis wel eens beter is geweest, want ze ziet Roald er naar kijken.
‘Ja, dit huis heeft ooit betere dagen gekend. Ik doe er niet zo veel meer aan, ik ben al 93. Voor die enkele jaren, die me nog resten, heeft het geen zin.’
‘Toch zonde van zo’n mooi huis. Ondanks dat het oud is, ziet het er toch best nog redelijk uit. Daar is nog best iets van te maken. Ik wou dat ik het geld had om me zoiets te kunnen veroorloven.’
‘Dank je, dat je het zo’n mooi huis vindt. Wat zou je er voor geven?’
‘Ik heb werkelijk geen idee wat het waard is, mevrouw. En zoveel geld heb ik nu ook weer niet.’
Opeens gaat de telefoon van Roald weer. ‘O, deze moet ik even aannemen, excuseert u mij even.’
‘Geen probleem.’
Roald neemt op en zegt: ‘Hoi Nancy! Proficiat!’
‘Dank je Roald. Zeg, Guido belde me op, dat je wilt weten wat je appartement waard is?’
‘Ja, Nancy. Er zit een goede kans in, dat ik ga verhuizen naar Zweden.’
‘Daar zei Guido me al iets van. Je was verliefd geworden?’
‘Ja, en het begint toch wel serieus te worden. Bovendien kan ik hier een goed betaalde baan krijgen. Als ik een goede prijs voor mijn appartement zou kunnen krijgen, dan ben ik wel bereid om het te gaan verkopen.’
‘Nou, je treft het. Je woning ligt goed in de markt en bovendien heb ik een aanvraag gekregen voor zo’n appartement. Verkopen is geen probleem, je zou er nog best een goede waarde voor terug krijgen, flink meer als je er voor betaald hebt.’
‘Dat klinkt goed, Nancy. Wat zou mijn woning opleveren?’
‘Zoals hij er nu bij staat, bijna 3 ton.’
‘Watblieft? Ik heb er destijds maar 2 ton voor betaald.’
‘Zoals ik zei, ze liggen goed in de markt en er is nu veel vraag naar.’
‘Als je hem kunt verkopen voor 3 ton, mag je van mij wel. Desnoods huur ik me dan even een tijdje wat. Want het ziet er echt naar uit, dat ik hier ga blijven. Ik heb die baan min of meer al geaccepteerd. Maar of ik hier ga wonen, dat weet ik nog niet. Ik kan het ook vanuit Nederland doen. Hoe dan ook, ik zal nog regelmatig in Nederland komen.’
‘Dan zal ik dat voor je gaan regelen.’
‘Graag. En zodra mijn vakantie voorbij is, kom ik bij jullie op bezoek.’
‘Breng je dan ook je nieuwe vlam mee?’
‘Dat weet ik nu nog niet, Nancy. Het is nog pril en er kan nog van alles gebeuren. Maar ik kan nu even niet doorpraten, ik ben ergens op bezoek.’
‘Dat maakt niet. Ik laat het je nog wel weten, hoe het met de verkoop staat.’
‘Bedankt, Nancy. En succes met je zwangerschap!’
‘Dat komt wel goed, Roald. Jij succes met je nieuwe liefde. Ik gun het je van harte.’
‘En ik gun jullie een goede zwangerschap en een heel gezond kind.’
Roald hangt dan op en keert terug naar de kamer, waar de kachel inmiddels is aangestoken. Isabel heeft al theewater opstaan en komt dan terug met een schaal vol koekjes.
‘De thee komt er zo aan, en hier hebben jullie alvast wat koekjes. Ik heb ze zelf gemaakt. Ik mag mezelf graag verwennen.’
Roald probeert een koekje en verwacht eigenlijk er niet heel veel van. Maar het smaakt gewoon lekker.
‘Niet slecht! Ik dacht eerst dat het niets zou zijn, maar dit is gewoon goed!’
‘Nou ja, ze zijn eigenlijk wat donkerder, dan ze hadden moeten zijn. Maar omdat het eigenlijk voor mezelf was, gaf ik er niet zo veel om. Als ik geweten had, dat ik bezoek zou krijgen, dan had ik heel zeker betere gemaakt.’
‘Och, ik zal maar zeggen dat die donkere kleur een bepaalde patina geeft.’
Isabel lacht. Ondanks haar leeftijd heeft ze nog steeds een jeugdige lach en haar stem doet ook niet echt denken aan een hele oude vrouw.
