Vervolg op: De Gezusters Santegoed - 34Onze wittebroodsweken vliegen voorbij, en onze huwelijksreis staat al voor de deur. Joey heeft zijn spullen al gepakt, zodat hij een paar weken bij mijn moeder kan logeren. Die twee kunnen het erg goed met elkaar vinden, want mijn moeder beschouwt haar een beetje als haar kleinzoon. En Joey laat zich maar wat graag door haar verwennen. Dus ik hoef me geen zorgen te maken, dat het met die twee ruzie met elkaar zullen krijgen. Maar ik heb al vrij, terwijl Chantal nog moet werken. Maar we hebben Chantals wagen al volgeladen met onze bagage, en ik heb haar naar haar werk gebracht. En daar moet ik haar vandaag ook weer opladen. Maar ik ben wat vroeger gekomen, omdat ik wel eens met eigen ogen wil zien, wat ze allemaal daar doet. In een klein zaaltje is ze met een paar zangers en zangeressen aan het oefenen. Ik ken de muziek, het is uit de musical Phantom.
Maar het wil niet echt lukken, Chantal kan een van de heren niet duidelijk maken, wat ze van hem verlangt. Dan ziet ze me zitten, en komt naar me toe.
‘John, wil je me even helpen? Jerome zingt het steeds fout, maar ik krijg het niet uit hem gepraat. En jij kent dit. Zou je het hem eens voor willen doen, zodat hij het begrijpt!’
‘Chantal, ik wil je best helpen, maar ik ben maar een ongeoefende zanger.’
‘Onzin, je bent minstens zo goed als hun! Toe nou! Als we dit klaar hebben, kan ik gaan. En ik wil op vakantie!’
Ik schud mijn hoofd. ‘Goed dan. Maar alleen deze keer!’
Ze trekt me overeind en houdt mijn hand vast, en lopen het kleine podium op, waarop ze aan het oefenen zijn.
‘Ik zal jullie even voorstellen aan mijn man John. Ik oefen dit stuk vaak met hem, zodat ik me beter kan voorbereiden om jullie dit stuk te leren. Hij kent dit stuk vrijwel uit zijn hoofd, maar hij is geen geoefende zanger. Maar hij kent wel het stuk, dat Jerome steeds fout zingt. Misschien, dat Jerome dan begrijpt, wat hij fout doet. En hij heeft toegestemd het een keer voor te doen.’
De mannen en de vrouwen op het podium kijken me verbaasd aan. Het voelt niet erg prettig voor me, maar ik kan Chantal nu niet laten zakken. Chantal kijkt me aan en vraagt of ik er klaar voor ben.
Eerlijk zeg ik: ‘Nee, maar doe het maar, dan ben ik ervan af!’
Chantal glimlacht. Ze laat de muziek beginnen, en het scheelt, dat Chantal het eerste deel moet zingen. Dat geeft me de gelegenheid om in de juiste stemming te komen. We kijken elkaar aan, en al snel vergeten we, dat er nog mensen om ons heen staan. Het is alsof we thuis zingen, zonder iemand erbij. En dat kan ik meteen merken aan de stem van Chantal, want nu kan ze ook die allerhoogste tonen zonder problemen de baas. En als mijn stuk begint, zie ik plotseling iedereen geschokt kijken. Even denk ik bij mezelf, dat ik vals zing, maar daar zou Chantal me meteen op attent gemaakt hebben. Ik zing gewoon door, en ook het stuk, waar die ene man steeds de fout in ging, lukt me zonder problemen. Chantal en ik zijn in de wereld van ons eigen. De rest bestaat niet.
Opeens komen we weer in de realiteit, als de muziek stopt. Ik kijk om me heen en zie alleen maar geschokte gezichten. Ik voel me wat opgelaten, maar Chantal omhelst me.
‘Je was geweldig, John! Je had het onmogelijk beter kunnen doen!’
Er komt een jonge vrouw naar ons toe. ‘Wow, that was fantastic! Incredible!’
Ik besef me opeens, dat de vrouw geen Nederlandse is, maar een Française, want ze spreekt met een behoorlijk accent. Chantal glimlacht naar haar.
‘You think so, Louise?’
‘Absolutely! You are lucky to have such a talented man!’
Chantal stelt me voor aan de vrouw.
‘John, dit is Louise Basciloitte. Ze is eigenlijk de ster, in het stuk, dat ze gaan opvoeren. Ze kan echt fantastisch zingen, je zou haar eens moeten horen.’
Ik glimlach en geef de vrouw galant een hand en buig ook.
‘O, and also a gentleman! You are so lucky, Chantal!’
Chantal zegt dan: ‘Je kunt gewoon Nederlands met haar praten, dat verstaat ze wel, maar ze kan het niet goed spreken.’
‘Ehm, leuk om kennis met u te maken, miss Basciloitte.’
‘The honour is mine, and please call me Louise. And may I say that you have a beautiful voice!’
Dan wendt ze zich tot Chantal. ‘And you! Why don’t you sing like that when we rehearse? That was stunning!’
Chantal bloost en is plots erg verlegen. Ik lach en zeg: ‘Zo zingt ze altijd als ze thuis is. Thuis is ze veel meer ontspannen, en kan ze zich laten gaan. Hier lukt haar dat niet.’
Louise knikt. ‘But with you she looked relaxed! You should come often!’
Ik geef de vrouw een glimlach. ‘Sorry, dat gaat niet. Ik heb een baan, die me prima bevalt. Maar als jullie het niet erg vinden, dan ontvoer ik Chantal, en vertrek met haar op onze huwelijksreis!’
Louise lacht. ‘Of course! Happy Honeymoon!’
Ik pak dan Chantal op, die daardoor gilt.
‘Zet me neer, John! Ik ben nog niet klaar!’
‘Daar geef ik helemaal niets om! Wij gaan nu op vakantie!’
