Een uur later komen de man en de vrouw op bezoek bij Roald.
Ester heeft net de koffie klaar en ze is bezig wat koekjes te bakken in de kleine oven, die zich in het huisje begeeft. Daarom hangt er een heerlijke geur van baklucht door het huisje.
Als Arnold en
Martine aankloppen, doet Roald de deur voor hun open. Er zit al meer bezoek binnen, Henk en
Hilde, Roalds ouders en de ouders van Ester,
Ingrid en Ada zitten ook al binnen. Nu is het wel een beetje krap in het huisje, maar met wat stoelen uit de naburige huisjes is er plaats genoeg.
Arnold zegt: ‘Wat een drukte hier! Ik zal me even voorstellen, ik ben Arnold Keijendraaier en dit is mijn vrouw Martine.’
Het tweetal wordt hartelijk begroet door de aanwezigen. Eerst wordt er over alledaagse dingen gepraat, waarbij er een goed gesprek tussen Arnold en Johan ontstaan is. Ze mogen elkaar wel, dat is duidelijk en Martine en
Ineke kunnen het duidelijk goed met elkaar vinden.
Als Johan uiteindelijk aan Arnold vraagt: ‘Maar ik had begrepen van Roald, dat u hem heeft uitgenodigd om deel te nemen aan een wedstrijd? Wat voor wedstrijd is dat dan? Want zover waren we nog niet gekomen.’
‘Het is een duatlon, een combinatie uit eerst hardlopen, dan fietsen en dan weer hardlopen.’
‘Ah, dat kan Roald wel. Hij kan heel goed hardlopen, dat doe ik hem echt niet na! En fietsen kan hij ook best aardig.’
‘Zoiets had ik al begrepen, maar hij had nog nooit op wedstrijdniveau gelopen?’
Roald zegt: ‘Nee, daar had ik nooit geen interesse in. Ik heb het wel eens gedaan vanwege een weddenschap, maar verder nooit.’
‘Oh, dus u heeft wel ooit eens een wedstrijd gedaan?’
‘Ja, een halve marathon en een triatlon. Maar ik heb wel eens een proefrun voor een volledige marathon gedaan op het parcours van Rotterdam. Gewoon een keer ’s nachts voor de eigenlijke afstand. Dat mocht wel niet, maar ze hebben ons toch overal doorgelaten. We waren overigens niet de enigen, die dat deden, er waren er meer.’
‘Aha, dus toch niet helemaal onervaren. En ook nog een triatlon? Een volledige?’
‘Nee, een sprint. Het zwemmen gaat me nog niet zo goed af, maar ik zwem nu regelmatig in het Vänermeer, waar ik vlak langs woon. Het lukt me nu in ieder geval om 4 kilometer te zwemmen, zonder buiten adem te raken. Dat is al vooruitgang, maar snel is het nog niet.’
‘Heeft u daarbij begeleiding?’
‘Een beetje. Ik heb begeleiding van een sportarts, die op dat gebied niet echt thuis is, meer op het gebied van hardlopen. Maar samen hebben we toch een schema kunnen maken, dat goed bij me past. Ik merk nu dat ik veel meer inhoud heb, zowel bij het zwemmen, het rennen als het fietsen.’
‘Dan bent u toch al best goed bezig. Ik neem aan, dat u een goede fiets heeft?’
Roald lacht. ‘Nee, nog niet. Ik train nu nog op mijn mountainbike, dat is eigenlijk niet optimaal, maar voor hier past dat goed, omdat ik soms ook onverharde wegen rijd.’
Arnold lacht. ‘Dat kan natuurlijk ook. Maar wie zegt dat het trainen op een mountainbike verkeerd is? Maar toch zou ik gaan kijken voor een echte wielrenfiets, dat zal u enorm schelen in de tijd, als u meedoet aan een wedstrijd. Maar mag ik vragen, wat u als schema heeft?’
‘Ja, gerust. Op het moment zwem ik ongeveer 4 kilometer, dan ren ik 15 kilometer. De training erop ga ik fietsen, ongeveer 80 kilometer en daarna ren ik weer 10 kilometer. En dat wissel ik de hele tijd af.’
De man kijkt Roald geschokt aan. ‘Dat is nogal een pittig trainingsschema! Wat zijn uw tijden tijdens uw training?’
‘Voor het zwemmen doe ik ongeveer anderhalf uur, het rennen is dan ook zoveel. Dus ongeveer drie uur. En dat ben ik ook kwijt als ik ga fietsen en rennen.’
‘Dat is helemaal niet slecht! En dat is uw training? Mijn hemel!’
‘Meestal is het wat langer, maar nooit veel langer dan drie en half uur.’
‘Van die tijden dromen veel atleten, mijnheer de Vries! Als u werkelijk zo goed bent, waarom doet u dan niet meer mee aan wedstrijden?’
Roald lacht. ‘Het is ook de bedoeling, dat ik nu wat vaker wedstijden ga doen. Dat komt eigenlijk door mijn vrouwen, die zijn fanatiek biatleten. En dan kan ik natuurlijk niet achterblijven.’
Ester lacht. ‘Dat klopt, wij zijn fanatieke biatleten, maar dat speelt zich meestal af in de winter. Alleen afgelopen winter hebben we geen wedstrijden gedaan, omdat we druk bezig waren met ons huis, en ook waren we alle drie zwanger. Maar dit jaar willen we toch weer deelnemen.’
‘Aha, een sportief gezin, ik hoor het al. Deden u en uw zussen op hoog niveau mee bij de biatlon?’
‘Ik en Ingrid wel, Ada wat minder. En zij heeft ook aangegeven de zorg voor onze kinderen op zich te willen nemen, terwijl wij meedoen met de wedstrijden. Het is soms wel handig om samen de kinderen op te voeden.’
Arnold lacht. ‘Ach ja, dat klopt ook. Mijnheer is getrouwd met u alle drie. Ik vergeet het steeds. Maar nu ik u alle drie samen zie, snap ik ook wel een beetje, waarom dit zo is. U ziet er echt alle drie gelijk uit! En ook uw stem hoort gelijk aan.’
Ester lacht. ‘Dat horen we wel meer, maar volgens Roald hebben we toch echt alle drie een wat andere stem. Hij kan ons feilloos uit elkaar houden. Daar heeft zelfs mijn moeder soms nog wat problemen mee, maar Roald lukt het zonder problemen.’
‘Echt? Dat is op zich al een hele prestatie!’
Roald lacht. ‘Voor mij is dat niet zo moeilijk, Arnold. Maar noemt u me alsjeblieft geen mijnheer, ik ben gewoon Roald. Maar om even terug te komen op die duatlon. Het staat me steeds meer aan om mee te doen. Waar kan ik me inschrijven?’
‘Dat kan ik wel voor u regelen. Ik heb toevallig een inschrijfformulier bij, ik zit namelijk in de organisatie.’
‘Oh, handig! Geef maar hier, dan schrijf ik me meteen in. En dan heb ik meteen een reden om me een nieuwe fiets te kopen.’
Ingrid zegt: ‘Nee, Roald, dat geeft ons de gelegenheid om voor jou een nieuwe fiets te kopen. Of ben je al vergeten, wat je voor ons gekocht hebt?’
‘Maar jullie hebben dit al voor me geregeld!’
‘Ja, maar jij hebt ons een jacht gekocht! Dan stelt dit niets voor!’
Johan en Ineke kijken verbaasd op, evenals Björn en
Anna. ‘Wat? Hebben jullie een jacht gekocht? En jullie hadden al een zeilschip? Wat doe je daar dan mee?’
‘Die houden we ook gewoon, maar ik kon die boot goedkoop krijgen, omdat de motor kapot was. En daarbij is die boot wat praktischer, omdat we daarvoor niemand nodig hebben bij het varen. Dan kunnen we eens kleine tochtjes houden op het meer en zelfs een weekend wegblijven.’
