Vervolg op: De Gezusters Santegoed - 17De volgende morgen zijn we allebei vroeg op. Samen maken we het ontbijt voor onze gasten klaar, en Chantal ververst dan ook nog het verband van mijn arm. Het begint er steeds beter uit te zien, maar er lekt nog steeds wel wat wondvocht uit de wond. Maar het begint nu toch al een beetje te genezen. Ik maak dan meteen een afspraak met mijn huisarts, om het verdere genezingsproces met hem te bespreken. Even later druppelen ook onze gasten de keuken binnen.
‘Goedemorgen, langslapers!’
Michel glimlacht. ‘Goedemorgen. Ik moet zeggen, dat je best goede bedden hebt, John! Als we ons huis hebben, moet ik daar zeker ook aan denken, een goed bed! Want ik heb echt goed geslapen. En die pilsjes hebben er ook wel bij geholpen. Jolanda was al in slaap, voordat ik in bed lag!’
We lachen. Jolanda zegt: ‘Ja, dat moet ik toegeven, het bed was echt goed!’
Chantal zegt: ‘Kun je nagaan, Jolanda! Wij hebben nog een beter bed, maar dat gaan we echt niet aan onze gasten afstaan! Het is een van de redenen, waarom ik hier zo goed kan slapen.’
‘Dat kan ik me wel voorstellen. John verwent je dan wel met zo’n goed bed!’
Ik zeg lachend: ‘Dat moet ook wel, Jolanda! En bovendien moet zo’n bed ook niet te veel lawaai maken, als we er een spannende nacht van maken!’
Jolanda bloost, maar kan er wel om lachen. Even later komen ook Johan en Helen naar beneden. Helen ziet een beetje bleek. Ze verontschuldigt zich, dat ze wat last heeft van zwangerschapsmisselijkheid. ‘Dat heb ik de laatste tijd wel vaker, dus ik ben echt niet ziek of zo.’
We beginnen dan met het ontbijt. Tijdens het ontbijt vraagt Johan me: ‘Ga je nu ook nog iets doen met die omheining?’
Een beetje geschokt kijk ik hem aan. Dat was ik al bijna vergeten.
‘Goed, dat je het zegt! Dat moet ook nog! Maar ik moet straks toch naar de huisarts, dan kan ik ook nog wel eens aangaan bij dat bedrijf, dat zijn afrastering verkoopt. Eens kijken, wat die ervoor vraagt.’
‘En verder nog plannen?’
‘Ja, we willen de caravan afspuiten en kijken of die nog waterdicht is. En dan bekijken we, hoe we het allemaal gaan aanpakken. Maar dat ding is voorlopig nog niet klaar. Daar gaan we nog heel wat werk aan hebben.’
Johan vraagt dan: ‘Dus volgend jaar is die caravan nog niet klaar?’
‘O, nee! Dat wil ik goed doen, dus dit kun je rustig wel een meer jarenplan gaan noemen.’
‘Dus dan kunnen we nog geen beroep doen op onze schoonbroer om zijn caravan dan eens een tijdje te lenen?’
Ik lach. ‘Met alle respect, die caravan ga ik straks echt niet uitlenen! Maar dat wil niet zeggen, dat je dan geen caravan van me kunt lenen! Ik ben van plan tot die tijd een oude caravan, die wel nog in orde is, te kopen. En daarmee gaan Chantal en ik dan op vakantie. En in de tijd, dat ik dat ding niet nodig heb, mag die dan wel worden uitgeleend. Daar heb ik dan weer geen problemen mee.’
Johan knikt. ‘Zijn die zilveren caravans dan zo duur, als deze klaar is?’
‘Dat kun je wel stellen. Als deze klaar is, en ik doe het echt goed, dan praat je over een caravan van ruim vijftig, zestigduizend euro.’
Johan fluit eens door zijn tanden. ‘Dat is niet mis! Dan begrijp ik het wel.’
‘Het is niet alleen om de financiële waarde, Johan. Dat is ook emotionele waarde. Hetzelfde als bij mijn Cadillac, daar heb je zelf veel energie in gestoken om hem zo te krijgen, dan leen je hem niet graag uit. Ik moet er niet aan denken, dat iemand anders schade aan mijn wagen maakt. Daarom laat ik er ook niet graag anderen in rijden.’
Michel kijkt verbaasd op. ‘Dus ik en pap hebben dus wel een streepje voor? Want wij hebben in je wagen gereden!’
‘Ja, maar je moest me ook helpen. En voor je vader, die moest ik een beetje inpalmen. En dat heeft toch geholpen, of niet dan?’
‘Ja, dat kun je wel stellen. Maar ik kan je heel goed begrijpen. Het is ook een mooie bak! En hij rijdt echt fijn! Zelfs met die enorme trailer erachter!’
‘Dat moet ik dan nog maar uitvinden. Maar zover is het lang nog niet.’
Na het ontbijt pak ik de fiets om naar de huisarts te rijden. En dan kom ik ook langs het bedrijf, waar ik de tip van heb gekregen om de afrastering van te kopen. Die zijn al bezig met het verwijderen van de metalen omheining. Ik stop en zeg tegen de eigenaar van het bedrijf, die zelf ook flink de handen uit de mouwen steekt: ‘Wat ga je doen met die omheining?’
‘Als je er iemand voor weet, het mag weg voor de oud ijzerprijs. Maar dan moet het wel voor het einde van de week weg zijn.’
‘Nou, dan wil ik die wel hebben. Maar zouden jullie dat dan niet bij mij neer willen zetten? Het is hier een paar honderd meter verderop.’
‘O, dan brengen we het wel even met de heftruck. O, wacht eens! Hebben ze niet laatst bij je ingebroken?’
Ik knik. ‘Ja, dat was bij mij. Daarom wil ik juist ook een omheining hebben.’
‘Nou, dan heb je echt geluk. Je hebt er nog wel wat werk aan, ze zijn best wel wat roestig, maar zeker nog niet slecht. Voor de verkoop is het eigenlijk niets meer waard. Alleen de poort krijg je er niet bij, die heb ik zelf nog nodig.’
‘Dat is niet erg. Die wil ik toch al een op maat laten maken. Dat doen jullie toch ook?’
‘Ja, dat doen we ook. Weet je wat? Als we hier klaar zijn, kom ik wel eens met je praten. Ben je vanavond thuis?’
‘Ja, maar ik heb op het moment wel visite. Schoonfamilie is op bezoek. Maar je mag gerust komen, dat is echt geen probleem.’
‘Rond zeven uur dan?’
‘Prima! Dan praten we nog wel even verder over de prijs.’
‘Dat is goed! Dan zie ik je straks!’
‘Prima! Maar nu moet ik snel door, anders kom ik nog te laat bij de dokter!’
Ik zwaai als afscheid en fiets dan stevig door naar de dokter. Daar ben ik wel iets te laat, wat echter niet erg is. De afspraak voor me is wat uitgelopen. Daardoor kan ik al vrijwel meteen door naar de dokter. De dokter bekijkt de wond nog eens en vindt dat het herstel er goed uitziet. Ik moet de pijnstillers al achterwege laten, wat ik persoonlijk helemaal niet eens erg vind. Ik slik liever zo min mogelijk medicijnen.
Als ik dan even later terugkom, kom ik weer langs het bedrijf van de omheining.
‘Zeg, kunnen we deze stapel alvast brengen? Dan hebben we hier al wat meer plaats om straks de nieuwe neer te zetten.’
‘Prima, plaats genoeg! Weet je waar je moet zijn?’
‘Ja, dat weet ik wel. Komt goed, we komen zo met de heftruck.’
Ik fiets dan snel door naar huis. Eenmaal thuis loop ik direct naar binnen. Chantal is lekker aan het kletsen met haar schoonzusjes. Ze kijkt op en zegt: ‘Hoe ging het bij de dokter?’
‘Goed, ik mag de pijnstillers achterwege laten, en ik moet over vijf dagen langs om te kijken of de hechtingen er al uit kunnen. Maar nog even wat anders! Ik heb zojuist al een omheining gekocht. Toen ik naar de dokter reed, was dat bedrijf ze al aan het verwijderen. En zo meteen komen ze die hier al brengen met de heftruck!’
‘Heb je ze al gekocht? Waren ze duur?’
‘Nee, hij hoefde in principe alleen maar de oud ijzerprijs ervoor te hebben. Maar hij komt vanavond er nog wel even over praten. Ik wil hem ook nog de poort laten maken. Dat zal dan wel weer wat meer kosten, maar dan is alles wel in een keer klaar.’
‘Kan dat nog allemaal wel? Ik bedoel, heb je nog wel genoeg geld?’
‘Ik heb nog wel wat op mijn spaarrekening staan, Chantal. Dat is geen probleem. Maar we zien wel, hoeveel het gaat kosten.’
Een paar minuten later horen we een zware heftruck het erf op rijden. Ik loop naar buiten en vertel de man op de heftruck, waar ze het materiaal neer kunnen leggen. En in de uren erna komen ze nog enkele pallets vol met materiaal brengen. Zelf houd ik me bezig met het afspuiten van de caravan. Ik kom erachter, dat het metalen gedeelte wel dicht lijkt, wat een flink voordeel is. Maar het dakraam lekt, en ook de ramen lekken. Maar dat is niet het grootste probleem, dat is vrij eenvoudig te verhelpen.
Met wat hulp van Johan en Michel, verwijderen we de onderste metalen platen van de caravan, waardoor het chassis wat meer zichtbaar wordt. Daar zie ik, dat de tands des tijds in de vorm van roest heeft toegeslagen.
Maar ook hier is niets, wat niet te herstellen is. En omdat we dan toch bezig zijn, beginnen we al vrijwel meteen met het leeghalen van de caravan. Er zat al niet veel meer in, maar er was toch nog wel wat oud houtwerk. En de wanden hebben ook hun beste tijd gehad. Een hoop van de panelen zijn flink beschadigd.
Johan wil ze al weggooien, maar daarvan kan ik hem nog net weerhouden.
‘Niet weggooien, Johan! Die heb ik nog nodig!’
Hij kijkt verbaasd. ‘En je zegt zelf net, dat ze niet hergebruiken te zijn!’
‘Dat klopt, maar ik heb die panelen nog nodig om er duplicaten van te maken. Dan kan ik de afmetingen aftekenen.’
‘Ah, op die manier. Dus we moeten er wel voorzichtig mee omgaan?’
‘Als het even kan wel!’
Maar het demonteren gaat verrassend snel. Even later kunnen we al beginnen met het demonteren van de badkamer. Zo op het eerste gezicht zag de badkamer er goed uit, maar het wordt al snel duidelijk, dat de staat toch niet zo goed is, als ik gehoopt had.
Enkele delen kunnen we nog wel redden, maar de rest breekt in duizend stukken, als we het proberen los te wrikken. Dat is erg jammer, omdat ik het graag opnieuw had willen gebruiken. Maar het is niet anders, dus besluit ik maar, dat we de badkamer toch maar helemaal opnieuw gaan opbouwen. Als we dan toch bezig zijn…
De binnenkant van de caravan ziet er nu uit als een leeg vliegtuig. Alleen het carrosserie is nog zichtbaar. Johan en Michel willen dan ook nog de vloer eruit halen, maar ik vind het wel goed geweest voor vandaag.
De dames zijn in de tussentijd naar Roermond gereden, om daar samen te gaan shoppen. Ze konden toch niet veel doen, als we daar bezig waren met slopen.
We hebben ons dan even gedoucht en zitten dan lekker binnen te genieten van een welverdiend pilsje, als de dames van hun shoppingmiddag terugkomen. Ze hebben er goede zin in. Ook Melissa is erbij. Ze lachen als ze ons zien zitten met een glas bier in de hand.
‘Moet je daar eens zien! Ze doen net alsof ze hard gewerkt hebben!’
Michel zegt dan: ‘Misschien hebben we dat ook. Bekijk de caravan nu maar eens vanbinnen! Ziet er behoorlijk leeg uit!’
Nieuwsgierig gaan de dames kijken. Ze zijn best onder de indruk van ons werk.
‘Zo, dat schiet anders wel flink op!’
Ik knik. Ik zeg tegen Chantal: ‘Helaas was de badkamer toch niet meer zo goed, als we gedacht hadden. Die brak in duizend stukken, toen we die probeerden los te halen. Dus daar is niets meer aan te doen. Die zullen we dan ook opnieuw moeten maken.’
Chantal kijkt wat teleurgesteld, want ze vond dat wel een leuk detail van de caravan. ‘Nou ja, niets aan te doen. Maar misschien kunnen we die dan ook iets ruimer maken?’