‘Mag ik vragen, hoe oud je bent, Roald?’
‘Ik tel al weer dertig jaren, mevrouw.’
Isabel lacht. ‘Je had mijn kleinzoon kunnen zijn! Leuk om weer eens jong volk over de vloer te hebben, ook al zijn jullie nu ook weer niet geheel vrijwillig gekomen.’
Ester stelt zich ook voor. ‘Ik ben 27, maar over een maand word ik 28.’
Roald zegt dan: ‘Dat had je me nog niet verteld, Ester! Maar dan moet ik nog drie cadeautjes gaan kopen…’
Isabel kijkt verbaasd. ‘Hoezo drie?’
Ester glimlacht. ‘Ik en mijn zussen zijn een drieling. We lijken sprekend op elkaar.’
‘Aha, op die manier. En ik heb de indruk, dat jullie elkaar nog niet zo heel lang kennen?’
‘Pas een kleine week. Maar dit voelt anders aan, als alle andere keren, dat ik verliefd was.’
‘Dat is in het begin altijd zo, meisje. En ik kan het weten. Jörre was mijn eerste liefde, en ook mijn laatste liefde. We hebben bijna 70 jaar samen door mogen brengen. En tot de dag dat hij stierf, was ik verliefd op hem. En zelfs nu nog hou ik van hem. Liefde is iets tijdloos, dat stopt niet bij de dood.’
’70 jaar? Da’s werkelijk lang! En u bent nu 93? Dan was u 18 toen u hem ontmoette?’
‘Ja, dat waren nog eens andere tijden. Ik heb hem ontmoet op een feestje bij een tante van mij. Jörre was haar buurjongen en natuurlijk kwam hij ook op bezoek. We waren meteen verliefd op elkaar. Maar gemakkelijk was dat niet. In die tijd woonde ik in Karlstad, aan de andere kant van het meer. En toen ging je niet even op en neer voor een bezoekje, dat plande je zorgvuldig. Mijn moeder had het toen al meteen gezien, dat ik verliefd was. Maar mijn vader wilde van niets weten. Hij vond me nog te jong om verliefd te zijn.
Moet je je voorstellen, ik was nog net geen 18 en hij vond me te jong. Gelukkig steunde mijn moeder me, en ook mijn tante. Toen er hier in de buurt een positie vrij kwam, waar ik kon gaan werken in de huishouding, heeft mijn tante me onderdak gegeven.
Mijn vader was het er niet mee eens, maar heeft na flink geruzie en praten toch toegegeven, ik mocht naar hier komen. En daar heb ik geen moment spijt van gehad.
Jörre bleek een nette jongeman, die ook een goed beroep had geleerd. Hij zat op het kantoor bij de spoorwegen, en daar heeft hij het zelfs geschopt tot directeur van het vrachtvervoer, zeker in die tijd een heel belangrijke positie.
Toch duurde het bijna 4 jaar, voordat hij me vroeg. Dat kwam ook, doordat hij veel moest werken, maar ook omdat ik toch ook geregeld naar huis heen ging, om de lieve vrede te bewaren. Uiteindelijk moesten we wel trouwen, want ik was zwanger van Jörre. Dat kon natuurlijk niet in die tijd.’
‘Maar ik dacht, dat u geen kinderen heeft gekregen?’
‘Dat heb ik ook niet, Roald. Ik kreeg een zware miskraam en de bevalling daarvan was zo zwaar, dat ik nooit meer kinderen kon krijgen. Dat heeft ons veel verdriet gedaan, want we hadden ons echt verheugd om een kind te krijgen. Helaas was het ons niet gegeven om er een te krijgen.
Achteraf was dat maar ook het beste. Jörre moest steeds meer werken en ook ik had een baan. We zouden nooit genoeg tijd hebben om een kind op te voeden en we wilden allebei onze vrijheden niet echt inleveren.
Jörre zijn wereld bestond uit treinen. Daar was hij werkelijk dol op. Want naast zijn werk, waren modelspoorbanen zijn passie. Boven op zolder staat nog steeds zijn hele verzameling onder enkele grote lakens. Ik kan er geen afstand van doen, het is me te dierbaar. Het was Jörre zijn leven.
