Een tijdje geleden moest ik, John Vliegers, voor mijn werk naar een andere vestiging, ergens in het noorden van het land. Een stukje land, waar men zich nog heel gedegen kleedt, en waar grote gezinnen echt geen zeldzaamheid zijn. Zelf ben ik niet heel erg godsdienstig, maar ik kan er best wel begrip voor opbrengen, dat anderen dat wel zijn. Maar goed, ik moest de diensten overnemen van enkele collega’s in die vestiging in verband met vakanties. Ik zou dan op kosten van de zaak in een pension overnachten, en ook het eten werd betaald. Het was midden in de zomer, lekker warm en zonnig weer, dus ’s avonds een lekker pilsje op een terras om de avond goed af te sluiten. En lekker op pad met mijn oude Cadillac, dat zou alleen al een feestje worden.
Niet ver van de Hansestad Kampen, waar ik dan zou overnachten, niet heel erg ver van de IJssel. Het was een leuk pension, midden in het centrum van Kampen, lekker origineel en traditioneel ingericht. ’s Morgens zou er een rijkelijk ontbijt voor me klaarstaan, waar ik ook mijn lunchpakket mee zou kunnen maken. Ik was al de dag va tevoren aangereden, omdat ik daar al ’s morgens om half acht aanwezig moest zijn, en de rit daarnaar toe was ruim twee uur, aangezien ik helemaal in het zuiden van het land woon.
Ik ben direct na mijn werk vlug naar huis gereden, me gewassen, mijn koffers gepakt, vlug wat gegeten en op weg gegaan naar het Noorden. Van files was geen sprake, en met mijn auto op cruise control was het aangenaam reizen. Zeker met de airco op een aangename temperatuur. In Kampen had ik al snel een parkeerplek voor mijn auto gevonden, dat was gemakkelijker, dan mijn collega’s me voorgespiegeld hadden.
En omdat ik na het werk maar een beetje gegeten had, nam ik me voor om me wat te gaan eten bij een eetcafé. Op het terras bestelde ik me nog wat te eten, en een lekker pilsje erbij.
En terwijl ik op mijn bestelling wacht, kijk ik naar de voorbijgangers, die langs het terras lopen. Je kunt duidelijk merken, dat religie hier nog een zeer grote rol speelt, de vrouwen zijn er uiterst degelijk gekleed, zelfs de jeugd. Niet allemaal, maar duidelijk merkbaar. En daar zag ik Melissa voor het eerst.
Ondanks haar kleding, een zwarte trui met lange mouwen, en een dikke rok van blauw spijkerstof, waarin haar vrouwelijke vormen keurig verborgen zaten, vond ik haar een opvallende verschijning. Dat kwam met name door haar prachtige mooie en lange rode haren, die in grote krullen over haar schouders hingen. Haar gezicht doorspekt met kleine sproetjes, en een mooi gezichtje, met een brede glimlach.
De reden, waarom ze mij eigenlijk zo opviel, is dat ik een liefhebber ben van natuurlijke roodharigen. Zeker als ze ook nog eens mooie, lange haren hebben, dan ben ik al om. En zoveel van deze natuurlijke schoonheden is ons land echter niet rijk. Maar ze zag er werkelijk om op te vreten uit, zelfs in haar degelijke kleding, waarin ze haar uiterste best deed haar schoonheid te verbergen.
Ze liep voorbij, maar scheen op iemand te wachten, wat ik goed kon zien, omdat ze regelmatig op haar horloge keek. Na een kwartier kreeg ze het toch wel wat warm om te wachten in de hete avondzon, die nog best warm was. Ze besloot maar op het terras te gaan zitten wachten, een tafeltje verderop. Dat was voor mij helemaal een feest. Ze ging zitten, bestelde een glas spa rood en pakte daarna haar telefoon.
Schijnbaar was ze aan het wachten op haar vriend, maar die had volgens mij niet echt veel zin om te komen, want ze waren heel duidelijk ruzie aan het maken via de telefoon. Ik kon het niet helpen om alles mee te krijgen, ze zat amper drie meter van me vandaan. In de tussentijd had de serveerster me mijn bestelling gebracht, en ook die van het meisje.
Ze had het gesprek inmiddels beëindigd, maar was zeer duidelijk boos. Ze mompelde hardop: ‘Klootzak! Waarom moet je me dat uitgerekend nu flikken!’
Ik had al snel mijn tosti achter mijn kiezen, en bestelde nog een pilsje. Eigenlijk ben ik best een verlegen type, maar ik kan het niet zien, dat een vrouw pijn of verdriet heeft, en dat had dit meisje zeer duidelijk verdriet. Dus ik pakte al mijn moed samen en vroeg: ‘Ruzie met je vriend?’
Ze kijkt om, schijnbaar had ze niet in de gaten, dat er nog iemand anders op het terras zat, dat verder helemaal leeg was. Ze was nog steeds duidelijk boos en zei vittend: ‘Luister je altijd gesprekken af?’
‘Ow, sorry dat ik je lastig val dan. Maar ik zit hier amper drie meter van je af, en het was vrijwel onmogelijk om niet te horen, wat je aan de telefoon zei.’
Meteen valt haar dan in, dat ik het niet bewust heb afgeluisterd. Haar gezicht verzacht wat en ze verontschuldigt zich voor haar gedrag.
‘Sorry, het was niet persoonlijk bedoeld. Het is alleen, dat ik al ruim een half uur op mijn vriend aan het wachten is, en zojuist heeft die lul me doodleuk verteld, dat hij liever bij een vriend gaat gamen. En dat terwijl we dit al een week geleden hebben afgesproken, we zouden naar het openlucht concert gaan, dat deze week op het kerkplein gehouden wordt.’
‘Openlucht concert? Dat zou toch erg leuk moeten zijn voor jonge mensen, als jij?’
Ze lacht. ‘Niet voor mijn vriend, en ik snap hem ook wel, het is absoluut niet zijn muziek, maar hij mag ook best wel wat interesse tonen in wat ik leuk vind.’
‘Nu maak je me wel nieuwsgierig, wat voor muziek is het dan?’
‘Het Christelijk Kamper symfonieorkest geeft nu avondvoorstellingen, en een zus van me speelt daar ook mee.’
Ik lach. ‘O, dan kan ik me wel een beetje verplaatsen in je vriend. Maar als hij het met je afgesproken heeft, moet hij ook zijn afspraken nakomen, ook al vindt hij het niet erg leuk.’
‘Dat bedoel ik nou. En nu heb ik me daarvoor kaartjes gekocht, en laat hij me ermee zitten. Nu zijn die kaartjes niet zo heel erg duur, maar daar gaat het me niet om.’
‘Ik begrijp je wel. Zo maak je geen afspraken.’
Ze slaakt een zucht en zegt: ‘Ah, jij begrijpt me ten minste.’
Ze kijkt me dan eens goed aan en zegt: ‘Jij bent niet van hier, eerder uit het zuiden. Ben je hier op vakantie?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Nee, helaas. Ik ben hier voor werk. Ik moet enkele collega’s vervangen voor een vestiging van ons bedrijf, dat aan de overkant van de IJssel ligt. Het is voor anderhalve week, dan moet ik weer terug.’
‘Waar kom je dan vandaan, als ik het vragen mag?’
‘Natuurlijk mag je dat vragen. Ik kom uit Echt, midden Limburg.’
‘Dat meende ik al te horen. Ik heb een oom en tante daar in die buurt wonen.’
‘En jij bent wel een echte Kampenaarse?’
‘Ja, ik ben hier geboren en getogen. Mijn vader werkt bij een administratiekantoor, en mijn moeder maakt traditionele sieraden naar plaatselijke traditie. En die verkoopt ze in haar winkeltje.’
‘Ah, dus een soort juwelier?’
‘Niet helemaal, het zijn voornamelijk armbanden, halssieraden, en haarspelden. Allemaal op bestelling.’
‘Lijkt me interessant om eens te zien.’
‘Moet je zeker doen, ze vertelt graag over haar werk, ze vindt het belangrijk om onze geschiedenis te vertellen. Het past bij onze kerkelijke cultuur.’
Ik glimlach en zeg: ‘Nou ja, de kerk heeft niet meer zo zeer mijn interesse. Het is niet zo, dat ik niet meer geloof, maar ik stel mijn vraagtekens bij de leer. Die kun je in de tegenwoordige tijd niet meer stand laten houden.’
‘Maar je bent wel bekend met het verhaal?’
‘Beter dan me lief is, ik ben acht jaar misdienaar geweest.’
Ze lacht. ‘Ja, dan moet je wel een en ander weten van het Boek.’
Ze kijkt eens op haar horloge en zegt: ‘Ik moet gaan, het concert begint al bijna.’
Ze wil aanlopen, maar draait zich dan plotseling om. ‘Heb jij geen zin om naar het concert te gaan? Ik bedoel, die kaartjes heb ik toch al gekocht. Het zou zonde zijn om ze te laten verlopen.’
‘Als het niet te laat word, dan graag. Morgen moet ik namelijk weer vroeg aan het werk. En zo heel soms mag ik wel eens naar klassieke muziek luisteren.’
‘Nou, dan ben je bij deze door mij uitgenodigd. Drink snel je pilsje op, dan gaan we snel.’
‘Ik moet nog eerst even afrekenen. Ik loop wel even naar binnen.’
Ze kijkt geschokt. ‘O, ik zou bijna zijn weggelopen zonder te betalen!’
‘Ik reken wel voor je af. Ik ben zo terug.’
Binnen betaal ik snel mijn rekening en die van het meisje. Buiten wacht ze me op en we lopen meteen weg.
Dan begint ze opeens te lachen. ‘Zie mij hier nou! Ik loop hier met een kerel, van wie ik niet eens de naam ken!’
Ik lach ook. ‘Dan zal ik me maar even voorstellen. John Vliegers.’
Ik geef haar een hand en ze me met een glimlach aanneemt. ‘Melissa Santegoed.’
We lopen flink door, want het concert begint al bijna. We komen maar net op tijd aan, en gaan op onze plaatsen zitten. In eerste instantie heb ik het niet bemerkt, maar na enkele minuten voel ik me nogal bekeken.
Ik fluister in Melissa’s oor: ‘Volgens mij is iedereen me aan het kijken!’
Zachtjes lacht ze: ‘Dat denk ik ook. Maar het kan me niets schelen! Ze hebben heel goed gezien, dat ik hier niet met Arjan ben, maar met iemand, die niemand kent.’
‘En Arjan is je vriend?’
‘Niet lang meer, ik heb er nu echt genoeg van. Het ging al een tijdje niet meer zo goed, en dit is voor mij de druppel.’
Ik kijk haar even onopvallend aan, dit opent natuurlijk wel wat mogelijkheden. Maar dan begint het orkest te spelen en kan ik niet meer verder praten. En ik ben best onder de indruk, als het concert vordert. Zeker als enkele vrouwen de muziek met hun mooie ijle stemmen aanvullen. Ze zingen met mooie hoge en zuivere stemmen, die echt niet onder hoeven te doen voor wereldberoemde wereldstemmen.
Opeens hangt Melissa tegen mijn oor. ‘Dat meisje in die rode jurk, dat is mijn zus.’