‘Maar toch! Twee boten! En je hebt een gigantisch huis! Je zou bijna denken, dat je heel rijk bent geworden, Roald!’
‘Maar dat ben ik ook! Ik heb drie mooie, lieve vrouwen en drie prachtige kinderen. Dat noem ik heel erg rijk!
Geld is bijzaak, maar vergeet niet, dat ik ook veel geërfd heb van
Isabel. Nu is het ook niet zo, dat ik haar erfenis erdoor heen jaag, maar sommige dingen heb ik wel verzilverd.'
‘Ik weet wel, dat je voorzichtig met je geld omgaat, maar het gaat allemaal zo snel! Je kunt nog amper met je ogen knipperen, of er is wel weer iets gebeurd bij jou.’
Roald lacht. ‘Ja, het gaat ook allemaal heel erg snel. Een jaar geleden heb ik Ester, Ingrid en Ada voor het eerst ontmoet, en moet je nu eens kijken! Ik ben directeur geworden bij een bedrijf met heel erg veel toekomst, ik heb een groot huis, drie vrouwen, drie kinderen, twee honden, een prachtig zeilschip en nu ook nog een jacht. En dat in een jaar tijd!’
Arnold zegt: ‘Heeft u dat allemaal in een jaar tijd bereikt? Ik dacht, dat u al enkele jaren hier woonde.’
Roald glimlacht. ‘Nee, ik woon hier nu bijna een jaar. Maar het is allemaal ook zo ontzettend snel gegaan. En natuurlijk was het een enorm risico, wat ik me hier gelopen heb, maar het is absoluut de moeite waard geweest.
En zonder de hulp van mijn baas, dat is deze mijnheer hier, Henk Rouwendaal, was me dat ook niet gelukt. Hij was het, die me vroeg om hier te blijven, en daarna is gewoon alles in een stroomversnelling gekomen, waar ik nu langzaam uit begint te komen.’
‘Dat begrijp ik niet. Ik dacht dat u hier bent gebleven omdat u hier uw vrouwen ontmoet heeft!’
‘Dat is ook zo, maar doordat mijn baas me hier een baan aanbood, was er des te meer reden om hier te blijven. En bij groot toeval kwam ik hier ook mijn overgrootmoeder tegen, die bij Henk in de buurt woonde. U moet weten, dat ik nooit geweten heb, dat ze nog leefde. Dat wisten ook mijn ouders niet, maar ook haar eigen zoon niet. Mijn grootvader is als baby naar Nederland gebracht, zonder medeweten van mijn overgrootmoeder. Die dacht dat haar kind gestorven was bij de bevalling.’
‘Mijn God! Wat verschrikkelijk! Maar hoe bent u er dan achter gekomen, dat zij uw overgrootmoeder was?’
‘Mijn overgrootmoeder, Isabel, heeft dat te horen gekregen op het sterfbed van haar man. Ze heeft dat uitgezocht, maar ze durfde na al die jaren geen contact meer op te nemen met mijn grootvader. En kort nadat ik haar ontmoet had, is ze gestorven.’
‘Dat is spijtig, maar u heeft haar ten slotte nog gekend. Ik kan me niet voorstellen, hoe het moet voelen om erachter te komen, dat je opeens een overgrootmoeder hebt.’
Ineke zegt: ‘Ja, dat is zeker een schok, toen ik hoorde, dat ik een grootmoeder had. Ik heb haar helaas niet meer leren kennen, maar de foto’s van haar en haar dagboeken hebben veel goed gemaakt. En het is echt meer dan duidelijk, dat ze mijn grootmoeder was. Er hangt een groot schilderij van haar in Roalds huis, en je kunt echt zien, dat ze familie is.’
Henk zegt: ‘Dat kan ik beamen. Eerst had ik het zelf niet door, maar later kon je het gemakkelijk zien. En Isabel was een zeer bijzondere vrouw. Als u haar gekend zou hebben, dan zou u dat meteen beamen.’
‘Maar u bent geen familie van Roald?’
‘Nee, maar inmiddels wel een goede vriend van de familie, al zeg ik het zelf.’
Roald zegt: ‘Je weet best, dat je meer bent, dan alleen maar een goede vriend, Henk!’
Arnold zegt: ‘Ik moet zeggen, een hele unieke situatie. Wie had ooit zoiets kunnen bedenken? Het lijkt wel een script voor een spannend verhaal!’
Ineke knikt. ‘Ja, zo voel ik het ook soms wel. Het ene moment woont je zoon nog vlakbij in Nederland, en het volgende moment woont hij in een enorm huis in Zweden. En voor je het weet is hij ook nog eens getrouwd met maar liefst drie vrouwen en je knippert eens met je ogen en dan ben je opeens oma van drie kleinkinderen.’
Martine zegt: ‘Vond u dat niet vreemd, dat uw zoon met drie vrouwen wilde trouwen?’
Ineke antwoordt: ‘Ja en nee. Ja, zo’n relatie is heel erg vreemd, maar zoals u zelf kunt zien, dit past gewoon. Als God dit niet had gewild, zou Hij het niet zo hebben laten lopen. Dus ik kan me er wel over opwinden, maar ik zie gewoon, dat ze gelukkig zijn. En dat is toch wat je wilt voor je kind.’
Martine knikt goedkeurend. ‘Ik ben persoonlijk zeer religieus, en ik ben ook streng tegen zulke relaties, maar vreemd genoeg kan ik dit wel accepteren. Op de ene of andere manier voelt dit gewoon heel natuurlijk aan. Alsof zijn drie vrouwen een geheel vormen.’
Ineke moet glimlachen. ‘Dat is wat Roald ook altijd zegt over hun. Voor hem zijn ze een geheel, als er een zou ontbreken, zou het niet compleet zijn.’
Roald knikt. ‘Ja, zo is het ook. Hoewel ze ieder een individu zijn, vormen ze samen een geheel. Ik denk dat het ook komt, omdat ze een drieling zijn. En zelf kunnen ze ook niet zo goed zonder elkaar.’
Ada zegt: ‘Voor ons voelt dat ook zo. Als we niet samen zouden zijn, dan zouden we ons niet gelukkig voelen. En we mogen ons gelukkig prijzen met een man, die van ons alle drie houdt.’
Martine glimlacht naar Ada. ‘Ik begin het te begrijpen. De band van een tweeling of drieling is enorm sterk, dat weet ik uit eigen ervaring. Ik ben ook van een tweeling. Dus ik begrijp die band wel tussen jullie. En daarom heb ik er ook wel begrip voor, dat deze jongeman geen keuze tussen jullie kon of wilde maken.’
Er valt dan een stilte, die gered wordt door de zoemer van de oven. Ester staat op en haalt de koekjes uit de oven. Een heerlijke geur trekt door de kamer heen.
‘Hmm, dat ruikt heel erg lekker! Maar dat heeft u toch niet speciaal voor ons gedaan?’
‘En waarom niet? Maar ik was toch al van plan deze oven te testen, en dit was een goede gelegenheid.’
Even later komt Ester voorbij met een schotel vol nog warme koekjes.
‘Eigenlijk moeten ze nog afkoelen, maar als Roald ze te pakken zou krijgen, dan zouden ze al op zijn, voordat iedereen de kans had gekregen om er een te pakken!’
Iedereen moet lachen en Roald zegt ter zijn verdediging: ‘Nou, zo erg ben ik nu ook weer niet. Maar ik kan er toch niets aan doen, dat Ester me zo verwend en zo goed kan bakken?’
Arnold lacht. ‘Nou, het is je in ieder geval niet aan te zien, dat je graag snoept. En ik moet toegeven, ze ruiken overheerlijk!’
Even later zitten ze met een aantal verse koekjes en een kop koffie aan tafel.
