Vervolg op: Bakkersjongen - 45: Een man weet niet wat hij mist
Ik zat doods voor me uit te kijken. Weggezakt in een oude maar comfortabele stoel. Buiten regenende het. De mooie sneeuw verdween razendsnel en alles oogde weer vies. Manon was vertrokken. Ze had haar spullen gepakt en weg was ze. Al die tijd zat ik hier in die stoel en hoorde ik haar huilend bezig zijn op onze slaapkamer. Die was nu weer van mij. Maar misschien van mij alleen. Ik had besloten het te zeggen tegen Tessa als ze straks thuis komt. De woorden van Manon waren verleidelijk, maar ik was niet die persoon om stiekem vreemd mee te gaan. Dat was al gebeurd en het beviel me niets. En nadat bleek dat ik losse handjes had, wilde Manon dat waarschijnlijk niet eens meer. Maar dat had verder geen invloed gehad op de keuze. Ik moest het gewoon vertellen.
-
,,Hey, lieverd.’’ haar zachte stem was welkom. Gespannen had ik de sleutel in het slot gehoord en versnelde het mijn hartslag meteen. Ik zat met de rug naar haar toe. Ze legde even haar handen op m’n schouders en kuste me op m’n kruin. Ze leek zorgeloos. ,,Is Manon nog weg?’’ vroeg ze me dan luchtig. Moest ze weg dan? Of wist ze dat ze naar huis was? Als ze dat wist dan wist ze ook dat ze waarschijnlijk nog niet thuis was aangekomen.
,,Ze is weg, he.’’ zei ik toen wat doods, wat ze maar op een enkele manier kon interpreteren, terwijl ik door de verregende ramen naar buiten bleef kijken. Ze gooide net haar tas af. Ik draaide m’n nek en keek haar aan. Ze was verrast.
,,Weg?’’ vroeg ze me dan ook.
,,Naar huis. Ze komt niet meer terug. We hadden ruzie.’’ begon ik gelijk maar. Nu was ze helemaal verdwaast.
,,Wat is er gebeurd dan?’’ Paniek en ongeloof in haar stem.
-
,,Ga even zitten.’’ Ik was net gaan staan en gebaarde haar op de bank plaats te nemen. ,,Ik weet niet wat je weet, maar vast niet alles.’’ begon ik toen nog voordat ze zat. Dus bleef ze staan. Ze keek me scherp aan. ,,Ik snap niet dat je het prima vind.’’ begon ik toen. Niet de weg die ik eigenlijk in wilde slaan, maar goed. ,,Je weet dat ze me leuk vind? En je vind het prima dat ik haar leuk vind? Waarom?’’ vroeg ik haar toen in m’n eigen verwarring. Al die tijd had ik gewacht op haar thuiskomst en me voorbereid wat te zeggen. Maar dat was niet dit. Tessa leek even terneergeslagen.
,,Nou, het is toch niets.’’ zei ze dan zacht. ,,Toch niet wat wij hebben.’’ redeneerde ze simpel.
,,Maar wat hebben wij dan? Een seksloze relatie van een jaar? En wat houd die relatie nog in? Je mist me niet eens naast je. En hoe je lacht om die andere jongens…’’ klapte er uit voordat ik het doorhad. Er zat me zoveel meer dwars en blijkbaar wilde ik onbewust meer waarheden op tafel leggen dan goed was. In ieder geval voor nu. Ze schrok ook enorm. Ze raakte direct geëmotioneerd. Ik wilde het nog terugnemen, maar dat kon niet. Nu wist ze hoe ik er over dacht na al die tijd dat ik altijd maar zei dat het goed was. Maar het was ook goed… Dat was het.
-
,,Jens, het spijt me. Zo heb ik het nooit bedoeld.’’ begon ze toen. Ik brak bijna. Nu dacht ze dat het haar fout was. Wat was ik toch een eikel.
,,Nee. Nee, je begrijpt me niet. Het is niet jouw schuld. Maar mijn schuld. Ik had je eerder moeten vertellen dat ik meer wilde. Maar ik wist het niet. Niet totdat Manon bij ons kwam wonen.’’ raasde ik toen moedeloos. Ik durfde haar vanaf dit moment niet meer aan te kijken, maar ik voelde haar moedeloze blik die geen moment afweek. ,,Ik dacht dat je dit wilde. Ik was gek. Zij wilde het, en ik ook. En even dacht ik jij ook. Zeker nu je het allemaal prima vind, was dat niet eens zo gek.’’ ging ik door.