‘Wow, ze kan echt heel erg goed zingen!’
Melissa knikt. ‘Ze zit nu in haar tweede jaar van het conservatorium. Ze wil graag operazangeres worden.’
‘Nou, als je het mij vraagt, heeft ze zeker de kwaliteiten, maar ik ben natuurlijk geen expert.’
Melissa glimlacht. Ze gaat weer recht zitten en geniet van het verdere concert. Het orkest en de zangeressen laten zich echt van hun beste kant zien, en geven een echt indrukwekkende performance af. Ik ken geen enkele van de muziekstukken, maar ik vond het gewoon heel erg prachtig. En als de dirigent en het orkest hun dankbetuigingen aannemen, applaudisseer ik hard met de rest mee. Dat hebben ze heel erg verdiend, zonder enige twijfel.
Als het applaus uitsterft, zegt Melissa tegen me: ‘Wil je mijn zus een keer ontmoeten?’
‘Ja, hey! Ik ben voor haar nog een grotere vreemde, dan al die anderen hier!’
‘Je bent toch zeker niet bang, of wel?’
‘Nee, natuurlijk niet!’
‘Dan kom op, zo erg is het niet. Bovendien kijken ze niet naar jou, maar naar mij. Als er al gepraat wordt, dan gaat het over mij.’
‘En ik ben dan zeker onderdeel van de roddels.’
Ze lacht. ‘Die kans zit er wel in, daar kan ik niets aan doen.’
Ik lach ook. ‘Zullen we de roddeltantes dan ook maar iets geven, waar ze de komende dagen mee vooruit kunnen?’
‘Wat had je in gedachten?’
‘We zouden kunnen doen, alsof we elkaar zoenen?’
Ze begint meteen te grijnzen. ‘Dat zou wel de ultieme wraak zijn op Arjan! Goed, dan laten we dat doen!’
Ik nader met mijn lippen haar hoofd en wil gewoon het spelletje spelen, dat we zojuist bedacht hebben. Maar ik had er niet op gerekend, dat Melissa wel eens hele andere plannen zou kunnen hebben. Zodra mijn lippen de hare naderen, pakt ze me plotseling vast en drukt de hare stevig op de mijne.
In eerste instantie schrik ik even, maar geef me dan over aan haar lippen. Ik ruik nu haar subtiele parfum nog beter en sluit mijn ogen om te genieten van het moment. De kus duurt maar kort, maar lijkt toch een eeuwigheid. Dan laat ze me los en zegt: ‘Sorry, ik kon het niet helpen.’
Ik glimlach en zeg: ‘Geen excuses, ik beklaag me nooit als ik door een mooie vrouw gekust word.’
Ze krijgt een leuke rode blos op haar wangen. ‘Zo mooi ben ik niet.’
Ik kijk haar verbaasd aan.
‘Wat? Je hebt jezelf de laatste tijd zeker niet vaak in de spiegel gekeken? Je bent uitermate mooi! Ik weet heel zeker, dat menig mannenhoofd zich met jou meedraait, als je voorbij loopt.’
‘Nu maak je een grapje. Ik ben niet mooi!’
‘En vertel me eens, waarom jij niet mooi bent?’
‘Ik heb sproeten, ik ben roodharig, veel te klein en te dik.’
‘Nou, dan zal ik je eens uit die droom halen, Melissa. Ik vind roodharige vrouwen juist heel erg mooi, en zeker als ze sproeten hebben. Je hebt een heel aangenaam gezicht, dat uitermate goed past bij je rode haren. En je bent niet te klein, eerder precies lang genoeg. Ik hoef me amper te bukken om je te kunnen zoenen. En heel dik kun je niet zijn, ook al kan ik dat niet met zekerheid vertellen met die kleding van je.
Kijk mij dan eens? Ik ben pas lelijk! Ik weeg honderd kilo schoon aan de haak, ik ben heel zeker niet moeders mooiste.’
Ze glimlacht. ‘Dan lieg je! Je bent best aantrekkelijk! En zo dik ben je niet, het past je wel. En je gezicht, zo slecht zie je er niet uit!’
‘En waarom zou ik jou moeten geloven, als je jezelf niet eens gelooft?’
Daar heeft ze even geen antwoord op en ik zeg: ‘Zullen we een compromis maken? Ik geloof jou, maar dan moet jij mij ook geloven.’
Nu bloost ze helemaal, maar ze knikt wel. Ze kijkt opzij en ziet dan haar zus op haar afkomen.
‘O, daar komt Chantal aan. Daar sta ik dan met mijn rode kop!’
Het meisje komt naar ons toe en kijkt eigenlijk helemaal niet zo blij naar haar zus.
‘Melissa, wat maak je me nou? Waarom sta je hier de vreemde man te kussen? En waar is Arjan?’
Melissa is door deze harde woorden meteen weer bij de les.
‘Ik moet toch zeker zelf weten, met wie ik sta te kussen, of niet? En Arjan kan voor mijn part in de IJssel verzuipen. Die heeft voor mij afgedaan. Hij heeft me weer laten zitten, het is nou wel genoeg geweest.’
‘En waar ken je dan deze man van?’
Melissa moet opeens hard lachen. ‘Je gelooft me toch niet, als ik je vertel, dat ik hem nog maar net twee uur ken.’
De ogen van het meisje gaan ver open. Geschokt brengt ze uit: ‘En dan ga je maar meteen maar met hem kussen? Ben je nou helemaal gek geworden? Wat moeten pap en mam er niet van denken?’
‘Ze denken maar wat ze willen, Chantal. Na de zomer ga ik toch op kamers. Dan kan ik eindelijk weg hier uit dit verstikkende milieu.’
‘Kom, zo erg is het hier ook weer niet, Melissa!’
‘Nee, je hebt gelijk! Maar er moet meer zijn in het leven, dan alleen dit, Chantal. En jij zou dat als geen ander moeten weten!’
‘Ik begrijp wel, wat je bedoelt, Melissa. Maar dan ga je nog niet zulke dingen doen. Nu geloof ik wel, dat deze mijnheer fatsoenlijk is, maar dat had ook anders kunnen zijn!’
Melissa kijkt schuldbewust naar beneden. ‘Sorry, het was in een vlaag van verstandverbijstering. Ik was boos op Arjan, en John is eigenlijk best wel een aardige vent. Hij vond, dat je erg goed kon zingen.’
Nu verzacht de blik van haar zus iets. ‘Zou je me niet eens aan hem voorstellen, zodat ik ook weet met wie ik hier sta?’
Melissa bloost weer. ‘John, dit is mijn oudere zus Chantal. Chantal, die is John Vliegers. Hij komt uit het zuiden van het land, uit Echt.’
Ik geef een hand aan Chantal en stel me zelf nog eens voor.
‘Aangenaam kennis met u te maken, mejuffrouw Santegoed. En ik moet inderdaad complimenten maken voor uw zang. Het was echt heel erg mooi. Ik ben geen kenner, maar dit kon ik wel waarderen.’
Chantal is aangenaam verrast door mijn hoffelijke voorstelling. Ze lacht en zegt: ‘Inderdaad, heel duidelijk een zuiderling! En bedankt voor de complimenten, dat doet me deugd. Maar doet u dat vaker, wildvreemde vrouwen kussen?’
‘Oh nee! Juist helemaal niet. We waren eigenlijk een beetje aan het gekken, we hadden het over de roddeltantes hier, en hoe ze naar ons keken. En ik stelde in een vlaag van gekheid voor om zogenaamd te gaan zoenen. Niet echt, maar Melissa overviel me even, door me echt te kussen. En weersta dan maar eens als vrijgezel zo’n verzoek.’
Chantal kijkt even schuins naar haar zus, die nu weer even bloost. Ze zucht een keer en zegt: ‘Ik had het me kunnen indenken. Excuses voor mijn zus, normaal is ze zo niet.’
‘Geen sprake van. Waarom zou u zich moeten excuseren, omdat een mooie vrouw mij kust? Ik kan me veel ergere dingen voorstellen. En maakt u zich geen zorgen, ik ben een hele keurige man, ik ga echt geen verkeerde dingen doen. Ik denk dat we daarvoor wel een beetje te veel van leeftijd verschillen. Ik ben al tweeëndertig en ik schat uw zus zo rond de twintig?’
‘Eenentwintig, maar u zat er niet ver naast. En u bent tweeëndertig? Zo oud had ik u niet geschat, misschien zes-, zevenentwintig, maar niet veel ouder.’
‘Dat hoor ik vaker. Het zit in mijn familie, mijn ouders zien er nog steeds erg jong uit. Maar helaas is me geen goddelijk lichaam gegeven, anders zou ik nu wel geen vrijgezel zijn.’
Chantal lacht. ‘U heeft wel wat humor. En zo slecht ziet u er toch niet uit? Misschien wat fors gebouwd, maar het staat u wel.’
‘Dat probeerde Melissa me net ook al duidelijk te maken, maar zolang ze zelf niet gelooft, dat ze zelf heel erg mooi is, weiger ik dat van haar aan te nemen.’
Chantal lacht weer. Ze kijkt haar zus aan. ‘Nu hoor je het ook eens van een ander, Melissa! En nu ben ik het niet, die het zegt, maar een man! Je bent echt heel erg mooi! Ik ken genoeg meisjes, die heel erg graag zo mooi als jij zouden willen zijn!’
‘Wie dan?’
‘Veerle Everts, Melissa Poorter, Hanneke de Ruiter, en ga zo nog maar eens door.’
‘Waarom dan? Die zijn toch veel mooier dan ik?’
‘Ze zijn stuk voor stuk allemaal jaloers op je haren en je sproeten in je gezicht. Het is nu eenmaal onmogelijk om je haren zo prachtig rood te verven, als de haren die jij hebt.’
Melissa kijkt verbaasd en geschokt. ‘Meen je dat nou?’
‘En of ik dat meen! We hadden het laatst nog over. We hadden het over jou en Arjan, en ik denk dat ze allemaal wel blij zullen zijn, dat je nu eindelijk breekt met die klootzak. Wat had hij nu weer verzonnen om je te laten zitten?’
‘Hij ging liever gamen met zijn vrienden.’
‘Daar geloof ik niets van, Melissa. Ik denk eerder dat hij zit te blowen en te zuipen. Dat is alles wat hij doet. Die vent deugt voor geen meter!’
Melissa knikt. Daar kon haar zus wel eens gelijk in hebben. Arjan was inderdaad erg vaak dronken en stoned. Ze laat het even bezinken en zegt dan: ‘Vinden jullie me echt dan zo mooi?’
Chantal zegt dan tegen haar zus: ‘Als jij niet mooi zou zijn, dan moet ik toch wel ontzettend lelijk zijn, Melissa!’
‘Nee, jij bent juist heel erg mooi! John, wat vind jij er nou van?’
Ik bekijk de beide dames eens goed. Chantal is iets langer, zo ongeveer tussen 175 en 180 centimeters, Melissa, heeft wat donkerder, schijnbaar geverfd, rood krullend haar, en ze is erg mooi. Melissa is een stukje kleiner, ze zal misschien net 170 centimeters lang meten, ze heeft nog steeds rood krullend haar in de natuurlijke kleuren, een leuk sproetig gezicht, wat haar ook weer best mooi maakt. En allebei de dames zijn gezond van bouw. Niet mager, niet dik. Gewoon goed gevormd, niet al te grote borsten, maar wel een stevige hand vol, en een set mooie heupen. En het is heel duidelijk te zien, dat ze familie van elkaar zijn, ze lijken veel op elkaar.