Martine zegt: ‘Dit doet me denken aan vroeger, toen ik klein was. Toen maakte mijn oma ook altijd koekjes, die we dan nog warm opaten, ook met een kop koffie.’
Roald glimlacht. ‘Ja, dat ken ik ook nog wel. Mijn oma deed dat ook altijd.’
Arnold zegt dan: ‘Roald, je zei me, dat je onlangs directeur bent geworden? Mag ik vragen, van welk bedrijf?’
‘Natuurlijk, ik ben directeur van HR Technology in Lidköping. Dat is het bedrijf van deze man hier, Henk Rouwendaal. We maken robots voor de precisie productie in de industrie.’
‘Hmm, interessant. En wat moet ik me dan bij die robots voorstellen? Kleine robots? Grote robots?’
‘Afhankelijk van wat de klant wil. Maar in principe maakt het niet zo heel veel uit, zelfs onze grootste robots zijn ontzettend nauwkeurig. Ze behalen de precisie van de kleinere modellen.’
‘Misschien dat je me later erover wilt vertellen, want dat lijkt me interessant. Ik ben eigenaar van een elektronicabedrijf, dat speciale apparaten maakt voor de logistieke sector. Nu is dat allemaal nog handwerk, waarop zich niets mis mee is, maar het is enorm kostenintensief. En er zijn bepaalde processen, die enorm veel tijd kosten, maar die misschien met een robot goedkoper en sneller gedaan kunnen worden.’
‘Dat zou inderdaad iets kunnen zijn, waar wij iets in kunnen betekenen, maar als je het niet erg vindt, dan maken we daar later een afspraak over. Ik heb nu een vakantie, en ik wil mijn aandacht aan mijn gezin, mijn familie en mijn vrienden besteden.’
‘Begrijpelijk! En ik maak graag een afspraak. En was uw bedrijf in Lidköping? Misschien dat we u later eens komen bezoeken, zodat ik me een beeld van uw bedrijf kan vormen.’
Martine zegt tegen Arnold: ‘Ik vind dat deze jongeman groot gelijk heeft. Vakantie is vakantie en daar hoort geen werk bij. Daar kun jij je wel eens een voorbeeld aan nemen!’
Roald lacht. ‘Het is lang niet altijd zo, dat ik mijn werk niet mee naar huis heen neem, Martine. Soms is dat nodig, en bovendien is mijn secretaresse Ada, een van mijn vrouwen. Maar ik probeer altijd tijd vrij te maken voor mijn gezin. Ik wil zo min mogelijk missen van het opgroeien van mijn kinderen. Dat is erg belangrijk voor mij, maar ook voor mijn gezin.’
‘Maar dan nog, je neemt dan nog wel tijd vrij voor je gezin. Dat is meer als ik van Arnold kan zeggen. Maar ik kan het hem ook niet helemaal kwalijk nemen, een eigen bedrijf, zeker zoiets als dat van Arnold, kost gewoon erg veel tijd en energie.’
‘Ik denk, dat onze situatie toch iets anders is, Martine. Hoe dan ook, het lijkt me niet zo, dat Arnold er niets aan doet, om meer tijd vrij te maken, of wel?’
Arnold knikt bevestigend en zegt: ‘Ja, waarom denk je dat ik enkele robots wil aanschaffen? Het personeel, dat ik me daarmee bespaar kan ik dan inzetten voor de dingen, waar ik zelf te veel tijd aan kwijt ben. Ik heb maar een klein bedrijf, en ik moet echt alle zeilen bij zetten om het hoofd boven water te houden. En ik hoop eindelijk dan eens wat meer vrije tijd te krijgen. Ik ben me heel goed bewust, dat ik mijn gezin verwaarloosd heb. En dat wil ik nu toch wel weer een beetje goed maken.’
Henk knikt. ‘Ik weet hoe dat voelt, Arnold. Ik ben door mijn bedrijf ook mijn dochter kwijtgeraakt, maar door Roald heb ik haar nu weer terug. Ik zal niet zeggen, dat het uiteindelijk wel goed zou gekomen, zonder de hulp van Roald, maar hij heeft er wel voor gezorgd, dat mijn dochter eerder bij me terugkwam.’
‘Hoe bedoel je dat? Als ik het goed heb begrepen, dan ken je Roald toch ook pas een jaar? Kon Roald je dochter dan al?’
Roald lacht. ‘Nee, dat was allemaal toeval. Ik denk dat ik u het verhaal maar even vanaf het begin zal vertellen, dan begrijpen jullie het beter.’
Roald begint dan te vertellen, waarbij een hoop gelachen wordt. Ester, Ada en Ingrid staan hem bij met vertellen, en als Roald klaar is met vertellen, kijken Arnold en Martine hem vol ongeloof aan.
‘Dat klinkt toch allemaal ongeloofwaardig! Ik kan het haast niet geloven, dat dit iemand overkomen kan.’
Roald glimlacht en pakt zijn telefoon. Daar staan een hoop foto’s op van de verbouwing, het aanzoek, het huwelijk en ook de geboorte van zijn kinderen.
Arnold en Martine zijn sprakeloos. ‘Ongelofelijk! Jongen, je leeft in een film! Hoeveel geluk kan een man hebben?’
Roald glimlacht weer. ‘Dat vraag ik me ook iedere dag weer af, waar ik zoveel geluk aan verdien. Iedere dag weer, als ik wakker word, dan denk ik soms: Is dit een droom? Maar het is echt waar.’
Ester zegt tegen Arnold en Martine: ‘Als jullie het bedrijf van Roald en Henk willen bekijken, waarom komen jullie dan niet een paar daagjes logeren? Dan kunnen jullie in alle rust het bedrijf bekijken en nog een paar daagjes vakantie vieren bij ons!’
‘Als dat niet te veel moeite is? Wat denk jij ervan, Arnold? Ik zou wel willen!’
‘Nou, dan doen we dat toch? Ik kan heus nog wel een paar dagen langer blijven, alleen moet ik dan wel even opbellen, dat ze het nog een paar dagen zonder mij moeten doen.’
‘Jullie zijn echt van harte welkom! We hebben echt kamers genoeg, en mijn ouders en schoonouders blijven ook nog een paar dagen. Mij maakt het niet uit, of er een paar meer gasten zijn of niet. De keuken is er in ieder geval voor ingericht.’
‘Nou, heel erg bedankt! Maar dan moeten jullie op zijn minst een keer een tegenbezoek doen, om het weer goed te maken.’
‘Daar zullen we het later nog wel eens over hebben.’
Er klinkt dan weer geklop op de deur. Ada doet open en is blij verrast als ze Frank en
Diana ziet. ‘Hey! Jullie hier?’
‘Ja, we zijn even bij de “Missing Dreams” wezen kijken. Ze is zeeklaar gemaakt, en ze hebben haar net weer te water gelaten.’
‘Ow? Goed om te horen! Maar kom binnen, iedereen is hier al, maar we hebben wel bezoek.’
Frank en Diana komen binnen en worden hartelijk begroet door de aanwezigen. Natuurlijk worden ze ook voorgesteld aan Arnold en Martine. Roald is blij met het nieuws dat de “Missing Dreams” al klaar is. Hij zegt:
‘Dan zou ik eigenlijk Pelle moeten vragen, of hij ons niet wil varen? Dan zouden we misschien wel een boottochtje kunnen maken!’
Ingrid en Ada zeggen meteen: ‘O, alsjeblieft, Roald! Dat zou fantastisch zijn! Zouden we er met de hele groep op kunnen?’
‘De boot is wel groot, maar of er ook meer dan 30 personen op kunnen? Dat betwijfel ik, Ingrid. Maar wij zouden vanmiddag kunnen gaan varen, en morgen zou de rest een tochtje kunnen maken. En dan zouden Arnold en Martine vanmiddag ook met ons mee kunnen, als ze dat willen.’