En ik heb lange tijd aan het hoofd gestaan van een weeshuis. In die tijd konden dat alleen vrouwen zonder kinderen doen. Ik heb vele kinderen opgevangen en een nieuw huis gegeven. Zo kon ik toch een beetje voldoen aan mijn kinderwens.’
‘Heeft u nooit overwogen zelf een kind in huis te nemen?’
‘Nee, geen moment. Op het moment, dat ik dat weeshuis ging leiden, waren onze levens al zo veeleisend, dat het niet meer kon. Bovendien was ik wel blij, als ik na mijn lange dag, de deur dicht kon trekken en het gejoel en gekrijs van de kinderen achter me kon laten.’
Roald en Ester zijn al een beetje opgedroogd door de warme kachel en Isabel staat op om de thee te gaan halen. Roald bekijkt de prachtige kamer. De kamer is in klassieke stijl geschilderd, met witte wanden en een gouden lambrisering. Aan de hoge muren hangen oude schilderijen en op de kasten staan kandelaren en vazen. Vol bewondering bekijkt hij de hele kamer. Dan ziet hij een schilderij aan de muur hangen, waarvan hem de vrouw bekend voorkomt.
Isabel komt net binnen en zegt: ‘Dat ben ik, samen met mijn man Jörre.’
‘Ik dacht al, dat gezicht komt me bekend voor! U was zeker een schoonheid in die tijd. Ik kan wel begrijpen, waarom uw man verliefd op u is geworden.’
‘Ach, charmeur! Maar als ik het ook zelf zeg, ik zag er toen werkelijk goed uit. Dit schilderij is gemaakt een maand na ons huwelijk. Ik was dus toen ook zwanger en het was werkelijk een van mijn mooiste periodes van mijn leven.’
‘Het is een prachtig schilderij en het is ook een goede schilder geweest. Hij heeft heel goed uw gelaatstrekken kunnen overbrengen. Die kan ik nu nog zeer duidelijk bij u terug zien. U ziet er nog steeds goed uit, voor een dame van 93.’
Lachend zegt Isabel tegen Ester: ‘Is hij altijd zo? Van zo’n charmante knappe jongeman zou je zelfs nog op mijn leeftijd gaan blozen.’
Ester lacht. ‘Ja, hij heeft wel iets aan zich, een bepaald charme. En hij is zeker knap, al meent hij dat van zichzelf niet. Alleen al zijn lichaam, je zou hem eens zonder kleren moeten zien!’
Roald bloost. ‘Ester, zoiets vertel je toch niet!’
‘Waarom niet, Roald. Het is toch waar!’
‘Ach, Roald! Trek je maar niets van mij aan. Ik ben heus wel wat gewend. Bovendien, ook al ben ik 93, dat wil niet zeggen, dat ik niet graag kijk naar knappe jongemannen als jij? Dat is het enige wat me nog rest. Ik ben oud en het stadium seks ben ik al lang en breed voorbij. Ik ben bang, dat ik dat niet meer zou overleven.’
Ester schiet in de lach. ‘Dat had ik nu niet achter u gezocht, mevrouw. Dat u kon geilen op jonge mannen.’
‘Waarom ook niet, Ester. Je bent daar nooit oud genoeg voor en kijken kan toch geen kwaad, of wel? Al moet ik wel toegeven, dat ik wel eens opgewonden raak van vrijende paartjes, die vaak tegen mijn hek staan. Ze hebben dat meestal niet door, dat ik altijd naar buiten sta te kijken, maar je ziet hier vrijwel alles. Je hebt hier een uitstekend uitzicht. Je kijkt hier recht het meer over en je kijkt links en rechts ruim 500 meter weg.’
‘U woont hier ook best prachtig. U mag trots zijn op zo’n mooi huis.’
‘Dank je. Maar ik zal het helaas spoedig moeten verlaten. Ik word te oud en er is niemand die voor me kan zorgen. Alleen thuis blijven wonen zou onverantwoord worden. Maar als het kon, bleef ik hier, tot ze me het huis uit moeten dragen.’
‘Dit huis zal wel een lieve cent kosten. Dat kan ik werkelijk nooit betalen!’
‘Zou je hier willen wonen?’
‘In zo’n huis? Op slag! Hoewel er nogal wat werk aan is, zou ik hier best willen wonen. Maar dat kan ik toch nooit betalen.’
‘Nou, ik zou het best willen verkopen. Dan verkoop ik het liever een zo’n jongeman als jij, als zo’n gladjakker van een makelaar, die er enorm zijn broekzakken mee vult.’