‘Jullie zijn allebei heel erg mooi! Chantal is echt een schoonheid, maar jij hebt nog natuurlijk rood haar, dus jij bent mooier!’
Melissa weet dan niet meer wat ze moet denken of moet doen. Ze vecht met haar gedachten, tegen zichzelf. Het huilen staat haar nader dan het lachen, en plotseling werpt ze zich tegen me aan. Ze huilt dat een lieve lust is. ‘Meen je dat echt, John?’
‘Ik lieg zelden, Melissa. Je bent echt heel erg mooi!’
Ze klemt zich stevig aan me vast. ‘Dank je! Dat is het aardigste, want een man ooit tegen me gezegd heeft.’
Ze laat me weer los en ik kijk op mijn horloge. ‘Het spijt me, maar ik moet nu echt gaan. Ik moet morgenvroeg al op tijd uit de veren, dus ik moet nu echt naar bed.’
Melissa kijkt me teleurgesteld aan. ‘Zien we elkaar morgen weer?’
‘Wie weet. Ik denk dat ik morgenavond wel weer op hetzelfde terras ga zitten, dus daar kun je me wel weer vinden.’
‘Dan kom ik zeker weer eens langs. En mag Chantal dan ook meekomen?’
‘Waarom niet? Hoe meer zielen, hoe meer vreugd! Dan kijk ik al vooruit op minder eenzame avonden hier.’
Chantal vraagt dan: ‘Ken je hier dan verder niemand?’
‘Nee, of ten minste niet veel. Enkel de collega’s, die in de vestiging werken. En een paar klanten, waar ik wel eens wat spullen heen breng. Ik kom hier niet heel erg vaak, maar toch meerdere keren per jaar.’
‘Mag ik vragen, waar je werkt?’
‘Bij Hoogers, ze hebben een vestiging in IJsselmuiden.’
‘Ja, dat weet ik wel te liggen. Ik kom daar wel eens, als ik spullen moet halen voor mijn baas, als ik in het weekend en in de vakanties aan het werk ben. Melissa werkt ook bij die man.’
‘Dan weet je ook, waar je me de komende dagen overdag kunt vinden. Ik moet anderhalve week mijn collega’s vervangen.’
‘Dan kom ik zeker eens aangeschoten. En misschien mag Melissa dan wel met me mee.’
Ik neem dan afscheid van de dames, en loop terug naar het pension. Het is maar goed, dat ik me het adres heb opgeschreven, anders had ik het nooit teruggevonden.
Na een goede nachtrust ben ik al lekker op tijd wakker en douche me lekker onder een warme douche. Als ik terug op mijn kamer kom, staat er al een groot dienblad met ontbijt voor me klaar. Verse harde broodjes, vers gebakken brood, kaas, gesneden vlees, jam, honing, en nog veel meer. En vooral niet te vergeten, een flinke mand met fruit. En ze hebben er extra nog een tasje met broodtrommel bij gedaan, waar ik mijn lunchpakket in kan doen. Nadat ik me tegoed heb gedaan aan het ontbijt, loop ik naar de woonkamer van het pension, waar de beheerster van het pension een kop koffie zit te drinken.
‘Nou, mijn complimenten voor de verzorging! Het ontbijt was erg uitgebreid en bedankt, dat u ook aan het lunchpakket heeft gedacht!’
‘Dat hebben we graag gedaan. Wel wat vroeger, dan we gewend zijn, maar uw werkgever had ons al op de hoogte gebracht, dat u vroeg moet beginnen. Heeft u gisteren nog een leuke avond gehad?’
‘O ja, heel erg leuk. Iemand had me uitgenodigd naar het concert bij de kerk te gaan. Ik bezoek normaal zulke concerten niet, maar nu had ik niets beter te doen. Het was heel erg mooi!’
‘Ah, daar wil ik vanavond ook naar toe gaan. Dus het was heel erg mooi?’
‘Naar mijn bescheiden mening wel. Ik heb er niet zo heel veel verstand van, maar ik vond het prachtig.’
‘Dan ben ik wel eens nieuwsgierig. Ik heb trouwens nog een klein vraagje. Blijft u ook hier met het weekend?’
‘Dat bekijk ik me nog even. Ik zal toch ook naar huis moeten om mijn kleren te wassen.’
‘Dat kan ik ook wel voor u doen, ik zal een mand op uw kamer zetten, daar kunt u uw smerige kleren in doen. Dan zal ik ze voor u wassen.’
‘Ach, dat is heel erg aardig! In dat geval is de kans, dat ik in het weekend blijf al wat groter. Maar dat moet ik nog even goed afstemmen, daar hoort u vanavond nog van.’
‘Dat zou fijn zijn. Dan weet ik waarop ik kan rekenen.’
Ik neem dan afscheid en pak mijn auto om naar het werk te rijden. Het is nu gelukkig een stuk koeler, maar mijn wagen heeft ’s morgens altijd wat kuren. Maar vandaag is daar geen sprake van. Het is namelijk een Amerikaanse oldtimer, een vijftig jaar oude Cadillac, met alle luxe, die je je maar kunt wensen. Het is nogal een dorstig ding, maar ik heb er een gastank in laten leggen, zodat het toch nog betaalbaar blijft. Ik ben zeer gehecht aan mijn wagen, om meerdere redenen. De belangrijkste reden is, dat de wagen precies twintig jaar ouder is, dan ik ben. De wagen is destijds nieuw gekocht op mijn geboortedag, maar dan twintig jaar eerder. Dat schept wel een band. Maar daarnaast ben ik gewoon absoluut verliefd op de mooie lijnen van deze wagen, en het comfort waarmee je over de wegen zweeft. Anders kan ik het niet noemen.
Het is dan ook mijn trots, hoewel de wagen met slecht weer absoluut niet naar buiten komt. Voor het normale vervoer beschik ik over een Japanse SUV, zo degelijk als een tank, gewoon niet kapot te krijgen. Net als mijn Cadillac.
Maar met deze prachtige warme dagen is er niets mooier dan met mijn Cadillac te cruisen. En dit leek me wel een uitermate geschikte gelegenheid om mijn wagen daarvoor te gebruiken.
Als ik bij de vestiging aankom, staat mijn collega Henk me al op te wachten.
‘Hey, John! Heb je je Cadillac meegenomen? Wat is het ook een prachtig ding, zeg!’
‘Dank je, ik ben er ook heel erg trots op! Heeft pas nog een beurt gehad, maar hij heeft nog steeds moeite met starten, als hij koud is. Dat is dan ook het enige, wat er aan dat hele ding mankeert. Twaalf jaar geleden compleet gerestaureerd, hij was net een jaar klaar, toen ik hem kocht.’
‘Zuipt dat dan niet veel?’
‘Dat wel, een op drie, vier. Maar ik heb er een gastank in laten leggen, dat scheelt aanzienlijk in de kosten. Er ligt een tank in van honderdvijftig liter, en daar kan ik ongeveer vierhonderd kilometer mee rijden.’
Mijn collega, Jack, moet lachen. ‘Honderdvijftig liter? Mijn hemel! Dat maakt je bijna arm aan de pomp!’
‘Als ik benzine moet tanken, dan wel. Daar past ongeveer tachtig liter in. En dan kan ik maar net driehonderd kilometers mee rijden. Als ik allebei leeg heb, ben ik ongeveer tweehonderddertig euro aan brandstof kwijt.’
‘Pff, jij liever dan ik!’
‘Daarom rijd ik er ook niet al te veel mee. Is eigenlijk wel zonde, maar ja, het is anders echt niet te doen.’
We gaan aan het werk. Al snel belt een klant op, met de vraag of we een pallet spullen kunnen komen brengen, hij heeft het echt dringend nodig. Dat is geen ongebruikelijke vraag, maar in deze vestiging hebben we niet alles op voorraad, het heeft maar een bescheiden magazijn, daar kun je niet alles in opslaan. Het meeste staat in het hoofdmagazijn, waar ik normaal werk. Maar we hebben toch genoeg staan om de klant te kunnen helpen, de rest wordt opgestuurd vanuit het hoofdmagazijn. En die spullen breng ik dan naar de klant met het bestelbusje van de vestiging. Een uur later kom ik weer terug.
‘Ah, je bent er weer? Koffie?’
‘Ja, graag. Nog druk geweest?’
‘Nee, valt wel mee. Maar er was vanmorgen wel een jongedame hier, die naar je vroeg. Heb ik soms iets gemist?’
Ik kijk verbaasd. ‘Ik heb gisteren wel een paar leuke vrouwen ontmoet, maar verder zou ik niet weten. Ik ben bij het concert aan het kerkplein geweest van het symfonieorkest.’
‘Ach, was het leuk?’
‘Jawel, maar eigenlijk is het niet mijn muziek. Ik mag er soms wel eens naar luisteren, maar ik werd uitgenodigd door die twee dames. En als je dan zo alleen op een terras zit, dan zeg je geen nee.’
‘Aha, dus zo zit de vork in de steel! Een beetje op versiertoer geweest dus?’
‘O nee, zo ben ik helemaal niet. Daar ben ik normaal veel te verlegen voor. Maar ze bood het me zelf aan, dus waarom zou ik dan nee zeggen?’
‘Dat zou ik ook niet doen. Het was anders best een mooie meid. Ik ken haar ouders, leuke mensen.’
Ik lach. ‘Het zou ook eens niet, dat je die niet zou kennen. Maar hou wel even je mond, ik wil niet dat ze problemen krijgen.’
‘Geen zorgen, dat wil ik ook niet. Ik weet hoe snel men hier oordeelt. En ik ken je als een hele keurige jongen, dus ik maak mee echt geen zorgen.’
De dag vordert dan snel. Veel klanten, dus ik kan me lekker bezighouden. Als we dan om half zes de deuren op slot willen doen, stoppen er nog twee fietsers voor de deur. Henk vraagt me: ‘Zeg ze maar, dat we sluiten. Het is wel genoeg geweest vandaag!’
Ik loop de fietsers tegemoet, en ben blij verrast als ik dan plotseling Melissa en Chantal tegenkom.
‘Hey, wat doen jullie nog hier? We wilden net gaan sluiten!’
‘We wilden je alleen maar even waarschuwen, John. Jullie grapje van gisteren is nogal uit de hand gelopen. Onze ouders zijn nogal boos op Melissa, toen ze ervan hoorden. Als ze thuiskomt, heeft ze huisarrest.’
‘Alleen daarom? Mijn lieve hemel, zo erg is het nou toch ook weer niet, of wel?’
‘Misschien in jouw ogen niet, maar in de ogen van onze ouders, John. Dus vanavond moet je helaas in je eentje vermaken.’
‘Dat vind ik eigenlijk wel jammer, maar goed, als het niet anders is, dan is het gewoon zo.’
‘We gaan maar meteen verder, want anders krijgt ze nog meer problemen.’
