Een maand later is het weer een drukte van belang in het huis van Roald. Roald heeft met
Ester,
Ingrid en Ada besproken hoe hun bruiloft eruit moet komen zien. En ze waren het allemaal eens, dat het nog moet gebeuren voordat de dames bevallen zijn van hun kinderen. En dus vindt de bruiloft al op heel korte termijn plaats.
Het vormde wel een probleem voor hun bruidsjurken. Want: Waar haal je in korte tijd drie bruidsjurken vandaan, voor drie vrouwen, die ook nog eens zwanger zijn. En dan praten we nog niet over hoe ze alles geregeld kregen.
Maar ook hier had
Isabel een vooruitziende blik gehad. Toen Roald tijdens het rennen een praatje maakte met iemand die het kasteel werkt, wat op korte afstand van Roalds huis ligt, kenbaar maakte, dat het mogelijk was om daar een bruiloft te kunnen houden, had Roald meteen geïnformeerd. Maar toen hij zich bij de beheerder van het kasteel meldde, bleek alles reeds geregeld te zijn en ook al betaald.
‘Maar mijnheer Petterson! Hoe kan dit?’
‘Mevrouw Drosben heeft me een tijdje geleden, voordat ze overleed, aangesproken, dat u wellicht eens langs kon komen om hier uw bruiloft te houden. En in ruil van een stevig donatie om dit gebouw in stand te houden, hebben wij haar beloofd, dat u hier kosteloos uw bruiloft mag houden.’
Roald is verbluft. Dit had hij nooit verwacht. ‘Maar hoe kon mevrouw Drosben dat nu weten, mijnheer?’
De man glimlacht. ‘Het zou u toch bekend moeten zijn, dat mevrouw Drosben soms vreemde voorspellingen deed, mijnheer. En ik weet uit eigen ervaring, dat ze het maar heel zelden mis had.’
Roald lacht. ‘Daar heeft u weer gelijk in, mijnheer Petterson. In dat geval neem ik uw aanbod graag aan. Maar er zullen toch verder nog wel kosten zijn?’
‘Van ons uit niet, mijnheer. Het zijn voor ons ook niet de kosten, het is buiten het seizoen en de enige verder kostenpost, die we hebben, is de koetsier, die u vanuit uw huis naar hier zal brengen. Dat zit erbij inbegrepen. Maar u moet zelf natuurlijk wel voor de catering zorgen.’
‘Ja, dat spreekt voor zich en dat moet ook nog wel lukken voor die tijd. Maar hartelijk bedankt!’
‘Geen dank. Ik wens u dan maar alvast een mooie dag toe!’
En daarmee was Roald thuis gekomen. En dat gesprek was drie weken geleden. In die tijd is er veel gebeurd. Heel erg veel.
Het probleem van de bruidsjurken waren door een inval van
Hilde opgelost. Ester, Ingrid en Ada zullen in traditionele Nationaldräkt gekleed zijn. Roald zal op zijn beurt ook in de bijpassende mannendracht gekleed zijn. En het was geen probleem om die kleding te verkrijgen.
En omdat vandaag de dag van de bruiloft is, is het extra druk in huis. Roald is niet thuis, hij heeft de nacht doorgebracht bij Henk en Hilde, bij gebrek aan een ouderlijk huis. Maar Henk en Hilde zijn min of meer als zijn tweede ouders voor hem. Hij komt daar dikwijls op bezoek, soms alleen, maar vaker in het gezelschap van zijn drie vrouwen.
Al hun vrienden en familie zijn weer overgekomen om deze unieke gebeurtenis mee te mogen maken. Er zijn talloze huisjes afgehuurd om iedereen te kunnen huisvesten. En veel van die vrienden en familie helpen nu de drie bruiden klaar te maken voor hun grote gebeurtenis.
Roald is intussen op van de zenuwen. Zijn getuigen, Bert, Guido en Han staan hem bij in deze zware wachttijd. Als het uiteindelijk tijd is, en de koets er nog niet is, begint Roald te ijsberen. Hij begint onrustig te worden, en dan kunnen zijn getuigen best begrijpen.
Ze slaken allemaal een zucht van opluchting, als eindelijk de koets aankomt.
De koetsier verontschuldigt zich bij Roald. ‘Mijn excuses, mijnheer de Vries. Uw huwelijk is schijnbaar iets speciaals, want het staat werkelijk langs de straten bomvol. Ik kon er maar nauwelijks door!’
Roald kijkt geschokt. ‘Hoe bedoel je?’
‘Precies zoals ik zeg, er staan echt honderden mensen langs de weg. Misschien beseft u het zich nog niet, maar u bent hier al redelijk goed bekend. Niet alleen bent u de kleinzoon van Isabel Drosben, maar ook uw optreden tijdens het buurtfeest heeft veel goeds voor uw imago gedaan. Niemand die deze bijzondere gebeurtenis wil missen!’
‘Ow! Ik wist wel, dat ze veel anders reageren, als voor het feest, maar dat het zo zou zijn, dat had ik niet verwacht!’
Roald stapt in de prachtige koets, een mooi zwart gelakt exemplaar met fraaie goudkleurig randen en biezen. De paarden zijn met prachtige glimmende riemen getooid, waar allerlei belletjes aan hangen. Het geeft een prachtig geluid, als de paarden in beweging komen.
Roalds hart klopt op volle toeren. Hij is nog nooit zo zenuwachtig geweest. En hij is erg nieuwsgierig, hoe Ester, Ingrid en Ada eruit zullen zien. Hij heeft op foto’s gezien, hoe die jurken eruit kunnen zien, maar hij heeft zijn vrouwen er nog niet in zien lopen.
Het weer laat zich nog niet van zijn allerbeste kant zien, hoewel het droog is. Maar het is fris en er waait een stevig briesje. En de zon verstopt zich nog achter de wolken, al zijn er wat strepen zon te zien.
In de koets is het gelukkig wel aangenaam, de koets beschikt over een klein kacheltje, waardoor het toch behoorlijk warmer is, dan buiten. Niet dat het echt warm is, maar het is er beter vol te houden, dan buiten.
En de koetsier heeft echt niets te veel gezegd, het is echt druk langs de weg. Daar staan echt honderden mensen hem na te kijken, terwijl hij aan ze voorbij rijdt. Dat maakt hem wel wat verlegen. Wat onwennig zwaait hij naar de mensen, die naar hem zwaaien.
Als ze dan de straat inrijden, die naar zijn huis leidt, ziet hij vooral zijn vrienden langs de kant van de weg. Ook de vrienden van Ester, Ingrid en Ada ziet hij daar staan. En familie.van beide zijden.
Als hij dan eenmaal aangekomen is bij het huis, wordt hij zenuwachtig. De koetsier maakt voor hem de deur open, en Roald stapt uit. Wat onwennig in zijn klederdracht, wat hem bijzonder goed staat, loopt hij naar zijn eigen voordeur.
Er worden flink wat foto’s gemaakt, Roald hoeft zich geen zorgen te maken, dat hij straks geen foto’s heeft. Een buurtgenoot had zich zelfs spontaan aangeboden om een professionele bruidsfilm te maken.
Als Roald eenmaal uit het rijtuig gestapt is, wachten daar al zijn getuigen weer op. Volgens afspraak hebben die voor hem de bruidsboeketten bij. Ze begeleiden hem naar de voordeur, die al meteen open gaat, als hij daar aankomt. Daar wachten zijn ouders en schoonouders hem al op. Die zijn maar wat trots op hun (schoon-)zoon.
Roald kijkt waar zijn bruiden zijn, maar hij ziet ze niet meteen staan. Maar opeens hoort hij ze, op de manier, waarop hij ze altijd herkent, aan de manier van lopen over de houten vloer. Zonder dat hij ze gezien heeft, loopt hij recht naar de woonkamer.