‘Dan kan ik in ieder geval proberen, Chantal. Nu hebben we wel de vrije hand om het in te delen.’
‘En hoe was jullie middag? Lekker kunnen shoppen?’
‘Ja, maar ik heb het rustig gehouden. Ik heb me alleen een nieuwe blouse gekocht en een leuk rokje. Maar ik kan niet zeggen, dat Melissa zich heeft ingehouden!’
Melissa kijkt me aan en haalt haar schouders op. ‘Ik had gewoon een nieuwe garderobe nodig! Je dacht toch niet, dat ik de hele tijd in mijn oude kleren blijf rondlopen, nu ik het huis uit ben!’
Chantal lacht. ‘Het kon nog net allemaal mee in mijn wagen! Die zit echt bomvol!’
‘Moet je die dadelijk nog naar Daan brengen?’
‘Nee, Daan komt straks hierheen. Dan wil hij Renn ook komen brengen.’
Ik vraag aan Melissa: ‘Hij zal het er wel moeilijk mee hebben, of niet?’
Melissa knikt. ‘Ja, dat valt hem wel zwaar. Maar het troost hem wel, dat Renn nu een goede plaats zal krijgen bij jou. En bovendien zal hij haar nog wel regelmatig zien.’
‘Ik zal Daan wel een berichtje sturen, dat hij hier kan eten. Dan hoeft hij niet zijn kostbare kant en klaar maaltijden aan te spreken.’
Melissa moet daar hard om lachen. ‘Ik heb hem al gezegd, als we ooit gaan samenwonen, dan gaan die als eerste de deur uit! Ik kook nu wat in zijn keuken, maar dat gaat ook maar net. Die woning is echt niet bedoeld voor meer dan twee personen!’
Ik knik. ‘Het is net alsof ze dat huis aan het bouwen waren, en er toen pas achter kwamen, dat ze het middelste huis vergeten waren.’
Melissa moet ook daar erg om lachen. ‘Ja, dat zou je bijna denken.’
Ik stuur Daan dan een berichtje, waarop ik al snel een bevestiging krijg. Ruim anderhalf uur later komt Daan dan aanrijden. Ook andere vrienden, die al hebben gehoord, dat ik nu een Airstream thuis heb staan, komen langs om te kijken. Waaronder ook Sander en zijn vriendin Ilse.
Ik loop samen met hem naar de caravan heen. Sander zegt: ‘Je hebt hem dus toch gekocht! Geluksvogel! Moet je er nog veel aan doen?’
‘Nog alles! Het is eigenlijk alleen maar een losse huls. Ik zal eerst flink wat laswerk moeten doen, en me dan een tekening gaan maken, van hoe ik alles wil gaan maken.’
‘Oei, dan heb je daar nog werk genoeg aan.’
‘Dat kun je wel stellen, Sander. Maar ik was eigenlijk aan het hopen, dat je me hiermee kon helpen!’
‘Laat me eerst dan maar eens zien, hoe erg het eigenlijk is, voordat ik antwoord geef!’
Ik laat hem dan de vorderingen zien. Als hij het ding ziet, zegt hij: ‘Nou, daar moet je echt nog alles aan gaan doen. Weet je zeker, dat je dit wilt?’
‘Ja, deze heb ik echt voor een prikje kunnen krijgen, en bovendien zitten er Nederlandse papieren bij. Hij staat al op naam!’
‘O, dat scheelt natuurlijk wel. Maar er is zeker wel iets leuks van te maken, maar dat gaat je wel een flinke duit kosten. En het mag natuurlijk ook weer niet allemaal te zwaar worden. Dat is wel een leuke uitdaging.’
‘Dat is het zeker. Maar wil je me ermee helpen?’
Sander kijkt zijn vriendin aan. ‘Hier gaan wel een hoop uren in zitten. Ik wil best wel helpen, maar dan moet Ilse dat ook goed vinden. En ik wil er ook iets voor terug!’
‘En dat is?’
‘Dan moet je mijn Cadillac opknappen. Die begint nu toch wel last te krijgen van roest, en ik wil die eigenlijk helemaal restaureren. Maar ik kan niet lassen en zo. Dat kun jij dan weer beter.’
‘Nou, dan is dat toch een eerlijke deal! Ik doe jouw Cadillac, maar we betalen ieder wel zelf de onderdelen en materialen voor zijn eigen wagen.’
‘Dat is fair. Wat zeg jij ervan, Ilse?’
Ilse knikt. ‘En we mogen dan toch zeker wel een keer in de caravan mogen slapen, als we naar Zweden gaan?’
‘Het is wel de bedoeling, dat er minstens vier slaapplaatsen in komen, Ilse. Maar ik kan daar nog niets op toezeggen. Wie weet heb ik dan al kinderen, tegen de tijd, dat dit ding klaar is. Maar dan wil ik best een deal maken, dat jullie er ook een keer mee op vakantie mogen. Eigenlijk wil ik de caravan straks niet uitlenen, maar voor jullie maak ik dan een uitzondering. Ik weet, dat jullie er heel zuinig op zullen zijn.’
‘Dat is redelijk.’
Ik steek mijn hand naar Sander uit, die hem schudt. En daarmee heb ik mijn hulp bij de caravan ook al geregeld.
Wat later komt er een oude BMW het erf op gereden. Daaruit stapt de eigenaar van het bedrijf, waar ik de omheining van heb overgenomen.
‘Zo, nogal een drukte hier!’
‘Ah, kom binnen. Mooie wagen heb je!’
‘Ja, dat is mijn trots. Maar daar moet ik dus nog een stalling voor vinden. Tot nu toe kon ik die nog wel kwijt in mijn bedrijf, maar doordat het bedrijf zo groeit, moet hij daar weg.’
‘Nou ja, je bent hier toch voor zaken, dan kunnen we daar misschien ook iets voor regelen. In mijn loods heb ik nog wel een plekje vrij om je wagen te stallen. En geloof me, daar staat hij veiliger, dan waar dan ook!’
‘Dat had ik al gehoord van Daan! Daarom heb ik mijn wagen ook meegebracht.’
Ik lach. ‘De vrekken hebben de halve wereld. Goed, zullen we dan maar meteen even over de poort gaan praten?’
De man knikt. Ik leg hem uit, wat ik allemaal wil, en hij kan me al snel berekenen, wat me dat gaat kosten. Het is niet goedkoop, maar ik had het wel duurder verwacht. Als hij ziet, dat ik toch nog even twijfel, zegt hij:
‘En als we de poort gaan plaatsen, dan zetten we de rest van de omheining ook wel op. Dan hoef je dat niet zelf te doen. Mits je dan een plaatsje voor mijn BMW hebt.’
‘Goed, dan hebben we een deal. Wil je de loods ook nog even zien?’
De man knikt, en ik laat hem dan de loods zien. De man is zwaar onder de indruk, als hij de deuren van het pand ziet.
‘Geen wonder, dat ze niet konden inbreken! Waar heb je die deuren vandaan?’
‘Van een oude munitiebunker. Ik zei al, je wagen staat hier veiliger dan bij de Nederlandse bank!’
‘Dat geloof ik nu wel. En wat is dat voor een caravan? Wat een gaaf ding!’
‘Een Airstream. Maar daar moet zo’n beetje nog alles aan gebeuren. Dit is alleen maar de romp. De rest moet nog gedaan worden. De loods hier is een soort hobbygarage, waar we onze auto’s in goede staat houden en onderhouden.’
‘Mag ik daar dan ook gebruik van maken? Want ik zie daar een brug en de onderkant heeft wel een paar plekjes, die wel wat aandacht kunnen gebruiken.’
‘Natuurlijk, wel in overleg. Maar dat spreekt toch voor zich, of niet?’
De man knikt.
Ik zeg daarop: ‘Hebben we dan een deal? De poort, inclusief plaatsen en het plaatsen van de omheining voor duizend euro, en het stallen van je wagen, inclusief gebruik van de werkplaats gaat je dan driehonderd per jaar kosten.’
‘Nou, daar doe ik het wel voor. Goed, we hebben een deal. Wanneer wil je de poort hebben? Normaal duurt het vier weken, maar ik kan me voorstellen, dat je die omheining eerder wilt hebben. Ik zou het kunnen inplannen over twee weken.’
‘Prima! Dat geeft me net genoeg tijd om die hekken op te knappen.’
‘Zullen we dan even een en ander op papier zetten, om misverstanden voor te zijn?’
‘Uitstekend. Zo houd ik ervan om zaken te doen. Geen bullshit, en recht vooruit. Jij hebt een goedkope omheining, en ik een goedkope stallingsplaats voor mijn oldtimer.’
‘Juist. Mij interesseert het echt niet, of je een BMW hebt, of een Cadillac. Want zoals je ziet, hier staan allemaal oude Cadillacs. Dus je BMW past hier echt wel tussen. Wat voor iets is het eigenlijk?’
‘Een BMW 2002ti. Hij is nog helemaal origineel, nog steeds in de eerste lak.’
‘Kijk, dat is toch ook leuk. Alleen jammer, dat het geen Cadillac is, dan had je lid kunnen worden van onze club.’
‘Hmm, wat niet is, kan nog komen. Ik heb deze BMW nu al een tijdje, en ik ben eigenlijk aan het kijken voor iets anders. Maar ik weet nog niet wat.’
Ik zeg lachend: ‘Laat dat mijn vrienden niet horen. Voor je het weet, heb je dan al een Cadillac gekocht.’
‘Nou ja, ik houd wel van een sportief model. Nu zullen die Cadillacs best wel een sterke motor hebben, maar echt sportief zien ze er niet uit. Of je moet er een hot-rod van maken.’
‘Je hebt duidelijk nog nooit in een Cadillac gereden, dat hoor ik wel. Maar goed, zullen we dan eerst maar het papierwerk doen?’
We lopen terug het huis in, waar ik een en ander op papier zet. De man, Henk heet hij, belooft me morgen de offerte te brengen, zodat ze meteen aan de poort kunnen gaan beginnen.
Als ik de man uitlaat en weer bij de rest ga zitten, vraagt Chantal me: ‘En? Wat gaat ons nu de omheining kosten?’
Ik lach en zeg: ‘Een schijntje! De poort gaat duizend euro kosten. Dat is dan wel een gewone en simpele poort, zonder poespas, maar daarvoor plaatsen ze ook de rest van de omheining! En als tegenprestatie kan hij zijn BMW hier in mijn loods komen stallen.’
‘Ah, da’s anders ook een mooie wagen!’
‘Ja, en nog helemaal origineel! Maar hij wil ook al iets anders.’
Daarop zegt Sander meteen: ‘Die moeten we een Cadillac aansmeren! Dat kan gewoon niet anders!’
Ik lach en zeg: ‘Daarvoor had ik hem al gewaarschuwd. Maar hij wil juist een heel sportief model. Of een hot-rod.’
Sander zegt meteen: ‘Dan weet ik al de perfecte wagen voor hem. Een Cadillac uit 1940, echt een mooi ding, maar goedkoop zal die wel niet zijn.’
‘Die smeer jij hem maar aan, dat ga ik niet doen.’
‘Laat dat maar aan mij over. Dat komt wel goed!’
Het duurt even, voordat mijn vrienden weer weg zijn. Johan zegt later tegen me, dat ik een fijne vriendengroep heb. En daar is Michel het ook eens mee. Chantal zegt lachend tegen hun: ‘Straks komen mijn broertjes ook nog hier wonen!’
Johan zegt gevat: ‘Geen denken aan. Doe jij je best maar, dat John naar het Noorden gaat verhuizen.’
‘Puh, ik kan John misschien wel overtuigen, maar dan moet ik zelf ook nog wel willen. Het bevalt me hier best!’
En zo wordt er over en weer gestecheld, maar de taal wordt steeds pikanter. Vooral Helen en Jolanda zeggen wel eens dingen, die ik helemaal niet van ze verwacht hebben. En dat zelfs zonder alcohol!
En dat valt ook Johan en Michel op. Johan stoot Helen eens aan en zegt: ‘Helen, waarom opeens zo’n taal?’
‘Pff, laat me toch! Ik begrijp wel, waarom Chantal liever hier woont. Hier kun je gewoon zeggen, wat je denkt, zonder dat je er meteen op aangekeken wordt. En ben maar niet bang, thuis zal ik me wel weer netjes gedragen.’
Johan kijkt even verbaasd. ‘Nou, voor mij hoef je dat echt niet te doen, Helen! Ik wist alleen niet, dat je zulke taal kon uitslaan.’
‘Moest jij ook maar eens doen. Werkt echt bevrijdend, Johan. Ik kan nu uit ervaring spreken!’