Chantal zucht eens. ‘Soms ben je helemaal gestoord, weet je dat?’
‘Nee, niet gestoord. Wel gek. Gek op jou!’
Ze glimlacht. ‘Daar heb ik anders nog niet veel van gemerkt vandaag!’
Ze trekt zich omhoog en zegt: ‘Je hebt me vandaag nog geen zoen gegeven!’
‘Dan zal je me die zelf moeten geven, want ik laat je niet los!’
Chantal laat zich dat niet zeggen, en trekt zich wat naar me toe, waardoor ze me een zoen kan geven. Er klinkt gejoel, maar daar trekken we ons niets van aan.
Chantal had misschien verwacht, dat ik haar dan weer op haar benen zou zetten, maar in plaats daarvan gooi ik haar met een handige beweging op mijn schouders en draag haar zo het podium af.
‘John! Laat me los! Ik ben geen zak hooi, die je moet dragen!’
Er wordt gelachen vanaf het podium, maar ik geef niet toe.
‘Als ik je loslaat, dan ga je weer verder. Maar wij hebben vakantie! Zwaai maar even naar je collega’s, want die zien je de komende twee weken niet meer terug!’
Chantal zucht eens diep en zwaait dan maar, terwijl ik met haar de deur uitloop. Er kijken mensen nogal verbaasd, als ik zo met haar naar de uitgang loop.
Dan vraagt ze me smekend: ‘Toe nou, John! Ik ga echt met je mee, maar zet me neer! Ik schaam me dood!’
Ik zet haar dan weer op haar voeten. Maar meteen als ik haar op haar voeten zet, geeft ze me met haar platte hand een klap in mijn gezicht. Om me daarna meteen er een kusje op te geven.
‘John, doe dat alsjeblieft nooit weer! Ik vond dat helemaal niet leuk! Ik schaamde me echt dood! Wat moeten ze nu wel van ons denken?’
Ik glimlach alleen maar. ‘Weet je zeker, dat je het stiekem niet leuk vond?’
Chantal glimlacht. ‘Nou ja, een beetje wel. Het had wel iets, dat je me zo ontvoerde. Maar moest dat nou helemaal door het gebouw?’
‘Oké, dan beloof ik, dat ik je nooit weer op mijn schouders door het gebouw zal dragen!’
Chantal lacht. ‘Je bent onverbeterlijk, weet je dat? Maar wel onweerstaanbaar! Ik kan echt onmogelijk boos op je worden, weet je wel hoe lastig dat soms is?’
Ik trek haar tegen me aan. ‘Hoe onweerstaanbaar?’, terwijl ik mijn gezicht steeds dichter bij de hare breng. Ik hoor hoe haar ademhaling onregelmatiger wordt, en hoe ze zich probeert te weren. Maar het is vergeefse moeite. Ze kan mijn lippen niet weerstaan, en ze drukt al snel de hare op de mijne.
Maar ze rukt zich wel weer snel los. Ik glimlach tevreden en zeg: ‘Oké, dat was ook een antwoord. Dus heel erg onweerstaanbaar!’
Ze rolt met haar ogen, en we lopen dan arm in arm naar buiten. Eenmaal in mijn wagen komt echter een stormvloed aan kritiek naar buiten.
‘Wat denk je je wel niet, John! Hoe kan ik daar weer naar binnen lopen, zonder dat iedereen me uitlacht?’
Ik geef er maar geen antwoord op, want dat helpt nu toch niet. Maar Chantal krijgt niet lang de kans om haar woede te ventileren. Ze krijgt plotseling een stormvloed aan berichtjes op haar telefoon.
‘Och god! Daar gaat het al heen! Dat zijn mijn collega’s!’
Ze leest de berichten, en kijkt verbaasd.
‘Wauw, dat had ik niet verwacht, John! Bijna iedere vrouw is jaloers op me! Ze vonden het zo ontzettend stoer van je, dat je me zo ontvoerd hebt! En de mannen zijn jaloers, omdat ze het jammer vinden, dat jij degene was, die mij mocht ontvoeren!’
Ik lach. ‘Dus denk je, dat je nu nog met een beetje fatsoen weer terug naar je werk kunt, na de vakantie?’
‘Nou ja, ik denk het wel. Maar doe dat alsjeblieft nooit weer! Ik vond het helemaal niet leuk!’
‘Oké, ik beloof je plechtig, dat ik het nooit weer doe!’
De stormvloed aan berichten gaat maar verder. Het gaat al niet meer over de ontvoering, maar ook over ons duet. Chantal leest er enkele voor.
‘Wat ons de man van Chantal liet horen, was bijna ongelofelijk! En dat moet een ongeoefende zanger zijn? Wat doen wij dan hier? Kinderliedjes zingen? Wat een stem heeft die gast!’
Schijnbaar is er iemand geweest, die het geheel gefilmd heeft, en dat nu ook met anderen gedeeld heeft. En daardoor wordt de stroom berichtjes alleen maar groter. Het gaat zo snel, dat Chantal ze amper nog kan lezen. Ze zet dan maar de telefoon op stil en lacht. ‘Ik geloof, dat er over ons duet nog wel eens langer gepraat zal worden, dan over mijn ontvoering! Zag je iedereen kijken? Ik geloof dat er niemand was, die geen open mond had!’
‘Ik heb niemand gezien, alleen jou!’
Chantal glimlacht. ‘En ik zag alleen maar jou! Maar dat gaf me een fantastisch gevoel, om eindelijk eens vrij te kunnen zingen.’