Daar vindt hij zijn drie grootste schatten, Ester, Ingrid en Ada. Ze glimlachen breed als ze Roald binnen zien komen.
Bij Roald stokt de adem bijna, als hij ze alle drie ziet in hun kleding. Ze zien er echt beeldschoon uit en bovendien is het voor hun ook best praktisch. Door hun dikke buiken misstaat deze klederdracht hun niet.
En het is maar goed, dat Roald dit geoefend heeft, want hij wil geen van de vrouwen tekort doen, als hij hun de bruidsboeketten aanreikt. Hij heeft dit dan ook uitvoerig met hun besproken en het was hun eigen idee, dat Roald het eerste boeket aan Ester zou geven, en dan gelijktijdig de boeketten aan Ingrid en Ada.
Want zo zijn ook de verhoudingen in huis. Ester is qua huishouding absoluut de baas in huis. En Ingrid en Ada zijn verder gelijkwaardig. En hoeveel Roald ook van hun alle drie houdt, het is Ester, die altijd een streepje voor zal hebben bij Roald. Maar dat is iets, waar Ingrid en Ada zich al lang bij hebben neergelegd. Ze wisten het al vanaf het begin, en ze hebben daarmee ook zelf ingestemd.
Maar als Roald ze de boeketten overhandigt, weten ze, dat het eindelijk zo ver is, waar ze van gedroomd hebben. Ze staan op het punt met de man te trouwen, van wie ze intens veel houden. Meer dan van wie dan ook.
Roald brengt eerst Ester naar het rijtuig, en keert dan terug om Ingrid en Ada gelijktijdig op te halen. Pas als ze allemaal in de koets zitten, durven ze pas echt weer wat te zeggen.
‘Wow, hoeveel mensen staan er hier niet langs de weg, Roald?’
Roald lacht. ‘Dit is nog niets, Ingrid! Dadelijk langs de weg staan er nog veel meer te wachten. Ik geloof dat vrijwel iedereen uit de omgeving is komen kijken!’
De drie gezusters kijken geschokt. ‘Meen je dat nou, Roald?’
‘Ja, ik maak geen grapje. De koetsier zei me het ook al, en ik wilde dat toen ook al niet geloven, maar ze staan er echt!’
Ze kijken hun ogen uit en zwaaien terug naar de mensen, die langs de wegkant staan. En het is mogelijk nog drukker geworden langs de weg. Langs de gehele afstand tot aan het kasteel, waar ook de huwelijksvoltrekking zal plaatsvinden, staan mensen te wachten. Ze hebben allemaal gehoord van dit speciale huwelijk en bovendien weet iedereen in de omgeving wel, wie er in dat prachtige witte huis woont.
Het kasteel komt uiteindelijk wel in zicht, en eigenlijk zijn Roald, Ester, Ingrid en Ada daar wel blij om. Maar voor het kasteel lijkt het nog wel drukker als langs de weg. Roald herkent veel collega’s, van zijn werk hier in Zweden, maar er zijn er ook enkele helemaal uit Nederland gekomen. Er klinkt een luid applaus en gejoel als het rijtuig richting het kasteel rijdt.
Roald en de drie gezusters zijn echt overdonderd. Ze hadden wel wat geïnteresseerden verwacht, maar dit absoluut niet!
Uiteindelijk stopt het rijtuig voor de poorten van het kasteel. De koetsier maakt weer de deur open voor Roald, die daarna galant zijn drie dames laat uitstappen. Er klinkt een luid gejoel, als ze alle vier uitgestapt zijn.
Daarna lopen ze naar binnen, richting de grote zaal de huwelijksvoltrekking zal plaatsvinden. Eenmaal binnen, wachten Björn en
Anna hun op.
Björn zegt: ‘Nog even, Roald, dan laat ik mijn dochters in jouw vertrouwde handen achter. Maar dit laatste moment om hun naar het altaar te brengen, dat laat ik me niet ontnemen!’
Roald glimlacht. ‘Dat gun ik je graag. Je bent de beste schoonvader, die ik me maar kon wensen. En dat meen ik! Dus dit laatste moment gun ik je dan ook van harte!’
Ze schudden elkaar de hand en Roald laat de dames achter bij hun vader en moeder om ze zo een laatste moment samen te gunnen. Dan loopt hij met zijn getuigen langs het ruimschoots aanwezige publiek, bestaande uit familie, vrienden en bekenden. Er zijn echt veel mensen naar dit huwelijk gekomen. Alleen al in de zaal zitten meer dan 150 personen.
Roald kijkt de zaal eens rond en ziet daar tot zijn genoegen een viertal bekenden zitten, die een grote rol hebben gespeeld bij zijn aanzoek. Ze hebben zich goed vermomd, maar Roald herkent ze meteen. Maar er zijn wel meer mensen aanwezig, die hij al een hele tijd niet meer gezien heeft. Zo ook zijn oude baas, Henri Justin en zijn vrouw
Agatha. Hij zwaait een keer en de oude man zwaait terug.
Dan begint de muziek te spelen. Vol spanning kijkt Roald naar de ingang van de zaal, waar de deuren nu van open gaan. Zijn adem stokt als hij Ester, Ingrid en Ada binnen ziet komen en hij heeft enkel nog oog voor het drietal. De rest van de aanwezig verdwijnen langzaam uit zijn zicht, en hij ziet alleen nog het drietal langzaam dichterbij komen.
En drie schitterende glimlachen kijken naar hem terug. Ze zien er werkelijk prachtig en oogverblindend uit. Ondanks hun dikke buiken van hun vergevorderde zwangerschap, staat hun de klederdracht werkelijk schitterend.
Langzaam komt Roald weer terug in de werkelijkheid. Björn brengt zijn dochters naar Roald toe en loopt naar hem toe. ‘Zorg goed voor mijn dochters, Roald.’
Hij knijpt in zijn handen en Roald antwoordt: ‘Geen zorgen, Björn. Ik zal alles voor ze doen!’
‘Dat weet ik, Roald. Daarom vertrouw ik ze ook met alle vertrouwen aan je toe.’
Björn loopt naar zijn plaats terug. Het is dan wachten op de ambtenaar, die hun in het huwelijk zal laten treden.
Opeens beginnen er wat mensen te fluisteren en het gefluister wordt steeds harder. Roald kijkt om en ziet opeens enkele mannen in zwarte pakken de ruimte inlopen. Dan komen er twee mannen binnen. Een is overduidelijk een bodyguard, de andere man is duidelijk een belangrijke man.
Roald kijkt om, en zo ook de drie gezusters. Roald zegt: ‘Wie moet dat dan zijn? Hebben jullie dat geregeld?’
‘Nee, ik zou het niet weten, Roald. Dit is voor ons net zo’n verrassing als voor jou!’
De man loopt naar het altaar, waar Roald en de gezusters hem verbaasd aankijken. Ingrid zegt: ‘Dat is minister Ander Ygeman! Wat doet die hier?’
Roald loopt de man tegemoet. De man stopt voor Roald en zegt: ‘Excuseert u de verstoringen dat ik ongenodigd kom binnen vallen, maar ik ben hier met een goede reden. Ik zal me even voorstellen, ik kan me voorstellen, dat u mijn naam nog niet weet. Ik ben Anders Ygeman.’
‘Roald de Vries. Aangenaam. Maar wat komt u doen?’
‘Ik ben hier om de rechtmatigheid van uw huwelijk te komen bekrachtigen. Maar ik kom niet alleen. Zijne koninklijke Majesteit, koning van Zweden, Karel XVI en hare koninklijke Majesteit, koningin
Silvia, zijn hier om uw huwelijk bij te wonen en ook te sluiten. Natuurlijk als u dat goedvindt, dat spreekt voor zich!’