Ik knik, en de beide meisjes fietsen weer weg. Henk is achter me komen staan en zegt: ‘Is er iets mis?’
‘Nou ja, je zou het kunnen zeggen. Je kent hun ouders, zei je?’
‘Jawel, redelijk goed, hoezo?’
‘Nou ja, dan ken je die meiden dus ook. Melissa had me uitgenodigd, toen haar vriendje haar liet zitten. Ze vond het zonde om het kaartje weg te gooien. Maar het was eigenlijk heel onschuldig. Maar iedereen keek ons aan, of we een doodzonde hadden begaan. En toen het concert voorbij was, hadden we daarvan zo genoeg, dat we voorstelden om te doen alsof we aan het kussen waren. Dat was ten minste de bedoeling.
Aan mij heeft het in ieder geval niet gelegen, ik wilde me keurig gedragen. Maar Melissa verraste me, en kuste me op mijn lippen. En dat heeft dus iedereen gezien. En daarom heeft Melissa dan nu problemen.’
Henk kijkt me geschokt aan. ‘O…’, is het enige wat hij zegt. Na een korte stilte zegt hij dan: ‘Dan heeft ze inderdaad een probleem, John. Haar ouders zijn strenggelovig, en het laatste wat ze willen, is dat hun dochter zich als een slet gedraagt.’
‘Het was een beetje uit de hand gelopen grap, Henk. En bovendien, ze is eenentwintig!’
‘En jij tweeëndertig, John. Maar hier liggen de dingen op dat gebied wel iets anders, John. Zoiets doe je hier gewoon niet. Dus ik kan me wel voorstellen, dat hun ouders nu wel een beetje boos zijn.’
Henk denkt even na en loopt naar de balie en pakt zich daar een papiertje. Daar schrijft hij een telefoonnummer op en geeft dat aan mij.
‘Hier, pak aan en zeg niet, dat je het van mij gekregen hebt.’
Ik kijk op het papiertje en zeg: ‘Is dat het telefoonnummer van haar ouders?’
‘Misschien kun je hun bellen om een en ander uit te leggen. Ik weet, dat je een hele goede vent bent, en echt geen gekke dingen zou doen, al heb je me hiermee wel flink verrast.’
‘Bedankt, dat waardeer ik wel.’
‘Al lang goed, ik zie je morgen wel. En dan hoor ik wel, of je gebeld hebt, of niet.’
We sluiten dan de zaak af en ik stap in mijn wagen. Ik parkeer mijn wagen weer op de parkeerplaats, waar ik mijn wagen gisteren ook al heb neergezet en loop naar het pension. Daar douche ik me snel even en kleed me om. Onderweg naar het eetcafé lijkt het of iedereen naar me kijkt. Dat lijkt misschien alleen maar, maar van enkele mensen heb ik heel goed gezien, dat ze me nakijken. Eenmaal in het eetcafé ga ik maar binnen zitten. Ik heb geen zin om door iedereen bekeken te worden. Ik bestel me een lekkere steak, en een glas wijn erbij.
Dan voel ik in mijn broekzak het papiertje met het telefoonnummer van de ouders van Melissa en Chantal erop. Ik pak mijn telefoon en toets het nummer in. Ik twijfel dan nog even, of ik dit wel moet gaan doen, maar zoals ik al eerder zei, ik kan het niet zien, dat een vrouw pijn of verdriet heeft, en ook onrecht hoort daarbij. Ik vind het niet kunnen, dat ze om zoiets simpels huisarrest heeft gekregen. En dat is voor mij genoeg reden om te gaan bellen.
De telefoon gaat over. ‘Joris Santegoed.’
‘Hallo mijnheer Santegoed, u spreekt met John Vliegers.’
Het is even stil aan de andere kant van de lijn. Dan klinkt het opeens: ‘U durft nogal! Hoe komt u aan mijn telefoonnummer?’
‘Het internet kan in zo’n geval hulp bieden, mijnheer. En ik heb echt geen kwaad in zin, ik wil gewoon even man tot man met u praten. En daarna kunt u me zeggen, dat ik weer moet vertrekken, maar ik wil wel mijn woordje doen.’
‘O, u klinkt ten minste wel oprecht. Goed, ik wil u wel te woord staan. U heeft mijn adres al?’
‘Nee, dat niet. Ik kwam uw telefoonnummer eerder tegen, dan uw adres. Dus ik heb een gokje genomen, door gewoon te bellen.’
‘Oké, dan geef ik u mijn adres, dan kunnen we even onder vier ogen met elkaar spreken.’
‘Dat is alles wat ik wil. Meer verlang ik ook niet van u.’
Hij vertelt me dan zijn adres en ik vertel hem, dat ik dan rond half acht daar zal zijn. Dat vindt hij goed, en we beëindigen ons gesprek. Niet lang daarna komt mijn eten al, en ik laat me het eten goed smaken. Dan zoek ik uit, hoe ik moet rijden, want een navigatiesysteem, dat heeft mijn wagen niet. Maar het blijkt vrij gemakkelijk te vinden.
Ruimschoots op tijd zet ik mijn wagen aan de rand van de weg, bij het huis van Melissa’s ouders. De mensen kijken verrast als ze de kapitale wagen daar zien stoppen. Het is dan ook een enorm gevaarte, dat altijd opvalt door zijn verschijning.
Ik trek me niets aan van de blikken op me, en bel keurig aan bij de voordeur. De voordeur wordt opengedaan door een grijzende man, van tegen de zestig. Ik kan er meteen de ogen van Melissa en Chantal in hem herkennen.
‘Hallo, ik ben John Vliegers. Ik had u zojuist gebeld.’
‘Ah, kom binnen.’
De man laat me binnen en voert me naar de woonkamer. Die zit heel aardig vol, een viertal jonge mensen, twee mannen en twee vrouwen, waarvan ik die twee vrouwen al bij naam ken. Ze schrikken behoorlijk, als ze me zien binnenkomen, maar zeggen niets. Wel kijken ze me vragend aan. Ik zie de vrouw des huizes zitten en stel me netje voor.
‘Mag ik me even voorstellen? Ik ben John Vliegers. Schijnbaar ben ik de oorzaak van het probleem, dat ik en uw dochter gecreëerd hebben, en daar wilde ik even met uw man over praten. En als u daarbij wilt zijn, dan heb ik daar geen problemen mee.’
De vrouw is zichtbaar verrast door mijn woorden. ‘Aangenaam, ik ben Jolien Santegoed. En ik moet zeggen, dat u me verrast met uw beleefde voorkomen.’
‘Mijn moeder zou trots zijn, als ze dit zou horen. Ze heeft me altijd geleerd mezelf goed voor te stellen. Er is immers altijd maar een kans voor een eerste indruk.’
Ze glimlacht. Ze kijkt dan even naar haar kinderen, allemaal stuk voor stuk volwassen en zegt dan tegen hun: ‘Kom op, kinderen, naar boven. Vader en ik hebben even een gesprek met deze mijnheer.’
Zonder te morren staan de twee jongens en de twee meiden op en doen wat hun moeder van hun verlangt. De vrouw biedt me een plaats op de bank aan, en haar man gaat in de stoel naast haar zitten. Hij zegt dan: ‘U wilde me spreken?’
‘Ja, uiteraard, anders was ik niet gekomen. En zoals u al begrepen heeft, gaat het om uw dochter. Ik wil alleen maar even kenbaar maken, dat het eigenlijk een grap was, die wat uit de hand gelopen is. Het was eigenlijk een soort protest, op de manier, waarop de mensen naar ons keken. De manier, waarop iedereen ons al veroordeelde, terwijl er eigenlijk helemaal niets aan de hand was. Sinds wanneer mag een man niet meer langs een vrouw zitten? Is dat soms heiligschennis?
Ik dacht het niet. Het was allerminst plezierig, en het deed ook afbreuk aan het overigens prachtige concert, waar uw andere dochter een zeer mooie rol in speelt. Na afloop van het concert begonnen we ons nog meer aan die blikken te ergeren, en voor de grap zei ik tegen uw dochter, dat we ze dan maar iets moesten geven, waar ze nog dagen over konden roddelen.
We zouden doen, alsof we elkaar kusten, maar dan niet echt. Maar uw dochter verraste me, door me echt te kussen. Tja, daar kun je als man echt niet als een aardappelzak blijven staan, dat moet u toch wel begrijpen. En dat is het eigenlijk wel. Er is verder helemaal niets oneerbaars gebeurd, en ik begrijp dan ook niet, waarom u uw dochter daarom straf geeft. Dat heeft ze niet verdiend.’
De man en de vrouw zijn oprecht verbaasd. ‘Dat is heel anders, dan ik het gehoord heb, mijnheer Vliegers.’
‘U moet me geloven! Het zou nooit in me opkomen om oneerbare dingen met uw dochter te doen, zeker niet als we elkaar nog maar net kennen. Het gebeurde gewoon, meer kan ik er niet van zeggen. En nadat uw dochter Chantal erbij kwam, ben ik snel genoeg terug naar mijn pension gegaan, omdat ik de volgende dag weer vroeg op moest, en ik heb mijn nachtrust toch wel nodig.’
‘In welk pension logeert u?’
‘De Stadsboerderij.’
‘En waar werkt u? Ik heb begrepen van mijn dochters, dat u vlakbij werkt?’
‘Ik werk bij Hoogers in IJsselmuiden. Eigenlijk werk ik op de hoofdvestiging, maar zo nu en dan word ik uitgeleend als mijn collega’s vakantie hebben.’
‘Ah, ik weet waar dat is. Een bekende van me werkt daar ook.’
‘Ja, Henk Groenendijk. Ik weet dat u hem kent, dat heeft hij me verteld. Hij had al iets meegekregen van een van uw dochters, toen ze wat spullen kwam ophalen voor haar baas.’
‘Aha, ik begrijp het. Tja, ik moet zeggen, dat ik best verrast was, dat u me opbelde. Dat getuigt in ieder geval van lef. Dat mag ik wel. En u bent ook niet erg bang aangelegd en het mankeert u ook niet aan manieren. En uw verhaal klopt met wat mijn dochters me verteld hebben, dus ik ben wel geneigd om die versie als de waarheid te zien. En misschien hebben we dan ook wel wat te snel geoordeeld. Maar het blijft wel een feit, dat er nu schande over mijn dochter gesproken wordt.’
‘Daar kan ik niets aan doen, mijnheer. Als ik dat kon veranderen, dan deed ik het. Maar ik heb geen spijt, dat ik uw dochter heb gekust. Waarom ook? In mijn optiek is de kus het begin van de liefde, maar je moet wel eerst ontdekken of die ander wel bij je past.’
‘Maar u wist, dat ze een vriend had, dat had ze u verteld!’
‘Dat klopt, maar ze had me ook verteld, dat hij voor haar part ook mocht verzuipen in de IJssel, omdat hij haar voor de zoveelste keer had laten zitten. Ik zou dat dus eerder omschrijven als een relatiebreuk, dus was ze op dat moment vrijgezel. Dus dan vraag ik me af, wat er dan verkeerd aan is, dat ik haar gekust heb?’