Maar Johan durft het niet hardop te zeggen. Hij mag dan wel een grote vent zijn, maar dit gaat hem toch iets te ver. Maar hij fluistert wel iets in het oor van Helen, die daarop grote ogen maakt. Ze kijkt hem geschokt aan en zegt: ‘Werkelijk? Wow, we leren hier nog iets van elkaar! Lijkt me leuk om eens te doen!’
Johan kijkt op zijn beurt verbaasd, dat Helen zijn voorstel zo snel accepteert.
Michel roept dan: ‘Ga alsjeblieft naar bed, en doe daar de dingen, die jullie daar zitten te bespreken.’
Johan antwoordt gevat: ‘En wie weet doe ik dat ook nog wel! Maar ik denk, dat Jolanda ook nog wel eens net zo geil opdondertje kan zijn, als Helen dat nu is.’
Jolanda grijnst. ‘Wie weet, Johan. Maar ik moet wel zeggen, dat me de afgelopen avonden me wel een paar leuke ideeën hebben opgeleverd. Als we weer thuis zijn, dan ga ik toch eens proberen of Michel daar voor in is.’
Ik zie een wenkbrauw omhoog krullen bij Michel. ‘Hmm, daar mag je me zo meteen ook wel eens wat over vertellen. Jolanda…’
Johan lacht en roept op zijn beurt: ‘Zoeken jullie ook maar een bed op! Ik hoef dat kleffe gedoe van jullie ook niet te zien!’
Jolanda staat daarop van haar stoel en trekt Michel overeind.
‘Kom, Michel! Ik denk, dat John en Chantal nog wel wat reserve beddengoed in de kasten hebben liggen. Dus laten we maar eens gaan doen, wat je zegt, en het niet alleen bij woorden laten.’
Michel kijkt even geschokt, maar loopt wel met Jolanda mee. Michel kijkt me even aan en zegt: ‘Dit vind je toch niet erg?’
Lachend schud ik mijn hoofd. ‘Zoals Jolanda al zei, beddengoed genoeg. Ik zal het voor de deur neerleggen, mocht je het nodig hebben.’
Johan en Helen kijken geschokt.
‘Dat laat je zomaar toe, John?’
Ik haal mijn schouders op en zeg: ‘Geef me een reden, waarom ik dat zou verbieden?’
‘Maar ze zijn nog niet getrouwd?’
‘Ja, en? Maar ze gaan wel trouwen, of niet dan? Of wil je zeggen, dat jij niets gedaan hebt, voordat je ging trouwen?’
Johan moet nu flink blozen, maar Helen moet er om lachen. Lachend zegt ze tegen mij: ‘Oei, daar heb je een zeer punt bij Johan geraakt. Hij is nog niet zo vrij op dat gebied, zoals jullie dat zijn. Maar ik sta er wel van te kijken, dat Jolanda Michel zo snel kon overtuigen. Ik ben wel eens benieuwd, wat Michel haar in haar oren gefluisterd heeft.’
‘Dan moet je straks maar eens gaan kijken. Of je maakt je eigen feestje ervan. Maar ik vind het niet erg, dat jullie eens wat vrijer gaan denken. Joris en Jolien mogen het dan heel goed bedoeld hebben, maar hun manier van denken, dat hoeft niet de manier van denken van de jongeren te zijn.’
‘Ik snap wel, wat je bedoelt, John. Vooral Jolien houdt nog een behoorlijk ouderwetse manier aan van haar geloofsbeleving. Voor jou ligt dat anders, dan bij ons. Johan moet er wat meer aan wennen, als ik dat moet. Maar misschien moest ik Johan ook eens wat nieuwe dingen bijbrengen, dus misschien leg je bij ons ook nog wat extra beddengoed voor de deur?’
Johan kijkt nu geschokt naar Helen. Die glimlacht en fluistert hem iets in zijn oor.
‘Nee, dat kun je toch niet maken! Niet hier?’
‘Waarom niet? John zegt toch zelf, dat hij het niet erg vindt! Of ben je bang, dat je moeder ervan hoort?’
Johan recht nu zijn rug en staat op. Hij kijkt me aan en zegt: ‘Je weet het zeker, dat je het niet erg vindt, John?’
‘Nee, echt niet. Zolang je het bed nog maar heel laat. Alle andere dingen, daar kan ik wel mee leven.’
Opeens krijgt Johan haast. Hij trekt Helen overeind, die daardoor moet lachen. Een paar seconden later zitten alleen Chantal en ik nog in de kamer.
Chantal moet lachen. Ze zegt: ‘Ik had nooit gedacht, dat Jolanda en Helen ze zo snel konden overtuigen om Johan en Michel met ze mee te krijgen.’
‘Hoezo? Was dat een beetje afgesproken?’
‘Natuurlijk! Normaal praten Helen en Jolanda echt niet zo! We hadden afgesproken om de gesprekken eens wat heter te maken. En ik geloof, dat het ook wel gelukt is. Maar ik stond ervan te kijken, dat zowel Helen als Jolanda zulke uitspraken durfden te doen. Dat had ik ook weer niet van hun verwacht.’
‘Ja, dat was wel duidelijk. Zullen wij dan maar verstandig doen? En Renn maar even uitlaten?’
Chantal glimlacht. ‘Ja, laat ze daarboven maar even alleen. Dan hebben wij ook even tijd voor onszelf.’
Ik pak de riem van Renn op, die al meteen begrijpt, wat er gaat gebeuren. Ze springt meteen op en draait van vreugde, wat het niet erg gemakkelijk maakt om haar aan de riem te haken. Maar uiteindelijk lukt het me toch en we lopen samen de deur uit. Renn snuffelt dan enthousiast in alle hoeken en gaten langs de weg, waar we wandelen. Gelukkig is de riem, waar ze aan vast zit, verbonden met een rol, waardoor ze bijna tien meter van ons weg kan lopen.
Chantal en ik lopen arm in arm door het donker. We genieten van de buitenlucht, maar ook van elkaars aanwezigheid. We lopen richting het dorp, en komen wat later een bekende tegen.
‘Ah, John! Ik wist niet, dat je een hond hebt?’
‘Sinds kort. Het is eigenlijk de hond van Daan geweest, maar hij kan er op dit moment niet goed voor zorgen, omdat hij zo vaak weg is. En wij wilden juist graag een hond hebben, dus is Renn van baasje gewisseld.’
‘Ach zo! Leuke hond! En nog niet zo heel erg oud, of wel?’
‘Ik geloof dat ze nu acht maanden oud is. Ze zal wel weer even moeten wennen, dat ze nu een nieuw thuis heeft gekregen. Dat zal nog wel even lastig voor haar zijn.’
‘Dat went snel, geloof mij maar. Binnen enkele weken zal ze er geen last meer van hebben. Maar het kan wel helpen als je iets in haar mand legt, dat naar je ruikt. Dat geeft ze het gevoel, dat ze niet zo alleen zijn.’
‘Ah, goede tip. Gaan we straks meteen uitproberen.’
We lopen verder, en een half uur later komen we weer thuis. We moeten lachen, als we van boven wat gekreun horen. Zo te horen wordt er flink geoefend in de slaapkamers.
Chantal zegt lachend: ‘Misschien moeten we nog maar een rondje lopen, want met dat lawaai lukt het mij echt niet om in slaap te vallen!’
‘Ach, niet aanstellen! Maar kun je eerst nog mijn verband nog verwisselen?’
Ze knikt en even later heb ik weer vers verband om mijn arm. Chantal meent, dat het er al een stuk minder rood uitziet, en dat de wond nu ook goed aan het genezen is. Dat voelt voor mijn gevoel ook zo. Het is natuurlijk nog steeds wel pijnlijk, maar de druk lijkt ervan af te zijn. Als we dan naar bed gaan, is het boven plotseling een heel stuk rustiger. We kunnen op beide kamers nu goed het uithijgen horen, als gevolg van hun inspanningen.
We gaan op bed liggen, en proberen dan te gaan slapen. Met nadruk op proberen. Want Renn begint dan plotseling te huilen, en dat geluid dringt door merg en been. Een oude trui van mij is duidelijk niet genoeg om haar minder alleen te laten voelen. Ik loop naar beneden, en zodra ik beneden kom, houdt Renn op met haar klaagzang. Ik streel haar over haar kop, en mompel: ‘Wat is er toch, meisje? Voel je je zo alleen?’
Ze kijkt me aan, en likt mijn handen. Maar ik zie haar bibberen van angst. Het is ook niet niks om opeens de nacht in een ander huis door te moeten brengen. Maar ze waardeert wel de moeite, die ik doe om haar te troosten. Ze kalmeert en legt haar hoofd op mijn been, alsof ze me haar vertrouwen wil schenken. Ik aai haar vacht op haar rug en haar hoofd en wil dan weer naar boven gaan. Maar dan begint ze plotseling te blaffen. Niet hard, maar duidelijk genoeg om aan te geven, dat ze niet wil, dat ik wegga. Maar ik kan slecht de hele avond hier bij haar onder blijven.
Ik wijs Renn dan terecht en zeg haar stil te zijn, en loop dan naar boven. Even lijkt het stil te zijn, en we zijn net weer in aan het dommelen, als we plotseling gekras aan de slaapkamerdeur horen.
Chantal schrikt wakker en zegt: ‘John? Wat is dat voor geluid?’
Ik luister en zeg: ‘Verdomme! Ik denk, dat Renn voor de slaapkamerdeur zit. Wat moeten we daar nu mee aanvangen? Ze voelt zich alleen, en die trui is echt niet genoeg om haar stil te krijgen.’
‘Kunnen we haar niet hier op de slaapkamer leggen?’
‘Dat was ik eigenlijk niet van plan, Chantal. Straks meent ze, dat ze het haar toegestaan is.’
‘Ja, maar we kunnen haar zo toch ook niet laten doorgaan, of wel?’
Ik zie dan een vloerkleed liggen, dat Chantal gebruikt bij de make-up spiegel op de kamer.
‘Als ik dat vloerkleed nu hier eens voor de deur leg, en haar daar op laat slapen? Dan weet ze, dat we in de buurt zijn, maar dat ze niet de slaapkamer op mag.’
‘Ja, dat moeten we dan maar proberen, ten minste als we nog willen slapen.’
Ik knik en sta dan op. Ik pak het vloerkleed op en open de deur. Renn wil meteen naar binnen glippen, maar ik kan haar net vastgrijpen. Ik leg het vloerkleed voor de deur neer en zet Renn daarop neer.
Ze kijkt me smekend aan, of ze toch niet met me naar binnen mag, maar als ze ziet, dat ik er niet echt blij mee ben, legt ze haar kopje snel tussen haar poten en begint dan wat zenuwachtig te kwispelen.
‘Ja, zo ben je braaf. Maar wel blijven liggen!’
Renn kwispelt nu wat zelfverzekerder, maar door de vinger, die ik naar haar uitsteek, durft ze niet op te staan. Dan loop ik de slaapkamerdeur door en doe de deur dicht.
Nog even horen we wat gesnuffel, en horen dat Renn nog voor de slaapkamerdeur op en neer loopt, maar niet veel later wordt het toch stil. Het lijkt erop, dat ik de strijd gewonnen heb, en dat Renn zich met dit compromis kan vinden. In ieder geval verloopt de rest van de nacht heel goed.
Als ik ’s nachts een keer naar de wc moet om te plassen, ligt Renn gewoon voor de deur. Ze is meteen wakker, maar maakt geen aanstalten om me te volgen en blijft gewoon liggen. Als ik terugkom, prijs ik haar en aai haar nog een keer over haar hoofdje, waarop ze me nog een paar likken met haar tong over mijn hand geeft. Ze heeft het begrepen, dat lijkt me nu wel duidelijk.
Later, als Chantal en ik allebei wakker zijn, willen we Renn toch even de slaapkamer op laten. Maar we kijken verrast op, als zowel Renn als het vloerkleed voor de deur verdwenen zijn. We vinden haar, met vloerkleed en al, in haar mand in de woonkamer. Daar begroet ze ons hartelijk, en we geven haar dan ook de vrijheid om dat uitbundig te doen. Ze heeft zich immers ook voortreffelijk gedragen. Als Renn klaar is met ons te begroeten, meldt ze zich meteen om naar buiten gelaten te worden. En dan is me ook meteen duidelijk, dat de omheining er toch zo snel mogelijk moet komen.
Maar tot die tijd zal ik haar zelf even moeten uitlaten. Het is lekker fris, als ik Renn meeneem over het veld. Het is duidelijk, dat Daan al begonnen is Renn een en ander te leren. Ze luistert meteen naar me, waardoor het wederzijds vertrouwen in elkaar al snel begint te groeien. En Renn luistert ook echt voortreffelijk. Even twijfel ik er zelfs even over om haar al even los te laten. Maar dat vind ik dan toch weer net een te groot risico.