Roald moet even naar adem happen. Dit is echt een enorme eer.
‘Natuurlijk bent u van harte welkom. Maar als u het even had laten weten, dan hadden we er al rekening mee gehouden.’
‘Het kon niet anders, mijnheer. Maar geen zorgen, we hebben zelf al maatregelen getroffen, buiten uw medeweten. Ik hoop dat u begrijpt, dat we dit niet anders konden doen.’
‘Ik begrijp het en ik vind het een buitengewone grote eer, dat Zijne Majesteit dit voor ons wil doen.’
‘Dank u voor uw begrip. Zullen we dan maar verder gaan?’
‘Ja, graag! Ik kan niet wachten om mijn vrouwen eindelijk de mijne te mogen noemen.’
Ze geven elkaar de hand en Roald loopt terug naar het altaar. De man gaat aan de zijkant zitten, waar een stoel voor hem klaarstaat.
Ada vraagt: ‘Wat was er nu aan de hand, Roald?’
‘Ik zou je het nu wel kunnen vertellen, maar je gelooft me nooit, Ada. De koning en koningin zijn hier!’
‘Wat? Dat meen je niet! Voor ons?’
‘Ja, speciaal voor ons, Ada. Waarom hij dit wil doen, begrijp ik niet, maar ik vind het een enorme eer. Sterker nog, hij stond erop, dat hij ons in de echt mocht sluiten.’
Er vallen nu drie monden open van verbazing. ‘Wat? Meen je dat echt?’
‘Dat zei me net minister Ygeman.’
Nauwelijks heeft hij het gezegd, of de deuren van de ruimte zwaaien weer open. Iedereen kijkt om en het wordt muisstil. Waardig komt een ouder paar binnen geschreden. Ze worden meteen herkend door de aanwezigen, wat even voor rumoer zorgt.
De man en de vrouw knikken waardig naar het viertal dat voor het altaar staat. Roald buigt netjes naar het koninklijk paar, evenals Ester, Ingrid en Ada.
Het paar gaat voor het altaar staan. De koning heft zijn hand en meteen wordt het stil in de zaal.
‘Allereerst wil ik mijn excuses voor mijn onaangekondigde bezoek maken aan dit viertal, dat op het punt staat een grote stap in hun leven te maken. Zij waren niet op de hoogte hiervan, noch wisten hier iemand van hun bekenden of familie hiervan.
Maar omdat hun huwelijk zo bijzonder en uniek is, vond ik, dat dit nog een onvergetelijke dag voor iedereen zou moeten worden. In overleg met de gemeente en de regering sta ik nu voor hun om hun huwelijk te besluiten en te beëdigen. Doordat ik nu het huwelijk sluit, krijgt het een predicaat dat wereldwijd wordt erkend en rechtsgeldig is.’
De koning is even stil om iedereen te laten bekomen van de opwinding.
‘Mijnheer De Vries, en mejuffrouw Ester, Ingrid en Ada Henstavsen, gaat u ermee akkoord, dat ik jullie in de echt verenig, in plaats van de ambtenaar, mijnheer Dollman, die dit eigenlijk zou doen?’
Roald antwoordt: ‘Ik zou me geen grotere eer kunnen wensen, uwe Majesteit, dan door u in de echt verenigt te worden met mijn drie grote liefdes, Ester, Ingrid en Ada.’
Ingrid is als eerste van de drie zussen, die antwoordt: ‘Daar denk ik precies hetzelfde over, uw Majesteit. Een grote eer zou u ons niet kunnen geven. Het zal ons huwelijk nog indrukwekkender maken, dan het nu al is.’
En daar zijn Ester en Ada het helemaal mee eens.
‘Goed, dan zullen we maar beginnen, niet waar?’
Het viertal glimlacht en kijkt nog eens verliefd naar elkaar.
De koning begint te spreken.
‘Geachte aanwezigen, familie en vrienden van Roald de Vries en zijn beminden Ester, Ingrid en Ada Henstavsen.
We zijn hier aanwezig om iets uniek te aanschouwen. Nu is ieder huwelijk wel uniek, maar dit is echt een bijzonder huwelijk. Het komt niet vaak voor, dat een man ons toestemming vraagt om te mogen trouwen met meerdere vrouwen en al helemaal niet met een drieling.
Het is namelijk ook bij wet verboden om meer dan drie vrouwen te mogen huwen, tenzij daar een gegronde en goede reden voor is. En wat ik hier voor me zie, getuigt aan alle voorwaarden om een dergelijk huwelijk toe te staan. Ik zie hier vier mensen, die duidelijk onvoorwaardelijk verliefd op elkaar zijn en van elkaar houden.
Hun liefde gaat overigens al zo ver, dat ze, en dat is heel duidelijk te zien, hun liefde in vlees en bloed hebben omgezet. Als ik hier deze prachtige jongedames bekijk, zijn ze reeds gezegend door middel van een zwangerschap in een ver gevorderd stadium. Ik mag hopen, dat u prachtige en gezonde zonen of dochters zult voortbrengen, die u en uw man trots zullen maken.
En ik moet ook zeggen, dat ik nog nooit bruiden heb gezien, die echt zoveel op elkaar lijken. Ik zou met geen mogelijkheid kunnen zeggen, wie nu wie is. Maar ik heb me laten vertellen, dat hun man daar geen problemen mee heeft. Klopt dat, mijnheer de Vries?’
Roald glimlacht. ‘Dat klopt, uwe Majesteit. Ik heb er geen moeite mee om ze uit elkaar te halen. Direct links van me staat Ester, daarnaast staat Ingrid en als laatste staat Ada. U zou ze door elkaar kunnen husselen, maar dan nog zou ik weten, wie ze zouden zijn.’
‘Buitengewoon. Dat kenmerkt de echte liefde, weten wie je geliefde is. En ik kan zien, dat uw liefde en genegenheid niet gespeeld is. U licht op als u over ze spreek, met een vuur dat eeuwig zal branden. En dat stemt me tevreden, zodat ik dit huwelijk met een oprecht hart kan sluiten.’
De koning gaat verder.
‘En ik heb ook begrepen, dat uw overgrootmoeder Isabel Drosben was. Zij en haar man Jørre waren bijzondere mensen, met wie ik altijd een goede relatie heb gehad. Haar man was bijzonder grote betekenis voor de spoorwegen en is hiervoor ook meermaals onderscheiden. En ik ben blij, dat haar achterkleinzoon weer teruggekeerd is naar Zweden, waar zijn eigenlijke roots liggen.
Maar we zijn hier niet om over het verleden te praten, maar over de toekomst. Deze vier mensen staan op het punt een heilige eed te zweren, zoals velen voor hun al gedaan hebben. Een eed van liefde en trouw, van zorgzaamheid en geborgenheid. Door die aan elkaar te zweren, verklaren jullie aan elkaar, maar ook aan de wet, dat jullie alle zorg en liefde aan elkaar zullen waarborgen.
En dat mogen jullie niet te eenvoudig zien. Liefde is iets bijzonders, niet iets wat je zomaar weggeeft. Liefde geef je met je hart. Echte liefde vind je maar eens in je leven, maar in dit geval moet God gedacht hebben, dat Roald genoeg liefde had voor deze drie vrouwen. Een kwartet als dit vind je nooit weer. En als ik naar dit viertal kijk, komt het wel goed.
En daarom vraag ik u nu ook, Roald Gustav Justina
Maria de Vries, Verklaart u om voor uw beminden, Ester Christina
Johanna Henstavsen en Ingrid Anabelle Maria Henstavsen en Ada Gofrieda
Magdalena Henstavsen aan te nemen als uw wettelijke echtgenoten en te zorgen, lief te hebben en getrouw uw plichten zult vervullen, zoals die door de Wet aan de huwelijkse staat zijn verbonden?’