Arnold en Martine weten echt niet wat hun overkomt. Ze kennen deze mensen nog maar pas, maar hebben het gevoel, dat ze hun al jaren kennen. Zo worden ze ook behandeld.
Arnold bloost en zegt: ‘We willen niet al te gretig van jullie goedheid gebruik maken, al zou ik graag mee willen gaan.’
‘Nou, dan ga je toch gewoon mee! Ik nodig niemand uit, die ik niet wil uitnodigen, Arnold. Ik heb een goed gevoel bij jullie en daarmee zit ik zelden fout. Dus als jullie zin hebben, zijn jullie van harte welkom!’
‘Dan heel erg graag! We waren al aan het kijken of we hier een bootje konden huren, maar dit is misschien nog wel beter!’
Roald pakt zijn telefoon en belt met de werf. De “Missing Dreams” is inderdaad al klaar, en de werf is blij, dat Roald wil komen, om te kijken of alles naar wens is.
Roald loopt dan nog even snel naar Pelle en
Frieda en vraagt hun of ze bereid zijn om de komende dagen de boot te besturen. Daar hebben Pelle en Frieda wel oren naar. En ook de vrienden van Roald vinden het een prachtig idee. Ze weten allemaal hoe mooi dat schip is, en om hier nu een trip te mogen maken op die boot, slaan ze zeker niet af.
Anderhalf uur later staan Roald en zijn gasten aan de kade bij de werf. De medewerkers van de werf laten aan Roald en Pelle zien, wat ze allemaal gedaan hebben. Er zijn nog wel kleine dingen, die veranderd moeten worden, maar dat zit de boottocht, die ze gepland hebben, niet in de weg.
En zo zitten ze een half uur later al op open zee te genieten van het goede weer, en de stevige wind. Die laat de “Missing Dreams” een flink tempo varen. Pelle is onder de indruk van de aanpassingen, want de boot laat zich nu veel beter besturen en bedienen. Hij kan nu bijna alleen met Frieda de boot besturen, wat een hele prestatie is. Pelle is echt onder de indruk, en hij niet alleen. Roald is ook aangenaam verrast. Want hij ziet nu ook, dat de aanpassingen de boot enorm verbeterd hebben. En daarbij begint hij het varen met deze boot ook een beetje onder de knie te krijgen. Hij begint te leren, wat hij moet doen op welk moment, hetgeen hem veel plezier afgaat.
Maar hij heeft toch genoeg tijd om zich te bekommeren om zijn gasten. Iedereen geniet van de tocht over de zee en van de wind. Maar vooral Arnold en Martine zijn erg onder de indruk.
Martine zegt: ‘Mijn hemel, Roald! Toen je zei, dat dit een grote boot was, heb je echt niets overdreven! Wat een boot is dit! Echt, heel erg mooi!’
‘Dank je, Martine. Ik ben er dan ook heel erg trots en zuinig op. Ik heb deze boot van mijn overgrootmoeder geërfd, en zou hem voor geen goud ter wereld willen verkopen.’
‘Dat kan ik me wel voorstellen! Dit is echt een boot om trots op te zijn!’
‘Dat ben ik ook, Martine. En ze vaart echt heel erg goed, of niet?’
‘Ja, maar het leukste vind ik nog wel die afgunstige blikken van mensen, die graag met ons zouden willen ruilen!’
Roald lacht. ‘Ja, die zullen er zeker zijn. Geniet er maar lekker van!’
Roald laat het tweetal alleen en gaat bij zijn gezinnetje zitten. Ester, Ingrid en Ada zitten samen met Isabel, Petr & Anna in de schaduw. Hun twee honden
Eva en Zack liggen er waaks naast. Hun ontgaat niets. Maar als Roald er weer bij komt zitten, liggen ze meteen aan zijn voeten. Roald aait ze over hun kopjes, terwijl ze zijn handen likken. Hij krijgt een warm hart als hij zijn vrouwen, samen met zijn kinderen zo ziet en beseft dat hij ongelofelijk veel geluk heeft.
Arnold en Martine bekijken Roald en zijn gezin.
‘Wat denk jij nou van Roald, Martine? Dit kan toch onmogelijk echt zijn, of wel?’
‘Het klinkt allemaal ongelofelijk, maar zoals Roald naar zijn gezin kijkt, en hoe ze naar hem terugkijken, dat is absoluut niet gespeeld, Arnold! Dat moet je toch toegeven! En ik denk niet, dat Roald een man is, die je sprookjes vertelt. Hij leeft absoluut in wat andere mensen een droom noemen, maar hij beleeft het echt. Daar ben ik van overtuigd! En hij is eerder bescheiden, dan protserig. Natuurlijk is hij trots op wat hij bereikt heeft in zo’n korte tijd, maar hij loopt er ook niet echt zo mee te koop. Hij lijkt liever iedereen te laten delen in zijn voorspoed.’
‘Nou, hij liet anders maar wat graag de foto’s van zijn huis zien, en van zijn boot!’
‘Dat zou jij ook doen, Arnold. En recht heeft hij. Deze boot is werkelijk prachtig! En als ik die foto’s van zijn huis mag geloven, dan is dat ook een prachtig huis. Dan mag je er ook trots op zijn! Maar hoe dan ook, ik krijg een goed gevoel bij hem, Arnold. Als hij je de robots kan leveren, die je nodig hebt, dan moet je met hem zakendoen. Ik durf ervoor te wedden, dat je uiteindelijk beter af bent.’
Arnold kijkt Martine even aan. Ze heeft in het verleden wel eens vaker gelijk gehad met bepaalde beslissingen.
‘Dus jij meent, dat we hem kunnen vertrouwen?’
‘Ja, maar natuurlijk moet je hem wel even natrekken. Vertrouwen is goed, maar blind vertrouwen niet!’
‘En zullen we dan zijn uitnodiging maar aannemen?’
‘Je hebt eigenlijk al ja gezegd, Arnold. Dat kun je nu slecht annuleren! En daarnaast heb ik wel zin om een paar dagen daar door te brengen. Ik vind het aardige mensen, en ik kan bovendien erg goed opschieten met zijn moeder. En zijn vader is ook wel een leuke man.’
‘Ja, daar valt niets verkeerd over te zeggen. Goed, het kan geen kwaad om een paar dagen langer te blijven. En wie weet, kan hij me precies leveren, wat ik nodig heb.’
‘We zien het wel, Arnold. Laten we nou gewoon even genieten van deze dag!’
Johan en Ineke zien Arnold en Martine met elkaar praten. Ineke zegt tegen Johan: ‘Zullen we bij Arnold en Martine gaan zitten? Ze zitten daar zo alleen! En het lijken best aardige mensen!’
‘Dat is goed, ik vind ze ook wel aardig. Wel leuk, dat
ze hebben toegezegd om een paar daagjes bij Roald te komen logeren!’
‘Ja, dat vind ik ook erg leuk en daarom wil ik ze ook wat beter leren kennen. Wie weet houden we er een paar vrienden aan over!’
Johan knikt en ze staan dan op en gaan naar Arnold en Martine.
‘Vinden jullie het erg, als we erbij komen zitten?’
‘Nee, helemaal niet!’
Ineke gaat langs Martine zitten en zegt: ‘En, wat vinden jullie van Roalds’ boot?’
‘Wat een boot is dit! Het is werkelijk fantastisch! Doet hij dat wel vaker, dat hij wildvreemden meeneemt op zijn boot?’
‘Nee, alleen mensen, waar hij een goed gevoel bij heeft. Je moet toch echt iets bij hem losmaken, wil hij je uitnodigen. Hij zou je dus echt als vrienden moeten beschouwen. En hij is ook maar wat trots op zijn boot. Maar die jongen werkt er ook hard genoeg voor.’