,,Jens, wat is er aan de hand?’’ vroeg ze me zwaarmoedig. Ze wilde het niet vragen. Ze wilde het niet weten.
,,Die avond… Dat Manon het goed moest maken… Nou, dat… Dat nam ze iets te serieus. Of juist niet. Weet ik veel!’’ Ik werd kwaad omdat ik het niet duidelijk wist te brengen. ,,Ze heeft me afgezogen.’’ zei ik daarna hard. Dat was wel duidelijk. Een doodse stilte viel meteen in. Ik hijgde. M’n hart ging te keer en het voelde alsof m’n lichaam in elkaar gedrukt werd. Hoe zwaar zou zij het wel niet hebben?
-
Ze kwam voor me staan. Ik keek nog naar de grond. Ik sloot m’n ogen toen ze me vanaf onderen probeerde aan te kijken. Ze leek het niet te kunnen geloven. Die stilte was moordend.
,,Het was maar kort. Maar ze wilde het niet zeggen.’’ Ik hoorde haar snuiven. Moedeloos. Beroofd. Ze begon te snikken. ,,Het spijt me echt zo erg.’’ zei ik haar nog. Maar dat kon ik niet menen. Het was te laat. Het was al gebeurd. Ik zag haar gekwetste gezicht.
,,Hoe kon je?’’ fluisterde ze alleen. Ik keek haar aan en zag haar grote donkere ogen vol tranen staan. Ik zuchtte er om uit ongeloof. Ik wist het ook niet. Het ging zo snel. Het was zo kort. Maar de nasleep duurde al zo lang.
,,Je verdient beter. Maar ik moest de waarheid vertellen. Het spijt me zo ontzettend…’’ Ze drukte haar hand op m’n mond.
,,Ik wil het niet horen.’’ zei ze weer zacht, maar zo ontzettend intens. Volgens mij kookte ze van binnen. Maar zij was niet het type wat naar iemands keel zou grijpen. Ik wilde haar tegen me aandrukken, haar troosten. Ik was de laatste persoon die dat moest doen. Maar er was verder niemand. Nu waren we weer alleen en ook nu was het huisje beklemmend klein. Ze liep naar de slaapkamer en ik naar de keuken. Ik hoorde haar huilen. Niet snikken, maar echt huilen. Zo diep ongelukkig had ik haar gemaakt. En ik hoorde het allemaal.
-
Ik moest weg hier. Gewoon even weg uit de hoofdstad, weg van haar en weg van iedereen. Maar ik kon haar zo niet achterlaten. Echter kwam ze me zelf het nieuws vertellen dat ze straks werd opgehaald. Sporen van tranen stonden nog op haar wangen. Haar ogen waren ook nog steeds waterig en ik kon haar nog steeds niet troosten. Eigenlijk bleef ze nog zo rustig. Was het andersom geweest dan had ik haar misschien wel achter van het balkon geflikkerd. Niet echt, maar bij wijze van spreken. Ik zou er niet tegen kunnen. Ik was dan ook geworden wat ik verachtte. Maar Tessa zou dezelfde weg volgen als Manon eerder vandaag. En zo verloor ik niet één, maar twee liefdes.
-
Ik wilde er niet bij zijn. Ik had m’n jas gepakt en was de donkere, nog vroege avond ingelopen. Het was zo raar om bij haar te zijn terwijl je wist dat ze je niet meer liefhad. Ik zei niets, zei vroeg niets. En toen was ik echt alleen. Helemaal alleen. Ik had nog een hoop vragen. Al wist ik nu dus wel zeker dat Tessa ook maar nooit bedoeld had dat er iets had moeten gebeuren tussen mij en Manon. Dat was een verzinsel wat was ontstaan door mijn eigen verlangen. Dat het resulteerde in een ondeugend minuutje wat m’n leven zou ruïneren, had ik dus niet aan Tessa te danken. Manon had wel een flinke duit in de zak gedaan. Ik kon niet geloven dat ze zo brutaal was geweest en eigenhandig de relatie van haar beste vriendin op het spel had gezet. Dingen die ze gezegd heeft, konden echt niet. En toch herinner ik me ook vooral hoe mooi ze was, hoe onzeker en ook lief. En natuurlijk die hartstochtelijke minuut waarin ze mij op haar eigen dronken manier bedankte. Maar het was het allemaal niet waard. Ik miste Tessa meer dan wie dan ook.