Roald aarzelt geen enkel moment. ‘Ja, dat beloof ik plechtig en zweer ik met mijn heel hart.’
De koning knikt.
‘Verklaren jullie, Ester Christina Johanna Henstavsen en Ingrid Anabelle Maria Henstavsen en Ada Gofrieda Magdalena Henstavsen, om tot jullie wettige echtgenoot aan te nemen, en te zorgen, lief te hebben en getrouw uw plichten zult vervullen, zoals die door de Wet aan de huwelijkse staat zijn verbonden?’
Ester antwoordt als eerst. ‘Ja, dat wil ik en beloof ik plechtig, zo waarlijk hore mij God!’
Ingrid antwoordt als tweede: ‘Ja, dat wil ik, en ik beloof dit ook, zo waarlijk hore mij God!’
Ada antwoordt als laatste: ‘Ja, dat wil ik. En ik zweer bij God, dat hij, zo lang ik leef, mijn liefde zal geven en zal delen, samen met mijn zusters.’
‘Dan verklaar ik, als Koning van Zweden, bekrachtigt door de regering en het parlement, dit huwelijk tussen Roald Gustav Justina Maria de Vries, Ester Christina Johanna Henstavsen en Ingrid Anabelle Maria Henstavsen en Ada Gofrieda Magdalena Henstavsen als rechtsgeldig en zijn Roald, Ester, Ingrid en Ada vanaf dit moment in de echt met elkaar verbonden.’
Bert is zijn bruidsjonker en brengt Roald de drie ringen voor zijn vrouwen.
‘Deze ringen zijn mijn teken van mijn liefde en trouw aan jullie. Er is niets belangrijker in mijn leven, dan jullie. Draag deze ringen met trots en liefde, want ik zal met trots de ring van jullie dragen.’
Roald schuift eerst bij Ester de ring om haar vinger. Ze geven elkaar een innige zoen, waarbij Ingrid en Ada hun glimlachend aankijken.
Daarna is Ingrid aan de beurt. Roald schuift ook bij haar een ring om haar vinger, waarna ze ook innig zoenen.
En als laatste komt Ada. Roald schuift de laatste ring bij haar om haar vinger. Er rolt een traan over haar gezicht en Roald pinkt die voor haar weg. Daarna kust hij haar teder en innig.
Nu moet Roald nog zijn ring krijgen. Dat is een bijzondere ring, het bevat de drie kleuren van de trouwringen van Ester, Ingrid en Ada, die ieder een andere kleur ring hebben gekregen. Ester heeft een gouden ring,
Ingrid heeft een ring van witgoud en Ada heeft een ring van palladium. En die kleuren zijn verwerkt in de ring van Roald.
Nu komt
Diana naar voren, die als bruidsmeisje de ring voor Roald mag brengen. Ester neemt de ring aan, en gezamenlijk schuiven ze de ring om de vinger van Roald.
Ze hebben dit goed ingestudeerd, en zeggen gelijktijdig: ‘Roald, deze ring is ons teken van onze liefde en trouw aan jou. Net als voor jou is er niets belangrijker in onze wereld, dan jij. Dat ben je al, vanaf het moment dat we je ontmoet hebben, nu acht maanden geleden. En we hopen oud en gelukkig, samen met jou te worden.’
Roald heeft het ook even moeilijk en ook bij hem rolt een traan van ontroering en emoties over zijn wang. Hij omhelst het drietal stevig en knuffelt ze bijna fijn.
‘Ik hou van jullie, meer dan ik ooit met woorden zeggen kan!’
‘En wij van jou, Roald.’
Ze laten elkaar los en er breekt een daverend applaus en gejoel los. De koning en de koningin zijn de eersten, die hen feliciteren, waarna ze enkel nog hun handtekening mogen zetten op hun huwelijksakte. Ook de getuigen mogen hun handtekening zetten, en in dit geval worden er nog zes handtekeningen gezet.
De koning en de koningin zetten als laatste hun handtekening, waarna het met een koninklijk zegel wordt verzegeld.
Dan draaien Roald en zijn vrouwen zich om naar de toeschouwers. Er wordt flink gejuicht en de mensen komen naar voor om hun felicitaties te geven. En natuurlijk zijn hun ouders als eerste om de kersverse bruiden en bruidegom te feliciteren.
Daarna hun grootouders, waaronder ook de grootouders van Ester, Ingrid en Ada. Roald had die nog niet eerder ontmoet, tot vlak voor de bruiloft. Het zijn alleraardigste mensen, die erg blij zijn met hem.
En dan zijn al hun vrienden en bekenden aan de beurt. Een lange rij staat te wachten, tot ze het bruidskwartet mogen feliciteren. Maar ze worden nog een keer gestoord door de koning en koningin, die moeten weer gaan.
Roald bedankt de koning en de koningin echt hartelijk voor de grote eer, die ze hem en zijn vrouwen gegeven hebben, waarna het gezelschap met hun bodyguards vertrekken. Ook de minister neemt afscheid en feliciteert het bruidskwartet, waarna de rust weer wat terugkeert.
En als eindelijk alle felicitaties zijn ontvangen, kan het feest pas echt beginnen. En het is een prachtig feest, waar Roald, en de drie gezusters nog heel erg lang met plezier aan terugdenken. Tegen middernacht is echter het feest voorbij, en gaat het kersverse bruidkwartet naar huis, nu per taxi.
Als ze eenmaal in de taxi zitten en eindelijk alleen zijn, zegt Roald: ‘En, hoe voelt dat nu voor jullie, nu jullie alle drie je mevrouw De Vries mogen noemen?’
‘Heel erg goed! Ik moet alleen nog even oefenen op de uitspraak. Had je niet een wat eenvoudigere achternaam kunnen kiezen, Roald?”
Roald lacht. ‘Je kunt het al best goed, Ada. Je leert het nog wel eens.’
Ingrid zegt: ‘Maar wat een eer was dat, Roald! Wie had ooit gedacht, dat we getrouwd zouden worden door de koning en de koningin!’
‘Dat was zeker een eer en een grote verrassing! Ik had nog nooit een koning of koningin van dichtbij gezien en nu zijn we zelfs door hun getrouwd!’
Ingrid zegt: ‘Ik ben wel eens gaan kijken op 6 juni. Maar dat ik ze ooit van zo dicht bij zou zien, dat had ik ook nooit gedacht!’
De taxichauffeur hoort het viertal praten en zegt: ‘Zijn jullie vandaag getrouwd?’
Roald knikt
en zegt: ‘Ja, vandaag zijn we alle vier getrouwd. Ik mag me nu echtgenoot noemen van deze drie prachtige vrouwen.’
De taxichauffeur weet niet hoe hij het heeft. ‘U maakt zeker een grapje! Je kunt toch niet met drie vrouwen trouwen!’
‘Nee, normaal kan dat ook niet! We hebben echter toestemming van de regering gekregen, vanwege onze zeer bijzondere situatie.’
‘Nou, in dat geval, heel erg gefeliciteerd! Dus ik heb vandaag heel bijzondere gasten aan boord. Dat is ook wel weer eens leuk. Heb ik ook eens wat bijzonders te vertellen tegen mijn collega’s!’
Maar dan zijn ze al weer thuis, want zo ver is het niet naar hun huis. Roald betaalt de chauffeur, die dan wegrijdt.
Dan loopt Roald, samen met Ester, Ingrid en Ada naar de deur. Roald lacht. ‘Eigenlijk zou ik jullie nu een voor een over de drempel moeten dragen!’