‘Dat zal wel een heel aardige duit kosten, zo’n boot te onderhouden.’
‘Dat kost hem vrijwel niets. Hij heeft deze boot van mijn oma geërfd, en niet alleen dat, ze heeft hem ook wat geld nagelaten, om de boot te onderhouden. Dat zit in een speciaal fonds, net als het huis. Dat heeft hij van haar gekocht, maar hij kreeg van mijn oma een fonds, waarmee hij de hele verbouwing en restauratie van zijn huis kon bekostigen.’
‘Dan moet uw oma behoorlijk rijk zijn geweest!’
‘Ja, maar het is ook weer niet zo, dat ze haar geld geheel aan hem heeft nagelaten. Het meeste heeft ze aan het weeshuis, waar ze later directrice is geweest, nagelaten.’
‘Ik wil niet onbeleefd zijn, maar hoe zit dat nu met uw oma? Ik begrijp het niet helemaal.’
‘Dat is nogal een verhaal, Martine. Mijn vader werd in de oorlog geboren, hij was een zoon van Isabel, zo heette mijn oma. Maar het was een enorm zware bevalling en de dienstdoende arts bleek haar kind verkocht te hebben aan een welvarend paar in Nederland. Hij had haar en haar man verteld, dat het kind gestorven was.
Pas vele jaren later is de man van mijn oma erachter gekomen, dat hun kind wellicht niet gestorven was. Maar hij heeft het haar pas verteld op zijn sterfbed. Toen was mijn grootmoeder al behoorlijk oud, maar ze is wel op zoek gegaan naar haar zoon.
Ze heeft hem uiteindelijk ook wel gevonden, maar ze durfde hem uiteindelijk niet aan te spreken na al die jaren. Maar ze heeft hem wel gezien. Daar zijn foto’s van. Dat is een kant van het verhaal.
Want hoewel het eigenlijk groot toeval is geweest, dat Roald Isabel ontmoet heeft, denk ik toch, dat mijn grootmoeder er toch een hand in heeft gehad, dat ze elkaar ontmoet hebben. Er zijn aanwijzingen, dat ze hier en daar wat zaken stuurde. Roald ging op vakantie naar Zweden, maar dat verhaal heeft u al van hem gehoord. Ik denk dat mijn grootmoeder meteen wist, wie hij was en dat ze daarom haar huis zo goedkoop aan hem heeft verkocht. Maar we zijn er uiteindelijk pas achter gekomen, dat ze mijn grootmoeder was, nadat ze gestorven is. Dat was net enkele weken, voordat ik zou komen.’
Arnold en Martine hebben ademloos toegehoord. ‘Echt, ongelofelijk! Zonde dat jullie elkaar dan niet ontmoet hebben!’
‘Ja, dat is jammer, maar Isabel heeft zoveel herinneringen achtergelaten, dat het net zo is, alsof ik haar al jaren kende. Ze heeft massa’s dagboeken, waarvan ik me er steeds enkele van meeneem als ik weer bij Roald op bezoek ben. Die vrouw heeft echt een heel bijzonder leven achter de rug, en veel van haar herken ik ook in Roald. Zover ik nu door de dagboeken heen ben, lijkt haar karakter veel op dat van Roald. En ik denk dat Isabel dat ook wist.’
‘En uw vader? Hoe heeft hij dat ervaren? Weet hij het?’
‘Ja, hij weet het. Hij vindt het jammer, dat hij nooit heeft ontmoet, maar hij heeft er wel alle begrip voor, dat ze nooit toenadering heeft gezocht. En voor hem geldt, dat hij nu eindelijk weet, wie zijn echte moeder was. En de dagboeken helpen hem ook om dat een goede plaats te geven.’
‘Mag ik vragen, waar uw grootvader woont?’
‘Ja, hij woont nu in Giessenburg, enkele kilometers van ons vandaan. Ik woon in Giessendam.’
‘Oh, daar in de buurt woont een zus van me! Die woont in Leerdam!’
‘Dat is inderdaad niet ver uit de buurt. Als jullie dan weer eens in de buurt zijn, kom dan rustig eens langs!’
‘Dat doen we graag! We blijven wel eens vaker daar enkele nachten slapen, het is altijd zo’n heel stuk rijden.’
Martine vraagt dan aan Ineke: ‘Ik wil niet onbeleefd zijn, Ineke, maar ik vraag me eigenlijk iets af over Roald.’
‘Wat is er?’
‘Hoe sta jij er nu tegenover, dat hij zijn bed deelt met drie vrouwen?’
Ineke kijkt verrast. Dan zegt ze: ‘In het begin ben ik er wel een beetje van geschrokken, maar toen ik ze eenmaal leerde kennen, snapte ik Roald wel. Het is precies zoals hij zegt, die drie vormen voor hem een geheel. En nu ik er aan gewoon ben, zie ik het probleem niet meer eens. Ik heb nu gewoon drie schoondochters en ook drie kleinkinderen! Wat wil ik nog meer? En ze zijn alle drie erg betrokken over Roald, je kunt gewoon zien, dat er niets gespeeld is in hun relatie.’
‘Ja, dat was me ook al opgevallen. Maar ik ben altijd opgevoed, dat je maar een man mag liefhebben. Daarom was dat ook wel een beetje schokkend voor mij om hun zo te zien.’
‘Ik weet wat je bedoeld, maar dat vind ik eerlijk gezegd een beetje ouderwets. Ik houd van Johan, met heel mijn hart en dat is ook wederzijds. Maar ons liefdesleven was, om het eerlijk te benoemen, ingeslapen. Het was eigenlijk gewoon niets meer. Roald heeft onze ogen geopend. Hij liet me zien, dat het mogelijk is om je liefde trouw te blijven, maar dat je wel seks met anderen kon hebben. Je moet alleen heel erg eerlijk naar elkaar toe zijn.’
Martine kijkt Ineke geschokt aan. ‘Heb jij met Roald…’
Ineke lacht. ‘Nee, ben je gek? Hij is mijn zoon! Nee, Roald heeft niet alleen seks met zijn vrouwen, maar ook met andere vrouwen. Hoofdzakelijk goede bekenden van hem, maar hij zou het zich nooit in zijn hoofd halen om met een wildvreemde vrouw iets te gaan doen, waar zijn vrouwen niets van wisten.’
Arnold en Martine kijken weer geschokt. ‘Heeft hij met drie vrouwen nog niet genoeg?’
‘Jawel hoor! Maar zo af en toe willen ze eens afwisseling, zijn vrouwen zijn ook niet vies van andere mannen of vrouwen. Ze lijken wel engeltjes, maar op dat gebied zijn ze dat allerminst. En wat is er ook mis mee? Seks is niet hetzelfde als liefde. En daarbij is seks gewoon heel erg lekker. En sinds wij de stap hebben gezet om ook eens met anderen seks te hebben, is ons eigen liefdesleven behoorlijk opgefrist. Sterker nog, we zijn nog nooit zo verliefd op elkaar geweest en Johan kan nog maar amper van me afblijven!’
Arnold en Martine hebben nu rode wangen en oortjes, als ze dit zo horen van Ineke.
Arnold is de eerste die bekomen is van de schok en zegt dan tegen Martine: ‘Martine, zou dat ook niets iets voor ons zijn? Ik bedoel, we houden nog steeds van elkaar, maar hoelang is het geleden, dat we samen echt van de seks hebben genoten? Dat we het soms nog samen doen, wil nog niet zeggen, dat we er ook echt van genieten? In ieder geval niet meer zoals vroeger, want toen lustte je er wel pap van!’
Martine kijkt Arnold geschrokken, maar vooral streng aan. ‘Zoiets zeg je toch niet tegen vreemden, Arnold! Ook al kunnen we goed met hun opschieten!’