De man glimlacht. ‘Als u het zo bekijkt, dan kan ik niet anders dan u gelijk geven. Goed, dat punt heeft u ook gewonnen. En wat zijn nu de verdere plannen met mijn dochter?’
‘Dat kan alleen God vooruitzien, mijnheer. Eerst wil ik haar wat leren kennen, maar ik wil u er wel op attent maken, dat ik behoorlijk wat ouder ben, dan uw dochters.’
‘Dat had ik me al gedacht, al is het moeilijk voor me om uw leeftijd te schatten.’
‘Doet u maar geen moeite, de meesten hebben het fout. Ik denk dat u me zo rond de zevenentwintig schat, maar ik ben al tweeëndertig.’
‘U ziet er inderdaad jonger uit, maar goed, leeftijd zegt niet alles. Andere vraag, u sprak juist over God. Bent u gelovig?’
‘Ja, ik ben gelovig, maar misschien niet zo streng als u uw geloof belijdt. Ik ben jarenlang misdienaar geweest, maar ik kan me niet meer verenigen in de leer, zoals die nu nog in het Schrift staat.’
‘Dat is spijtig, maar daar kan ik wel begrip voor opbrengen. Maar u zegt het ten minste rechtuit, daar valt ook iets voor te zeggen.’
‘Ik ben altijd rechtdoorzee. Waarom eromheen draaien? Ik zie daar het nut niet van in.’
‘Dat merk ik. En dat bevalt me wel. In ieder geval beter als die Arjan, waar Melissa eerst mee omging. En nu nog een laatste vraag: U kent haar nauwelijks, dus waarom neemt u zoveel moeite?’
‘Er zijn maar enkele dingen, waar ik echt niet tegen kan. En dat zijn huilende vrouwen, mensen die pijn lijden en onrecht. En in mijn optiek was Melissa onrecht aangedaan, dus dan doe ik wat ik kan om dat onrecht te bestrijden. En als dat niet kan, dan in ieder geval proberen om begrip voor de situatie op te brengen.’
‘Dat siert u, zo zouden meer mensen moeten zijn. Moeder, heb jij nog vragen?’
‘Eentje maar. Hoe staat u tot seks en het huwelijk?’
‘Oei, een gevaarlijke vraag. Maar ik begrijp, wat u me wil vragen. Ik geloof niet in het principe van geen seks voor het huwelijk. Seks is een belangrijk onderdeel van de liefde voor elkaar, maar het is erg belangrijk in een relatie. Maar zonder seks kan een relatie stuk lopen, maar ook door slechte seks. En wat als nu blijkt, dat de behoeften zodanig verschillen, dat de relatie daardoor onder spanning komt te staan, dan zou het alsnog tot een breuk komen. Dan kun je maar beter van tevoren van elkaar weten, dat het niets wordt. En als het wel wat wordt, dan kun je nog altijd met elkaar trouwen.’
‘Maar u gelooft wel in een huwelijk?’
‘Ja, absoluut. Maar ik ben de ware nog niet tegen gekomen, dus dat geluk heb ik nog niet mogen proeven.’
De vrouw glimlacht. ‘Heel keurig geantwoord. Meer hoef ik niet te weten.’
De man staat dan op en zegt: ‘Het was leuk met u kennis gemaakt te hebben, mijnheer Vliegers. En misschien zien we elkaar snel weer eens. Ik zou nu graag even alleen met mijn vrouw over deze zaak praten, als u dat niet erg vindt.’
‘Natuurlijk niet. Ik had u al gezegd, dat u me rustig mocht vertellen weer te gaan.’
‘Dat is echter niet de reden, waarom ik u vraag te gaan. Ik wil dit even goed laten bezinken en u kunt erop vertrouwen, dat ik u een antwoord zal geven. Ik heb begrepen dat u nog minstens anderhalve week hier blijft?’
‘Dat is wel de bedoeling. U weet waar ik logeer en waar ik zolang werk, dus u kunt me altijd wel op een of andere manier bereiken.’
Ik sta dan op een neem keurig afscheid van dit tweetal. Ik mag ze wel. Ze mogen wel streng en stug overkomen, maar ik voel wel een warm hart onder die muur van beton. Joris laat me uit en ziet dan pas mijn wagen staan.
‘Is dat jouw wagen?’
Ik glimlach en zeg verontschuldigend: ‘Tja, dat is mijn trots. Helemaal gerestaureerd, maar dat heb ik niet zelf gedaan. Wel doe ik zelf het onderhoud, maar de moeilijkere dingen moet ik laten doen.’
‘Mooie wagen. Zoiets zou ik graag hebben gehad in mijn jeugd.’
‘Dat kan ik me heel goed voorstellen. Vroeger had een buurman van me precies zo’n wagen, in feite, dit was zijn wagen. Die heeft hij vijftig jaar geleden nieuw gekocht. Het was gewoon toeval, dat ik hem twaalf jaar geleden weer terugvond. Hij was net gerestaureerd en ik was echt op zoek naar zo’n wagen. Maar ik herkende het kenteken meteen, en ook de wagen, toen ik hem zag. Ik was op slag verliefd.’
‘Je praat er in ieder geval met passie over. Is dit de wagen, waar je alle dagen mee rijdt?’
‘O nee, alleen bij goed weer of bijzondere gelegenheden. Het is niet echt goedkoop om zo’n ding te rijden, hij verbruikt nogal veel. Voor het dagelijkse gebruik heb ik een Japanner om me mee voort te bewegen. Gebouwd als een tank, en niet kapot te krijgen. Net als deze oldtimer.’
‘Ja, dat kan ik wel begrijpen. En het zou ook zonde zijn van die mooie wagen om hem af te beulen door hem dagelijks te gebruiken.’
‘Dat is ook zo, maar het blijft een genot om met die wagen te rijden. En als het even kan, doe ik dat ook. En met deze dagen is dat werkelijk een genot. Airco op, cruise control op en lekker genieten.’
Ik zie de man zwijmelend kijken naar mijn wagen.
‘Wil je er eens in zitten?’
Als een kleine jongen, die wat lekkers aangeboden krijgt, kijkt hij me aan. ‘Mag dat?’
‘Natuurlijk, geen probleem.’
We lopen samen naar de wagen, en ik open de deur voor hem.
‘Hier, ga maar eens achter het stuur zitten.’
Joris gaat achter het stuur zitten en geniet ieder moment van deze luxe, die hem nu wordt aangeboden. Ik zie hem genieten en zeg: ‘Zin in een ritje?’
‘Ja, natuurlijk! Wacht, dan zeg ik even, dat ik even weg ben.’
Ik grijp meteen mijn kans en zeg: ‘Hoezo, ben je bang, dat mensen over je gaan roddelen?’
Hij kijkt me even geschokt aan en begint dan te lachen. ‘Ik moet zeggen, je hebt lef. Kom op, ik zorg ervoor, dat Melissa geen huisarrest meer krijgt, maar dan mag ik wel rijden!’
Ik geef hem een hand en zeg: ‘Deal! Maar wel voorzichtig met remmen. De wagen heeft wel schijfremmen, maar het is een zware wagen. En vergeet niet, dat de wagen lang is, dus oppassen met de bochten.’
Joris wrijft in zijn handen, het is een droom voor hem, die nu uitkomt. Ik geef hem de sleutels en hij start de wagen. Schijnbaar verwacht hij, dat ik naast hem ga zitten, maar dat doe ik niet. ‘Gewoon voorzichtig aan, ik vertrouw erop, dat je niets beschadigd.’
Hij kijkt me aan, alsof hij zijn oren niet kan geloven, en geeft dan gas. De wagen rijdt bijna geluidloos weg. Ik loop weer terug naar het huis en bel aan. Jolien doet open.
‘Wat doet u hier? Ik dacht dat Joris u uitgelaten had?’
‘Dat heeft hij ook, maar toen zag hij mijn wagen, en ik heb hem aangeboden een klein ritje te maken. Uw man is schijnbaar verzot op oude auto’s?’
‘Ach, praat me er niet van. Het is zijn droom om eens een oude Amerikaan te hebben.’
Ik lach. ‘Dan moet hij nu de tijd van zijn leven hebben, want precies zo’n wagen heb ik. Maar ik heb niet veel zin om zolang buiten te blijven staan.’
De vrouw kijkt even verrast en nodigt me dan weer naar binnen uit. Ze is nu een heel stuk vriendelijker en ook spraakzamer.
‘Heel genereus van u, om mijn man dat pleziertje te gunnen. Hij spaart er al jaren voor, maar we hebben een groot gezin, en onze kinderen studeren. Dus het zal nog wel even duren, voordat hij zijn droom kan verwezenlijken.’
‘Ach, het is niets, en ik zag hoe zijn ogen fonkelden, toen hij mijn wagen zag. Ik kon het hem onmogelijk weigeren. En bovendien heb ik ermee uitgehouden, dat Melissa geen straf meer heeft. Dat was het minste, wat ik kon doen.’
De vrouw lacht. ‘U bent niet snel bang, dat hoor ik wel.’
‘Nee, bang ben ik niet, wel verlegen.’
De vrouw glimlacht weer. ‘Daar kan ik anders ook niet veel van merken. Wacht, dan zal ik Melissa maar meteen even op de hoogte brengen. Ze zal u dan wel heel erg dankbaar zijn. Ze mag u minstens hartelijk bedanken.’
Ze loopt even weg en even later volgen haar kinderen haar de woonkamer in. De jongens stellen zich aan me voor. Ze heten Michel en Johan. Chantal en Melissa kende ik natuurlijk al. Schijnbaar is Melissa de jongste van het stel. Ze bedankt me hartelijk, maar bloost wel flink.
Haar twee broers zijn een heel stuk ouder. Ze zijn respectievelijk vijfentwintig en zevenentwintig. Johan staat op het punt het huis te verlaten, over een klein half jaar gaat hij trouwen met zijn vriendin. En ook Michel heeft al een tijdje een vriendin, maar is nog zoekende naar een passende woning. Alleen Chantal en Melissa zijn nog vrijgezel, hoewel Melissa natuurlijk maar pas net vrijgezel is.
We raken al snel in een gezellig gesprek, als ik in een ooghoek mijn wagen weer terug zie komen. Even later komt een stralende Joris binnen gelopen. Hij geeft me de sleutels terug en zegt: ‘O, dit zal ik echt niet snel vergeten. U heeft me een droom laten uitkomen.’
‘Uw vrouw vertelde me al, dat u een droom heeft om ooit zo’n wagen te kopen. En ik zag in uw ogen, dat u het echt heel erg graag wilde, dus het was me een plezier om u dit te gunnen.’
‘Heel hartelijk bedankt. En ik moet zeggen, hij rijdt echt perfect! Precies zo heb ik het me altijd voorgesteld! Maar die dingen zijn veel te duur, ik heb wel gespaard, maar ik kan het me niet veroorloven.’
‘Dan heb ik een geheime tip voor u. Ik weet nog een Cadillac uit 1971 te staan, waar maar heel weinig aan moet gebeuren, alleen onder aan het koetswerk moet nog iets aan gedaan worden, daar zit wat roest. En ik denk als u rond de 7500 euro biedt, dat u hem heeft. Er zit ook al LPG in, maar daarvoor moet hij dan nog wel even naar de keuring, maar dat stelt niets voor.’