De gezusters lachen. ‘Laat maar, Roald. We zijn veel te zwaar nu. En we wonen hier toch al even.’
Maar bij het naar binnen gaan, geven ze hem ieder een zoen. Ze gaan snel naar bed, want ze zijn echt doodop. Van intimiteiten tijdens hun bruidsnacht komt dan ook niet veel terecht. Nauwelijks liggen ze in bed, vallen ze in slaap.
Behalve Roald. Die staat kort nadat de dames vredig in slaap zitten even op en gaat op de stoel zitten, tegenover het bed en kijkt naar zijn drie echtgenotes. Hij voelt zich nu werkelijk gelukkig. Hij gaat nog even vlug naar het toilet en kruipt met een voldaan en gelukkig gevoel weer op zijn plaats in bed.
De volgende morgen is iedereen toch redelijk vroeg wakker. Voor de verandering is Roald eens later wakker als zijn 3 vrouwen. En die zeldzame gelegenheid laten ze zich niet nemen. Hoewel het voor hun te lastig en te pijnlijk is om in dit stadium van hun zwangerschap nog te neuken, wil dat nog niet zeggen, dat ze geen zin in seks hebben!
Dus maken Roald op een zeer prettige manier wakker, door hem wakker te pijpen. Kreunend van genot wordt hij wakker, waarna hij vrijwel onmiddellijk door Ester en Ada gekust wordt, terwijl Ingrid hem lekker pijpt.
‘Goedemorgen, Roald!’
‘Jezus, wat een heerlijke manier om wakker te worden! Goedemorgen!’
Ester en Ada gaan aan weerszijden van hem liggen en warmen hun lichaam aan dat van hem.
Ada is nog steeds in de zevende hemel, ze kan het nog steeds niet geloven, dat ze werkelijk met Roald getrouwd is. Voor Ester is dat gevoel al minder, ze had altijd al het gevoel dat ze met Roald getrouwd is, maar nu het werkelijk zo is, voelt ze zich fantastisch. En Ingrid voelt zich net als Ada, ze kan het nog steeds amper geloven, dat ze zich nu Ingrid de Vries mag noemen.
En Ingrid kan het nog steeds, met haar mond brengt ze Roald naar een hemels hoogtepunt. Als zijn zaad slikt ze met liefde en overgave in en likt als toetje zijn pik helemaal schoon. Daarna komt ze ook langs hem liggen.
Roald straalt helemaal. Zijn armen zijn net lang genoeg om Ada en Ingrid in een arm te kunnen slaan, de andere heeft hij om Ester geslagen. ‘Ik kan het echt nog amper geloven, dat we nu echt getrouwd zijn. Voor mij is dit een droom, die in vervulling is gegaan!’
‘Voor ons ook, Roald. Ik kan het ook nog amper geloven, dat ik me nu Ada de Vries mag noemen!’
‘Maar dat we ook nog eens getrouwd zijn door de koning! Hoe cool is dat!’
‘Ja, dat was zeker een grote verrassing! Het heeft ons huwelijk zeker een gouden randje gegeven!’
‘Dat klopt. Maar weer had Isabel er toch weer een handje in, dat de koning is gekomen voor ons. Ik blijf me maar verbazen over haar, zelfs maanden na haar dood.’
‘Ik denk dat we nooit echt zullen weten, hoeveel invloed ze werkelijk had, Roald. Maar je kunt niet ontkennen, dat ze ons gunstig gezind was.’
‘Dat is vrijwel zeker, Ingrid.’
Omdat het viertal vandaag lekker lang in bed blijft liggen, is de rest van hun familie al wakker en op, evenals hun vrienden. Maar opeens klinkt er geklop op de deur van de slaapkamer Roald.
‘Roald, kom eens kijken! Jullie staan zelfs meermaals in de krant!’
Roald was al bezig zich aan te trekken en loopt half naakt naar de slaapkamerdeur. Daar staat Anna met een krant in haar handen.
‘Wat zeg je allemaal, Anna?”
‘Jullie staan echt in de krant, Roald. Jullie huwelijk is voorpaginanieuws en de krant heeft zelfs een advertentie geplaatst om jullie te feliciteren!’
Verbaasd bekijkt Roald de krant. Ze staan er inderdaad in. Een mooie foto, waar ze nog in de koets zitten prijkt op de voorpagina van de Dagens Nyheter, de krant waar Ingrid de column voor schrijft.
Ingrid komt ook al kijken, en samen lezen ze de krant in de deuropening. Ook Ester en Ada voegen zich bij hun. Ze zijn best wel verbaasd, dat er zo’n gedetailleerd artikel in de krant staat. En het is ook nog best een heel groot stuk over hun huwelijk. Het vertelt hoe Roald zijn geluk hier in Zweden gevonden heeft.
Ingrid zegt: ‘Ik vraag me af, hoe ze zo veel over ons weten! Ik heb ze er nooit veel over verteld. Ja, ze weten dat ik een relatie had met Roald, samen met Ester en Ada, maar meer ook niet.’
Ada zegt: ‘Ze zijn niet voor niets journalisten, Ingrid. Maar ik vind het wel een mooi stuk. Ze hebben geen enkel woord gelogen, en ze hebben hun huiswerk erg goed gedaan!’
De telefoon van Ingrid gaat over. Ingrid lacht. ‘Daar zal je ze hebben, dat is mijn redacteur!’
Ingrid neemt op. ‘Hoi René! Wat een verrassing vanmorgen in de krant!’
‘Vonden jullie het niet erg, Ingrid? We hebben je immers niets gevraagd!’
‘Ben je gek! We vinden het zelfs heel erg leuk! Maar hoe zijn jullie aan al die informatie gekomen, René? Want ik heb jullie er verder niets over verteld!’
Ze hoort gelach. ‘We zijn goed in ons werk, Ingrid, dat zou jij toch wel moeten weten. Maar we zijn hier al geruime tijd mee bezig. Vanaf dat we wisten, dat Roald jullie ten huwelijk heeft gevraagd, hebben we al iemand op jullie gezet, die alle informatie over jullie in de gaten zou houden.
En we hebben ook wel wat aan diverse touwtjes getrokken, toen we erachter kwamen, dat Roald geen toestemming kreeg om met jullie alle drie te mogen trouwen. We hebben wat informatie naar de juiste personen geleid, en ik denk dat het misschien wel geholpen heeft.’
‘Zijn wij dan zo groot nieuws, René?’
‘Op zich niet, Ingrid, maar jij wel. Je columns zijn zeer goed gelezen. Sinds jij die column schrijft, is de zaterdagoplage in populariteit enorm gestegen. Wat jij schrijft, dat is vooral ’s maandags het grote onderwerp en hiermee wilden we je op gepast wijze bedanken.’
Ingrid moet blozen, zoveel lof heeft ze nog nooit van haar redacteur gekregen.
‘Nou ja, ik doe mijn best!’
‘We zijn dan ook heel erg tevreden over je, en daarom willen we je contract voor de column ook openbreken en verlengen. Je contract zou tot volgend jaar september duren, we willen dat vastleggen voor de komende vijf jaar, met een optie voor verlenging. En je zou dan natuurlijk ook meer gaan verdienen. Maar daar staat wel tegenover, dat je dan eens per week de open vragen over de column zou moeten beantwoorden. We krijgen zoveel vragen over jou, dat we vinden dat we er iets mee moeten doen.’
‘Wow, dat had ik niet verwacht, René. Daar sta ik wel open voor! Want zoals ik nu mijn werk kan doen, dat bevalt me uitstekend. En zeker straks, als ik bevallen ben, dan kan ik dat goed combineren met de zorg van mijn kind en die van mijn zussen.’