-
Ik pakte snel m’n leven weer op. Zo werkte ik gelijk weer volle dagen, en als het kon nog iets langer. Ik wilde niet thuis zijn. Niet alleen. Mijn bovenbuurmeisje, ook een studente, had het een en ander gehoord, en nadat ik het een en ander, zeker niet alles, had uitgelegd, had ik bij haar wat troost kunnen vinden. Maar ik durfde er niet aan. Ik hoopte dat Tessa zou terugkomen, en als zij het idee zou krijgen dat ik zomaar door was gegaan, zou dat het alleen maar erger maken. Ik hoopte een weekend lang dat ze me zou verassen en me weer zou vergezellen. Maar ik zag haar pas de maandag. En de dinsdag en de woensdag. Nu moest ze van verder komen om naar school te gaan. Vanaf het station langs het bakkertje. Ze liep zomaar voorbij. Ik zag haar eerst in een ogenblik, maar de momenten daarop wachtte ik er op. En elke keer liep ze dan voorbij, zonder ook maar een blik naar binnen te wagen. Het was pijnlijk. Zeker omdat ze op de route ook langs ons straatje en de gracht kwam. Langs ons huisje. Misschien moest ik gewoon even uit de stad verdwijnen. Dat als ze wel een keer naar binnen kijkt, ze schrikt dat ik er niet ben. Want ze zal me vast wel gezien hebben.
-
Bij Timor, de beste baas die ik ooit gehad heb, kon ik m’n ei kwijt. Dat was echt een bijzondere man. Ook toen ik hem vroeg of het goed was dat ik even niet zou komen, zei hij me slechts dat hij wat zou regelen. Een warme glimlach en een hand op m’n schouder boden de troost waar ik ondertussen naar verlangde. Het voelde als een verademing om de stad te verlaten. Een verstikkend gevoel had zijn greep gehad op mijn denken en doen. En met de trein liet ik de koude en kille stad achter en vertrok ik ver naar het zuiden. Op naar het Zeeuwse platteland waar mijn ouders op me zouden wachten. Op de boerderij waar ik groot was geworden en mezelf heb leren kennen. En in de stad was ik iemand geworden die ik niet meer kende. Ik was haast gevaarlijk geweest, onberekenbaar. Een slechte zaak.
-
,,Ben je alleen?’’ Enigszins verbaast kwam m’n moeder me tegemoet gelopen nadat ik zelf de deur had geopend met mijn oude sleutel. Ik kon haar maar beter het nieuws vertellen. Maar niet alles natuurlijk. Ze moest er even bij gaan zitten. Ik had Tessa hier drie keer mee naartoe genomen en ze waren helemaal gek op haar. M’n vader ook. En dat was niet zo gek. Iedereen was gek op Tessa…
,,Waar is pa?’’ vroeg ik nors nadat ik wat te drinken had afgeslagen.
,,Met de stagiairs op het veld, of achter in de schuur.’’ Ik knikte en liet haar.
-
Mijn ouders waren geen geboren Zeeuwen. De boerderij was ook vrij modern. Wel in een oud jasje. Vroeger hielden ze melkkoeien maar tegenwoordig hebben zij zich aangepast. Het moest. Ik mis de koeien. Dat zijn echt leuke beesten. De grote stal was omgebouwd om deels te verhuren aan mensen met paarden. De andere helft werd gebruikt voor nog wat eigen dieren. Een groepje schapen, een paar varkens en wat kippen, eenden en ganzen. Achter naast het veld stond een nieuwe schuur. Daar stond voornamelijk apparatuur en ook nog wat verhuurstallen, wat ik nog niet wist. Hier was mijn pa met wat studenten. Vroeger al hadden we stagiaires over de vloer. Die bleven ook vaak intern. Dat was altijd gezellig. Zo was ik nooit een echt enig kind. Maar pa had altijd oog voor mij.
,,Hey, jongen. Je bent er al.’’ Hij sloeg z’n arm me heen en in zijn blik herkende ik zijn zorgen. Hij zag meteen dat er iets niet goed was. Maar hij stelde me eerst voor aan een paar jongens en meiden en toen nam hij me even apart zodat ik ook hem het nieuws kon mededelen.