‘Ow, dat is inderdaad niet zo heel veel. Dat zou bijna in mijn budget vallen. U heeft toevallig geen foto’s?’
‘O, jawel! Het is de wagen van een goede vriend van me. Hij heeft zijn zinnen gezet op een Cadillac uit 1957, en daarvoor moet deze dan wijken. Wacht, ik heb foto’s op mijn telefoon.’
Ik haal mijn telefoon tevoorschijn en laat ze dan de wagen zien. Ik zie al aan de ogen, dat de man meteen verliefd is op de wagen. Maar ik ben ook eerlijk, ik weet een en ander over de wagen, dus ik kan er ook veel over vertellen. Er zijn wel wat dingen, die gedaan moeten worden. Joris kijkt zijn vrouw aan, en ze glimlacht hem bemoedigend toe. ‘Ga er nou eens een keer voor, Joris. Je hebt je hele leven al alles voor de kinderen opzij gezet. Gun nu eens je droom. Dit is je kans, en je wil het graag, ik zie het aan je ogen!’
‘Het is echt een prachtige wagen. En als je wilt, kan ik wel voor je regelen, dat je komend weekend die wagen kunt bezichtigen. En uiteraard is dan ook een proefrit wel mogelijk.’
Ik zie de man in tweestrijd zitten. Maar het zijn Michel en Johan, die hem overtuigen.
‘Gun het jezelf eens, pap! Je hebt hard genoeg gewerkt. Wij zijn al bijna het huis uit, dus waarom zou je het niet doen?’
Gesterkt door hun woorden zegt Joris: ‘Ach, waarom zou ik het ook niet doen. Kun je dat regelen, John?’
‘Natuurlijk. Wacht, ik bel hem gelijk op.’
Ik bel mijn vriend op, van wie de wagen is.
‘Daan, goedenavond!’
‘Hey, John! Waar zit je? Ik was bij je langs geweest, maar je was niet thuis!’
‘Ik zit in Kampen, je weet wel, ik moest toch invallen op onze vestiging in IJsselmuiden?’
‘Ach ja, helemaal vergeten! Wanneer ben je weer thuis? Ik heb je hulp nodig, ik heb misschien mijn 57’er gevonden. En ook nog eens een Brougham convertible!’
‘Fantastisch man! Maar heb je je andere dan al verkocht?’
‘Nee, nog niet! Maar deze kans kan ik niet laten lopen. Die andere raak ik wel kwijt.’
‘Misschien dat ik daarmee kan helpen, Daan. Ik zit hier bij iemand, die misschien wel interesse in heeft. Maar hij heeft wel geen zin om die roestplekjes onderhanden te nemen, en de gasinstallatie moet dan wel gekeurd zijn. En dan, is hij bereid om er rond de zevenduizend voor te betalen.’
‘Dat is wel wat weinig, John. Ik had gehoopt op achtduizend, zeker als ik dat ook nog moet verhelpen.’
‘En wat zou het dan moeten kosten, zonder dat?’
‘Dan mag hij wel weg voor zevenduizend. Maar lager ga ik dan echt niet!’
Ik leg mijn telefoon neer en zeg: ‘Hoe klinkt zevenduizend? Daarvoor mag hij wel weg, maar dan moet je die kleine puntjes zelf doen. En anders voor achtduizend, maar dan zijn die roestpuntjes weggewerkt, en de LPG gekeurd.’
‘Wat zou jij doen?’
‘De keuring voor het gas is echt niet heel duur, en die roestplekken zitten aan de onderkant. Daarvoor hoef je de wagen niet op nieuw te spuiten. Dat kan voor minder dan duizend euro.’
Ik zie hem twijfelen. ‘Kun je daarmee dan een beetje helpen? Ik ben niet zo technisch aangelegd.’
‘Ik zou hem bij mij in de schuur kunnen maken, geen probleem. Als we een weekend aan dat ding gespendeerd hebben, is hij wel klaar.’
‘Dan wil ik wel komen kijken. Wanneer zou dat kunnen?’
Ik pak mijn telefoon en zeg: ‘Daan, zou je van het weekend tijd hebben? Dan kom ik samen met die man langs. En hij kon wel akkoord gaan met zevenduizend, maar natuurlijk wil hij de wagen eerst zien en testen.’
‘Geen probleem. Hoe laat ben je er dan?’
‘Zo rond negen uur?’
‘Prima, dan zie ik je dan. Misschien dat ik mijn 57’er dan al heb. Morgen ga ik kijken.’
‘Dan ben ik wel benieuwd. Is er veel werk aan?’
‘Dat wel. De motor heeft flink geleden, de versnellingsbak ook, en er is wat plaatwerk te doen. Maar het chroomwerk is nog goed, en het interieur ook, en dat is nog het originele interieur. En de kap, die moet ik ook opnieuw laten doen. Maar daar is natuurlijk ook de prijs naar.’
‘Dat begrijp ik. Ik zie het wel. Tot zaterdag dan!’
‘Tot zaterdag! Bedankt, dat je aan me gedacht hebt!’
‘Geen probleem. Doei!’
Ik hang op. ‘Zaterdag, rond negen uur kunnen we er terecht. Daarvoor moeten we wel weer helemaal naar Limburg, maar ik verzeker je, dat het de moeite waard is.’
De man trilt bijna van opwinding. ‘En hoe moet ik dat dan doen met de betaling? Moet ik geld meenemen? Moet ik het overmaken?’
‘Ik zou een paar honderd euro meenemen voor de aanbetaling en de rest overmaken. Dan zetten we de wagen bij mij in de schuur neer, en repareren die roestplekjes, en dan ben je zondag weer thuis, met je nieuwe oldtimer. En dan hoef je alleen nog een keer naar het keuringstation van de RDW om de LPG installatie goed te keuren, en dat is het.’
Joris is in eerste instantie enthousiast, maar zegt dan: ‘Oei, maar dan zou ik wel de kerkdienst missen!’
Jolien zegt: ‘Als je het de predikant even uitlegt, zal hij het heus niet erg vinden, Joris. In al die jaren heb je slechts een keer de dienst gemist, dus een tweede keer zal heus niet erg zijn.’
‘Maar wat als we die wagen zaterdag niet klaarkrijgen?’
Jolien kijkt me aan en zegt: ‘Is dat te doen, om die roestplekken weg te werken op zaterdag?’
‘Het zal flink aanpoten zijn, en desnoods ga ik zondag nog wel even door. Dat moet ik wel redden.’
‘U werkt op zondag? De dag des Heren?’
‘Dat noem ik geen werken, maar hobby. Als ik er geld mee zou verdienen, dan was het natuurlijk een andere zaak. En ik doe het heus niet iedere week, ik kijk wel uit!’
Joris neemt dan een besluit. ‘Vooruit, dat moet maar een keer kunnen. Maar waar moeten we dan overnachten? Want ik begrijp, dat we niet even op en neer zullen rijden, als we daar bezig zijn.’
‘U kunt bij mij overnachten, dat is geen probleem. Ik heb een huisje aan de rand van het dorp, en dat is groot genoeg om enkele gasten te kunnen herbergen.’
‘Zouden Jolien, Chantal en Melissa mee kunnen? Michel en Johan zullen wel naar hun vriendinnen heen gaan, denk ik.’
‘O, jullie zouden allemaal wel kunnen logeren, maar dan zouden jullie wel met twee personen op een kamer moeten slapen. Ik heb vier slaapkamers. Ik zou eigenlijk wel een beetje moeten opruimen, aangezien ik alleen woon en ik die logeerkamers niet veel gebruik.’
Jolien kijkt me aan en zegt: ‘Dan doe ik u een aanbod. Als Joris die wagen koopt, en u hem helpt op te knappen, dan helpen wij u uw huisje te poetsen. Dat is dan toch wel het minste wat we kunnen doen!’
Ik denk even na. Dat is misschien niet eens zo’n heel slecht aanbod. Ik ben al langer van plan, die kamers eens goed op te ruimen, maar het komt er nooit van.
‘Dat zou ik een heel goed aanbod vinden. Weet u, als vrijgezel is het soms lastig om tijd te vinden voor dat soort dingen. Het is werken, eten, slapen, sporten en af en toe voor de ontspanning naar de kroeg. En dan is de meeste tijd wel op. Ik wil niet zeggen, dat het bij mij thuis een rotzooi is, maar het is er niet zo zuiver, als hier. Dat wil ik best toegeven.’
Michel zegt dan: ‘En als ik kan helpen, dan wil ik best wel mee. Als het ten minste kan en mag.’
‘Er kunnen zes personen in mijn wagen en in de koffer is plaats voor meer dan genoeg bagage. Dus wat dat betreft zie ik geen probleem.’
Johan zegt dan: ‘Ik kan toch al niet mee, ik heb al iets afgesproken met Helen. Al was ik graag meegegaan. Ik zal dan maar wachten tot jullie weer terug zijn.’
‘Nou, dan is dat afgesproken. Ik help jullie met het opknappen van die wagen, want ik ben er zeker van, dat jullie hem zullen kopen, en ik krijg er een opgeruimd huis voor terug!’
Joris steekt me een hand toe. ‘En uiteraard betaal ik de brandstofkosten.’
Er wordt dan enthousiast verder gepraat over het weekend, en voordat ik het weet, is het al bijna middernacht. Ik haast me naar het pension, maar niet voordat ik uitgebreid afscheid heb genomen van de familie Santegoed.
’s Morgens valt het me zwaar om op te staan, en met een slaperige kop kom ik op het werk.
‘Zo, laat gaan slapen?’
‘Ja, het was al na middernacht, toen ik in bed lag. Ik heb een heel erg leuke avond gehad met Joris en Jolien. In eerste instantie keken ze me al snel genoeg weer de deur uit, maar nadat ik Joris een ritje in mijn wagen had laten maken, was het ijs wel gebroken. Komend weekend ga ik met hun naar Limburg toe, om een lang gekoesterde droom van Joris uit te laten komen. Joris is namelijk weg van oude Amerikanen, en hij wil zich er nu een kopen. En ik wist precies het juiste model tegen de juiste prijs voor hem te staan.’
‘Zo! Zo te horen heb je daar wel indruk gemaakt! Ik wist wel, dat Joris verzot is op die oude wagens, maar dat hij er zelf eentje wilde kopen, dat wist ik niet.’
‘Hij was al een heel tijdje aan het sparen, maar nu zijn kinderen toch wel op het punt staan om het huis te verlaten, vond hij het nu tijd om zijn droom te vervullen. En die wagen is voor hem betaalbaar. Het is niet de allerkrachtigste motor, maar meer dan voldoende voor hem. Een Cadillac is niet gemaakt voor de snelheid, maar om er lekker mee te cruisen.’
De dag vlot lekker en als mijn collega even naar een klant heen moet, mag ik de winkel zelf even waarnemen. Het is alsof Chantal wist, dat mijn collega weg moest, want nauwelijks is hij weg, of komt ze met de bedrijfswagen van haar baas aan bij de winkel. Ze begroet me heel hartelijk en vraagt me dan om enkele spullen voor haar baas te pakken. Ze loopt met me mee, terwijl ik de spullen uit de rekken vis.