Als ik weer terug thuis kom, heeft Chantal al flinke vorderingen gemaakt met het bereiden van het ontbijt. Renn maakt dankbaar gebruik van haar drinkbak en eet ook gretig van haar brokjes. Ik geef Chantal een zoen en zeg: ‘En? Is er boven al beweging?’
‘Nog niet echt. En die verwacht ik ook nog niet zo snel.’
Maar meteen als ze het zegt, horen we boven een wc doortrekken, en een paar momenten later de douche lopen. Een kwartier later komt Jolanda naar beneden. Ze begroet ons en komt bij ons aan tafel zitten. Ze heeft een flinke glimlach op haar gezicht en Chantal vraagt: ‘Ik neem aan, dat afgelopen nacht een succes is geweest, naar je glimlach te beoordelen?’
Jolanda lacht. ‘Is dat zo duidelijk te zien dan? Maar ja, een succes kun je het wel noemen. We hebben duidelijk wel iets losgemaakt. Michel is nog nooit zo tekeer gegaan in bed. Het was gewoon fantastisch!’
Chantal glimlacht. ‘Daar was het uiteindelijk toch om te doen, of niet dan?’
Jolanda knikt. Ze vraagt dan aan Chantal: ‘Weet John al iets van wat we hebben afgesproken?’
‘Natuurlijk! Maar hij had het zelf al in de gaten. Persoonlijk had ik echter niet gedacht, dat jullie zover zouden gaan.’
‘Ik ook niet, maar als je eenmaal zo aan het praten bent, dat gaat het vanzelf. Ik heb er in ieder geval geen spijt van gehad, en ik denk niet, dat Michel er ook spijt van heeft gehad. Van Helen en Johan weet ik het niet, maar volgens mij deden die echt niet voor ons onder.’
Ik zeg lachend: ‘Nee, jullie waren allemaal net zo erg! Van pure ellende hebben we toen maar een flinke wandeling met Renn gemaakt, zodat we nog een beetje rust konden hebben.’
Jolanda ziet aan de grijns op mijn gezicht, dat ik echt niet boos ben.
‘Sorry, maar niet heus! Al had je me vanmorgen de huid vol gescholden, niemand kan me de afgelopen nacht nog afnemen!’
Chantal heeft Jolanda intussen een stevige mok koffie ingeschonken, waar Jolanda een flinke teug van neemt.
‘Ah, daar was ik wel aan toe. En trouwens John! Wat hebben jullie een zalige douche! Die massagestralen! Het was precies, wat ik nodig had na zo’n intensieve nacht!’
Chantal zegt: ‘Dan zou je eigenlijk het bad nog eens moeten proberen. Die whirlpool is echt zalig!’
‘Hmm, misschien vanavond. Dat kan echt geen goedkope badkamer zijn geweest, John!’
‘Dat valt op zich mee. Ik heb me veel aangeschaft in de uitverkoop. De whirlpool en de douche kon ik voor minder dan de helft kopen. En de tegels kon ik tegen kostprijs kopen.
En de geluidsinstallatie, die heb ik gebruikt gekocht. Kwam uit een sloophuis, een villa. Ik denk, dat je voor een badkamer, minder dan de helft zo groot als de mijne, nog meer kwijt zou zijn. En het scheelt, als je vrienden hebt, die je helpen met de verbouwing van je huis. Zo heb ik mijn hele huis verbouwd, zoals het nu is. Anders had ik dat nooit allemaal kunnen betalen, dat begrijp je natuurlijk wel.’
Jolanda knikt. ‘Ja, dan begrijp ik dat allemaal wel. Ik dacht al, je had dit allemaal al, voordat je Chantal leerde kennen. Voor een normale vrijgezel zou zoiets veel te duur zijn geweest.’
‘Er zit anders nog steeds een flinke hypotheek op, Jolanda. Maar ik kan het goed betalen, ook nu, dat Chantal hier nu woont, want die brengt nog niet veel in. Dat hoeft ze ook nog niet, eerst moet ze haar studie afmaken. Maar ik heb een redelijk goed salaris, en ik doe verder geen heel gekke dingen, dus er blijft zelfs geld over om leuke dingen van te doen.’
‘Ja, dat wil ik wel geloven. Je doet het in ieder geval niet slecht, dat je je dit kunt veroorloven.’
‘Dank je. Maar dat huis, dat jullie gekocht hebben in Zwolle, dat lijkt me ook niet heel goedkoop. Michel liet me wat foto’s zien. Ziet er goed uit!’
Jolanda knikt. ‘Ja, het was behoorlijk duur, maar daar zitten we dan wel perfect. Ik kan met de fiets naar het werk, en Michel ook. En als het slecht weer is, dan kunnen we ook met de bus. Een supermarkt ligt op loopafstand en met de bus ben je in een paar minuten in het centrum. En voor de toekomst, er ligt een school in de buurt. Kortom, het biedt ons alles, wat we ons wensen. En we hebben ook een ruime tuin, daar wil ik zelfs nog een kleine moestuin in gaan maken.’
‘We zullen binnenkort wel eens op bezoek komen, wanneer denk je, dat je erin kunt?’
‘Over drie weken krijgen we de sleutel al. Maar we moeten dan nog alles wanden opnieuw verven, de badkamer moeten we opnieuw doen, maar dat laten we doen. De keuken is nog wel goed, die is pas twee jaar oud. Misschien dat we wel nog de deurtjes een andere kleur geven, die zijn nu zalmroze. Niet echt mijn kleur…’
Chantal lacht. ‘Nee, ik ben al lang blij, dat John voor zijn keuken een heel neutrale kleur heeft gekozen. Ziet er lekker tijdloos uit, net als de rest van zijn huis.’
Jolanda knikt. ‘Ja, dat moet ik echt zeggen, John. Je hebt een prima smaak qua inrichting.’
Ik lach. ‘Dank je, maar ik heb wel wat hulp gehad van vrienden bij het inrichten. Dat heeft wel gescheeld. Was destijds een hele financiële aderlating. Maar goed, dat heb ik gelukkig achter me. En zoals je zegt, het ziet er echt tijdloos uit en ik ben wel blij, dat ik het toen allemaal zo gedaan heb.’
Dan komt ook Helen de keuken binnen.
Ik zeg tegen haar: ‘Goedenmorgen! Al een beetje fit?’
Helen kijkt me aan en zegt: ‘Nog niet echt. Was een heftige nacht.’
We moeten allemaal lachen.
‘Dat konden we helemaal niet horen, Helen.’
‘Was het zo erg?’
Jolanda zegt lachend: ‘Toen we zo bezig waren, zijn Chantal en John maar even het huis uit gevlucht, vanwege het lawaai.’
Helen kijkt even geschokt en Chantal zegt: ‘We moesten toch de hond uitlaten, Helen. Laat je niet opnaaien.’
Dan glimlacht ze. ‘Nou ja, ik kan me ook niet beklagen over afgelopen nacht. Zit er hier soms iets in de lucht, dat mannen dan opeens zoveel beter worden in bed?’
Ik haal mijn schouders op. ‘Dat moet je Chantal maar eens vragen, daar heb ik geen weet van.’
Lachend zegt Chantal: ‘Als je het mij vraagt, dan denk ik van wel. Maar ja, ik weet dan ook weer niet, hoe de mannen uit het Noorden in bed zijn. Maar wat moet John nou niet van ons denken? Dat we stiekem toch oversekste dames zijn?’
Helen haalt haar schouders op. ‘Van mij mag hij dat rustig denken. Ik schaam me er niets voor. Of in ieder geval, ik schaam me er niet meer voor. Als ik iets van gisteren geleerd heb, dan is het dat wel. Het heeft me in ieder geval wel een fantastische nacht opgeleverd.’
Chantal knikt. ‘Ik leer nog iedere keer bij, als ik met John seks heb. Dan kom je er opeens achter, dat er nog zoveel meer dingen zijn, die fijn zijn om te doen. En daar kan ik echt zo van genieten. Soms lijkt het, alsof John veel beter weet, wat ik fijn vind.’
‘Maar John is toch wel wat ouder en meer ervaren, dan jou, Chantal.’
Ik antwoord: ‘Zoveel meer ervaring heb ik nu ook weer niet, Helen. Ik heb helemaal niet zo veel vrouwen gehad. Maar ik heb wel genoeg ervaring om een vrouw te laten genieten van de seks. Dat vind ik zelf belangrijk, en ik heb er ook plezier aan. Ik vind het prachtig, hoe een vrouw klaarkomt. Dat is zo anders, dan bij een man.’
Jolanda lacht. ‘Dan kan ik wel begrijpen, waarom Chantal zo dol op je is. Maar dat zal heus niet het enige zijn, waarom ze zo gek op je is, of wel?’
Chantal glimlacht. ‘Nee, dat is echt niet het enige, Jolanda. Hij geeft me het gevoel geliefd te zijn, gewild te zijn, en daarbij heeft hij onder die kleding van hem best een goed lichaam zitten. Hij is echt niet mager en ook niet licht, maar hij doet echt niet onder voor menige ster op televisie of film. En om dan te weten, dat hij ook echt van je houdt, je lief hebt, en voortdurend aan je denkt, waarom zou ik dan nog ooit iemand anders willen?’
Jolanda knikt. ‘Ik moet je gelijk geven, John ziet er echt helemaal zo slecht niet uit. En sterk is hij ook, dan heb ik wel gemerkt, toen we op de bruiloft van Helen en Johan aan het dansen waren.’
Chantal glimlacht. ‘Ja, maar hoe sterk hij werkelijk is, dat kon ik zien, toen hij met die mannen aan het vechten was. Het was erg vreemd. Aan de ene kant was ik bang, maar ook meteen trots op hem.’
‘Nou ja, ik ben getraind kickbokser, Chantal. En die jongens dachten wel, dat ze een potje konden vechten. Ze hebben zich gruwelijk overschat. Dat kon je wel zien, hoe ik die ene jongen heb toegetakeld. Ik hoop echt voor hem, dat het weer goed komt met hem. Maar voorlopig zal hij wel vloeibaar voedsel mogen eten.’
Helen zegt op een oneerbiedige toon: ‘Puh, dat is hun verdiende loon, John. Ik heb ook al eens last van die groep gehad, en ik ben echt niet de enige. Ik denk, dat het goed is geweest, dat ze eens flink op hun falie hebben gekregen. Misschien dat ze eens tot inkeer komen, maar dat is wellicht te veel gevraagd.’
Chantal vraagt dan aan Helen: ‘Wat heeft die groep dan bij jou gedaan?’
‘Wat ze bij alle andere jonge vrouwen ook doen, ze zijn dan handtastelijk. Het verbaast me, dat er nog niet eerder tot een handgemeen is gekomen. Maar dat kan ook wel komen, doordat ze altijd met een groep bij elkaar zijn. Alleen durven ze niets en stellen ze ook niets voor.’
Jolanda knikt. ‘Ik heb er zelf geen last van gehad, maar een vriendin van mij wel. Laten we maar hopen, dat hun gloriedagen nu voorgoed voorbij zijn.’
Daar is iedereen het wel mee eens. We kletsen nog even verder, als dan uiteindelijk ook Johan en Michel naar beneden komen.
‘Ah, daar zijn de langslapers!’
‘Mogen we ook een keer uitslapen?’
Ze komen dan ook aan tafel zitten, en Chantal maakt meteen gebruik van de gelegenheid om het ontbijt op tafel te zetten. Er blijft niet veel over van het eten, waarbij Chantal de complimenten krijgt over het uitgebreide ontbijt.
‘Zo apart is dat niet, Helen. Dat is voor John een normaal ontbijt, hij houdt niet van halve maatregelen. Brood moet bij hem vers zijn, dus ’s morgens ligt er altijd vers brood voor ons klaar, in een apart vak bij de brievenbus aan de weg. Je hebt hem nog niet zien eten, als hij van de sportschool terugkomt. Brr, dat zou ik echt niet kunnen… Mijnheer hier eet dan twee grote borden met pasta. En dan komt het nog voor, dat hij daarna nog eens de kasten in duikt voor iets lekkers…’
Ik haal mijn schouders op. ‘Hey, als je stevig gesport hebt, moet je lichaam ook genoeg brandstof krijgen om weer te herstellen, of niet dan?’
Johan lacht. ‘Dus na dit vorstelijke ontbijt heeft mijn lichaam weer genoeg brandstof om zichzelf te herstellen? Goed dat ik het weet! Want dat heb ik wel even nodig!’