‘Maar zoveel geld heb ik niet. Bovendien moet ik mijn eigen woning nog eerst verkopen, al zal ik daar wel een aardige cent aan overhouden.’
‘Wat verwacht je er aan over te houden?’
‘Even omrekenen naar kronen. Dat zou ongeveer een miljoen kronen zijn.’
‘Verkocht!’
‘Wat bedoelt u?’
‘Nou, als je mij dat geld betaald, is de woning voor jou. Maar ik stel wel een voorwaarde. Ik wil hier kunnen blijven wonen, tot aan mijn dood.’
Verbaasd kijkt Roald de oude vrouw aan. ‘Dat kunt u niet menen, dit is werkelijk een veelvoud waard, mevrouw.’
‘Dat meen ik met mijn heel hart, Roald. En noem me niet de hele tijd mevrouw, dan voel ik me nog ouder, dan ik al ben.’
‘Maar we kennen u nog maar net?’
‘Moet dat uitmaken, Roald? Ik heb een uitstekende mensenkennis, ervaring die ik opgedaan heb, tijdens mijn tijd in het weeshuis. Daar heb je al snel door of iemand goed of slecht is. Hebben we een deal, of niet?’
‘Uhm, ik weet niet goed wat ik moet zeggen.’
‘Zeg maar gewoon ja!’
Roald glimlacht. ‘Dan, graag! Ja!’
Hij omhelst de oude vrouw en knuffelt haar stevig. De oude vrouw begint spontaan te blozen.
Lachend zegt ze: ‘Kijk nou, je maakt een oude vrouw nog aan het blozen. Kom, hier moeten we een klein glaasje op drinken. Ik doe het niet zo vaak, maar ik heb nog een goede fles cognac staan, die nog van mijn man is geweest. En ik weet heel zeker, dat hij het helemaal met me eens zou zijn geweest. En als hij dat niet was, wel, hij leeft niet meer, dus hij heeft ook niets meer te zeggen.’
Roald zegt dan: ‘Maar waarom geeft u dat huis zo goedkoop weg?’
‘Geld zegt me niets meer. Ik heb meer dan genoeg, meer dan ik in mijn leven op kan krijgen. En als ik, door jullie hier te laten wonen, hier tot aan mijn eind kan blijven, dan is me dat geld meer dan waard.’
‘Maar ik heb mijn huis nog niet eens verkocht!’
‘Nou en? Woon je hier al?’
Raold lacht om de gevatte dame. ‘En het is ook nog niet helemaal zeker, dat Ester hier zal wonen. We kennen elkaar ook nog maar pas.’
‘Ik doe met jou zaken, niet met Ester. En mocht ze erbij komen wonen, dan zie ik dat als een bonus.’
Roald schudt zijn hoofd en zegt: ‘Het gaat me allemaal even wat snel. Ik ben nog maar amper twee weken op vakantie, en nu al heb ik een andere baan, een ander huis en een vriendin.’
‘Klinkt niet echt als vakantie, Roald. Je moet ook tijd hebben om te ontspannen!’
‘Dat probeer ik ook, maar er gebeurt gewoon zo veel. Het is niet, omdat ik me niet wil ontspannen. Maar ik moet wel toegeven, ik geniet nu wel veel meer van de momenten, die ik samen met Ester heb.’
‘Dat is al een goed begin. En Ester, hou deze jongeman goed vast. Want je zou hem zomaar kwijt kunnen raken.’
‘Geen zorgen, Isabel. Ik zorg dat hij niet ver van me weg komt!’
De telefoon gaat weer. Roald neemt op, het is al weer Nancy.
‘Wat is er, Nancy?’
‘Nou, ik heb net mijn baas opgebeld, dat je je woning wilt verkopen. Nu is het zo, dat er een stel heel dringend op zoek is naar een passend appartement. Ze willen dan ook goed betalen. In overleg met mijn baas had ik je woning op €330000 gezet, en nu willen ze al komen kijken.’
‘In een kwartier tijd?’
‘Ja, ik weet dat het wat snel gaat, maar je moet echt snel beslissen. Ze zoeken echt heel snel een woning, en zo’n prijs zal je nooit niet meer krijgen.’
‘Wanneer willen ze komen kijken?’
‘Het liefst morgen al, maar ik heb het kunnen uitstellen tot maandag.’