Een half uur later komen we thuis. Chantal doucht zich nog snel, en trekt zich frisse kleren aan, en dan vertrekken we richting Kiel, van waar we met een veerboot richting Noorwegen varen. We hebben een hotel geboekt, net voorbij Osnabrück, zodat we de afstand naar Kiel niet aan een stuk hoeven te rijden. En onderweg eten we wat bij een wegrestaurant, net iets van de snelweg af. Ik ben die afstand wel eens meer gereden, maar dat was alleen of met vrienden. Maar met Chantal erbij is het vele malen leuker. We hebben geen haast, en praten nog na over ons duet en de ontvoering. Chantal is er nu niet meer boos over, en kan er nu over lachen. Ze heeft het zelfs al aan Melissa en Ylke door geappt, en die zijn nu ook wel een beetje jaloers. En dat maakt het voor Chantal dan weer leuk.
Lachend zegt ze: ‘Ik stel me nu voor, dat Melissa Daan op zijn flikker geeft, omdat hij nooit zoiets spontaans zou doen.’
Ik lach, als ik me dat ook voorstel. Ik ken Daan vrij goed en weet, dat hij wel een hoop durft, maar zoiets nooit in zijn hoofd zou halen. En ik zou het ook nooit gedaan hebben, als Chantal me daar niet had laten zingen. Het kwam gewoon in me op, toen ik al die blikken zag.
Maar doordat Chantal het aan Melissa en Ylke heeft doorgegeven, wat voor stunt ik had uitgehaald, beginnen de eerste berichten van onze vriendengroep en onze familie ook binnen te komen. Zonder uitzondering vinden ze het een stoere actie van mij.
De volgende dag rijden we naar de veerboot toe. We zijn veel te vroeg in Kiel, maar we lopen het centrum in, en drinken wat koffie en eten wat bij een bistro aan de kade. We lopen terug als de enorme veerboot aanlegt aan het dok. Chantal kijkt geschokt.
‘Is dat de veerboot, waar we met meegaan, John? Het lijkt wel een cruiseschip!’
‘Dat is het min of meer ook! Wacht maar eens, tot je onze kamer ziet!’
Vol spanning lopen we dan terug naar onze auto, waar we wachten tot het tijd is om de veerboot in te rijden. Maar dat duurt toch wel even, waardoor we wat tijd hebben om met de andere reizigers te praten. En het gaat meestal over Chantals wagen. Dat heb ik al vaker meegemaakt, mensen vinden het altijd erg mooi om zo’n wagen te zien. En ze stellen er dan ook leuke vragen over. En zo leer je nieuwe mensen kennen. En ik kan merken, dat Chantal dit wel bevalt. Ze is met recht trots op haar wagen, en ze heeft de laatste tijd ook veel geleerd over wat technische begrippen. Hierdoor kan ze echt wel een woordje meepraten over haar auto, wat dan weer bewondering oproept bij de mannelijke bewonderaars. Ze stapt met een glimlach in haar wagen, als het tijd is om de veerboot in te rijden. Maar ze kijkt wel even benauwd, als ze de steile helling ziet, waarop de auto’s naar het dek in de veerboot moeten rijden.
‘Oei, dat is wel een hele steile helling, John! Kunnen we dat wel met deze wagen? Ik bedoel, komt die dan niet aan de grond, met alle bagage in de koffer?’
‘We zullen het zo merken, Chantal.’
Maar net voordat we de veerboot inrijden, houdt ons een medewerker tegen. Hij bekijkt de wagen even goedkeurend en stuurt ons dan richting een collega van hem, die wat verderop staat. Blijkbaar hoeven we niet de steile helling op, zeer tot opluchting van Chantal. We parkeren de wagen achter een vrachtwagen, die recht voor de uitgang staat. Ik zeg tegen Chantal: ‘Dat is geluk hebben! Dat betekent, dat we morgen lekker op tijd uit de veerboot mogen rijden!’
‘Ah, en is dat geluk?’
‘Ja, anders moet je zo lang wachten. Het uitladen kan best lang duren.’
‘Maar we gaan morgen toch ook niet zo ver, John? Dan is het toch niet zo erg, als we even moeten wachten?’
‘Dat weet ik wel, maar zo fijn vind ik het wachten niet in de laadruimte van de veerboot. Dan rijd ik liever wat rond.’
We pakken een koffer, waar we de reisbagage in hebben zitten, zodat we niet alle kleren hoeven mee te slapen en daarmee begeven we ons naar onze hut.
Chantal is blij verrast, als ze onze hut ziet. Het is er een met een tweepersoonsbed en door het raam kijken we uit over de promenade, die in de veerboot ligt. Chantal is helemaal in de wolken.
‘O, wat mooi allemaal! Dit is nog mooier, dan ik had verwacht! Het lijkt helemaal niet op een boot, als je hier zo binnen kijkt!’
Ik glimlach. Op die reactie had ik al gehoopt. We zetten dan onze koffer in de hut neer, en lopen naar het zonnedek, boven op de boot. Daar kunnen we uitkijken over de stad, en zetten ons neer in een paar stoelen. Chantal komt ogen en oren te kort, ze raakt niet uitgekeken, als de boot aan zijn reis begint. Ik vind het ook wel mooi, maar ik geniet meer van Chantal, en hoe ze al die indrukken in zich opneemt. Als ze dit al mooi vindt, wat moet het dan morgen wel niet worden, als we de Noorse Fjorden binnen varen. Want ik heb van mijn collega’s gehoord, dat het erg mooi en indrukwekkend is, als je dat voor het eerst ziet.
Na een tijdje op het zonnedek gezeten te hebben, verkennen we de rest van de boot. En zowel ik, als Chantal, zijn onder de indruk. Er zijn verschillende winkels aan boord, enkele restaurants, een café en zelfs een casino! En als ze zouden willen, kunnen we nog zwemmen aan boord, of gaan fitnessen. En ’s avonds worden er voorstellingen door artiesten gegeven in het theater en in het café.