En daar wordt dan ook weer gelachen. En zo gaat het nog door. Buiten begint het nu hard te regenen. Niemand heeft echt zin om iets te gaan doen. Jolanda verzucht: ‘Jammer dat het nu regent, want ik had best nog wel even willen gaan wandelen.’
‘Ja, niets aan te doen.’
Chantal kijkt me aan en zegt: ‘En? Hebben jullie niets te doen?’
‘O, ik wil zo nog even verder aan de caravan. Kijken of we de vloer eruit krijgen. En dan eens de schade aan het chassis gaan bekijken.’
Johan en Michel kijken me aan en ze vragen: ‘En wij mogen wel meehelpen?’
‘Natuurlijk! Graag zelfs, want ik kan nog lang niet alles met mijn arm.’
We lopen naar de loods, waar we ieder weer in een overal schieten, zodat we zonder al te smerig te worden aan de caravan kunnen werken. De vloer is al snel eruit gesloopt, want die is nogal rot. We verwijderen aan de onderkant nog wat aluminium platen, zodat die niet beschadigd kunnen worden.
De roest heeft flink toegeslagen, maar het is allemaal nog wel te repareren. Het is alleen jammer, dat ik nu mijn arm in het verband heb zitten, anders was ik er al meteen aan begonnen.
Maar daarvoor halen we alvast de assen onder het chassis vandaan. De vering van de assen zit behoorlijk vast, maar dat was geen verrassing. Die stuur later ik weg om te laten reviseren. De caravan hebben we zo lang op flinke houten blokken geplaatst. Dan zijn we zo’n beetje klaar voor dat moment. Zolang ik het chassis nog niet kan repareren, kunnen we ook niet verder.
In plaats van naar binnen te gaan, pakken we ons een paar tuinstoelen, die er altijd wel staan, en een pilsje uit de koelkast, die ook altijd in de loods staat.
Johan zegt: ‘Als die caravan klaar is, dan krijg je wel een ontzettend mooi ding, John. Maar daar zal nog wel flink wat werk aan moeten gebeuren.’
Ik knik. ‘Daar zit nog heel veel werk aan. Ik denk niet, dat we de caravan binnen twee jaar klaar zullen hebben. Maar ik ben wel blij, dat de carrosserie niet lekt. Want dan was het nog meer werk geweest. En nu moet ik me gaan bedenken, hoe ik alles ga inrichten. En ik heb nu wel zo mijn ideeën. Het wordt in ieder geval een vier-persoons caravan, dus ik ben er over na aan het denken de bedden voor en achter te plaatsen. Voorin worden dan vaste bedden, achter is dan een zit-/slaapgedeelte. In het midden komen dan de kasten, de badkamer en de keuken. En dan moet ik nog gaan kijken, dat ik met het gewicht ga uitkomen. Het liefste gaat dit ding straks minder wegen, dan origineel. Dat kan ook wel, maar dan moet ik echt gaan opletten met de materialen, die ik ga gebruiken.’
Buiten is het opgehouden met regenen, en dat lokt de dames naar buiten. Ze komen eens polshoogte nemen over de stand van zaken. Ze zien ons lekker achterover zitten, met een pilsje in onze handen.
‘Ah, dat noemen ze nu harde werkers? Maar ik zie, dat jullie wel heel erg vlijtig zijn geweest. Maar waarom heb je de assen er onder uitgehaald?’
‘Omdat die gereviseerd moeten worden, Chantal. De vering zit muurvast. Daarom reed de caravan ook niet zo heel prettig.’
Ze gaan kijken in de caravan. Ze moeten even lachen als ze de kale binnenkant zien. Helen vraagt: ‘John? Je weet toch wel zeker, dat dit ooit weer goedkomt?’
‘Maak je maar geen zorgen, dat komt echt weer goed. Misschien anders, dan hij origineel uit de fabriek kwam, maar zeker heel erg mooi.’
Ik teken ze dan uit, hoe ik de caravan wil gaan indelen. Daar heb ik al stevig over nagedacht. De dames hebben hier en daar ook nog wel wat leuke ideeën, waar ik best nog wel eens over na wil denken.
Plotseling gaat mijn telefoon. Het is een onbekend nummer, dus ik neem wat gereserveerd op.
‘Hallo?’
Er klinkt een wat onzekere stem van een jongeman door de lijn.
‘Hallo? Spreek ik met mijnheer Vliegers?’
‘Ja, daar spreekt u mee. Met wie heb ik het genoegen?’
‘O, sorry. U spreekt met Joey Middelman. Ik was een van de jongens, met wie u en uw vrienden onenigheid hadden.’
‘Ah, dat kan ik me nog wel herinneren. Waarvoor bel je?’
‘Allereerst wil ik mijn persoonlijke verontschuldigingen aanbieden. We hadden helemaal geen reden om u en uw vrienden aan te vallen. En dat spijt me nu enorm.’
‘Mag ik vragen, hoe u eruit ziet?’
‘Natuurlijk, ik was die grote blonde jongen. Ik heb, geloof ik, tegen u gevochten. ten minste, dat heeft een bekende van me verteld.’
Ik denk even na. En ik kan me nog herinneren, dat ik inderdaad tegen een grote blonde man heb gevochten.
‘En hoe kan ik me ervan overtuigen, dat je berouw oprecht is?’
‘Dat kunt u me gerust geloven, mijnheer. Ik heb echt heel erg veel spijt. Zelfs zoveel, dat ik er amper van kan slapen. Ik ben terug naar het politiebureau gegaan om te kijken of ik op een of andere manier met u in contact kon komen, zodat ik mijn excuses kon aanbieden. Maar dat mochten ze helaas niet. Dat begrijp ik nu ook wel, maar het zat me echt hoog. En toen zei een bekende van mijn ouders, dat u een vriend was van een van de dochters van de familie Santegoed. En via via heb ik zodoende uw telefoonnummer gekregen. Ik hoop, dat u het niet erg vindt.’
‘Dat is wel in orde. Dus je kunt er niet van slapen, waarom is dat?’
‘U heeft me door uw moed tot nadenken aangezet. U vluchtte niet, toen Leon zijn mes trok, maar ging hem met blote handen te lijf. Dat vond ik heel erg dapper! Maar u was ook al dapper, toen u uw vrienden te hulp schoot, ook al was u in minderheid. Daarvoor heb ik nu enorme bewondering.’
‘Kijk, maar wat heb je er nu van geleerd?’
‘Dat ik me betere vrienden moet gaan zoeken, die minder ruzie maken en geen rotzooi trappen. Ik heb nu gebroken met mijn vrienden, daar wil ik niets meer mee te maken hebben. En ik wil ook mijn wandaden weer goedmaken. Ik weet alleen nog niet hoe, maar ik wil, dat de mensen weer goed over me gaan denken.’
Ik glimlach. De jongen lijkt het echt oprecht te menen. ‘Ik neem aan, dat je thuis flink op je flikker hebt gekregen?’
‘Ja, en nog niet zo’n beetje ook! En ik kan het ze niet eens kwalijk nemen.’
‘Moet je bellen van je ouders, of is dit uit eigen initiatief?’
‘Een beetje van beiden. Zelf zat het me al niet lekker, dat ik me zo misdragen heb, maar thuis willen ze ook, dat ik mijn excuses ervoor aanbied.’
‘Dat is ten minste wel eerlijk. Goed, ik wil je excuses wel aanvaarden, maar ik wil ook weten, hoe je denkt weer alles goed te maken?’
‘Allereerst wil ik uw geleden schade vergoeden. Ik weet wel, dat ik niet al uw kleding kapot heb gemaakt, maar ik voel me er wel verantwoordelijk voor. En als mijn ex-vrienden er niet aan mee betalen, dan moeten ze dat maar zelf weten.’
‘Heb je al werk? Of zit je nog op school?’
‘Nee, helaas niet. En ik ben al van school af.’
‘Waar heb je voor geleerd?’
‘Ik heb voor lasser geleerd, maar ik heb mijn opleiding niet afgemaakt.’
‘Dus je hebt ook nog geen diploma? Hoe wil je nu dan alles goed gaan maken?’
‘Ik weet het niet, mijnheer. Ik ga wel bij een tuinder werken of zo. Er is heus wel iets, wat ik kan doen.’
‘Je hoeft je toekomst niet te vergooien, omdat je mij per sé een schadevergoeding wilt betalen. Dat is echt niet nodig.’
Er is even een stilte. Opeens krijg ik een ingeving.
‘Joey, zijn je ouders nu ook in de buurt?’
‘Ja, mijnheer. Ze zitten achter me in de woonkamer.’
‘Zou ik ze even mogen spreken?’
‘Ik zal het ze even vragen.’
Een halve minuut later krijg ik opeens een man aan de telefoon.
‘Hallo, met Fred Middelman. U wilde me spreken?’
‘Ja, u spreekt met John Vliegers.’
‘Aangenaam. Waarvoor wilde u me spreken?’
‘Het gaat om uw zoon. Hij lijkt oprecht te zijn over zijn berouw, maar dat wil nog niet zeggen, dat hij zijn toekomst op het spel moet gaan zetten, omdat hij me per sé een schadevergoeding wil betalen! Eerlijk gezegd, zou ik hem liever weer op school terug zien, dat hij een vak leert. Dat zou me meer voldoening geven.’
De man zucht eens diep. ‘Ja, dat zou ik ook heel graag zo zien, maar met die jongen is af en toe geen richt te schieten. Nu heeft hij nog berouw, maar wat is het over een half jaar? Ik denk niet, dat hij veel zou veranderen, niet zolang hij nog enigszins met die gasten in contact blijft staan.’
‘Dus als hij uit die omgeving weg zou zijn, geeft u hem wel meer kans?’
‘Ja, maar waar moet ik hem dan laten? Of wilt u hem opnemen?’
‘Dat is een mogelijkheid.’
Ik hoor dat de man daarvan schrikt.
‘Uhm, dat is nou ook weer niet nodig!’
‘En waarom niet? Denk er nog eens over na. Als hij het echt met me goed wil maken, dan eis ik van hem een diploma. Ik wil geen geld.’
‘Vindt u het goed, als ik dit nog even met Joey en mijn vrouw ga bespreken?’
‘Natuurlijk! Maar denk er echt eens serieus over na. En mijn aanbod staat. Natuurlijk ga ik dan niet alle kosten betalen, maar dat begrijpt u natuurlijk dan wel.’
‘Ja, dat is dan vanzelfsprekend. Ik zal er nog eens over nadenken. O, en Joey geeft me aan, dat hij u nog iets wil zeggen.’
‘Dat is goed, mijnheer Middelman. Geeft u hem nog maar eens.’
De telefoon wordt weer doorgegeven. ‘Hallo mijnheer? Met Joey! Ik wilde u nog even doorgeven, dat de jongen, die u in het ziekenhuis heeft getrapt, Leon, u niets kwalijk neemt. Ik ben pas nog bij hem op bezoek geweest, en ik heb hem verteld, dat ik ging proberen contact met u op te nemen. Hij vroeg me u te vertellen, dat hij u niets kwalijk neemt. En dat het hem spijt, dat hij u met dat mes verwond heeft. Maar hij mag voorlopig niet praten, en moet nu alles opschrijven. Hij heeft me een brief voor u meegegeven. Mag ik u die toesturen?’
‘Natuurlijk! Die zie ik graag toekomen. Ik stuur je zo meteen wel het adres, waar je het naar toe kunt sturen.’
‘Dank u, mijnheer. En bedankt, dat u mijn excuses heeft aanvaard!’
‘Dat zit wel goed. En luister maar eens goed, wat je vader straks met je te bespreken heeft, Joey. En wie weet, spreken we elkaar snel weer!’
‘Dat zal ik zeker doen!’
‘Bel me zo snel als je goed met je ouders hebt gepraat.’
‘U kunt op me rekenen, mijnheer!’
‘Oké, dan tot later!’
‘Tot later!’
Ik hang dan op en ik zie iedereen naar me kijken.
‘Dat was een van de jongens, met wie ik ruzie heb gehad. Die jongen lijkt oprecht berouw te hebben van zijn daden en wil het nu goedmaken. Eigenlijk wil hij me de schade vergoeden, maar zoveel heeft hij eigenlijk ook weer niet gedaan. Maar ik wil zijn geld eigenlijk helemaal niet! Ik heb liever, dat hij zichzelf een toekomst opbouwt.’
Chantal knikt. ‘Ik hoorde je iets zeggen, dat hij eens goed met zijn ouders moet gaan praten?’
‘Ja, maar dat kan nog voor ons ook wat gevolgen hebben, Chantal. Maar daar moeten we samen dan ook even over praten.’
Dat is voor Jolanda en Helen het teken, dat ze ons even alleen moeten laten. Johan en Michel staan dan op en lopen met hun vriendinnen mee. Chantal en ik blijven achter.