Arnold geeft nog niet op. ‘En waarom niet, Martine? Het is toch zeker waar! En het is toch niet zo, dat we meteen met Jan en alleman het bed in moeten duiken! Maar ik denk wel te begrijpen, waar Johan en Ineke op doelen. Ze hebben hun seksleven weer leuk gemaakt. En dan kan ik me best voorstellen, dat het spannend kan zijn om eens met iemand anders seks te hebben. Of het kan ook al spannend zijn om alleen maar toe te kijken.’
Ineke knikt. ‘Ja, daar doelden wij ook op. Dit was niet bedoeld als een open sollicitatie om met jullie seks te hebben, daar ging het ons niet om. Maar ik zie in jullie dezelfde blik, als die wij hadden. Je houdt nog wel van elkaar, maar spannend is het niet meer. En dat is toch eigenlijk eeuwig zonde!’
Daarmee raakt ze wel een gevoelige snaar bij Martine. Want Martine moet toegeven, dat Ineke wel een beetje
gelijk heeft. Maar haar opvoeding is altijd streng geweest, en om daar nu opeens mee te breken, dat is een te grote stap. Arnold begrijpt dat ook en ook Ineke en Johan begrijpen dat. Daarom laten ze het onderwerp even rusten en praten dan over hun dagelijkse leven.
Maar onderhuids begint Martine toch wel iets nieuwsgierig te worden. Ze kijkt opeens met een heel andere blik naar Roald en zijn vrouwen. Maar ook naar Johan en Ineke. En als Björn en Anna ook bij hun komen zitten, lijkt haar op te vallen, dat die twee Johan en Ineke toch veel beter kennen, dan een normale relatie tussen schoonouders.
Een vreemd soort van opwinding begint bezit te nemen van Martine. Ze voelt zich iets onrustig, als het gezelschap bekijkt. Opeens houdt ze het niet meer langer en vraagt aan Ineke of er een toilet aan boord is. Ineke wijst haar de weg en laat Martine dan achter.
Martine sluit de deur van het toilet achter zich. Ze gaat op het toilet zitten, maar haar hoofd zitten vol verwarde gevoelens. Toen Ineke haar net de weg wees, zou ze het niet eens erg gevonden hebben, als Ineke haar gezoend zou hebben. En dat is een grote schok voor Martine. Hoe kan ze nu opeens gevoelens hebben voor een vrouw! Maar het waren niet zo zeer gevoelens, maar eerder lust.
Terwijl ze haar plas doet, spoken er allerlei gedachten door haar hoofd. En die zijn allen, zonder uitzondering, zeer opwindend. En dat laat haar ook niet onberoerd. Ze voelt heel goed, dat ze tussen haar benen vochtig begint te worden.
‘Mijn God! Hoe kan ik nu zo nat zijn tussen mijn benen!’. Ze wrijft met haar vingers over haar schaamlippen en wenste dat Arnold er nu zou zijn om haar jeuk tussen haar benen te verhelpen. Maar ze kan hem slecht gaan halen om seks hier onder in de boot te hebben! Wat zouden ze wel niet van haar moeten denken!
Er zit niets anders op, dan zelf te zorgen om haar geile gevoel weg te krijgen. Langzaam laat ze haar vingers over haar schaamlippen bewegen en duwt dan een vinger bij haar naar binnen. Een kreun ontsnapt uit haar mond, het voelt echt heel erg fijn. Normaal zou ze dit nooit durven doen, maar op de een of andere manier voelt dit gewoon goed. Langzaam begint ze zich te vingeren, eerst met een vinger, later met twee vingers. Met haar andere hand bewerkt ze haar klitje, en is dan geschokt als ze plotseling hard klaarkomt. Golven geil komen uit haar kutje geperst.
Maar het kan haar heel even niets interesseren. Ze kan zich niet herinneren, dat ze de laatste tijd zo lekker is klaargekomen. Maar dan ziet ze hoe nat haar rok is geworden van haar orgasme. Daarmee kan ze onmogelijk mee op het dek komen. Martine wordt dieprood van schaamte.
Maar gelukkig herinnert ze zich, dat ze ook zwemkleding heeft meegenomen, omdat Roald hun verteld had, dat ze ook zouden gaan zwemmen. En hun tassen liggen hier onder in het ruim. Voorzichtig opent ze de deur van het toilet, en kijkt of er iemand onder is. Dat blijkt niet zo te zijn.
Opgelucht haalt Martine adem. Ze zoekt snel de tassen, waar haar zwemkleding in zit, maar kan die zo snel niet vinden, het is vrij donker in de kajuit. Ze zoekt de lichtschakelaar, maar schrikt zich rot, als plotseling de lamp aangaat.
‘Zoek je iets, Martine?’, vraagt Ineke.
‘Ja, onze tassen. Ik bedacht me, dat ik misschien nu beter mijn badpak aan kon trekken, nu ik hier toch beneden ben. Maar ik kan ze niet vinden en ik kon de schakelaar niet vinden.’
‘Oh, goed idee! Het is ook veel te mooi weer om met kleding buiten te zitten. Heb je er iets op tegen, dat ik me ook even omkleed?’
Martine zit even in dubio, maar knikt dan dat Ineke haar gang kan gaan. ten slotte is Ineke een vrouw, en dat is wat minder bedreigend. Nu de lamp aan is, vindt ze snel haar tas en ook haar badpak. Tot haar verbazing ziet ze dat Ineke zich al helemaal heeft uitgekleed en staat nu in haar evakostuum tegenover haar. Ineke heeft geen gêne, en glimlacht alleen maar naar Martine.
Maar Martine bloost hevig. Ze heeft wel eens vaker een blote vrouw gezien, maar daar heeft ze zich nooit wat bij gedacht. Maar nu beziet ze Ineke toch net even wat anders. Ze kan niet anders dan tot de conclusie komen, dat Ineke er best goed uitziet voor haar leeftijd. Ze zou willen, dat ze er nog zo zou uitzien!
Martine zelf staat nu ook alleen in haar ondergoed. Ineke glimlacht en zegt: ‘We zien er toch nog best goed uit voor onze leeftijd, vind je niet?’
Martine bloost weer wat harder, maar zegt: ‘Ik zou willen, dat ik er nog zo uitzag als jou, Ineke! Mijn lichaam begint behoorlijk uit te dijen!’
‘Ach wat, Martine! Het valt best mee. En bovendien heb je een stel prachtige borsten! Daar zal Arnold wel graag mee spelen, dat weet ik zeker!’
Martine kan haast niet roder zijn, maar ze voelt zich wel gevleid door de woorden van Ineke.
‘Zo strak zijn mijn borsten ook niet meer, Ineke. Maar die van jou lijken nog als van een jonge vrouw! Zou je het raar vinden, als ik je vroeg, of ik ze eens mag aanraken?’
Ineke glimlacht. ‘Oh, ga je gang maar!’
Voorzichtig betast Martine de borsten van Ineke. Ze schrikt als ze merkt, dat de borsten op de reactie van haar handen reageren. Ze worden meteen stijver.
‘Oeps, sorry!’
‘Dat geeft niet, Martine. Je hebt eigenlijk wel lekker zachte handen! Voelde helemaal niet verkeerd aan! Mag ik ook eens aan die van jou voelen?’
Martine voelt zich een beetje klemgezet, maar aan de andere kant wil ze ook ervaren, hoe het voelt om door een andere vrouw daar eens betast te worden. Ze knikt en haalt diep adem.
Ineke snapt heel goed, dat dit een grote stap voor Martine is. En daarom doet ze ook zeer behoedzaam. Met haar handen streelt ze om de borsten van Martine op de manier, zoals Roald haar dat eens geleerd heeft. Even speelt ze met de gedachte om dan Martine te laten klaarkomen, maar daarmee zou ze haar te veel laten afschrikken. En dat is niet de bedoeling.