In een van de winkels kopen we ons wat parfum voor Chantal, en voor mij een nieuwe zonnebril. En we drinken wat bij het café op de promenade, waarbij we luisteren naar een troubadour, die met zijn gitaar volksliedjes speelt, die veel mensen meezingen. Het is leuk om te zien, hoe de artiest zijn publiek meekrijgt en we doen gewoon lekker mee.
Later eten we in het mooie restaurant, terwijl we uitkijken over zee en ’s avonds in het theater genieten we van een leuke theatervoorstelling. En na de voorstelling is er een dansorkest, waar we gretig gebruik van maken om onze benen te laten zwieren. En op die manier vliegt de tijd om.
Tegen middernacht ploffen we in bed, moe van de mooie dag. We hadden nog naar de discotheek kunnen gaan, maar we vinden het wel goed geweest. Eenmaal in onze hut, en als we in bed liggen, praten we na over de dag.
‘John, dit moeten we echt nog eens vaker doen! Ik heb echt genoten! Ik wist niet, dat een veerovertocht zo leuk kon zijn!’
Ik glimlach. ‘Hmm, mijn collega had helemaal gelijk, toen hij me vertelde, dat het meer een minicruise lijkt. Wist je, dat je deze overtocht ook als minicruise kunt boeken? Dan reis je heen met de veerboot, zonder je auto, je overnacht dan een nachtje in Oslo, en dan ga je de volgende dag weer terug. Misschien dat we dat nog eens kunnen doen. En lekker lang weekend weg. En dan zouden we wel een keer naar de opera kunnen gaan. Dat schijnt echt de moeite waard te zijn.’
Chantal kijkt me aan. ‘Ja, dat wil ik wel eens doen! Maar wanneer dan? We zijn de komende tijd al zoveel weg!’
‘Wat dacht je van september of oktober? Dan is het weer hier nog redelijk, en wordt het hier ook weer donker. Het lijkt me wel wat, om samen met jou ’s avonds langs de kade van Oslo te lopen, na een mooie avond opera.’
Ze kijkt me aan met fonkelende ogen. ‘O, dat lijkt me heel erg leuk! Als we thuis zijn, gaan we dat meteen plannen!’
Ik glimlach. Chantal is toch zo gemakkelijk blij te maken. Maar ik heb ook heel erg van de dag genoten. Het was fijn om even alleen met haar te kunnen zijn. Samen genieten van alle mogelijkheden op het schip en van elkaar.
Dan zeg ik glimlachend: ‘En vanmiddag zou je zelfs bijna uit volle borst hebben meegezongen met die troubadour!’
Chantal lacht. ‘Ja, dat was erg leuk! Maar iedereen zong wel met hem mee. En die theatervoorstelling dan! Die was anders ook erg goed! Een kleine mini-musical. En daarbij merk je amper, dat je op een schip zit. Ja, heel af en toe een golfje, maar dat is het ook.’
‘Buiten dat alles wel een beetje vibreert van de motor?’
‘Oké, maar dat merk je amper, als je er niet op let.’
Ik zou eeuwig naar haar enthousiaste verhalen over de dag kunnen luisteren, maar door de vermoeidheid moet ik flink geeuwen. Chantal vraagt me dan, hoe laat we moeten opstaan voor het ontbijt. Ik vertel haar, dat we dat al vanaf zeven uur kunnen doen, en dat we dan ook het beste al paraat kunnen staan, zodat we later wat meer kunnen genieten van de vaart tussen het Oslofjord.
Chantal knikt en draait zich dan om. Ze is net zo moe als ik, en niet veel later zijn we al in slaap gevallen. Ik heb de wekker al om zes uur gezet, zodat we ook tijdig wakker worden, en ons kunnen douchen. De nachtrust heeft ons goed gedaan, en we staan dan ook fris en fruitig bij het grote ontbijtbuffet, waar we ons tegoed doen aan de vele lekkernijen. Na het ontbijt lopen we eerst terug naar onze kamer om onze jassen te halen.
Want helaas laat Noorwegen zich niet van haar allerbeste kant zien, het is behoorlijk bewolkt en het waait wat frisjes. Maar hier en daar komt de zon er weer doorheen, en noordelijk lijkt de hemel wel mooi blauw. Desondanks biedt het ons een spectaculair schouwspel, als de veerboot door het fjord vaart. We zijn allebei diep onder de indruk, terwijl we over de balustrade leunen om het schouwspel te kunnen aanschouwen. We maken veel foto’s, maar het is me nu al duidelijk, dat er nog veel foto’s zullen volgen. En dat blijkt ook zo te zijn, als we eenmaal van de veerboot afrijden. We hebben echt veel geluk, we kunnen al heel vroeg van de veerboot afrijden, en rijden even later al door Oslo heen. Door de vele tunnels rijden we noordwaarts, om even later al over de snelweg te kunnen rijden. We houden een gemoedelijk tempo aan, en rijden achter de vrachtwagens aan. Maar het valt meteen op, dat alles hier niet zo gehaast is, zoals thuis. En hoe verder we noordwaarts rijden, hoe mooier het wordt. Na twee uur rijden is het al gedaan met de snelweg, en volgen we de hoofdweg, die de verbinding vormt tussen het noorden en het zuiden van Noorwegen, en kijken onze ogen uit. Ik heb nog nooit zo’n prachtig land gezien. Het is er ruw, rotsachtig, en overal waar je kijkt lopen kleine riviertjes en om elke hoek lijkt er wel een kleine waterval te zien te zijn. We zijn allebei wel wat overdonderd en we stoppen dan ook regelmatig om foto’s te maken. Als we ergens halverwege onze eerste tankbeurt maken, en de gastanks weer volgooien, zegt Chantal: ‘Ongelofelijk! Telkens als je denkt, dat het niet meer mooier kan, dan word je weer verbaasd door iets wat nog mooier is! Ik wist niet, dat zoiets bestond!’