‘Dat kan ik nooit halen. Ik zou me kapot rijden om er op tijd te kunnen zijn. Zou jij die mensen dan niet te woord willen staan?’
‘Geen probleem, Roald. Dat is toch mijn werk! Ik moet dan wel alleen nog wat papieren in orde maken. Is het echt oké, dat je woning zo snel verkocht is?’
‘Nou, ik kan het geld wel gebruiken. Ik schijn me net hier een huis gekocht te hebben. Daar is nog best een hoop werk aan, en er zitten ook wel wat voorwaarden aan, maar ik weet zeker, dat ik hier een goede koop heb gedaan. Alleen al de grond is het geld waard.’
‘Jij gaat anders ook wel snel, zeg!’
‘Het was eigenlijk helemaal niet de bedoeling, dat ik dit huis zou kopen, maar het aanbod was zo goed, dat ik niet nee kon zeggen.’
‘Nou, gefeliciteerd dan met je nieuwe huis. Ik zal mijn best doen om er zo veel mogelijk uit te slepen.’
‘Bedankt, Nancy. Hou me een beetje op de hoogte, wil je?’
‘Geen probleem, Roald. En vergeet me niet wat foto’s op te sturen van je nieuwe vlam en ook je nieuwe huis. Ik ben wel benieuwd.’
‘Zal ik doen, Nancy. Doe de groeten aan Guido!’
‘Doe ik! Daag!’
Ester vraagt: ‘Wie was dat?’
‘Een vriendin van mij. Ze werkt bij een makelaar, en ik had haar gevraagd mijn appartement te koop aan te bieden. Ik had haar net ook al aan de telefoon. En nu belt ze me al op, dat ze misschien al een koper heeft, die er grof voor wil betalen.’
Isabel zegt dan: ‘Dat is goed nieuws. Dan heb je ook geld om het hier te kopen. Dan gaan we het nu even over de precieze prijs babbelen onder het genot van een goede cognac.’
‘Is het niet wat vroeg voor een cognac?’
‘Het is nooit te vroeg voor een goede cognac. Bovendien is het al middag, hoor!’
‘Is het al weer zo laat? Ik heb echt geen idee hoe laat het is.’
‘Het is al twee uur, Ester. Hebben jullie eigenlijk al gegeten?’
‘Eerlijk gezegd, nog niet veel. Alleen vanmorgen een knäckebröd. Meer ging er nog niet in, omdat we gisteren nogal wat te vieren hadden.’
‘O? Hadden Henk en Hilde een feestje? Dat wist ik niet!’
‘Ja, hun dochter gaat trouwen. Daarnaast heeft Henk een bedrijf overgenomen, en ik heb toegezegd voor hem te gaan werken. Dus er waren drie redenen om feest te vieren.’
‘Diana gaat trouwen? Is ze thuis dan?’
‘Ja, samen met haar verloofde.’
‘Ik dacht dat Henk en Diana ruzie hadden? Hebben ze het bijgelegd?’
‘Ja, het is weer goed tussen hun twee. We hebben heel toevallig Diana en Frank ontmoet, toen we op weg waren naar Henk en Hilde. Ze hielden ons aan, omdat ik nogal over de weg slingerde. Ester leidde me nogal af, omdat ze ondeugende dingen aan het doen was, terwijl ik aan het rijden was.’
‘Dat was je eigen schuld, Roald. Jij vertelde van die geile praatjes.’
‘Dat klopt, maar ik had je niet gevraagd om je voor mijn ogen te gaan vingeren! Geen wonder, dat ik slingerend de weg over ging.’
Isabel begint hard te lachen. ‘Jongelui, nu moeten jullie me wel alles vertellen. Ik wil echt alles weten. Werkelijk, ik weet nu al zeker, dat ik een juist besluit heb genomen door jou mijn huis te verkopen, Roald.’
‘Goed, ik vertel je alles, maar dan gaan we nu eerst even over de prijs van je huis praten. Niet dat je me dadelijk nog van mening verandert, nadat ik je alles verteld heb!’
Isabel lacht hartelijk. ‘Nee, Roald. Zoiets doe ik niet. Ik ben een vrouw van mijn woord. Als ik iets zeg, dan doe ik dat ook. En datzelfde verwacht ik ook van jou, Roald.’