Chantal kijkt me aan en zegt: ‘Wat heb je je nu weer bedacht?’
‘Ik ben erover aan het denken om die jongen tijdelijk op te nemen.’
‘Wat? Ben je helemaal gek geworden?’
‘Nee, maar je kent me toch? Ik kan het gewoon niet zien, dat die jongen zijn hele toekomst nu vergooid wordt. Zijn vader meent, zolang hij daar woont, dat hij nooit zijn opleiding zal afmaken en tot iets goeds kan uitgroeien. En dat kan ik nu niet lijden. En jij, als goede Christen, zou moeten weten, dat je soms ook barmhartig moet zijn.’
‘Ja, maar gaat dit niet even wat te ver?’
‘Misschien, maar wat voor een goed gevoel zou het ons geven, om te zien als die jongen nu opeens wel kan slagen en zich een toekomst kan gaan opbouwen. Dit is gewoon een unieke kans voor hem, helemaal uit zijn vertrouwde omgeving zijn opleiding afmaken, en tevens ervaring gaan opdoen.’
Chantal kijkt me verbaasd aan. ‘Waar moet hij dan ervaring gaan opdoen?’
‘Hier! Hij gaat me helpen de caravan op te knappen. En geloof me maar, het zal voor hem geen vakantie worden! Ik ga hem meenemen naar de sportschool, zodat hij daar eens wat waarden en spierballen kan kweken. En hier mag hij zijn praktijk gaan doen voor zijn school als lasser.’
‘En daar weet jij natuurlijk weer een en ander van! John, je bent soms een veel te goed mens, weet je dat?’
Ik haal mijn schouders op. ‘Dat is nu eenmaal wie ik ben, Chantal.’
‘En daarom houd ik ook zoveel van je, John! Als jij meent, dat je je daarbij goed gaat voelen, dan heb ik geen problemen om die jongen op te nemen. Maar vinden zijn ouders dat dan ook goed?’
‘Dat moet nog even blijken. Zijn vader heeft me toegezegd er eens goed over na te denken. En ik geloof, dat die jongen nu nog te redden is. Over een tijdje, dan is het hopeloos. Nu heeft hij nog wat respect voor zijn ouders, dat kon ik wel merken. Maar als hij daar nog langer zo blijft doorgaan, dan zie ik het somber voor hem in.’
‘Nou, dan moet je die jongen maar eens snel gaan redden. Ik weet, dat je anders toch geen rust krijgt.’
Ik sluit Chantal in mijn armen. Ik geef haar een zoen, en een grote golf van liefde overspoelt me. Wat houd ik toch veel van haar! Ik trek dan mijn overal uit, en loop met haar naar binnen ons huis in.
We doen wat spelletjes, waarbij we ons prima amuseren. Later op de avond krijg ik weer telefoon.
Nu herken ik het nummer en ik neem op.
‘Met John Vliegers.’
‘Hallo, met Fred Middelman.’
‘Ah, u heeft inmiddels met uw zoon gesproken?’
‘Ja, dat was een lang en goed gesprek. En daar wilde ik u even van op de hoogte brengen. Ik heb mijn zoon kunnen overtuigen weer zijn opleiding te gaan oppakken.’
‘Ah, dat is al een beetje goed nieuws. En wat betreft mijn aanbod?’
‘Daar hebben we het ook over gehad. Maar ik vraag me nog steeds af, of dat echt nodig is.’
‘U was degene, die aangaf, dat hij anders misschien weer kon afglijden. En dit is wel een heel goede manier om het te voorkomen.’
‘Ja, dat klopt en daar heb ik nog steeds wel schrik voor.’
‘Wat weerhoudt u dan?’
‘We kunnen u toch niet opzadelen met onze problemen?’
‘Ik bied het u toch aan, of niet dan? En ik meen het echt! Als u iets goeds wilt doen voor uw zoon, dan stuurt u hem hierheen.’
De man is duidelijk even verbaasd. ‘Natuurlijk wil ik het beste voor mijn zoon! Maar hoe ziet u dat dan voor u?’
‘Nou, ik had het me zo bedacht. U schrijft hem hier in de omgeving bij een school, waar hij zijn opleiding voortzet. Ik heb hier logeerkamers genoeg, dus dat zal geen probleem worden. Hier bij me thuis zal ik er wel voor zorgen, dat hij hier geen vakantie gaat houden. Hij wil immers iets leren en het goed maken met me? Dat kan. Ik leer hem hoe hij kan lassen, naast zijn opleiding op school. Hier thuis heb ik een volledige werkplaats, waar we aan oude voertuigen werken. Daar moet regelmatig aan gewerkt worden, en ook gelast. Daar kan hij dan met meehelpen.
En om niet alleen maar met zijn opleiding bezig te zijn, wil ik hem daarnaast dan meenemen naar de sportschool, waar ik altijd naar toe ga. Daar gaan we hem dan wat waarden, normen en tevens wat zelfbeheersing bijbrengen. Of denkt u, dat u dat beter in uw omgeving kunt?’
‘Eerlijk gezegd, ik weet heel zeker, dat ik hem dat niet kan bieden. Maar hoe zou u dat financieel willen doen?’
‘U betaalt natuurlijk schoolgeld en zijn zakgeld, zodat hij zich hier ook wat kan veroorloven. Over het eten maak ik me niet zo’n drukte. Of we nu voor twee of drie personen moeten koken, dat maakt niet zo veel uit.’
‘Hmm, dat is zeer redelijk. En hoelang zou Joey dan bij u verblijven?’
‘Tot hij zijn diploma heeft behaald. Geen moment eerder of later. Natuurlijk mag hij wel in de weekenden en de vakanties een keer naar huis, maar dat kunnen we wel afspreken.’
‘En we kunnen hem dan natuurlijk ook een keer komen bezoeken? Waar woont u eigenlijk?’
‘Ik woon in Echt, in het zuiden van het land.’
‘O, dat is nog niet even in de buurt. En is dat een stad of een dorp?’
‘Het hangt er een beetje tussen. Een groot dorp of een klein stad. Er wonen ongeveer 7700 honderd mensen.’
‘Zou u het oké vinden, als we ons dan even zelf op de hoogte brengen, hoe u daar woont? Dan bespreek ik dit thuis nog een keer en bel ik nog even op om een afspraak te maken.’
‘Prima. U heeft nu mijn telefoonnummer.’
‘Dat is goed. Ik laat nog van me horen.’
We beëindigen ons gesprek en ik zeg tegen Chantal: ‘Ze willen binnenkort misschien eens komen kijken. Maar ze zijn wel geïnteresseerd.’
Johan vraagt me: ‘Mag ik vragen, waar jullie het over hebben?’
Ik kijk hem aan en zeg: ‘Een van de jongens, waarmee ik ruzie heb gehaald, zal misschien een tijdje hier komen wonen. Hij wilde me schadevergoeding geven, maar ik wil geen geld van zo’n jonge knul. Ik heb liever dat hij zijn opleiding alsnog afmaakt, waarmee hij gestopt was. Dan zou ik meer voldoening krijgen, dan dat hij me geld geeft om de schade te betalen. Net had ik zijn vader aan de telefoon, en ze gaan het nu nog eens bespreken. Het is immers een belangrijk besluit voor die jongen.’
‘Dat is anders nog wel een hele opgave, ook voor jou en Chantal. Wat vindt zij er eigenlijk van?’
Chantal zegt dan meteen: ‘Natuurlijk zal dat niet gemakkelijk worden, maar ik begrijp de beweegreden van John wel. Hij zou zich niet gelukkig voelen, als hij die jongen niet zou kunnen helpen. En als hem dat gelukkig maakt, dan wil ik hem daar graag bij helpen.’
Helen zegt dan: ‘John, je hebt toch ook die vriend van je geholpen, hoe heet hij ook alweer? Kurt? Dat vond ik al zo ontzettend aardig en lief van je. Maar dan is dit ongeveer nog een beetje de overtreffende trap. En Jolien zal nooit kunnen zeggen, dat je geen barmhartige Samaritaan bent. Dan zal ze je nog hoger hebben zitten, dan je nu al bij haar bent!’
‘Daar is het mij niet om te doen, Helen. Ik wil gewoon die jongen helpen. Niet meer en niet minder. Als iedereen nu eens meer naar zijn medemens zou kijken, dan ziet de wereld er heel zeker een stuk mooier uit.’
Johan zegt lachend: ‘Dat zou Jolien kunnen zeggen, John. Mam is nogal liefhebber van zulke spreuken.’
Een uur later word ik weer gebeld. Nu bellen ze om een afspraak te maken. Het is nog weekend, dus ze willen zo snel mogelijk langskomen. Ik vraag of de rest daar een probleem mee heeft, wat niet zo is. En daarop spreken we af, dat ze zondag langs zullen komen.
Niet veel later vertrekt iedereen naar bed. Michel en Jolanda moeten morgen alweer naar huis, maar Helen en Johan blijven nog een tijdje.
Als we op bed liggen, kruipt Chantal dicht tegen me aan.
‘Ik was vandaag heel erg trots op je, John! Niemand had verwacht, dat je zoiets zou doen!’
‘Maar jij wel?’
‘Ik had het wel meteen in de gaten, John. Ik ken je nu al wat beter. Jij bent gewoon zo, je rust niet, voordat je geholpen hebt. Dat heb je bij Kurt gedaan, toen hij om vriendschap verlegen zat en om een goede baan, maar ook toen hij ruzie kreeg met die jongens. Dan denk je niet, maar doe je meteen wat. Je hebt een goed en ruim hart, en daar houd ik wel van. Het maakt me trots, dat ik kan zeggen, dat ik met zo’n man verloofd ben.’
‘En ik ben trots op je, dat je me daarbij helpen wilt. Dat zou ook niet zomaar iedere vrouw doen!’
‘Ik weet, dat het belangrijk voor je is. En dan is dat ook belangrijk voor mij, John. Ik wil je gelukkig maken, en jij wordt gelukkig, als je andere mensen kunt helpen.’
Ik geef haar dan een lange en intieme zoen. Maar door alle gevoelens, die nu door ons heen razen, slaat de liefde al snel om in pure passie en lust. Chantal trekt me dichter tegen haar aan, waardoor haar borsten tegen mijn borstkas prikken. Ik laat op mijn beurt dan mijn handen over haar borsten glijden. Alleen het dunne stof van haar nachtpon zit er nog tussen, en Chantal is me heel erg behulpzaam, als ik dat stukje stof van haar lichaam verwijder. Op haar beurt trekt ze mijn boxershort uit, waarin ik in bed gekropen ben.
Ik slaap normaal altijd naakt, maar omdat we nu bezoek hebben, heb ik me toch maar wat ondergoed aangetrokken, mocht ik ’s nachts een van onze gasten bij de badkamer ontmoeten. Zodra dat kledingstuk verwijderd is, laat Chantal haar handen over mijn pik glijden, die daardoor met schokken stijver begint te worden. Ik kan een kreun niet meer onderdrukken, maar laat in de tussentijd ook mijn handen over haar lichaam glijden. Een hand vindt haar warmte tussen haar benen, ze is al een beetje vochtig, als ik over een vinger over haar gleufje laat glijden. Ze kreunt lichtjes en opent als vanzelf haar benen wat meer.
Ik hoef echt niet heel erg veel te doen om haar nat te krijgen, Chantal is al goed geil. Maar ze gaat wel lekker door met mijn pik af te trekken, terwijl ik haar lekker vinger. Opeens stopt ze en duwt me achterover, waardoor ik op mijn rug kom te liggen. Chantal gaat meteen op me zitten. Hijgend zegt ze: ‘Ik wil je, John!’
Ze leidt mijn pik naar haar hete kutje en laat zich dan op me zakken. Dieper en dieper verdwijnt mijn pik in haar kutje, tot mijn pik tot aan de wortel erin zit. Dan begint ze me heel rustig met haar heupen te berijden, waarbij ze over mijn borstkas heen leunt, en ze me zoent.
Heerlijk is dat! Dit kan ik wel even volhouden! Met overgave zoen ik haar terug, terwijl ik met mijn handen haar borsten kneed. Maar Chantal wil het al snel harder en sneller. Ze gaat weer rechtop zitten en begint me dan te berijden als een amazone. Ze glijdt nu met haar handen over haar eigen borsten, en streelt haar lange rode haren. Wat een uitzicht! Het maakt me nog geiler, dan ik al ben. Maar heel erg lang kan ze dat ook weer niet volhouden, dus ze stapt van me af. Ze gaat dan op met haar kontje vooruitgestoken voorover op bed liggen. Ik positioneer me achter haar en ram mijn pik in een keer diep in haar hete holte.