Ik glimlach, als ik de fonkelende ogen van Chantal zie. Haar enthousiasme lijkt wel dat van een klein meisje, dat voor het eerst mooie dingen ziet. Hoe ze verrast al die dingen in zich opneemt, en me wijst als ze weer iets moois heeft gezien. Dat alleen al maakt het de reis helemaal waard. En dat belooft wat voor de komende twee weken, dat we hier verblijven. We rijden verder en moeten dan van de hoofdweg af. Het is goed te merken, dat de Noren hier in een heel ander tempo leven, dan wij doen. We zijn al enkele uren aan het rijden, maar qua afstand zijn we nog niet heel veel opgeschoten. Het is maar goed, dat Geiranger niet zo heel ver noordelijk ligt, maar ik krijg al snel in de gaten, dat we er niet voor de avond zullen aankomen. Er is zoveel te zien en te beleven onderweg, en bovendien mag je er ook niet snel rijden. Wat echter wel weer perfect bij onze reisstijl past met Chantals wagen. En de bewolking heeft ook nog eens plaats gemaakt voor een stralende zon, waardoor we nog meer genieten van het reizen. We hebben de ramen lekker naar beneden gedaan, ondanks dat het niet heel warm buiten is. Chantals lange rode haren wapperen in de wind, terwijl ze duidelijk geniet van de omgeving. Terwijl ze zo aan het stuur zit, maak ik een foto van haar. Het is een prachtige foto, die ik dan ook meteen als mijn achtergrond op mijn telefoon instel. Als de weg wat verder kronkelig wordt, en er meer haarspelbochten in het verschiet ligt, geeft ze snel het stuur aan mij over.
Het is amper te geloven, wat voor uitzichten we allemaal voorgeschoteld krijgen. Maar op een wat recht stuk krijgen we meteen een les, dat we toch goed moeten oppassen tijdens het rijden. Zestienhonderd pond met enorme horens aan eland steekt plotseling de weg over, waardoor ik hard op de rem moet. Ik kom minder dan een meter tot stilstand van de eland, die zich van al dat lawaai van piepende banden niets aantrekt, en doodgemoedereerd zijn weg vervolgt, alsof we er helemaal niet zijn. Maar het hart klopt wel in mijn keel, en ook Chantal is flink geschrokken. Ik zet de auto even aan de kant van de weg, zodat we even kunnen bekomen van de schrik.
En dan moeten we allebei hard lachen, als we beseffen, dat er niets is gebeurd, maar dat we wel een ervaring beleefd hebben, die we nooit meer zullen vergeten. Chantal zegt lachend: ‘Zo, nu hebben we ook weer kennis gemaakt met de fauna van Noorwegen. De eland kunnen we al afstrepen van ons lijstje!’
We besluiten er maar meteen een rustpauze van te maken, omdat Renn, die we ook mee hebben genomen, ook uitgelaten moet worden. Terwijl we zo langs de rand van het bos lopen, laat de eland zich nog een keer zien. We staan slechts op enkele meters afstand, en ik moet Renn best wel in bedwang houden, zodat ze het enorme dier niet verjaagd. Want Renn gromt wel flink, en ze wil ons tegen dat dier beschermen. Maar het lukt me om haar te kalmeren. Chantal maakt vlug een foto van de eland, die dan even later weer verdwijnt in het bos. Verbazingwekkend hoe zo’n groot dier kan opgaan in het bos. We proberen het nog van een afstandje te volgen, maar het is zinloos. Bijna twee meter hoog en je raakt het in enkele seconden kwijt. En aan Renn kan ik merken, dat het niet al te ver weg kan zijn, want die gromt nog steeds lichtjes. We keren dan terug naar onze wagen, waar we dan snel verder rijden.
Maar uiteindelijk bereiken we ons doel, en komen net na zes uur 's avonds aan bij mijn nicht Sheila. Die heeft ons al staan op te wachten, en begroet ons hartelijk. Ze leidt ons in haar huis rond, en toont ons alles wat we moeten weten. Sheila en haar familie vertrekken morgen in alle vroegte, zodat ze tijdig bij de veerboot aanwezig zijn. Ik vertel Sheila, dat ze zich eerst even bij mijn moeder moet melden, en dat ze daar de sleutel en de alarmcode zal krijgen van het huis. Joey en mijn moeder zullen dan haar rondleiden in ons huis.
Sheila en haar man zijn een heel aardig stel, waar we al meteen mee kunnen opschieten. Ik kende mijn nicht en haar man Geir natuurlijk al, maar Chantal nog niet. Geir spreekt voor een Noor best goed Nederlands, en dat maakt de communicatie wel gemakkelijk.
Geir laat me dan in de haven nog zien, hoe zijn boot werkt, waarbij hij wel even geniet van het ritje in Chantals wagen, die we voor de gelegenheid hebben gebruikt om naar de haven te rijden.
Als we dan weer terugrijden naar zijn huis, merkt hij op: ‘Zoiets zou me ook wel kunnen bevallen, John! Eens kijken of ik Sheila zo gek krijg, dat ze me toestaat zo’n wagen te kopen! Het lijkt me heerlijk om te kunnen cruisen hier over de wegen!’
Ik knik. ‘Dat was ook heel erg leuk! Ik was eerst van plan met mijn dagelijkse wagen te komen, maar ze adviseerden me om toch met deze te komen. Ik had ook mijn Cadillac kunnen nemen, maar die is een stuk schadelijker qua brandstof, dus hebben we Chantals wagen maar genomen. Dat scheelt toch wel iets!’
Geir kijkt me verbaasd aan. ‘Dus je hebt nog een wagen thuis staan?’
‘Als je wilt, dan vraag ik Joey wel, of hij je de sleutels van mijn Cadillac wil geven. Je leent me immers ook je boot uit, zonder me te vragen of ik er wel mee om kan gaan.’