Isabel loopt naar een kast heen en vraagt dan: ‘Roald, zou je me daar dat oude kistje willen pakken? Mij lukt het niet meer zo goed.’
‘Geen probleem. Zal ik dan ook maar meteen de glazen erbij pakken? Ik kan er veel beter bij.’
‘Graag. Alleen daarom zou ik mijn huis aan je verkopen, Roald. Het zal weer fijn zijn, dat dit huis weer gevuld is met leven. Jonge mensen, die hun leven doorbrengen, met alles wat er bij komt kijken. Dat zal mijn oude hart weer goed doen.’
Roald pakt het kistje uit de kast. Het is nogal stoffig, maar duidelijk heel erg oud. Hij pakt drie cognacglazen en zet die op de tafel neer.
‘Schenk je ons ook even in, Roald?’
Met een glimlach maakt Roald het kistje open. Bij het lezen van het etiket, slaat hem de adem even over. Dit is oud, heel erg oud. Roald mag graag wel eens wat exclusiefs drinken en heeft ook wel wat verstand van goede en oude drank. Het is een fles Fins Bois uit 1966. Roald heeft ooit bij een proeverij eens wat mogen proeven. Een glaasje kostte toen al behoorlijk wat geld, maar het was de moeite waard. En nu staat zo’n zelfde fles hier voor hem, en wordt hem verzocht die open te maken.
‘Isabel, weet je, dat deze fles wel 3000 kronen waard kan zijn?’
‘Nou en? Mij is hij niets waard, als ik er niet van kan genieten. Kom op, en trek die fles los!’
‘Het is uw fles. Maar eigenlijk moet hij dan na opening niet meer te lang staan, dan gaat de kwaliteit achteruit.’
‘Maak je maar geen zorgen, ik zorg er wel voor, dat de inhoud niet slecht wordt. Ik neem regelmatig een borreltje, dat zorgt er voor, dat ik zou oud ben geworden.’
Roald opent de fles en keurt de fles met zijn neus. ‘Ruikt goed. Ik heb al eens de eer gehad, om deze cognac te mogen proeven. Sterk, maar zeer verfijnd van smaak.’
‘O? Een kenner?’
‘Ach, ik mag graag eens wat exclusiefs drinken. Cognac, Whisky, goede wijn.’
‘Je bevalt me steeds meer. En maak je maar geen zorgen, er is hier nog een wijnkelder, die vol staat met van deze flessen. Als je een liefhebber bent, dan zal je niets te kort komen.’
‘Nou, mij bevalt het nu al hier! Horen die flessen ook bij de verkoop?’
Isabel lacht. ‘Voor mijn part. Ik kan die toch niet allemaal leeg drinken, zelfs al zou ik iedere dag een fles slijten. Maar alleen als je me beloofd, dat ik gewoon gebruik kan blijven maken van de wijnkelder.’
‘Dan moet je me dadelijk toch wel eens gaan rondleiden. Ik wil straks de rest van het huis ook wel eens zien. Niet dat ik dadelijk een kat in de zak koop!’
‘Maak je maar geen zorgen. Het dak is nog goed, dat is pas enkele jaren geleden nog eens compleet vernieuwd na een lekkage. Maar ik zal je wel vertellen, wat er nog allemaal moet gebeuren. Dat is nog genoeg, maar niet ernstigs.’
Roald schenkt dan de glazen vol. Nogmaals keurt hij de cognac.
‘Ja, precies zoals ik me de cognac herinner. Echt een lekkere cognac.’
‘Dan ben ik eens benieuwd, of je gelijk hebt.’
Isabel neemt een klein slokje en keurt ervaren de cognac. ‘Hmm, inderdaad erg goed. Dan spijt het me eigenlijk, dat ik hem zo lang in de kast heb laten staan. Veel te lekker om ongebruikt te laten staan. En Roald, maak je maar geen zorgen, die fles is eerder leeg, dan je denkt.’
Ester neemt ook een slokje, maar voor haar is de sterke cognac wat te sterk. ‘Ouch, da’s straf spul!’
‘Niet aanstellen, meisje. De lekkerste dingen op de wereld zijn sterk van smaak. Zoiets moet je leren drinken. Nu is dit misschien niet de allerbeste beginners cognac, maar probeer eerst de geur door je neus op te nemen. En dan neem je een klein slokje, en laat dat over je tong rollen. Dan proef je veel beter het boeket van de cognac. Niet meteen doorslikken, dat zou zonde zijn. Zoiets moet je genieten.’