‘Ja, John! Neem me hard en diep!’
Dat hoeft ze echt maar een keer te zeggen. Ik begin haar dan ongenadig hard en diep te neuken, mijn ballen kletsen hard tegen haar billen. Chantal kreunt het uit van genot, en komt dan niet veel later gillend klaar. Maar ze slaagt er nog in haar gil in het kussen te smoren, zodat onze gasten niet al te veel van haar gegil meekrijgen. Mijn ontlading volgt een paar stoten later. Hete golven zaad spuit ik diep in haar, en het lijkt maar niet op te houden. Als het orgasme uiteindelijk is uitgeraasd, laat ik me opzij vallen, en trek haar met me mee, mijn pik nog steeds diep in haar. Ik weet, dat ze het heerlijk vindt om na ons orgasme mijn pik nog diep in haar te houden.
Hijgend puffen we uit van onze inspanningen. Maar tot mijn verrassing wordt mijn pik niet slap en ik voel me alweer snel fit genoeg om voor een tweede ronde te gaan. Ik begin weer langzaam te stoten in haar kutje, nu heel wat rustiger. Het levert goedkeurende kreuntjes op van Chantal, terwijl ik ook nog eens aan haar oren knabbel.
‘Hmm, je weet me wel goed te verwennen, John!’
Dan trek ik me even uit haar terug en draai haar dan om. Ik wil haar in haar ogen kunnen kijken, terwijl ik haar neuk. Schrijlings ga ik nu weer in haar, zodat we elkaar liggend in de ogen kunnen kijken. Op die manier kan ik erg diep in haar stoten, en ook mijn eigen tempo bepalen.
Chantal krult haar rug van puur genot, terwijl ze in mijn ogen blijft kijken. Dan buigt ze zich voorover, en begint me heerlijk te tongen. Terwijl onze tongen een liefdesdans spelen, blijf ik haar op een rustig tempo neuken. En aan haar ademhaling te horen, zal het wel niet meer erg lang duren, voordat ze opnieuw klaarkomt. Maar ik ben nog lang niet zo ver en ik wil ook, dat het nog lekker lang gaat duren. Opeens grijpt ze me stevig beet en begraaft haar nagels in mijn rug. Dat doet pijn, maar het geeft wel een nieuwe sensatie. En het zorgt ervoor, dat ik opeens klaarkom. Dat heb ik helemaal niet voelen aankomen, maar het orgasme is er echt niet minder door! Ik duw mijn pik zo diep mogelijk in haar kutje en spuit straal na straal diep in haar.
Dan is het beste voor ons allebei er wel af. Hijgend liggen we in elkaars armen, lekker nagenietend van de heerlijke seks, die we zojuist gehad hebben. Mijn pik begint nu wel slapper te worden, waarop Chantal opstaat en zegt: ‘Ik ga me even die knoeiboel hier beneden opfrissen. Volgens mij heb je me goed volgespoten!’
Ik glimlach en ze geeft me nog een zoen. Terwijl ze naar de badkamer is, ververs ik maar even de lakens, die hebben ook wel wat geleden van onze seks. Ik ben net klaar, als Chantal weer terugkomt. Ze kruipt weer naast me, en nestelt zich tegen mijn borstkas, waarbij ze een heel tevreden zuchtje slaakt. Ik sla een arm om haar heen en streel haar buik. We genieten nog even na, maar we kunnen niet voorkomen, dat we allebei al snel in slaap vallen.
’s Morgens ben ik al ruim op tijd wakker. Nog even blijf ik liggen, en geniet nog even van haar warme naakte lichaam tegen me aan. Dan kruip ik uit bed, zonder haar wakker te maken, en ga me dan douchen. Na een verkwikkende douche ga ik naar beneden, waar ik enthousiast door Renn begroet word. Ik besluit haar dan maar meteen uit te laten, en dat blijkt ook hard nodig. Amper zijn we buiten, of ze hurkt al meteen om haar behoefte te doen. We wandelen dan een heel stuk verder, en Renn gedraagt zich echt voorbeeldig. Ze trekt niet te hard aan de riem, en blijft keurig naast me lopen. Ik kan merken, dat Daan al flink zijn best heeft gedaan haar manieren te leren. Het vertrouwen in elkaar groeit op die manier snel.
Ik besluit met Renn richting de Maasplassen te lopen, de brug over richting Ohé en Laak. Daar kun je leuk wandelen, ik heb er al vaker gelopen met Chantal. Maar omdat het daar vrij rustig is, lijkt me dat een goed punt om het vertrouwen in Renn eens te testen. Eenmaal daar aangekomen, maak ik haar riem los. Renn kijkt me even aan, en sprint dan hard weg, genietend van haar vrijheid. Maar ze zorgt er wel voor, dat ze niet te ver weg loopt. Het gebied is nog nieuw voor haar, maar ze verkent het zorgvuldig. En als ze eenmaal het water van de grindgroeve ziet, is ze niet meer te houden. Vol enthousiasme springt ze het koude water in. Het is al meteen duidelijk, Renn is dol op water. Even later komt ze weer uit het water en schudt zich dan goed uit. Dan rent ze naar me toe, waar ik haar streel door haar natte vacht. Dan rent ze de struiken in, om terug te komen met een flinke tak. Die laat ze aan mijn voeten vallen, en kijkt me verwachtingsvol aan. Ze heeft zin in een spelletje! De tak is veel te groot om mee te gooien, maar ik kan er een flink stuk vanaf breken, waardoor ik het wel kan gooien. Renn rent er kwispelend achteraan en brengt me de stok terug. Ik prijs haar, en pak de stok opnieuw. Nu gooi ik het een heel eind het water in. Voor Renn is dat geen probleem. Zonder te aarzelen springt ze opnieuw het water in, en haalt de stok terug. En zo gaan we nog wel even door. Maar dan is het tijd om weer naar huis te gaan. Als we thuis aankomen, is Renn bekaf.
Chantal is dan al wakker en kijkt verbaasd naar Renn, die regelrecht naar haar mand heen gaat, en zich daar neerlegt.
Ze lacht en zegt: ‘Wat heb je met Renn gedaan?’
‘Oh, ik ben met haar naar de grindgroeve gegaan, en heb daar met haar gestoeid. Ik heb haar lekker laten zwemmen, met een tak gegooid en nu is ze wel het meeste van haar energie even kwijt.’
‘Ik zie het! Heb je haar al los gelaten?’
Ik knik. ‘Ze gedroeg zich zo voorbeeldig, dat ik het gewoon moest proberen. En ze heeft me niet teleurgesteld. Daan heeft goed werk gedaan met haar op te voeden.’
‘Jammer, dat ik er niet bij was. Misschien kunnen we vanavond nog een keer samen gaan? Ik wil haar ook wel eens zien losrennen en zwemmen.’
Chantal vult dan snel de drinkbak en de etensbak van Renn. Maar die is zo moe, dat die nog amper energie heeft om nog op te staan. Chantal aait Renn nog eens en zegt: ‘Maar we mogen haar straks wel eens kammen. Kijk, haar haren zitten vol met klitten!’
‘Dat doen we dan vanavond wel, nadat we haar hebben uitgelaten, Chantal. Anders blijven we aan de gang!’
‘Ach, ik doe dat zo wel even. Zal wel niet zo heel lang duren!’
Ik glimlach. Chantal is al net zo dol op Renn, als ik dat ben. In de korte tijd, dat Renn nu hier is, ben ik veel om het dier gaan geven. En ik weet, dat het de juiste beslissing is geweest om Renn in huis te nemen. Als Chantal weer overeind komt, trek ik me naar haar toe.
‘En? Krijgt Renn alleen maar een begroeting?’
Chantal glimlacht. ‘Ik was je heus niet vergeten, als je dat soms denkt! Zeker niet na afgelopen nacht. Dat was heerlijk!’
Ze geeft me dan een heerlijke zoen. En juist op dat moment komen Michel en Jolanda naar binnen.
Michel zegt lachend: ‘Hebben jullie nu nog niet genoeg van elkaar?’
Chantal draait zich naar Michel toe en zegt: ‘Nee, en dat zal ook nooit gebeuren!’
Jolanda begroet ons glimlachend en zegt: ‘Goedemorgen! Jullie zijn anders ook al vroeg wakker!’
‘We zijn toch al even wat eerder wakker. John is altijd heel vroeg wakker, en heeft Renn al uitgelaten. Het arme dier is nu bekaf! En ik heb het ontbijt alvast klaargemaakt. Vandaag hebben we lekker warme harde broodjes. Ik heb ze net uit de oven.’
‘We worden hier wel verwend, Chantal. Ik wist niet, dat je zo goed kon koken!’
‘Mam heeft me wel een en ander geleerd. Maar van oma heb ik ook nog wel een en ander geleerd. Maar je weet, dat John ook wel een en ander kan, maar dan vooral met pasta. En hij heeft hier zo’n fantastische keuken, dat ik me er goed in kan uitleven.’
‘Dat is te merken, Chantal. Je bent er zeker niet slechter op geworden.’
Niet veel later komen ook Johan en Helen naar beneden. Na een goed ontbijt is het tijd voor Michel en Jolanda om naar huis te gaan. We bedanken hun voor het naar huis brengen van de auto en de caravan, maar ze bedanken ons ook voor de gastvrijheid. We brengen ze dan naar het station, waar ze met de trein weer richting het noorden rijden. Johan, Helen, Chantal en ik zwaaien ze uit. Als ze weg zijn, rijden we weer naar huis.
Eenmaal thuis vraagt Johan me: ‘John, je weet me heus wel te vertellen, waar je hier goed kunt wandelen.’
Ik geef ze dan wat tips, waar ze naar toe kunnen gaan, en daarop maken Johan en Helen zich klaar om lekker te gaan wandelen. Een kwartier later zijn ze vertrokken en zijn we weer alleen thuis. Chantal houdt zich dan bezig met Renn, en borstelt de hond flink. Die vindt dat helemaal niet erg door de extra aandacht, die ze nu krijgt. Ik doe het vandaag ook lekker rustig aan. In de loods is nu niet meer veel voor me te doen, en bovendien wil ik mijn arm ook wat meer rust geven. En daarnaast zullen de ouders van Joey Middelman over niet al te lange tijd op bezoek komen.
Zo net na de middag komt er een auto de binnenplaats op gereden. De wagen zit goed vol. Een man, een vrouw, twee jongens en een meisje stappen uit. Ik begroet de mensen en heet ze welkom.
De man blijkt Fred Middelman te heten en de vrouw Ylke. De beide jongens heten Ruud en Joey, en het meisje heet Sanne.
Joey kijkt me beschaamd aan en komt naar me toe.
‘Mijnheer, ik wil u nogmaals betonen, dat het me erg spijt.’
Ik glimlach. ‘Dat is niet nodig. Je hebt je spijt al betuigd, dus nog eens doen is overbodig.’
Dat doet de jongen zichtbaar goed. Ik spreek dan tegen de man: ‘Nou, u bent nu hier. Zal ik u even een rondleiding geven?’
‘Ja, daar zijn we immers voor gekomen.’
Ik laat ze dan eerst het huis zien, en een van de slaapkamers, waar Joey dan zou kunnen verblijven. Dan nemen we ze mee naar de loods. Daar vallen hun monden pas echt open.
Fred zegt: ‘Wow, dit lijkt wel een echte garage! Moet je eens kijken, die oude Amerikanen!’
Ik glimlach. ‘Toch is dit maar een hobbyschuur. Maar hier staat het project, waar ik Joey aan wil laten werken, als hij hier is.’
Ik laat ze dan de caravan zien. De man lacht. ‘En dat moet weer iets worden? Nou, daar zal Joey zijn handen wel aan vol hebben!’
Maar ik zie Joey wel met interesse kijken. De gedachte, dat hij hier aan mag gaan werken, prikkelt hem. Ik laat de jongen rustig zijn gang gaan en zeg tegen de man: ‘Nou, daar is zeker nog een hoop werk aan. Dit is een project van ongeveer twee jaar.’
De man kijkt bewonderend aan. ‘U heeft echt een mooie werkplaats. Als Joey hier zou blijven, dan kan hij hier zeker wel wat leren.’
‘Dat was toch ook de bedoeling, of niet dan?’
De man knikt. We lopen dan weer naar huis, waar we aan tafel gaan zitten. De kinderen gaan op de bank zitten. Erg saai voor hun. Ik vraag ze, of ze bang zijn voor honden.
Het meisje antwoordt: ‘Nee, thuis hebben we ook een hond, mijnheer.’
‘Ah, dus jullie zouden het niet erg vinden om met mijn hond te mogen spelen?’