‘Ach, dat is geen hele dure boot. Maar ik zou wel als de dood zijn, dat ik je mooie wagen zou beschadigen!’
‘Ik weet zeker, dat je er voorzichtig mee om zult gaan. Het is wel een enorme wagen, maar daar wen je wel aan. Dus mijn aanbod staat nog steeds.’
Geir twijfelt even. ‘Goed, dan neem ik je aanbod wel aan. Wat verbruikt zo’n wagen eigenlijk?’
Ik lach. ‘Daar zal je bij Sheila nog een harde dobber krijgen. Mijn Cadillac verbruikt zo rond de een op drie en deze wagen verbruikt ongeveer een op vijf. Op benzine zijn die wagens wel wat zuiniger, thuis rijden we op gas, dat is veel goedkoper.’
‘O, en rijd je hier dan ook op gas?’
Ik knik. ‘Ik zal het je dadelijk wel even laten zien. In de bagageruimte zit een grote tank, waar het gas inzit.’
‘En dat heb je hier ook kunnen tanken?’
Ik knik. ‘We hebben de tank in Vagamo nog volgegooid, omdat ik wist, dat er hier in Geiranger geen tankstation zou zijn. Maar als de tank leeg is, kan ik nog gewoon op benzine verder, dat is geen probleem. Alleen wat duurder om te rijden.’
Geir wrijft eens over zijn kin. Er vormt zich een plannetje in zijn hoofd.
‘Hmm, dat moet ik me toch eens gaan bekijken. En als ik dan gebruik mag maken van je Cadillac om Sheila om te krijgen, en me toe te staan om zo’n wagen te kopen, dan kon het best wel eens gebeuren, dat je me ook in zoiets ziet rondrijden!’
Ik lach, want zo heb ik al meer mensen aan zo’n Amerikaanse wagen gekregen. Als ze eenmaal ervaren hebben, hoe het voelt om met zo’n slee te mogen rijden, dan zijn ze meestal om.
Als we dan bij zijn huis komen, maakt Geir er ook meteen werk van. Hij vertelt Sheila van mijn aanbod, die dan wel verbaasd opkijkt.
‘Maar wat als we per ongeluk die mooie wagen van je beschadigen! Dat zou ik me nooit vergeven!’
‘Dan stel ik je een tegenvraag. Wat als wij per ongeluk jullie boot beschadigen?’
Sheila begrijpt de vraag. ‘Ja, maar dat lijkt me niet zo’n groot probleem, als zo’n klassieke wagen te repareren!’
‘Dat is dan mijn risico, en bovendien is mijn wagen goed verzekerd. Maar ik verwacht niet, dat er iets zal gebeuren. Of verwachten jullie dan wel, dat ik stukken maken met jullie boot?’
Sheila lacht. ‘Je hebt gelijk. Maar ik weet al, wat er vervolgens zal komen. Geir zal me aan mijn hoofd blijven zeuren, dat hij ook zo’n wagen wil. Het is soms net een klein kind, als het om zulke dingen gaat!’
Ik lach. ‘Misschien is het al te laat om hem nog op andere gedachten te brengen, Sheila. Hij heeft immers net een ritje in Chantals wagen gemaakt.’
‘Ah, is dat de wagen van Chantal? Ik dacht al, want ik wist, dat je eerst altijd een Cadillac had.’
Geir kijkt Sheila dan smekend aan, waarop Sheila moet lachen. ‘O nee, mijnheertje! Geen haar op mijn hoofd, die eraan denkt om nu al toe te geven. Want voordat ik het weet, staat hier de hele inrit vol met die wagens!’
Chantal moet lachen. ‘Is Geir ook al zo impulsief, als John dat kan zijn?’
‘Misschien nog wel erger. Als ik er de hand niet in houd, dan hadden we hier niet eens de plaats om te leven. Maar hoe impulsief is John dan? Staat zijn hele loods nu vol met auto’s?’
‘Dat valt wel mee. Maar nog voordat we samenwoonden, had hij me al een wagen gekocht. Een hele mooie Jeep, die hij voor me opgeknapt heeft.’
‘Wat? Die hebben jullie ook nog een?’
Chantal lacht. ‘Nee, gelukkig is hij ook weer niet zo gek. Die hebben we verkocht aan een vriendin van mij, die was ook helemaal weg van die wagen. Want ik vond die Jeep niet echt praktisch. Ik gebruik deze wagen dagelijks, om er mee naar school te rijden, en naar mijn stage. Maar ik doe er ook de boodschappen in, en dat is met deze wagen toch wel een stuk gemakkelijker. In de Jeep was dat allemaal toch even lastiger. En dus heeft John me deze wagen toen gekocht. En daar ben ik heel erg blij mee! Ik zou geen andere wagen willen!’
‘Dat kan ik me wel voorstellen, Chantal! Dus hij heeft je gewoon maar een wagen gekocht? Indrukwekkend! Dan moet hij wel veel van je houden!’
‘Daar twijfel ik geen enkel moment aan, Sheila. Anders zou ik ook echt niet met hem getrouwd zijn!’
Terwijl ze dat zegt, pakt ze me vast, alsof ze me wil claimen. Ik zie Sheila glimlachen om haar reactie.
‘Misschien is het een leuk verhaal om Sheila en Geir te vertellen, hoe we elkaar hebben leren kennen, Chantal.’
Chantal knikt, en samen vertellen we ons verhaal, waar Sheila en Geir hartelijk om moeten lachen.
Sheila zegt dan: ‘Amper te geloven, dat jullie elkaar nog niet eens een jaar kennen! Als ik jullie moest beoordelen, dan zou ik zeggen, dat jullie elkaar toch wel enkele jaren kennen.’
Chantal lacht. ‘Dat zegt nou iedereen over ons. Dus dan moet het toch wel goed zijn, of niet dan?’