Maar de spanning bij Martine is te hoog en als Ineke haar borsten betast, komt Martine alsnog klaar.
Geschokt kijkt ze Ineke aan en stamelt: ‘Sorry, dat was niet de bedoeling!’
Ineke lacht. ‘Waarvoor moet je je verontschuldigen, Martine? Ik zou me moeten verontschuldigen, want ik wist, dat dit zou kunnen gebeuren. Alleen had ik niet verwacht, dat jij er zo gevoelig voor zou zijn. Wat ik net bij je deed, is iets, wat Roald ons ooit heeft geleerd. Het is echt heerlijk, Johan kan het nu ook al vrij goed, en het heeft zeker bijgedragen aan het opleven van ons seksleven.’
Martine moet dan ook lachen. ‘Het is allemaal nog een beetje verwarrend allemaal, Ineke. Een uur geleden had ik nog het idee, dat ik alleen seks mocht hebben met mijn man, en nu ben ik klaargekomen door een vrouw! Weet je, dat jij de eerste bent, waarbij ik klaargekomen ben, buiten de orgasmes die ik had van Arnold?’
‘Ow? Heb je nooit iemand anders gehad? Ook niet vroeger?’
‘Nee, we zijn echt heel streng opgevoed. Seks voor het huwelijk? Ondenkbaar! Ik wist niet eens wat seks was, voordat ik met Arnold getrouwd was. Pas op de vooravond van ons huwelijk kreeg ik een heel beperkte instructie over wat ik kon verwachten en dat was het dan. Gelukkig had Arnold veel begrip, en bleek hij toch best wel een goede minnaar te zijn. Maar aan zoiets had ik echt nooit durven denken! Wil je alsjeblieft niets tegen mijn man zeggen?’
‘Natuurlijk, waarom zou ik dat ook doen? Bovendien hebben we toch niet echt iets verkeerds gedaan, of wel?’
Martine schudt haar hoofd. ‘Maar ik zal het Arnold wel moeten vertellen. En ik heb nog geen idee hoe.’
‘Vertel hem maar gewoon wat er gebeurd is, Martine. Ik weet zeker, dat hij het niet erg zal vinden.’
Martine glimlacht en knikt. Dan kijkt ze naar beneden en ziet haar rok, die op de grond ligt. Die is nu helemaal nat van haar geil. Dan moet ze lachen en zegt: ‘Ik denk dat het maar beter is, dat ik die niet meer aantrek!’
Ineke lacht ook. “Dat lijkt me ook! Maar je kunt het hier een beetje wassen en ook hier laten drogen. Het is er nog warm genoeg voor.’
‘Oh, dat zou fijn zijn!’
Ze trekken zich eerst hun badkleding aan en dan helpt Ineke Martine even mee met het wassen van haar kleding.
Martine is opeens een stuk minder gespannen en ook losser. Ze lachen samen om het voorval en als ze dan samen boven komen, hebben ze de grootste lol.
‘Nou, jullie hebben nogal plezier! Het duurde nogal lang daarbeneden!’
‘Ach, Martine had dorst en zocht wat te drinken en daarbij heeft ze wat geknoeid over haar rok. En ik heb haar even geholpen met het zuiver maken.’
‘Aha, en toen dachten jullie dat je maar meteen jullie badpakken konden aantrekken? Goed idee! Moet ik zo ook even doen!’
Arnold kijkt even verbaasd naar zijn vrouw. Zojuist was ze nog heel erg gespannen, maar nu lijkt ze juist heel erg ontspannen! En hij kent haar goed genoeg, dat ze meestal niet erg snel zo ontspannen raakt. Tenzij…
Nee, dat kan niet. Ze zal toch niet? Hij kijkt Martine en Ineke nog eens goed aan, die nu zeer ontspannen met elkaar zitten te praten, alsof ze elkaar al jaren kennen. Hij kan toch niets aparts aan die twee zien. Misschien hebben ze in de kajuit eens goed met elkaar gepraat. Dat zal het wel zijn!
Enigszins gerustgesteld haalt hij weer adem. Johan is even naar Pelle gelopen en heeft gevraagd of het nog lang duurt, voordat ze kunnen gaan zwemmen. En dat blijkt niet meer zo lang te duren. Pelle heeft een goede plek gevonden om het anker te laten zakken en daar is hij al bijna.
Johan loopt dan weer naar Björn en Arnold en zegt: ‘Zullen we ons dan ook gaan omkleden? We gaan bijna voor anker en dan kunnen we gaan zwemmen.’
Arnold knikt, evenals Björn. Ze komen Anna tegen, die zich ook snel heeft omgekleed. Arnold kijkt met grote ogen naar Anna, die er met haar 49 jaar nog heel goed uitziet. Ze is gekleed in een knalgele bikini en een zwembroekje, dat net genoeg verhuld, maar de gedachten heel goed prikkelt.
Björn ziet dat Arnold naar Anna kijkt en zegt met zijn Zweeds accent: ‘Ja, mijn vrouwtje ziet er met haar 49 jaar nog steeds heel goed uit, vind je niet?’
Arnold bloost lichtjes en zegt: ‘Ja, dat klopt. Je kunt echt wel zien, dat ze de moeder is van je dochters!’
‘Ja, ik weet wel, waar mijn dochters de schoonheid vandaan hebben! Ze lijken stuk voor stuk op haar. Maar gelukkig hebben ze een groot deel van mijn karakter, want Anna kan soms best wel opvliegend zijn. Maar dat is ook weer iets, wat ik leuk aan haar vind.’
Arnold ziet met genoegen hoe verliefd Björn naar Anna kijkt. Dan begint hem iets te dagen. ‘Ehm, zou ik iets intiems mogen vragen? Als je geen antwoord wilt geven, dan is dat wel goed, hoor. Ik vroeg me alleen af, of jullie samen weleens…’
Björn maakt de zin voor Arnold af. ‘Seks met elkaar hebben? Dat wilde je toch vragen? Nou, ik doe daar niet geheimzinnig over, want het is gewoon waar. We hebben seks met elkaars vrouwen. Dat maakt het gewoon lekker spannend in ons leven. We zien elkaar dan enkele maanden niet, en in de tussentijd heb ik met mijn vrouw weer heerlijke seks. En ik verheug me er nu ook al weer op om weer eens seks met Ineke te hebben. Het is niet dat ik gevoelens voor haar heb, maar ik verheug me wel op de seks met haar.’
Johan knikt. ‘Ja, dat is wat we net tegen je probeerden duidelijk te maken. We zijn best tevreden met onze eigen vrouwtjes, maar soms is de afwisseling gewoon fijn.’
Arnold glimlacht. ‘Ik dacht het al, maar ik vroeg het me gewoon af.’
Johan zegt tegen Arnold: ‘Zou je het eens met Ineke willen doen? Ik weet zeker, dat ze er wel voor te vinden is!’
Arnold kijkt geschokt. ‘Vraag je dat niet eerst aan je vrouw? En hoe zou ik dat ooit kunnen doen! Ik ben gelukkig getrouwd!’
‘Dat zijn wij ook! Maar wat denk je, dat Martine en Ineke zojuist hieronder hebben gedaan?’
Arnold kon niet geschokter kijken, dan hij nu doet.
‘Meen je dat?’
‘O, jazeker! Ik zeg niet, dat ze echt seks met elkaar hadden, maar er is zeker wat gebeurd. Ik ken mijn vrouw heel goed, en daarom weet ik ook, dat er net iets gebeurd is. Maar omdat ik je nu vraag of je het zou willen, wil nog niet zeggen, dat het ook gebeurd! Dat is iets tussen jou en Ineke, daar ga ik niet over! Ik wil alleen weten of je zou willen.’