Ester probeert het dan even, maar deze cognac is net een maatje te veel voor haar. Ze slaat dan ook dankend af. Roald kan de cognac echter wel erg waarderen en geniet er dan ook duidelijk van. Terwijl ze van de cognac genieten, praten ze over het huis.
Isabel zegt dan: ‘Ik zal meteen ter zake komen. Dit zijn mijn voorwaarden. Jullie kopen dit huis voor 900000 kronen. Ik weet dat het een schijntje is, het huis alleen al is meer waard.
Maar mijn voorwaarden zijn, dat het in oude staat hersteld wordt.
En dat ik er mag blijven wonen, tot mijn dood. Ik zal gaan verhuizen naar een kamertje hier naar beneden, dat was ik toch al van plan. Het wordt steeds moeilijker voor mij om naar boven te gaan. Hier naast deze kamer is nog een kamer, waar ik ook prima naar buiten kan kijken, zonder jullie lastig te vallen.
Ik wil natuurlijk ook weer geen last voor jullie zijn. Ik woon hier alleen maar, verder hoeven jullie geen rekening met me te houden. Ik stel alleen wel prijs op wat gezelschap.
Je mag gebruik maken van het meubilair en ik zou het wel op prijs stellen, als het authentieke meubilair wel behouden blijft. De rest moeten jullie zelf weten.
En voordat ik het vergeet, jullie mogen ook gebruik maken van mijn zeiljacht. Vraag maar aan Henk waar het ligt, ik ben er al een tijdje niet meer geweest. Ik betaal enkel de rekeningen voor het liggeld en het onderhoud.’
Dat lijkt Roald een meer dan acceptabele deal en hij gaat dan ook akkoord. Ester zegt dan: ‘Roald, jij neemt hier nu wel de leiding in om dit huis te kopen, maar ik wil er ook in bijdragen. Je hoeft dit niet alleen te doen! Dit gaat veel meer dan 900000 kronen kosten. Alleen al het achterstallig onderhoud zal je gemakkelijk het dubbele kosten. Heb je wel zoveel geld?’
‘Als het een beetje mee zit, wel. Maar dat weet ik maandag pas. Met een beetje geluk heb ik genoeg om dit te kopen en ook voor het onderhoud. Maar als je je steentje wil bijdragen, dan mag je dat gerust. Maar dan moeten we daar wel afspraken over maken. Maar weet je het zeker? Zolang kennen we elkaar nog niet. En ik ben degene, die een nieuwe woning nodig heeft. Jij kunt nog altijd terug naar je ouders. Voor mij ligt dat lastiger. Je kunt nu wel zeggen, dat je wilt deelnemen, maar wat als het tussen ons niet goed gaat? Dan zou ik geld moeten lenen, om jou terug te kunnen betalen.’
'Daar heeft Roald wel gelijk in, Ester. Je kunt altijd nog wel besluiten, om het samen te doen. Kijk eerst eens aan, wat jullie toekomst samen is.’
Met lichte tegenzin gaat Ester dan akkoord. Isabel leidt hun dan door hun nieuwe huis. Roald en Ester staan versteld hoeveel kamers er wel niet zijn. Maar het wordt hun ook duidelijk, dat er nog veel werk aan dit huis is.
Ester is helemaal verliefd op dit huis geworden. Het is gebouwd in de dertigerjaren stijl, en is sindsdien niet meer veranderd. Dat klassieke design staat Ester helemaal aan. Wel valt het haar op, dat er maar weinig badkamers zijn, ten opzichte van de slaapkamers. Die zijn er meer dan genoeg. Maar liefst 12 slaapkamers op de bovenverdieping en onder zou ook nog best wel een aantal kamers omgebouwd kunnen worden tot slaapkamer. Ester zegt dan: ‘Als je boven die badkamer weghaalt en twee slaapkamers opoffert, zou je boven twee grote nieuwe badkamers kunnen maken. Dat zou beter passen bij het aantal slaapkamers. En hieronder zou ik onze slaapkamer maken, met een eigen badkamer.’
‘Hmm, geen slecht idee, Ester. En hier zie ik wel een studeer en werkkamer voor me. Je hebt hier mooi uitzicht en ik ben toch vlakbij.’