‘Zo’n vermoeden hadden we al. Maar daar praten we later nog wel over. En nu nog eens wat heel anders. We willen jullie feliciteren met jullie huwelijk, en daarvoor is het misschien handig als je je toestel even op speaker zet, dan doe ik dat namelijk ook even. De voltallige redactie en medewerkers staan hier om me heen om jullie te feliciteren!’
Ingrid zegt tegen Roald en haar zusters: ‘Wat leuk! Op mijn werk willen ze ons op de speaker feliciteren met ons huwelijk!’
Ze zet de speaker op en zegt: ‘René, ze kunnen je nu horen!’
‘Ah, goed. Dan maak ik meteen even misbruik om jullie persoonlijk even te feliciteren. Ik wens jullie een voorspoedig en gelukkig huwelijk toe. En nu namens mij en al je collega’s: Van harte gefeliciteerd!’
Door de speaker klinkt een reusachtig gebrul van de felicitaties, die ze aan het viertal toewensen. Lachend bedankt het huwelijkskwartet iedereen en daarna beëindigen ze het gesprek.
Ze kleden ze zich snel aan en begeven zich dan naar de woonkamer, waar iedereen met elkaar aan het praten is. Daar worden ze nog een keer uitbundig gefeliciteerd met hun huwelijk en natuurlijk wordt er gepraat over hun artikel in de krant.
Er wordt nog flink over gelachen en Roald krijgt toch nog de kans om het eens beter te lezen. Dan begint hij te lachen. ‘Ingrid, ik weet wie dit geschreven heeft, hier moet je dit eens goed lezen. Dan weet je het.’
Hij geeft de krant aan Ingrid, die dan het aangewezen artikel begint te lezen. Dan begint ze ook te lachen. Ze kijkt haar moeder aan en zegt: ‘Ik had het moeten weten, dat jij erachter zat, mam!’
Anna lacht. ‘Hoe moesten ze dan al die dingen weten, Ingrid, als ik ze niet wat informatie gegeven had. Ik wist al vanaf dat Ester thuis kwam, dat ze Roald ontmoet had, dat het ongeveer zo zou eindigen. Ik ken jullie daarvoor veel te goed. En aangezien ik het nummer van je redacteur had, heb ik hem toen opgebeld, kort nadat je je doorbraak had met je column. We hebben dit toen samen gepland.’
Iedereen kijkt nu verbaasd naar Anna. Ester zegt: ‘Heb jij dat stuk geschreven, mam?’
‘Nee, maar ik heb ze nog wel van de laatste informatie voorzien. Het schrijven hebben ze zelf gedaan.’
Er wordt dan hartelijk gelachen over de verborgen kwaliteiten van Anna als journaliste.
’s Middags komt de fotograaf langs, om de foto’s te brengen, die hij gemaakt heeft. Hij heeft ze al netjes in een fotoboek gedaan, zodat ze meteen bekeken kunnen worden. En dat wordt ook meermaals gedaan. Er worden mooie herinneringen opgedaan aan het feest. Er staat ook een foto op van
Samantha, die een van de bruidsboeketten heeft opgevangen.
Roald zegt tegen Bert: ‘Ja, jongen, nu ontkom je er ook niet meer aan, Bert!’
Bert lacht. ‘Ik kan me wel ergere dingen voorstellen, Roald. Maar voorlopig nog niet. We willen eerst dat Samantha volledig uit de schulden is, en dat we het ons ook kunnen veroorloven om te trouwen. Dus moet er eerst geld verdiend worden.’
Hij slaat zijn arm om Samantha, die naast hem zit en trekt die glimlachend naar hem toe. Ze zegt: ‘Dat klopt. Ik wil nooit meer in de situatie zitten, waar ik me eerst bevond. En daarnaast, we zullen eerst eens kijken hoe het gaat, als we wat langer bij elkaar wonen.’
Roald zegt: ‘Hoever zijn jullie al met het huis?’
‘We moeten nog veel schilderen. Alle muren moeten we opnieuw doen, verder moet alleen de badkamer een opknapbeurt krijgen. En in de keuken moeten we een paar aanpassingen maken, zodat we ook een afwasmachine krijgen, want die wil ik wel een hebben. Als we aan het werk zijn, dan hebben we niet veel tijd om ook nog de afwas te doen.’
‘Dat valt toch best nog wel mee, Samantha. Maar het is niet zo, dat jij daar geen raad mee weet.’
Samantha lacht. ‘Als ik dat hier de afgelopen maanden nog niet geleerd had, dan zou het er erg uitzien! Ik denk dat we over twee of drie weken klaar zijn.’
Ada lacht. ‘Dus je gaat het huis ontvluchten, voordat er babygehuil gaat klinken, Samantha?’
Samantha lacht weer. ‘Nee, dat doen we niet, Ada. Ik heb beloofd, dat ik jullie zou helpen, totdat jullie weer in staat zijn om weer alles te doen, en dan pas gaan we verhuizen. Trouwens, dan kan Bert alvast een beetje wennen.’
Ada kijkt Samantha verbaas aan en zegt: ‘Je bent toch niet zwanger, of wel?’
‘Nee, dat was nog niet de bedoeling, maar als het aan mij ligt, wachten we daar toch ook weer niet te lang mee. Als ik jullie zo zwanger zie, doet me dat toch wel wat kriebelen. Maar daarvoor moet je er wel met twee zijn, om een kind te krijgen.’
Theo, die ook op bezoek is gekomen, zegt: ‘Dat je kinderen wilt krijgen, prima. Maar ik heb klanten die aan het wachten zijn op hun prachtige Zweedse woning!’
Guido zegt tegen Theo: ‘Wat kun je toch af en toe onromantische zijn, Theo. Gun Bert en Samantha ook eens een keer wat!’
‘Ik gun ze ook alles, Guido, maar ik vind wel, dat ze rekening moeten houden met hun verplichtingen. Zowel Roald, Bert als ik zitten hier met een hoop geld in, en een zwangerschap kan dan best wel wat roet in het eten gooien, zeker als de belangrijkste kracht een vrouw is, die zwanger wil worden.
Dat wil echt niet zeggen, dat ze niet kan werken, als ze zwanger is, dat heb ik wel gezien, toen ik hier meegeholpen heb aan de badkamers. Ester, Ada en Ingrid hebben net zo hard meegeholpen als Samantha.
Maar Bert zegt ook zelf, dat ze niet eerder willen trouwen, voordat ze uit de schulden zijn. En nou lijkt het me verstandiger om eerst je zaakjes op orde te hebben voordat je kinderen krijgt. En ik bedoel dat echt niet negatief, ik gun het ze van harte als het zou gebeuren, maar ik wil het ze enkel even meegeven, dat kinderen alles behalve goedkoop zijn.’
Guido knikt. ‘Ja, daar moet ik je gelijk in geven. Ik ben nog maar net vader, maar het kost nu al klauwen vol met geld. Trouwen is goedkoper!’
‘Dat bedoel ik! Ik wil ze alleen maar even duiden, dat ze er ook klaar voor moeten zijn, als ze kinderen krijgen.
Want het is niet zo, dat je die zomaar even kunt wegstoppen, als het even niet uitkomt. Hoe romantisch het ook klinkt om kinderen te krijgen, het is en blijft een hoop werk. Waar je overigens wel veel voor terug krijgt en het ook met liefde doet, dat dan weer wel. Ik heb het in ieder geval nooit berouwd, dat ik met Janneke een paar schatten van kinderen heb gekregen, maar vanaf het moment dat we ze hebben gekregen, ben je er ook dag en nacht mee bezig. Ik zou het echt niet meer willen missen, al kon ik ze soms echt verwensen. Maar dan kijk je ze aan en innerlijk moet je weer lachen om hun zoveelste streek, die ze uitgehaald hebben.’