Op een gegeven moment, als we heel erg kort bij elkaar zijn, verrast ze me compleet, door me uit het niets een zoen te geven. Het is maar een korte zoen, maar daarom niet minder fijn. Het is alleen, dat ze me er compleet mee overrompelt.
Ze laat me snel los en wendt haar gezicht af. ‘Sorry, ik kon het niet laten.’
Ik lach en zeg: ‘Zit dat in de familie, Chantal? Dat jullie een man zomaar uit het niets kussen?’
Ze bloost hevig. Ze schudt haar hoofd.
‘Waarom deed je het dan?’
‘Omdat ik een beetje jaloers op Melissa was. Ik zag jullie samen kussen, en ik wist dat ze een vriend had. En dat maakte me jaloers. En toen ook nog eens bleek, dat je eigenlijk best een leuke vent bent, werd dat alleen maar erger. Ik kon de afgelopen nachten amper slapen, ik heb de hele tijd alleen maar eraan gedacht, hoe het was om een keer met jou te kussen.’
Ik kijk verrast. ‘Ow, en hoe vond je het?’
Nu is het Chantal, die me verrast aankijkt. ‘Niet zoals ik gehoopt had. Het was zo kort.’
‘Ja, hey! Je overrompelde me wel helemaal! Maar misschien kunnen we het nog eens herhalen, en kun je dan een oordeel vellen.’
Ze kijkt me geschokt aan, maar nu besluit ik het heft in handen te nemen. Ik loop naar haar toe. Ze deinst wat terug, maar zit al snel met haar rug tegen de muur. Ze kan nog wel wegvluchten, maar ze kijkt me alleen maar aan. Met mijn hand beweeg ik haar hoofd, zodat ik haar beter kan kussen. Ze weert me in ieder geval niet af, al beeft ze van de spanning. Ik besluit het heel teder te doen, en nader langzaam haar lippen.
Het arme meisje trilt van de spanning, maar sluit haar ogen en wacht af wat er komen gaat. Dan druk ik mijn lippen zacht op haar lippen, heel teder. Nu ik erop voorbereid ben, geef ik haar de tederste zoen, die ik haar kan geven. En schijnbaar bevalt haar het wel, want ik voel de spanning uit haar glijden en ze begint me terug te zoenen. Ik sla een arm om haar heen en druk haar stevig tegen me aan.
En vanaf dat moment laat ze alle gereserveerdheid varen. Ze drukt haar lichaam tegen me aan, en slaat haar armen om me heen, en zoent me nu met passie.
Helaas wordt het moment verstoort door de deurbel, veroorzaakt door iemand die door de deur komt. We laten elkaar haastig los, maar ik vraag haar glimlachend: ‘Was dit wat je je voorstelde?’
Ze kijkt me breed glimlachend aan. ‘Wow, het was nog beter, dan ik me voorstelde!’
Ze bloost wel flink, en ik zeg: ‘Je moest nog die handschoenen hebben. Je weet waar ze staan, dan help ik die klant even, en praten we zo wel even.’
Ze knikt, en ik loop weer terug de winkel in. Ik kan die klant snel helpen, en keer dan weer terug het magazijn in. Chantal heeft haar kleren weer wat gefatsoeneerd. Als ze me ziet, zegt ze: ‘Nu weet ik zeker, dat ik vannacht maar amper kan slapen! Wow, jij kunt een stukje zoenen!’
‘Het helpt als de tegenpartij dat zelf ook een beetje kan, Chantal.’
Dan zucht ik eens een keer en zeg: ‘Jullie brengen me wel in problemen, Chantal. Jij en Melissa lijken er gewoonte in te stellen om me te overrompelen? Wat moeten je ouders daar niet van denken?’
‘Wat pap en mam ervan denken, dat zal me worst wezen. Met wie ik ook thuis kom, ze zijn toch nooit goed genoeg! Soms word ik er gek van. Dus ik heb me nu voorgenomen voortaan zelf het heft in handen te nemen.’
‘Oké, daar valt iets voor te zeggen. Maar wat zeggen we tegen Melissa? Ik zag haar gisteravond ook steeds naar me kijken, ze wil ook meer van me.’
Ze zucht. ‘Waarom moeten we ook altijd op dezelfde mannen vallen? Dat is heus niet voor het eerst, weet je. Alleen die Arjan, ik snap nog steeds niet, wat ze ooit in hem gezien heeft. Echt een kwal. En het is ook niet echt voor het eerst, dat we ruzie hebben gekregen over een jongen.’
‘Mij kun je toch niet echt meer een jongen noemen, of wel?’
Ze lacht. ‘Nee, dat klopt. Dat kan ik wel merken aan de manier, waarop je me zojuist kuste. Waren alle mannen maar zoals jij! En je hebt zeker geen broer, die is zoals jij?’
Ik lach. ‘Nee, helaas. Ik heb wel een zus, maar die is al getrouwd en heeft al twee kinderen.’
‘Jammer, anders had ik misschien Melissa naar hem kunnen sturen en dan had ik jou voor mezelf!’
Ik lach hard. ‘Jammer voor jou, Chantal. Maar ik heb zo’n vermoeden, dat ik een zeer lastige tijd ga krijgen. Twee zussen, die me de hele tijd proberen te zoenen, en dat moet ik ook nog verborgen houden voor jullie ouders. En dan gaan jullie ook nog eens logeren bij mij thuis.’
Ze moet ook lachen. ‘Ik begrijp wat je bedoelt, John. Maar ik moet gaan, mijn baas wacht op die spullen. Zit je vanavond weer op dat terras?’
‘Ja, ik denk het wel. Ik kan moeilijk weer de hele avond bij jullie doorbrengen, of wel?’
‘Van mij zou je wel mogen, maar je hebt gelijk. Is het goed, dat ik je dan gezelschap kom houden?’
‘Dat vind ik verder prima, maar zullen de mensen dan niet meteen weer gaan roddelen?’
‘Ik zou Melissa mee kunnen nemen, dan is dat toch anders?’
‘Oei, wordt dat dan niet gevaarlijk?’
‘Misschien, maar ik denk dat het hoe dan ook ruzie zal worden tussen mij en Melissa. Ze zal het meteen in de gaten krijgen, en dan kan ik haar maar beter meteen meenemen, want ze zou me toch niet alleen laten gaan.’
‘Hey, maar ik wil geen ruzie over mij! Want dan is het voor mij de aardigheid vanaf. Jullie mogen me best gezelschap houden, maar ik wil geen nijdige blikken aan tafel. Dat lossen jullie zelf maar op!’
Ze knikt, maar ze moet nu echt weg. Ik maak snel een bon voor haar baas, en ze rijdt dan snel weg. Enkele uren later zie ik Melissa en Chantal langs de winkel rijden, ze zwaaien allebei naar me. Ik vraag me af, hoe dit nu goed moet gaan. Ze zijn allebei schatten van meiden en bovendien allebei heel erg mooi. Melissa als de roodharige schoonheid, en Chantal met het wat donkere haar, waar ook wel een rossige schijn doorheen zit. Beiden zijn ze ontzettend mooi, het zal nog lastig worden om me hier goed doorheen te loodsen. Want op dit moment kan ik echt geen keuze maken.
Na sluitingstijd rijd ik weer terug naar mijn pension en stel mijn gastgeefster op de hoogte, dat ik toch in het weekend naar huis heen rijd. Na me wat opgefrist te hebben, begeef ik me weer naar het eetcafé, waar ik me nu een lekker uitgebreid menu bestel. Een kwartier nadat ik klaar ben met eten, komen Melissa en Chantal op hun fietsen eraan gereden.
Ik zwaai naar ze en ze vergezellen me aan tafel. De sfeer van gisteravond wordt al snel weer voortgezet, en we hebben leuke gesprekken. Wel merk ik, dat ze allebei dingen om mijn aandacht, maar daar wil ik me niet toe laten dwingen. Ze zijn allebei even leuk en even mooi. Maar gaandeweg merk ik, dat Melissa zich wat stoort aan het gedrag van haar zus. Ze zegt er niets over, maar ik merk het wel. Als ze een tijdje later samen naar het toilet gaan, en dat even duurt, besluit ik eens polshoogte te gaan nemen.
Ik heb het vermoeden, dat die twee nu best wel eens ruzie konden hebben. En daarmee heb ik het bij het juiste eind. Zodra ik de gang in loop, die naar de toiletten leidt, kan ik hun goed horen. Dat is allerminst, wat ik gewild heb, dus ik besluit me ermee te bemoeien.
Ze schrikken allebei, als ik plotseling het damestoilet binnenkom. Geschrokken kijken ze me aan. Chantal kan nog net uitbrengen: ‘Wat doe jij hier?’
‘Dan kan ik ook vragen, wat zijn jullie hier aan het doen? Of ja, dat kon ik anders heel goed horen, toen ik hier de hal in liep. Jullie hebben ruzie over mij, is het niet?’
Ze kijken nu allebei schuldbewust naar de grond. Ze knikken allebei tegelijkertijd, en ik moet een lach onderdrukken.
‘Chantal, weet je nog, wat ik vanmiddag tegen je gezegd heb?’
Ze knikt, maar Melissa kijkt haar zus verbaasd aan.
‘Heb je John vanmiddag nog gezien?’
‘Ik moest toch spullen halen voor Jochem?’
‘Maar wat heeft hij dan tegen jou gezegd?’
Chantal zucht. ‘Dat hij niet wilde, dat wij ruzie zouden maken om hem.’
Melissa kijkt verbaasd. ‘Waarom zou hij zoiets zeggen? Of…’
De ogen van Melissa worden groot en haar mond valt open.
‘Je wilt toch niet zeggen, dat je nu ook al met hem een keer gekust hebt! Slet!’
Ze wil Chantal te lijf gaan, maar ik ben net op tijd om haar tegen te houden.
‘Juist, en precies daarom had ik haar dit ook gevraagd! Hup, jij tegen die muur en jij Chantal tegen die muur! En gedraag jullie je eens!’
‘Maar dat doet ze nu echt altijd! Als ik eens een vriendje heb, dan probeert ze me dat altijd af te pakken!’
Chantal snauwt terug: ‘Jij doet anders ook precies hetzelfde, Melissa! Je bent geen haar beter!’
Ze willen elkaar weer te lijf, en het is maar goed dat ik er tussenin sta.
‘Ophouden nu! Anders ben ik weg, en vechten jullie het zelf maar uit. Maar als jullie willen, dat ik blijf, dan gedragen jullie je nu!’
Ze schrikken van mijn toon en knikken haastig.
Ik zucht eens diep. In welke problemen ben ik nu weer in verzeild geraakt. Ik kon het aan zien komen, maar wilde geloven, dat het wel niet zo ver zou komen. Hoe moet ik me hier nu uitredden? Dan herinner ik me iets, wat ze me een half uur geleden verteld hebben, dat ze erg veel met elkaar delen.
Ik kijk de meiden streng aan en zeg: ‘Allereerst ben ik niemands bezit, zoals jullie ook niemands bezit zijn. Dus ik beslis nog altijd voor mezelf, welke vrouw ik leuk vind. Dat hebben jullie niet voor mij te beslissen. Begrepen? Want zo niet, dan ben ik nu weg, en bekijken jullie het maar!’