-
Drie keer is ze hier geweest. Drie nachtjes. Ik vond het fantastisch om hier te zijn met haar. Haar alles te laten zien wat ik vroeger deed, wat ik kon. Schaterlachend zat ze bij me achterop en liet ik haar zien dat ik best goed kon rijden. In mij had ze nooit een ruiter gezien. En ook al was het paard niet wit, voelde ik me toch even haar prins. Ze was gek op dieren. Het voelde als thuiskomen, ook voor haar. We hadden toen nog een oude hond, die er nu niet meer is, en die vertrouwde nooit iemand. Echt zo’n erfhond. Waaks als maar wezen kon. En dan ziet dat gekke beest voor het eerst dat blonde meisje met de donkere ogen en kruipt die zowat bij haar op schoot. Toen wist ik dat ik een bijzonder iemand had leren kennen. Toen wisten mijn ouders ook dat ze haar wel moesten accepteren. Ik hoor het m’n vader nog zeggen: ‘’Goedgekeurd.’’ En dan knikte hij naar mij, naar m’n moeder, naar de hond en dan ook naar Tessa. Ja, als Willie z’n zegen gaf, had je die van de hele familie. Ik kon Tessa uitleggen dat ik de hond vernoemd had naar Willie Wartaal en vervolgens kon ik uitleggen wie dat was. Het was toch een andere generatie. Maar hier waren we samen gekomen. Hier vonden we elkaar en vroeg ik haar na die eerste keer ook of ze wilde samenwonen. Dat was eigenlijk nog helemaal in het begin.
-
Ik wandelde deze avond het erf af en langs de plekjes waar ik herinneringen aan over hield. Veel aan Tessa maar ook nog van verder terug. Boven de eerste stal kon je makkelijk op de hooizolder komen. Wat kuste ze me daar toen zo lief en innig. Die stilte hier is ongekend. Ze was me dankbaar. Toen al. Alleen wat geluiden van wat dieren zo nu en dan, maar iets rustgevender bestaat er niet. Niet voor mensen zoals wij. Ik miste de lippen van Tessa. Ik miste alles aan haar. Toen was het niet zo koud als dat het nu was. Maar zonder Tessa was alles kil. Ik wandelde de stallen van de paarden af, en wie wilde kon zijn neus even laten aaien. Ik liet hier een hele andere kant zien aan haar. Ik was natuurlijk ook gek op dieren. Maar ik vond het altijd moeilijk om over dit leven te praten, bang dat ze het raar zou vinden. En bang dat ze was voor de varkens. Die kunnen ook onvoorspelbaar zijn. Beestjes met karakter. En zo begon ze mij ook te zien. Ik kreeg hier een ander karakter en dat verwonderde haar. We mochten niet samen slapen, op dat gebied waren mijn ouders niet zo modern, maar slapen deden we haast niet. We bleven tot laat in de avond op, meer praten dan zoenen, en in de ochtend hielpen we dan op het bedrijf. Waren het geen stagiaires, dan wel de mensen met een lichte handicap die een handje konden gebruiken met het ‘helpen’. En Tessa deed dan ook gewoon mee. Het wat stille, soms slordig overkomende, maar veel te mooie, jonge, blonde meisje was echt niet vies om haar handen uit de mouwen steken om te laten zien wat ze waard was. Het was dan ook niet gek toen we het tijden later over de toekomst hadden, en zij het ook wel zag zitten om naar het platteland te komen. Dat was een mooi vooruitzicht.
-
En wat was nu mijn vooruitzicht? Ik probeerde na een week weer contact met haar te leggen. Ik dacht dapper te zijn door te gaan bellen, maar kreeg nul op het rekest. Dan maar wat laffe berichtjes. Dan heb je nog kans dat ze het leest. Maar ik kreeg geen antwoord. Sinterklaas werd vast gevierd. Maar niet bij ons. We gingen al richting kerst en de sneeuw zou weer zijn intreden doen. En ik was weer in de stad. Het was fijn even thuis te zijn, maar ik miste haar hier nog meer. Ze was verder weg. Maar thuis, in de stad, m’n andere thuis, was het kil en stil. Opeens was het koud, en leek het zoveel ruimer te zijn. Ik sliep weer in m’n eigen bed. Alleen. Een slapeloze nacht. Hoe vaak hebben we hier wel niet gelegen. Gewoon gepraat en geknuffeld. En in het begin mocht ik nog m’n ding doen bij haar. Het was zo fijn. Ik hoefde niet eens seks met haar om gelukkig te zijn. Iets wat ik al wist voordat het misging.