Sheila glimlacht. ‘Ik ben echt blij, dat John iemand als jij heeft gevonden, Chantal. Je bent precies goed voor hem. Ik zie, hoe hij op je reageert, en ook omgekeerd. En hebben jullie ook al nagedacht over kinderen? Ik weet dat John graag kinderen om zich heen heeft. Dat kan ik zien, als de kinderen van Leonie en Dean bij hem zijn. Twee jaar geleden waren we toen ook in Nederland, en John heeft toen hun en onze kinderen goed bezig gehouden. Het was erg leuk om te zien, hoe hij daarmee omging.’
Chantal glimlacht. ‘Dat kan ik me goed voorstellen. Ik heb Jake en Stephanie al ontmoet, en ik heb ook gezien, hoe John met hen omgaat. Het is niet moeilijk voor te stellen, dat John hun favoriete oom is.’
‘Ook hun enige oom, maar je hebt gelijk. John trekt als een magneet kinderen aan. Heb je hem als eens bezig gezien op de voetbalclub? Hij weet als geen ander de kinderen aan zich te binden. Hij weet ze te boeien en te fascineren. En ook mijn kinderen, hoe groot ze nu al zijn, Magnor is veertien en Anne al zeventien, ze verheugen zich altijd als ze hem weer zien. Ook John is hun allerliefste oom.’
Chantal vraagt me dan: ‘Maar je was nog nooit hier geweest?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Dat ging meestal niet, Chantal. Ik had het te druk met andere dingen. Automeetings en andere activiteiten met de club. Maar het is eigenlijk wel vreemd. Ik doe al die dingen nu ook nog, maar ik lijk nu opeens tijd over te hebben, terwijl ik meer doe.’
Chantal glimlacht. ‘Dat is niet helemaal waar, ik hoor je vrienden klagen, dat je niet meer altijd aanwezig bent. Nou ja, klagen, ze begrijpen heel goed, waardoor dat komt.’
Ik glimlach. ‘Ze wisten, dat het een keer zou gebeuren, Chantal. Ik moest alleen de juiste vrouw vinden, en dat is nu gebeurd!’
Omdat Sheila en Geir al vroeg moeten vertrekken, maken we het niet heel laat. We logeren voor een nachtje op hun logeerkamer, die op zich al ruim genoeg is voor ons tweeën. Rond vier uur staat de familie op, en we staan solidair met ze op om ze uit te zwaaien, waarna we weer terug het bed in kruipen.
We worden weer wakker met een stralende zon, en een blauwe hemel. De logeerkamer ligt op de achterkant, waar we tegen de berg aankijken, waar het huis op is gebouwd. Maar zodra we naar de keuken lopen, wacht ons een adembenemend uitzicht. Nu kan ik wel begrijpen, waarom Sheila zo graag hier woont. We worden er echt stil van. We hadden er gisteren ook wel wat van gezien, maar toen was het nog wat bewolkt. Echt donker is het niet eens geworden. Ik sla mijn beide armen om Chantal heen.
‘Mooi, hé?’
‘Prachtig gewoon! Alles is hier gewoon prachtig! Ik weet haast niet, waar ik allemaal moet kijken!’
Dan draait ze zich naar me om. Ze heeft een fonkeling in haar ogen en ze kijkt me uitdagend aan.
‘John? Denk je, dat Sheila het erg zou vinden, als we hier op de vloer de liefde zouden bedrijven? Daar heb ik nu toch zoveel zin in!’
‘Nee, maar dan moeten we straks wel alles goed dweilen. Niet dat Sheila daar kringen aan overhoudt op die houten vloer.’
Chantal denkt even na. ‘Sheila zei ook, dat er een wandelpad was, waar zelden iemand komt. Van daaruit zou je het hele fjord kunnen overzien. En misschien dat we daar dan?’
Ze maakt haar zin niet af, maar het is me meer dan duidelijk wat ze wil.
‘Zullen we eerst dan onze spullen uit de auto halen? Daar zitten ook onze wandelschoenen in en ook de brokken voor Renn, die zal ook wel honger hebben.’
Chantals gezicht betrekt meteen. ‘En we moeten die arme Renn nog uit de bench bevrijden. Die zal ook wel blij zijn, als ze er weer uit mag!’
We lopen dan snel naar de bench, die van Sheila wel gewoon binnen mocht staan. We laten Renn eruit, die daar natuurlijk heel erg blij mee is. Omdat het huis van Sheila direct langs een weg ligt, is het helaas noodzakelijk om Renn aangelijnd te houden. Maar Renn is vooral blij, dat ze weer mag rondlopen. We laden dan onze spullen uit de auto, en leggen die op de plaatsen, die Sheila ons heeft aangewezen, zodat ze niet haar hele kast overhoop hoefde te halen. Ze heeft keurig wat plaats voor onze spullen gemaakt. En ook de koelkast zit goed gevuld, zodat we niet meteen boodschappen hoeven te gaan doen. We hebben wel wat levensmiddelen meegenomen, maar dat was vooral bedoeld voor onderweg. Thuis zal Sheila ook een goed gevulde koelkast vinden, dat hadden we zo van tevoren afgesproken.
En dan zijn we vrij om te gaan en staan waar we willen. We zijn net bezig onze wandelschoenen aan te trekken, als er plotseling iemand op de deur klopt. Het blijkt de buurman te zijn, die vraagt of hij de kettingzaag van Geir mag pakken uit het schuurtje. Geir had ons al gezegd, dat zijn buurman wel eens langs kon komen om wat gereedschap te lenen. Dat doet Geir ook omgekeerd, als hij eens wat nodig heeft, wat hij zelf niet heeft, maar zijn buurman wel.