Arnold moet hevig blozen en zegt dan: ‘Nou, ze ziet er anders heel erg goed uit voor haar leeftijd! En ik kan niet ontkennen, dat het me niets deed. Dus als je me zo vraagt, ja. Maar alleen als ik niet getrouwd zou zijn, begrijp je?’
Johan knikt. Björn zegt dan: ‘En zou je ook met mijn vrouw willen?’
Arnold begint te lachen. ‘Een man zou gek zijn, om haar af te wijzen, Björn. Je mag van geluk spreken, weet je dat?’
‘Dank je, maar jouw vrouw mag er ook nog best wel zijn. In dat badpak ziet ze er best nog sexy uit! Ik zou me wel een nachtje met haar willen amuseren, jij niet dan, Johan?’
‘O, zeker! Ze heeft een paar lekker grote borsten, waar ik wel eens mee zou willen spelen. Maar zoals gezegd, tussen willen en gebeuren zit een groot verschil.’
De mannen glimlachen en kleden zich dan om. Ze kennen geen echte géne voor elkaar, maar Arnold loert toch stiekem naar de apparaten tussen de benen van zijn nieuwe vrienden. Dat zijn vrij normale pikken, in tegenstelling tot de pik van hem. Dat is een best fors apparaat, ruim 18 cm en vrij dik.
Björn ziet dat Arnold kijkt en zegt: ‘Zo, dat is nogal een heel ding daar tussen je benen. Martine zal zich wel niet echt beklagen, of wel?’
Arnold bloost, opgelaten, dat hij betrapt is, terwijl hij zat te loeren. Dan glimlacht hij. Het is net alsof hij door een barrière is gegaan. ‘Ik heb haar nog nooit horen klagen, dat is zeker. Maar aan de andere kant, zowel zij als ik hebben nog nooit iets met een ander gehad.’
Björn en Johan kijken verbaasd. ‘Nog nooit? Ook niet vroeger?’
‘Nee, bij ons werden we heel streng opgevoed. Seks voor het huwelijk, dat kon echt niet. Ik had gelukkig nog twee oudere broers, die me wel een en ander verteld hebben. En ik was blij, dat ze me het verteld hebben, want zo kon ik Martine een en ander leren. We waren allebei nog zo groen als gras!’
De mannen lachen. ‘Gelukkig was dat bij ons wat minder streng. Toen ik met Ineke trouwde, hadden we al een keer seks met elkaar gehad. En ook nog wel vaker als een keer!’
Björn lacht en zegt: ‘Dat was bij ons niet veel anders. Maar ik vind het wel interessant om eens te horen, dat het elders ook wel anders kan zijn.’
Ze lopen dan weer naar boven heen. En nu is het de beurt aan Martine om waar te nemen, dat Arnold wat meer ontspannen is tegenover de andere mannen.
Maar het is Ineke die daar wat over zegt: ‘En, was het gezellig daarbeneden? We hoorden jullie flink lachen!’
Johan antwoordt: ‘Ja, gewoon lekker mannen onder elkaar, net als jullie net vrouwenzaken onder elkaar hadden.’
Ineke lacht. ‘Dat is ook weer zo. Maar volgens mij zijn jullie net op tijd! Pelle gaat zo het anker laten zakken!’
Roald komt naar zijn ouders gelopen en zegt: ‘Ik zie dat jullie al klaar zijn om te gaan zwemmen! Pelle zei me, dat het hier vrij ondiep is, als we een paar meter zwemmen, moeten we al kunnen staan. En ik stel voor, dat we gaan picknicken op het strand. Pelle laat dadelijk de bijboot zakken, en dan vaart hij met Frieda naar het strand en neemt de broodjes en het drinken mee.’
‘Oh, goed idee!’
Dan roept ze naar Pelle: ‘Is het hier wel diep genoeg om te kunnen duiken?’
‘Ja, hier is het nog vier meter, maar het loopt hier steil omhoog. Als je tien meter richting de kant zwemt, dan kun je waarschijnlijk al staan!’
‘En? Kunnen we al zwemmen?’
Pelle lacht. ‘Even wachten nog, de boot moet zich nog leggen en dan laat ik het hekanker ook nog even zakken.’
‘Je roept maar, wanneer we kunnen!’
Pelle lacht weer. ‘Jullie lijken wel een groepje schoolkinderen!’
Daar moeten ze hartelijk om lachen. Een tien minuten later kunnen ze dan gaan zwemmen.
Alsof ze hun jeugd hervonden hebben, duiken ze in het water. Ze spetteren elkaar nat, en lachen en gillen als ze onderwater getrokken worden.
Roald kijkt glimlachend hoe zijn ouders en schoonouders zich vermaken in het water. Pelle komt langs hem staan en zegt: ‘Moet je nou eens kijken! Weet je, ik ben jaloers op ze. Ik mag hopen, dat ik op hun leeftijd nog steeds zoveel plezier kan beleven!’
‘Dat hoop ik ook. Maar ik weet wel, waarom ze zo vrolijk zijn. En ik gun het ze ook wel, zeker nu ze ook enkele nieuwe vrienden lijken te krijgen.’
‘Hoe bedoel je, Roald?’
‘Had je niet gezien, hoe hun gedrag tegenover elkaar veranderde?’
‘Sorry, ik was te zeer bezig met het besturen van de boot. Ik moest mijn aandacht op andere dingen vestigen.’
‘Nou, ik zou er niet van staan te kijken, dat ze vannacht een klein intiem feestje gingen houden, Pelle.’
Pelle kijkt geschokt. ‘Meen je, dat ze met elkaar naar bed gaan? Dat meen je niet!’
‘O, jawel hoor! En wat dan nog? Laat ze toch lekker plezier hebben! Daar is toch niets mis mee, of wel?’
‘Nee, maar het is alleen dat ik het niet tussen je ouders en je schoonouders verwacht had. Maar aan de andere kant, had ik het wel kunnen verwachten. Wie bij jou in de buurt komt, raakt zonder twijfel verstrikt in zulke taferelen! En ik moet toegeven, dat ik nu opwindendere seks heb met Frieda, nu we wel eens buiten de boot eten.’
‘Ik wou al zeggen, het valt goed aan jullie te zien. Net als aan mijn ouders en schoonouders. Ik moet zeggen, dat ik eerst ook wel even geschokt was, maar nu is het alleen maar logisch.’
‘Dat is ook weer zo. En jij kan het ook niet laten. Wie was er eergisteren bij jou gebleven?’
Roald lacht. ‘Je weet dat ik dat toch niet ga vertellen, Pelle. Dan doe ik ook niet over jou en ik mag hopen, dat ik van jou hetzelfde mag verwachten.’
‘Dat weet ik wel, maar ik wil alleen maar zeggen, dat je daarmee ook wel een beetje moet oppassen. Nu hoorde ik het, omdat ik er toevallig lang liep. En ik weet best wie het was, maar ik ga het ook niet zeggen. Precies om dezelfde reden, waarom jij niets over mij zegt. Dat gaat verder niemand wat aan.’
‘Precies. Dus waarom vraag je er dan ook naar?’
Pelle lacht. ‘Ik? Ik heb helemaal niets gevraagd!’
De beide mannen glimlachen. Pelle grijnst eens naar Roald en duwt hem dan plotseling overboord. ‘Zo, en nu moet je eerst afkoelen!’
Roald schrikt eerst wel, maar moet dan ook lachen. ‘Wacht maar, die krijg je wel terug!’
Pelle lacht. ‘Daar twijfel ik niet eens aan, Roald. Daarvoor ken ik je nu al goed genoeg, dat je zoiets niet vergeet!’
Na enkele uren waterpret varen ze weer naar de haven terug. Iedereen is moe van de mooie tocht. Het is toch vrij mooi weer geworden, en ze hebben allemaal een lekker kleurtje gekregen.
Arnold en Martine bedanken Roald voor de mooie dag en gaan dan naar hun huisje.