Isabel geniet volop van de plannen van het jonge stel. Dat is ook precies de reden, waarom ze haar huis zo goedkoop verkocht heeft. Dan is ze niet meer zo eenzaam en dat is haar alles waard.
Na de rondleiding moeten Roald en Ester toch echt gaan. Maar ze beloven snel weer terug te komen.
Na een half uur wandelen komen ze terug bij het huis van Henk en Hilde. Ze worden hartelijk onthaald. Henk zegt: ‘Hebben jullie Isabel een tijdje gezelschap gehouden? Dat zal ze zeker fijn hebben gevonden. Ze krijgt al zo weinig bezoek.’
‘Het is een alleraardigste vrouw, Henk. En ze heeft een prachtig huis.’
‘Dat kun je wel stellen. Je had het moeten zien in de hoogtijdagen. Het was het mooiste huis van de omgeving. Jammer dat het nu zo vervallen raakt. Dat zou iemand moeten opknappen.’
‘Dat gaat ook gebeuren, Henk.’
‘Wat? Laat ze het opknappen? Ze is gek. Hoe oud is ze? Ik dacht 93?’
‘Ze gaat dat ook niet zelf doen, ik ga dat doen. Ik heb het net gekocht.’
Iedereen staart Roald nu met open mond aan. ‘Watblieft? Heb je zoveel geld? Dat huis met die grond is wel 10 miljoen kronen waard, als het niet meer waard is!’
‘Zoveel heeft het me ook niet gekost, Henk. Ze stelde er wel een aantal voorwaarden bij, die ik graag voor lief neem.’
‘Waar gaat ze dan naar toe? Op haar oude dag verhuizen, dat wordt zeker haar dood. Ze is zo gehecht aan dat oude huis.’
‘Ze blijft gewoon waar ze is. Ze behoudt een klein gedeelte van het huis voor haarzelf, dat neemt ze voor haar eigen rekening. In de rest ga ik wonen. Al dan niet met Ester, maar dat zijn zorgen voor later. Dat was een van de voorwaarden van haar. En ik moet het huis weer in originele staat opknappen. Maar zover ik gezien heb, valt de staat van het huis nog best mee.’
‘Mag ik vragen, wat je er voor betaald hebt?’
‘Nee, Isabel heeft me verzocht het geheim te houden. Ze wil niet hebben, dat mensen gaan denken, dat ik daar ben om van haar geld te leven. En dat vind ik ook logisch zo. Maar als het een beetje mee zit, dan kan ik het de komende week al kopen. Dan is mijn oude woning in Nederland verkocht en kan ik hier een verse start maken.’
Henk lacht. ‘Is dat even een grap! Neem ik een nieuwe werknemer aan, koopt die zich meteen een groter huis dan zijn baas!’
Roald schiet in de lach. ‘Het was helemaal niet de bedoeling om hier al meteen een huis te kopen. Maar jij krijgt nu wel, wat je wilde. Dat ik hier zou komen wonen, en dat ik kort bij je bedrijf zou zijn.’
‘Ja, maar zo snel had ik het ook weer niet verwacht. Dan moeten we het straks maar meteen even over je voorwaarden hebben van je nieuwe baan en wat ik van je verwacht. Je hebt wel ja gezegd, maar je weet nog maar amper wat je te wachten staat.’
‘Ik ben er van overtuigd, dat je me goed zal behandelen, en me niet meteen in het diepe zal gooien. Dus daar komen we wel aan uit.’
Opeens zegt Ester: ‘Roald, wat zou je er van denken, als ik Ada en Ingrid zou vragen naar hier te komen, zodra je de koop hebt voltrokken? Dan zou je al een begin kunnen maken met het opknappen van het huis. Nu heb je nog vakantie.’
‘Dat is een goed idee van Ester. Ik zou het doen, straks heb je zoveel tijd niet meer. Je nieuwe baan zal je, zeker de eerste maanden, nogal wat tijd kosten.’
‘Dacht ik even lekker vakantie te vieren. In plaats daarvan moet ik een huis gaan opknappen. En dan moet ik waarschijnlijk volgende week ook nog even terug naar Nederland, om mijn huis te gaan verkopen.’
Henk lacht. ‘Als je weet wanneer, kun je wel met mij mee reizen. Ik moet komende week toch nog een keer terug naar Nederland om de details uit te werken.’
‘Dat is misschien niet eens zo’n slecht idee. Daar moet ik even over nadenken.’