‘Mag dat?’
‘Als je ouders het goed vinden.’
Het meisje kijkt hoopvol naar haar ouders. Ik zie haar moeder knikken en zeggen: ‘Als je maar geen vuile kleren maakt!”
Daarop staan de kinderen op. Alleen Joey blijft achter. De vrouw zegt tegen hem: ‘Kom jij maar hier eens aan tafel zitten. Het gaat immers ook om jou!’
Joey knikt. Hij mag dan wel groot zijn, maar ik besef me nu pas, dat hij helemaal nog niet zo oud is. Waarom zou je anders nog zo goed naar je ouders luisteren.
Ik vraag aan Joey: ‘Hoe oud ben je eigenlijk?’
‘Negentien, mijnheer.’
‘Dat is nog niet heel erg oud. Waarom ben je dan al gestopt met je school?’
‘Daar had ik geen zin meer in. Ik bracht liever tijd door met mijn vrienden.’
‘En nu?’
‘Ik denk, dat het beter is, als ik weer terug naar school ga.’
‘Dat hoort zich al beter aan. En wat denk je erover om dat eventueel hier te gaan doen?’
‘Pff, ik weet het niet. Dat is wel spannend en beangstigend.’
‘Dat is het zeker. Maar soms kan het goed zijn om uit je vertrouwde omgeving weg te zijn. Dan kun je gaan bouwen aan jezelf.’
De jongen knikt verlegen. De man zegt dan: ‘Ja, dat lijkt me op zich ook een goed plan. Maar nu we het hier gezien hebben, wil ik wel eens verder ingaan op de details.’
Ik knik, en we bespreken dan alle voorwaarden. Dat gaat verrassend gemakkelijk, want de ouders van Joey begrijpen heel goed, dat Joey hier een gouden kans wordt aangeboden, en dat lijkt Joey ook heel goed te beseffen.
Uiteindelijk spreken we af, dat Joey vanaf volgende week een week lang komt logeren, zodat we aan elkaar kunnen wennen. En als dat goed gaat, dan zullen we hem gaan plaatsen op een school in de buurt en zal hij, zolang zijn opleiding duurt, bij ons in huis blijven. Zijn ouders betalen de school en de verdere onkosten, zoals kleding, zakgeld en overige kosten. De rest neem ik op me. Uiteindelijk zijn we er allemaal blij mee. Tegen vier uur nemen we afscheid van de familie Middelman, waarbij we duidelijk al wat meer naar elkaar gegroeid zijn. Als ze weer weg zijn, sluit ik Chantal in mijn armen.
‘En? Wat denk jij ervan? Ben je er klaar voor om ouder te worden van een tiener?’
Chantal lacht. ‘Ik ben nauwelijks een paar jaar ouder dan hem! Maar hij lijkt me op zich helemaal geen verkeerde jongen, amper te geloven, dat hij zich met zulke verkeerde gasten heeft ingelaten.’
‘Tja, zulke dingen gebeuren nu eenmaal. Maar hoe voelt het nu, het idee, dat je iemand een nieuwe toekomst kan geven?’
‘Voelt eigenlijk wel fijn! Maar het zal zeker nog een hele opgave worden. Ik denk niet, dat Joey zich altijd zo netjes zal gedragen.’
‘Dat zeker niet. Maar we hebben wel wat instrumenten van zijn ouders gekregen om toch een beetje gezag op hem uit te oefenen.’
‘Ja, ze leken vooral tevreden, dat je hem ook mee wilt nemen naar de sportschool, en dat je hem verplicht wil laten werken aan de caravan. Maar je maakte het helemaal, toen je zei, dat het ook geen strafkamp moest worden. Je zag toen die jongen helemaal opfleuren.’
‘Ja, dat had ik ook gezien. Hij heeft er ook wel zin in, geloof ik.’
Wat later, het is al bijna tijd voor het avondeten, komen Johan en Helen terug.
‘Zo, jullie hebben een flinke wandeling gedaan!’
‘Moah, Helen had iets verder weg een mooie route, net over de Duitse grens, gevonden. Die andere wandelroutes, die je ons gegeven hebt, die willen we later doen. Was erg leuk. Onderweg nog een tijdje op een verwarmd terras gezeten, en toen weer terug naar de auto.’
‘Zeker een Duits biertje gedronken?’
‘Uiteraard. Maar het was goed om even helemaal alleen te zijn. Nu konden we even heel goed met elkaar praten. Thuis is er bijna altijd wel iemand over de vloer, daarom zijn we ook zo blij, dat we een tijdje bij jullie mogen logeren.’
Chantal lacht. ‘Dat gevoel, dat ken ik. Maar ik vind het juist erg gezellig als we veel bezoek krijgen. Maar zo soms is het inderdaad ook wel eens lekker om even alleen te zijn.’
Johan knikt. ‘En hoe is het hier gegaan? Is die familie nog geweest?’
‘Ja, en het was erg bemoedigend. Volgende week komt die jongen een weekje test draaien, en dan bekijken we hoe het wederzijds bevalt. En als dat bevalt, dan zal hij hier komen wonen, tot hij zijn diploma heeft behaald.’
‘Zo, dus die plannen zijn nu wel heel erg serieus!’
‘Ja, dat kun je wel stellen. Verder hebben we al alles besproken. Dus de kans is groot, dat we binnenkort pleegouders worden van een negentienjarige tiener…’
Johan lacht. ‘Die is maar amper een paar jaar jonger dan Melissa!’
Chantal lacht ook. ‘Dat zei ik ook al tegen John. Ik zou zijn zus kunnen zijn!’
Ik zeg dan: ‘Het is niet anders. Maar ik heb die jongen wel goed duidelijk gemaakt, dat ik wel een aantal dingen van hem verwacht. En van zijn ouders hebben we de toestemming gekregen om hem straffen op te leggen. We mogen zijn zakgeld inhouden, huisarrest geven, en zijn telefoon in beslag nemen, mocht dat nodig zijn. Vooral dat laatste, dat stond ik van te kijken, waar daar kwam Joey zelf mee. Ik heb zo’n idee, dat hij wel heel erg graag thuis weg wil, al lijken zijn ouders me best in orde.’
Johan knikt. ‘Ik denk dat iedere gezonde jongen van negentien jaar oud wel graag thuis weg wil, als hij daarvoor de kans krijgt. Ik wilde dat destijds ook, maar dan had ik niet moeten rekenen op enige hulp. Dus heeft het toch nog een heel aantal jaren langer geduurd, voordat ik thuis weg kon.’
Chantal zegt lachend: ‘Ja, tien jaar later! Zo lang heb ik niet nodig gehad!’
Johan glimlacht. ‘Nou ja, zo slecht hadden we het thuis toch ook weer niet, Chantal?’
‘Nee, maar dat strakke regime was ik al heel lang beu. Ik ben wel blij, dat ze nu wel inzien, dat ze dat niet meer kunnen handhaven. Ze hebben nog steeds wel hun principes, maar ze weten, dat ze ons niet meer de baas kunnen.’
‘Ja, dat is ook weer waar. Het is voor Michel nu in ieder geval een stuk gemakkelijker. Hij vertelde me, dat ze hem niet meer aankeken, als hij nu eens een nachtje bij Jolanda bleef slapen. Dat had ik eens moeten proberen!’
Chantal lacht. ‘Oei, dan kunnen we van Michel en Jolanda ook wel op korte termijn wel eens nieuws verwachten, dat de ooievaar daar voorbij komt. Want van alleen slapen, daar zal wel niet zo veel van terecht komen!’
‘En jij dan?’
‘Puh, ik ben aan de pil. En dat weten pap en mam ook. Natuurlijk zijn ze daar niet heel blij mee, maar ze begrijpen heel goed, waarom ik dat doe. Melissa is trouwens ook aan de pil. We willen straks wel kinderen, maar eerst wil ik mijn studie af hebben. En dan moet er nog getrouwd worden, dus veel geld voor een kleine is er dan ook nog niet. Maar dan ben ik nog steeds jong genoeg om aan kinderen te gaan beginnen.’
‘En pap en mam waren het ermee eens, dat je aan de pil ging?’
‘Nee, natuurlijk niet! Maar wat konden ze er nog aan doen? Maar ik heb ze dus wel beloofd, dat het enkel voor de periode is, dat ik ga afstuderen. En daar konden ze dan wel mee leven.’
Opeens krijgt Chantal een berichtje op haar telefoon. Het is van haar vriendin op school. Chantal leest het en zegt dan: ‘Hmm, volgens Ylke komt er volgende week een scout op school, die op zoek is naar talent. Geen idee, waarom ze mij nou juist dat bericht stuurt. Ik doe toch niet meer mee met de opera en musicalopleiding?’
Ik zeg tegen haar: ‘Nou, wie weet ziet die scout in jou wel een talent. Je decaan kan natuurlijk wel een andere mening hebben, maar je weet nooit wat zo’n scout zoekt.’
‘Dat is ook weer waar. Nou ja, ik maak me er niet druk om. Maar ik moet voor het komende half jaar wel druk gaan maken om een stageplek te gaan vinden. Liefst hier in de buurt, want anders moet ik zo ver reizen. Mijn decaan is nu met me bezig om een paar plekken te vinden. Maar dat is toch best moeilijk. Maar misschien dat ik een plek kan krijgen bij het MOV, een vereniging in Maastricht. Maar dan zou ik vooral in de avonduren moeten werken.’
‘Tja, als het niet ander is, Chantal! Je zal toch ergens je stage moeten doen. Maar waar zou je het liefste je stage willen doen?’
‘O, dat weet ik wel. Bij André Rieu. Het lijkt me fantastisch om daar mee te mogen werken. Met echte wereldsterren. Daar kan ik dan zelf ook nog wel een en ander van leren.’
Johan lacht. ‘Ja, droom maar! Alsof jij daar een kans voor maakt.’
Chantal kijkt hem aan en zegt strijdvaardig: ‘En waarom niet? Volgens mijn leraren heb ik er de capaciteiten voor, ik zou alleen de kans moeten krijgen.’
Johan heft zijn handen: ‘Ik maakte maar een grapje, Chantal! Ik weet, dat je goed kunt zingen en zo.’
‘Nou, zo leuk vond ik het anders niet, Johan. Ik werk me het lazarus om mijn opleiding te doen slagen. Het is echt niet de hele dag zingen of luisteren hoe dat moet. Er komt veel meer bij kijken, en dat is soms best wel moeilijk.’
Ik zeg glimlachend: ‘En dat kan ik beamen, want ik ben wel eens regelmatig vrijwillig slachtoffer, als ze haar lessen weer eens wil testen. En ik moet zeggen, dat ik qua zingen wel wat zuiverder ben gaan zingen, als dat ik vroeger deed.’
‘Dus dat je zo goed kon zingen op onze bruiloft, dat hebben we ook aan Chantal te danken?’
‘Ik kon al goed zingen, maar Chantal heeft me wel een paar technieken bijgebracht, waardoor ik beter kan zingen.’
Helen vraagt me dan: ‘En die duetten, die jullie gezongen hebben? Dat moeten jullie toch echt vaker geoefend hebben.’
‘Dat klopt, we hebben hier niet echt vaak de televisie aan staan. Ik klus liever wat in de loods, of we dansen wat in de kamer, of we zingen wat. Het scheelt toch wel, dat ik hier een goede audio installatie heb geïnstalleerd.’
Chantal knikt. ‘Ik vind die stereo installatie echt fantastisch! Je zet een playlist in je telefoon en die zet je door naar de stereo, en je hebt de hele avond muziek. En John heeft er echt veel muzieknummers in staan!’
Johan vraagt: ‘Hoeveel zijn het er?’
‘Geen idee. Dat zat er allemaal bij, toen ik dat ding kocht. Eigenlijk is het zo’n ding, wat je wel eens ziet in een kroeg. Heb ik gekocht op een veiling, voor een fractie van de prijs. Maar ik weet wel, dat er ontzettend veel liedjes op staan. Als ik zo moet schatten, dan zijn het er ongeveer tienduizend, dat kunnen er meer of minder zijn, echt geen idee!’
Chantal staat dan op en zegt: ‘Ik zal eens aan het eten gaan beginnen. We krijgen vandaag Johans lievelingskostje, hete bliksem met rookworst!’
‘Hmm, maak je dat recept van oma klaar, Chantal?’
‘Ja, van haar heb ik dat ook geleerd, Johan. Maar John vindt dat ook heel erg lekker. Ik heb het laatst al een keer klaar gemaakt.’
Ze loopt dan naar de keuken. En een uur later kunnen we aan tafel.
Volgende deel: De Gezusters Santegoed - 19