-
De volgende dag liep ik de koelcel in op het werk waar we onder anderen het fruit bewaarden. Ik kwam hier graag. De geur van rijpend fruit was ten eerste een fijne geur, maar deed me ook altijd aan Tessa denken. Niet dat zij naar rijpend fruit rook, maar zo zoet als die geur was zij ook. Als ze me wakker kuste en ik dan als eerste haar stralende lach zag voordat de dag nog maar begonnen was… man, wat miste ik dat. Dan realiseer je je gelijk weer hoe dom je wel niet ben geweest. Hoe kon het dat ik het allemaal was vergeten met het zien en horen van dat andere meisje. Maar zo gek was dat niet. Hoe krom dit misschien ook klinkt, betekende Manon alsnog heel veel voor me. Anders zou ik Tessa nooit kunnen vergeten en zelfs bedriegen. Maar toch verlangde ik naar Tessa nu, en niet naar Manon. Er zit vast iets in het willen hebben wat je niet hebt, of kan krijgen. Ik werd niet gemist. Dat wilde ik nu dus wel. Ik zocht een middenweg en voor die paar dagen in de week dat ik bleef werken, reisde ik heen en weer. Ik kwam liever niet meer in ons, nu mijn, appartementje.
-
,,Hey, hoe gaat het?’’ Zomaar een berichtje op m’n telefoon. Het wekte me meteen op. Maar ik wist niet of ik gelijk moest reageren.
,,Goed.’’ zei ik uiteindelijk, maar hield het toch een beetje af. Ik wist niet of ik dit nu zo moest doen.
,,Ik was bij je thuis. Je was niet werken. Waar was je?’’ Dit wekte me nog meer op. Ze had aangebeld om met me te praten, of meer dan dat? Iets in ieder geval. En toen ging ze ook nog bij m’n werk kijken of ik er was. Maar ik was er niet. Ik zat ver weg op de hooizolder waar ik in de kou door een opening naar buiten keek naar een volle maan. Het had weer gesneeuwd en zo vlak voor kerst verlichtte de maan een heus winterwonderland. Maar ik keek al snel naar m’n telefoon en kon m’n ogen er niet vanaf houden. Ze had een andere profielfoto en het was fijn haar ook zo weer even te zien. Een recenter beeld. Ik was in staat om gelijk naar de stad af te reizen, mocht ze daar nog zijn.
-
Toen het te lang duurde, belde ze me op. M’n hart bonkte meteen in m’n keel. Ik werd er misselijk van. Maar ik nam snel op.
,,Hey.’’ zei ik gehaast.
,,Hey.’’ zei zij veel rustiger en liever. Haar stem… ,,Hoe is het nou?’’ vroeg ze toen nog een keer, in al haar geplaatste voorzichtigheid. Nu gaf ik wat eerlijker antwoord. Vertelde haar een beetje dat het minder was zonder haar. Maar niet zo zeer zonder haar.
,,Heb jij haar nog gesproken?’’ vroeg ik haar nog. Maar zij had haar ook niet gesproken.
,,Ik mis haar.’’ zei ze me. Ik vatte haar.
,,Ja, ik kan aan niemand anders denken. Ik ben bang dat er iets gebeurd is, zo hard negeert ze me.’’ Ik hoorde haar gniffelen. Het was herkenbaar voor haar.
,,Ik had nog wel een oud-klasgenootje naar haar gevraagd. Volgens mij gaat het wel goed. Wat ze laat zien dan. Maar je weet hoe ze is.’’ lachte ze lief over haar beste vriendin. Mijn ex-vriendin.
-
Het was Manon die me belde. Haar had ik nooit geprobeerd te bellen, niet eens het sturen van een berichtje. Zij mij ook niet. Maar nu had ze het toch gedaan. Ik was niet vergeten wat ze gedaan had, maar kon het haar ook niet volledig kwalijk nemen. En daarnaast koesterde ik nog steeds bepaalde gevoelens voor Manon. Juist na alles. En na een lange stilte stelde ze me weer op de proef.
,,Kan ik je zien?’’ Alles was stil. Alleen haar kwetsbare stem. En mijn hart die daarna hard begon te bonken. Ze wilde me zien. Dat was wat ze wilde. En gelijk weer was ik iemand vergeten. ,,Jens?’’ Ik vergat te spreken, te antwoorden.
,,Ja, dat kan.’’ zei ik toen toch snel. ,,Maar waarom?’’ wilde ik wel weten.
,,Ik mis je.’’ zei ze me toen. Het deed me doen huiveren. Ik geloofde het eerlijk gezegd niet. Kon het met haast niet voorstellen. Maar ik miste haar ook. Ontzettend. Maar zelfs dat geloofde ik haast niet. Maar kon je haar maar zien, haar horen, haar voelen… Dan wist je wat ik miste.
-
Volgende deel: Bakkersjongen - 6