Ze knikken. ‘Goed. Dat is een begin. Maar wat een contrast is dit nu met wat jullie me zojuist hebben verteld! Ik dacht, dat jullie zowat alles delen?’
Chantal antwoordt: ‘Ja, maar geen vriendjes!’
‘Dan wordt het hoog tijd, dat jullie dat maar leren. Ik heb er geen problemen mee, dat jullie je met me delen, maar dan moeten jullie je wel gedragen. En anders is het al voorbij, voordat er iets begonnen is. Ben ik duidelijk?’
Ze kijken elkaar aan en Chantal zegt: ‘Wil je dan geen keuze maken, John?’
‘Nee, dat wil ik nog niet. Bewijzen jullie eerst maar eens, dat jullie je kunnen gedragen, en bereid zijn om echt alles te delen. Dan kijk ik eens verder.’
Chantal zegt tegen Melissa: ‘Mel, wat zeg jij ervan?’
Melissa is nog steeds boos. ‘Ik vind het gewoon niet eerlijk, Chantal. Hoe kun je me dat aandoen!’
‘Het spijt me, Melissa. Maar toen ik jullie zag kussen, werd ik jaloers. Waarom kan jij zo gemakkelijk iemand vinden, terwijl me dat amper lukt! Ze kijken wel, maar durven me nooit te vragen. Terwijl jij maar een keer naar een jongen hoeft te kijken, en hij zit al naast je. En daarnaast kan ik het niet helpen, ik vind John gewoon een leuke en knappe vent.’
Dat verzacht de boosheid van Melissa wel iets. Ze glimlacht zelfs. ‘Ja, hij is inderdaad heel erg leuk, en knap ook nog. Maar dat wil niet zeggen, dat ik blij ben, met wat je gedaan hebt.’
‘Het is nu eenmaal gebeurd, Melissa. Maar ik geloof John ook wel, dat hij meent wat hij zegt. Als we een kans bij hem willen maken, dan zullen we ons moeten gedragen.’
Ze knikt en kijkt Chantal aan. ‘Ik denk dat je gelijk hebt. Goed, dan zullen we dat maar doen.’
Chantal kijkt haar zus aan. ‘Echt, Melissa, het spijt me heel erg! Kun je me een beetje vergeven?’
Melissa trekt een zure glimlach. ‘Ik heb niet veel andere keuze, of wel? Ik vergeef je voor deze keer, maar ik zal nog wel even boos op je blijven.’
‘Dat is niet erg, maar ik ben blij, dat je me kunt vergeven.’
‘Daarvoor zijn we toch zusjes, of niet?’
Ze omhelzen elkaar, maar ik blijf er toch even waakzaam bij staan, voordat ze elkaar in de haren vliegen. Maar dat blijkt gelukkig niet nodig te zijn. Melissa kijkt me dan aan en zegt: ‘Goed, we zijn bereid ons te gedragen, en je voorlopig te delen. Maar ik wil wel, dat je een keer een keuze maakt.’
‘Ik beloof niets, Melissa. Zoals ik het zie, staan we aan het begin van iets moois, maar ik ga me niet overhaasten. Bovendien wonen jullie ver van me vandaan, dus we moeten maar eens zien, hoe het verder gaat.’
‘Oké, dat is fair. Maar wat nu?’
‘Ik heb eigenlijk wel genoeg gezeten hier. Kunnen we niet een stukje gaan wandelen?’
Melissa haalt haar gezicht op. ‘Is dat wel zo’n goed idee? Je weet wel, na eergisteren?’
Ik begrijp wat ze bedoelt.
‘We kunnen ook een stukje gaan rijden, lijkt jullie dat wat?’
Het gezicht van de beide meiden klaart op. ‘Ja, dat lijkt me wel leuk, wat jij, Melissa?’
‘Ja, dat lijkt me ook wel leuk. Kunnen we vast gelijk wennen aan hoe het straks voelt, als we meerijden met pap in zijn oldtimer!’
‘Goed, dan zie ik jullie dadelijk wel op het terras. Ik zal wel afrekenen, en dan kunnen we meteen gaan.’
De beide dames knikken en ik ga nog even vlug naar het herentoilet om mijn blaas te ledigen. Het is maar goed, dat ik niet veel bier gedronken heb. Ik wilde mijn aandacht bij de twee dames te houden, dus ik heb ervoor gekozen om wat spa rood te drinken. Alleen een pilsje bij mijn eten, dat was het enige aan alcohol, dat ik genoten heb. Dan reken ik snel af bij de bar en even later loop ik met beide meiden naar de parkeerplaats, waar ik mijn wagen geparkeerd heb. Ik laat ze allebei achterin plaats nemen, wat de meiden zichtbaar verrast. Maar ik wil geen strijd in de wagen, niet zolang het akkoord nog zo vers is.
Ik rijd met de twee meiden de polder in, over lekker kronkelige weggetjes, die me uiteindelijk naar de IJssel voeren. Uiteindelijk eindig ik bij het Ketelmeer, waar ik de wagen parkeer, langs de rand van de weg. De beide meiden zijn onder de indruk van het ritje.
‘Jeh, wat rijdt die wagen van jou lekker! Je hoort hem haast niet rijden, en het lijkt wel of je over de weg zweeft!’
‘Dat is precies ook, waar een Cadillac voor gemaakt is. Het is geen wagen, die luid en hard is. Gewoon lekker cruisen, dat is waar deze wagens voor gemaakt zijn.’
‘Nou kan ik wel begrijpen, waarom pap er zo graag een wil.’
Chantal knikt. ‘Ja, dat begrijp ik nu ook wel. Maar wat gaan we hier doen, John?’
‘Ik wil even mijn benen strekken. Of denk je, dat je hier ook nog door iedereen gevolgd wordt?’
Ze glimlachen allebei en stappen uit. We maken een wandelingetje langs het meer, waarbij ze ieder aan een kant van mij flaneren. Ze lopen gearmd met me langs me, en van enige strijd tussen de beide dames lijkt geen enkele sprake meer te zijn. Als ik dan wat later nog een keer mijn blaas moet ledigen, verontschuldig ik me, en ga voor wat privacy wat aan de kant staan. Ik hoor de beide dames smiespelen, maar ik kan ze net niet verstaan. Als ik me weer omdraai, giechelen ze. We lopen weer terug naar de auto, maar daar hebben de twee meiden een verrassing voor me. Ze duwen me tegen de auto, en giechelen nogal.
‘Oké, wat hebben jullie nu weer bekokstooft?’
‘Melissa vroeg zich af, of je wel capabel genoeg bent om twee vrouwen tevreden te houden. Dat is wel belangrijk om te weten, omdat we je wel moeten delen. Dus willen we nu ook testen, of je dat wel kan!’
Ze dringen zich tegen me op, en ik laat me graag door deze twee meiden leiden. Want het is echt niet, dat ik ze niet allebei de baas zou kunnen. Ik ben misschien wel fors van uiterlijk, maar daar steekt een hoop spierkracht achter. Als sport doe ik namelijk aan kickboksen. In de sportschool, waar ik dat beoefen, worden verschillende vechtsporten beoefend, maar ik houd het gewoon bij kickboksen. Maar ik voel geen enkele nood om mee te verdedigen tegen deze twee mooie dames. Ik glimlach meteen, en trek ze dan tegen me aan. Met een simpele techniek verander ik de situatie, waardoor ze allebei gillen, als ze verrast worden door mijn move.
Als ze merken, dat ik geen kwaad in zin heb, moeten ze lachen.
‘Als jullie mij willen verrassen, moeten jullie toch echt van betere huizen komen. En wat betreft bewijzen, of ik jullie wel tevreden kan houden: Heel erg verleidelijk, maar ik wil me niet in een positie brengen, waar ik me in de problemen breng. Maar om lekker te zoenen, daar hoor je me nooit nee tegen te zeggen! Ook niet als het om twee hele mooie dames gaat.’
Melissa bloost weer en zegt: ‘Vind je mij dan echt heel mooi, John?’
‘Ja, je bent echt heel mooi, maar Chantal is dat ook. Maar aangezien ik gisteren Chantal al een heerlijke zoen heb mogen geven, mag jij nu als eerste een zoen geven.’
Haar gezicht klaart meteen op, en ik kijk even opzij naar Chantal. Ze glimlacht goedkeurend, en dan neem ik Melissa in mijn armen. Voorzichtig nader ik mijn lippen de hare, en druk ze dan zacht, maar vastberaden op de hare. Ze zoent me met even veel passie en vastberadenheid terug. Als ik mijn tong tussen haar lippen probeer te duwen, houdt ze me niet tegen, maar opent gretig haar mond, om daarna met dezelfde gretigheid met haar tong mijn mond binnen te dringen. Ik voel hoe haar lichaam hunkert naar het mijne, en hoe dichter ze zich tegen me aandrukt. Dat vind ik prima, maar ik wil het nog niet te ver laten gaan. Maar ik kan het niet helpen, dat er zich wat tussen mijn benen begint te roeren. En ze moet het wel merken, want zo stevig drukt ze zich tegen me aan. Uiteindelijk verbreek ik onze zoen, als mijn pik wel heel erg ongemakkelijk klem zit in mijn broek.
Melissa slaakt een teleurgesteld kreuntje, maar beseft dat haar beurt nu voorbij is. Nu is Chantal aan de beurt. Ik weet niet, of het komt, dat ze wat ouder en meer ervaring heeft, maar ze kan een heel stuk beter zoenen, dan Melissa. En ook Chantal dringt haar lichaam stevig tegen me op. Ik voel, dat ze hunkert naar meer, maar dat laat ik niet toe. Misschien zouden vele andere mannen meteen hun kans gegrepen hebben, maar zo ben ik eenmaal niet. Ik wil een vrouw helemaal veroveren. En niet alleen van lichaam, maar ook van geest. En zover zijn deze beide dames nog niet. Maar Chantal is behoorlijk veel vuriger in haar zoenen, zeker als we ook overgaan naar tongzoenen. En ik weet zeker, dat ze me de kleren van het lijf had getrokken, als Melissa er niet bij zou zijn geweest. Niet dat ik het toegelaten, maar de gedachte eraan windt me toch wel een beetje op.
Het is moeilijk de tijd in te schatten, hoe lang ik met beide meiden heb staan te zoenen, maar ik heb wel geprobeerd ze evenwichtig gelijke aandacht te geven. Dus naar een tijdje beëindig ik de zoen met Chantal, die duidelijk nog wel even door had willen gaan. Ik wilde dat eigenlijk ook, maar ik zie ook de zon al ondergaan, dus het is tijd om naar huis te gaan. We rijden weer naar Kampen, waar ik de dames afzet bij hun fietsen. Maar daar blijkt, dat de band van Melissa kapot is. Glimlachend zeg ik: ‘Dan zal ik jullie maar naar huis brengen.’
Ze schudden het hoofd. ‘Nee, dank je. Anders beginnen de mensen dadelijk nog meer te roddelen. We lopen wel. Zo ver is het nu ook weer niet!’
Ze geven me nog ieder een zoen op mijn wang en lopen dan samen met hun fietsen weg.
Volgende deel: De Gezusters Santegoed - 2