Janneke beaamt dat: ‘Ja, Theo heeft gelijk. Het klinkt fantastisch om moeder te zijn, maar ze vertellen er niet bij, wat er allemaal bij komt kijken. Moeder ben je 24 uur per dag en 7 dagen in de week. Je krijgt geen vakantiegeld en het kost je alleen maar veel geld. Maar de liefde, die je ervoor terug krijgt, is met geen geld ter wereld te betalen.
Ik weet nog goed, toen ik voor het eerst zwanger was van Nigel, zaten we in ongeveer dezelfde situatie als Bert nu met Samantha zit. Theo was net zijn bedrijfje gestart en we waren ook nog maar net getrouwd. Het kwam allemaal net wat ongelegen, maar dat wil niet zeggen, dat we er minder blij mee waren. Maar we moesten wel het geld bij elkaar schrapen om alles betaald te krijgen. En ja, soms hebben we ook wel eens een deurwaarder aan de deur gehad. Maar we hebben alles netjes afgehandeld en we zijn er bovenop gekomen. En dat het de afgelopen jaren wat minder in de bouw was, dat heeft ook wel zijn sporen achter gelaten. Gelukkig gaat het nu stukken beter, maar dat zet je weer op scherp.
En daarom vind ik het ook niet verkeerd, dat Theo Bert en Samantha waarschuwt voor die situaties. Wij hebben het door schade en schande geleerd, en als we iemand kunnen behoeden om in eenzelfde situatie te komen, dan doen we dat graag.’
Samantha knikt. ‘Ik begrijp het, Janneke. En zo had ik het ook al begrepen. Ik ben er ook eerlijk in, ik heb nu nog een schuld uit mijn verleden. Daar hoop ik eind dit jaar eindelijk vanaf te zijn, en dan proberen we ook wat te sparen voor ons huwelijk.
Maar ik wil ook wat reserves hebben voor de toekomst. Ik weet wat het is om in armoede te moeten leven. Dat hoeft niemand me uit te leggen. De angst om een deurwaarder aan de deur te krijgen ken ik nog maar al te goed.
Dat was tot vorig jaar nog mijn dagelijkse leven. En ik ben Roald dan ook heel erg dankbaar, dat hij me een kans durfde te geven, ook al wist hij dat hij een risico nam. Hij wist helemaal niets van me, maar ik ben blij, dat ik hem niet heb teleurgesteld.’
Roald glimlacht. ‘Je hebt ons allerminst teleurgesteld, Samantha. Sterker nog, zonder jou zou dit huis niet eens klaar zijn! Dan zaten we nog steeds in een bouwput en moet je nou eens kijken, hoever we al zijn. Alle geplande verbouwingen zijn al klaar, terwijl ik rekening had gehouden met minimaal 2 jaren verbouwen.
Volgende week wordt de trap gerenoveerd, je hebt de plannen daarvoor gezien. En wat er dan nog rest, dat kunnen we gemakkelijk zelf af.’
Björn zegt: ‘En nu moet je nog alleen je tuin weer in orde brengen. Dan zou alles perfect zijn!’
‘Daar heb ik het al met je dochters over gehad. Het bijhouden zou me wel lukken, maar het opnieuw inrichten, dat gaat me niet alleen lukken, zeker niet met een paar baby’s, die me gegarandeerd veel tijd gaan kosten.
Daarom willen we ook een hovenier gaan inhuren, die ons de tuin opnieuw inricht. Dat kost dan wel weer flink wat geld, maar dan heb je ook wat. We hebben nog wat budget over van het fonds, dat we daarvoor kunnen gebruiken. En we hebben nog wel wat meer wensen voor de tuin.
Zo willen we nog een grillhut plaatsen, zodat we ook in de winter kunnen grillen, en een sauna staat ook nog op de verlanglijst.’
‘Toe maar! Het kan niet op bij jullie!’
‘Waarom zouden we het niet doen? Het fonds biedt ons de ruimte ervoor, het kost ons nagenoeg geen geld.’
‘Daar heb je ook weer gelijk in, Roald. Nou, ik houd me van harte aanbevolen om eens te komen grillen!’
‘Maak je daarover maar geen zorgen, Björn. Ik heb nog veel bij je goed te maken!’
‘Dat heb je al gedaan, door mijn dochters gelukkig te maken, Roald. Maar ik sla een uitnodiging om te komen grillen zeker niet af!’
De beide mannen lachen, als de telefoon van Roald gaat.
Hij kijkt op zijn telefoon, wie het is en zegt tegen Ester: ‘Dit geloof je nooit, Ester, je raadt nooit wie me nu belt!’
Hij laat de telefoon aan Ester zien. Ze slaakt een klein gilletje en roept: ‘Dat is Björn Ulvaeus! Neem toch snel op, Roald!’
Roald knikt en neemt op.
‘Roald de Vries.’
‘Hallo Roald, je spreekt met Björn Ulvaeus.’
‘Aha, mijnheer Ulvaeus! Wat leuk dat u belt!’
‘Björn voor jou, Roald. Maar wat moet ik nu weer lezen? Zijn jullie al getrouwd? En heb je ons niet uitgenodigd?’
‘We hadden u wel een uitnodiging gestuurd, Björn. Maar daar hebben we geen reactie op gekregen.’
‘Ow? Dan moet ik mijn secretaresse even aanspreken. We zouden zeker gekomen zijn!’
‘Dat zou leuk geweest zijn, maar daarvoor is het nu helaas wel te laat. Maar als u wilt, mag u best op bezoek komen, geen probleem.’
‘We zijn op dit moment niet ver uit de buurt, dus als jullie het niet erg vinden?’
‘Nee, helemaal niet! U bent van harte welkom!’
‘Dan ziet u me over een goed anderhalf uur tot twee uur verschijnen. Ik verheug me er al weer op om jullie terug te zien!’
‘Dat is wederzijds! Dan tot straks!’
‘Is goed. Tot straks!’
Roald hangt op en zegt: ‘Björn komt dadelijk op bezoek, Ester. Er is schijnbaar iets misgelopen met hun uitnodiging en nu waren ze toevallig wel in de buurt, dus willen ze nu nog op bezoek komen.’
‘Ze? Komen ze allemaal?’
‘Geen idee. Daar heeft Björn niets van verteld. Maar voor de zekerheid ga ik er wel even van uit.’
Tørre, die ook op bezoek is, zegt: ‘Waarom zijn jullie zo opgewonden over iemand die op bezoek komt?’
Anna zegt tegen Tørre: ‘Weet je wel wie Björn Ulvaeus eigenlijk is?’
Hij schudt zijn hoofd en zegt: ‘Geen idee. Moet ik hem kennen dan?’
Anna lacht. ‘Je bent ook een Noor, dus het is je vergeven, dat je Björn Ulvaeus van ABBA niet kent.’
Tørre kijkt Anna verbaasd aan en dan naar Roald. ‘Menen jullie dat? Komt ABBA hier naar toe?’
‘Of ze allemaal komen, dat weet ik niet, maar Björn Ulvaeus in ieder geval. Dat hij mijn nummer nog steeds had!’
‘Waar ken jij hem dan van?’
Ada zegt tegen Tørre: ‘Je hebt toen toch die video gezien, waar Roald ons ten huwelijk gevraagd heeft?’
Tørre slaat zijn hand tegen zijn hoofd. ‘Ach ja, nu weet ik het weer. Maar hoe heeft hij hun zover gekregen om hem daarbij te helpen?’
Roald lacht. ‘Ik heb via via een telefoonnummer van zijn secretaresse gekregen, en daar kreeg ik uiteindelijk het nummer van Björn van. Eigenlijk was het alleen de bedoeling, dat hij enkel aanwezig zou zijn om het geheel op te luisteren, maar hij gaf zelf al aan, dat hij best wel wat meer wilde doen. Al was het maar ter ere van mijn overgrootmoeder, die hij schijnbaar ook heeft gekend.
En het was voor mij ook een verrassing om ze toen in een keer alle vier te zien. En toen heb ik ook zijn privénummer en adres gekregen, waar ik toch om de twee maanden wel eens met hem bel. Maar het blijft wel apart om te praten met een van de beroemdste mensen van Zweden.’
‘En die komt dus straks gewoon maar even op bezoek?’
‘Ja, waarom niet? Zij zijn ook maar gewoon mensen!’
Ingrid zegt: ‘Ik denk niet dat ze alleen maar komen om ons te feliciteren. Ik durf te wedden, dat ze ook vragen, wanneer de “Missing Dreams” weer te water gelaten zal worden.’
Roald lacht. ‘Die kans zit er dik in. Ik denk dat het niet meer lang zal duren, het ijs begint al een heel stuk dunner te worden en er zijn al open plekken te zien.’
‘Ik denk dat je gelijk hebt. Het is gelukkig geen hele strenge winter geworden, ondanks dat het flink koud is geweest.’
Anderhalf uur later komen er twee wagens het erf opgereden van Roalds huis. Daar stappen 7 personen uit. Roald loopt ze al tegemoet om ze te begroeten.
‘Mijnheer Ulvaeus! Leuk u hier te mogen begroeten! Welkom in mijn huis!’
‘Alsjeblieft, noem me toch gewoon Björn. Ik denk dat we samen wel al een speciale band hebben, of niet?’
‘Dat is ook weer waar. En ik zie dat je gasten mee hebt genomen?’
‘Ja, we waren voor een promotie hier in de buurt en toen vernam ik van jouw huwelijk. En ik heb mijn assistente even gevraagd en ze had inderdaad de uitnodiging ontvangen, maar die was terecht gekomen bij de fanmail. Jammer, we waren graag gekomen.’
‘Jullie zijn alsnog van harte welkom.’
Roald begroet dan ook nog de rest van hun gasten, Agnetha, Anni-Frid en Benny. De overige gasten zijn hun managers en begeleiders. Als ze binnen komen, hangt er een licht geladen sfeer, iedereen is een beetje zenuwachtig door de komst van de wereldsterren.
Maar het is Björn, die de spanning doorbreekt door te zeggen: ‘Jullie doen net alsof jullie ons nog nooit gezien hebben!’
Tørre zegt: ‘Dat klopt ook, tegen de tijd dat jullie ophielden met ABBA, was ik niet eens geboren.’
Björn lacht. ‘Dat is ook weer waar. Maar ik hoor dat je geen Zweed bent, je hebt een Noorse tongval.’
‘Dat klopt, maar ik heb een 5 jaar in Zweden gewoond, ik woonde toen samen met mijn vriendin, maar nu zijn we terug naar Noorwegen verhuisd.’
En daarmee is de spanning doorbroken. Het kersverse huwelijkskwartet word door de nieuwe gasten gefeliciteerd en ze worden verrast door een prachtig cadeau. Het is een gouden singel uit Nederland van het liedje I do I do I do I do I do.
Björn zegt: ‘We vonden dit wel passend voor jullie huwelijk. We waren toevallig in de buurt waar we onze meeste Awards en gouden platen hebben opgeslagen. En we hebben er zo veel, dat we deze best wel konden missen. En omdat je eigenlijk een Nederlander bent, vonden we passend voor jullie.’
‘Dit is werkelijk heel erg aardig! Dit gaat absoluut een ereplaats aan de wand krijgen! Ik ben er heel erg blij mee!’
Ester en Ingrid voorzien hun gasten nog van koffie en gebak, dat nog rijkelijk overgebleven is van het feest.
Even later zitten Ester, Ingrid en Ada te kletsen met Anni-Frid en Agnetha. Agnetha vraagt aan het drietal: ‘Zo te zien duurt het niet meer heel erg lang voordat jullie gaan bevallen! Is het al weer zo lang geleden, dat we elkaar hebben gezien?’
‘Het lijkt erop. Maar nu begint het toch wel wat zwaarder te worden. Het voelt fantastisch om zwanger te zijn, maar het gaat nu allemaal wat moeilijker. En ik voel me nu zo’n opgeblazen pop.’
‘Hoe lang moeten jullie nog?’
‘Ik moet nog uiterlijk 3 weken, Ester nog 4 weken en Ingrid nog 5-6 weken.’
‘Ja, dan duurt het niet meer lang. Maar ik vind het wel wat humor hebben om jullie alle drie zwanger te zien. Je ziet dat immers niet zo vaak.’
Ada glimlacht. ‘Nee, en al heel zeker niet dat er drie vrouwen gelijktijdig zwanger zijn van dezelfde man.’
Agnetha lacht. ‘Dat is inderdaad waar. Maar Roald ziet er niet bepaald uit, dat jullie hem helemaal uitputten. Hij ziet er gezond en fit uit!’
‘Hij is echt behoorlijk fit, anders kon hij dit echt niet volhouden. En nu we in dit stadium van onze zwangerschap zitten, staat de seks wel op een wat lager pitje. Maar ik twijfel er niet aan, dat hij ons straks weer alle hoeken van het bed zal laten zien. Dat was eerst ook al zo, en ik verwacht niet dat het veel anders zal zijn.’
Agnetha lacht weer. Je bent best openhartig, dat mag ik wel. Maar zou ik jullie huis nog eens goed mogen bekijken? Het is al weer zo lang geleden, dat ik hier ben geweest!’
‘Natuurlijk! We zullen jullie wel even rondleiden.’
Ze leiden hun gasten door hun huis rond. Vol trots vertellen ze over al hun verbouwingen. Agnetha en Anni-Frid halen weer herinneringen op, ze hebben hier wel eens een paar nachten doorgebracht.
Als ze op de derde verdieping zijn aangekomen, kijkt Agnetha naar een slaapkamer. ‘Mag ik hier even kijken? Ik denk dat dit de kamer is, waar mijn dochter
Linda verwekt is. Dit huis heeft iets over zich, als je zwanger wilt worden, dan is de kans groot, dat je het hier wordt!’
Anni-Frid knikt. ‘Dat klopt, ik ken mensen, wiens kind hier ook verwekt zijn. Maar ik ga geen namen noemen, bij sommigen ligt dat wat gevoelig.’
Agnetha lacht. ‘Ja, daar heb je gelijk in, maar wat was het toen een prachtige tijd! En nu ik hier dat huis weer zie, en hoe prachtig het weer in de oude staat hersteld is, brengt dat weer mooie herinneringen naar boven.’
‘Absoluut. Je ziet dat het gerestaureerd is, maar wel met erg veel liefde en oog voor details. Maar die nieuwe badkamers, dat had Isabel toen ook al moeten doen. Dit is echt zoveel beter geworden!’
Ester glundert. ‘Ja, we zijn er ook erg trots op. Maar het is ook maar net klaar. Maar we zijn al weer bezig om de volgende stappen met het huis te maken. Volgende week wordt de trap vernieuwd. Die is echt versleten en dat laten we dan ook doen. De treden worden dan weer met blank gelakt hout gemaakt.’
‘Dat was toen ook al zo. Het gaat zeker erg mooi worden, daar ben ik van overtuigd. En waar hebben jullie de babykamer? Die zal ongetwijfeld toch wel af zijn?’
‘Die is al maanden klaar! Maar die is onder, aan de andere kant van de woonkamer.’
Nadat ze ook die kamer hebben laten zien, is het al weer tijd voor hun gasten om te gaan. Zoveel tijd hebben ze nu ook weer niet, en ze worden uitgezwaaid door de rest van de gasten.