Ik loop met de man mee, en maak een praatje met hem. Hij blijkt Sean Petterson te heten, en is van oorsprong een Engelsman, die hier al jaren geleden verzeild is geraakt. Hij heeft daar zijn vrouw ontmoet en is nooit meer naar Engeland terug gegaan. Maar doordat hij Engelsman is, spreekt hij natuurlijk heel goed Engels. Wel is goed te merken, dat hij al geruime tijd hier woont, want zijn Engels bevat soms wel Noorse woorden, die we echter dan wel weer kunnen verstaan. Het blijkt, dat het Noors toch wel wat verwantschap met het Nederlands heeft, qua uitspraak van bepaalde woorden.
Hij wijst me de weg naar het pad, dat Sheila bedoeld heeft, maar hij heeft wel het meeste oog voor onze auto. Hij vindt het een prachtige wagen, en wil er alles van weten. Als ik hem vertel, dat de wagen nog steeds ongerestaureerd is, dagelijks gereden wordt, kijkt hij me vol ongeloof aan.
Ik lach en vertel hem, dat Chantal deze wagen nog niet zo heel lang in haar bezit heeft. En daarmee begrijpt hij dan ook wel de goede toestand van de wagen. Hij nodigt ons uit, om eens te komen barbecueën, waarbij hij ons uitdrukkelijk vertelt het snel te doen, omdat het misschien volgende week minder goed weer zou kunnen worden.
Dan laat hij ons alleen, en we rijden met de mountainbikes van Sheila en Geir naar het pad, dat drie kilometer verderop ligt. Daar sluiten we de fietsen af, en beginnen aan onze wandeling. Wat verder splitst zich het pad, en het is duidelijk, dat er op het ene pad meer gewandeld wordt, dan op het andere. Maar Sheila heeft ons duidelijk gezegd, dat we dat pad moesten nemen. Het zou ons naar een punt heen voeren, waar je goed de berg op kunt. En dat blijkt ook zo te zijn. De helling is wel steil, maar het voert ons naar grote hoogte, waar duidelijk de temperatuur afneemt. We lopen langs kleine stroompjes, die we af en toe moeten doorwaden, om uiteindelijk in de sneeuw te lopen. Het is maar goed, dat we goede schoenen hebben meegenomen, en ook jassen, ook al is het in het dal bijna twintig graden. Maar op de berg is het fors kouder, en zijn we blij met onze jassen. We volgen het pad verder over de rotsachtige bodem, waarbij het pad gemerkt is met rode stippen. We beginnen wel moe te raken van de lange wandeltocht, en besluiten dan een lange rustpauze in te lassen, en onze lunch daar op te eten. Dat zorgt ervoor, dat onze krachten weer snel terugkomen. Maar we genieten in die tijd ook van het uitzicht, dat ons geboden wordt. En dat is werkelijk adembenemend. We kijken helemaal uit over het fjord, en zien er zelfs een cruiseboot voor het vlakke water varen. Vanaf de berg lijkt het wel speelgoed, zo klein lijkt de enorme boot.
Maar terwijl we daar zo in de zon zitten, begint het toch wat warmer aan te voelen, vooral omdat we iets uit de wind zitten. Chantal begint dan tegen me aan te hangen, en frutselt was aan mijn sluiting van mijn jas.
‘Ehm, John? Weet je nog, waar we het vanmorgen over hadden?’
Ik glimlach. ‘Hoe kan ik dat vergeten, Chantal? ’s Werelds mooiste vrouw wilde vandaag seks met me hebben.’
Chantal glimlacht. ‘Slijmbal! Maar ik ben nog steeds geil. Zou je me hier willen neuken? Dat lijkt me zo enorm geil! Ik word alleen al nat aan die gedachte!’
‘Natuurlijk wil ik dat! Of dacht je, dat het me niets deed, als jij in je strakke wandelbroek zo voor me loopt?’
Chantal lacht. ‘Dus je had wel in de gaten, dat ik je een beetje opgeilde?’
‘Net of jij niet in de gaten had, dat ik soms wat moeilijk liep!’
Chantal lacht. ‘Dat vond ik alleen maar leuk! Maar nu wil ik die lekkere pik van je diep in me voelen, John. Anders word ik helemaal gek!’
‘Hmm, dat willen we niet, Chantal. Daar moeten we snel iets aan gaan doen!’
‘Kun je me vanachter nemen, John? Het is toch nog best fris, en ik heb geen zin om op de grond te liggen!’
Ik lach. ‘Nog meer wensen?’
‘Lekker diep en hard! Ik wil het kunnen uitkrijsen van genot!’
Ze laat haar hand meteen over mijn broek glijden, waar al een flinke bobbel in zit. We dragen allebei elastische wandelbroeken, die we speciaal voor deze vakantie hebben gekocht. Evenals de schoenen, die we dragen. Ze trekt dan mijn broek, samen met mijn boxershort, naar beneden, en geeft daardoor vrijheid aan mijn reeds stijve pik. Daar stort ze zich vol overgave op, en begint me te pijpen. Het is duidelijk, dat ze heel wat heeft bijgeleerd in de tijd, dat we samen zijn. Ze weet precies, wanneer ze moet stoppen, zodat ik niet te snel klaarkom. Maar uiteindelijk verlies ik de strijd en spuit mijn eerste lading zaad in haar mondje. Ze slikt alles door, en likt ook mijn pik helemaal zuiver. Ze gunt me dan wat tijd om weer op krachten te komen, door even lekker met me te zoenen.
Dan trekt ze haar broek uit, en gaat op haar knieën zitten. Ik zet me achter haar neer, en grijp met een hand haar lange haren vast, en dwing haar hoofd naar achteren. Chantal houdt wel een beetje van dit dominante rollenspel. Ze komt dan altijd spetterend klaar, en voor mij persoonlijk voelt het ook wel fijn. Want op deze manier houd ik de controle over ons liefdesspel. Het windt me dan ook heel erg op en geef haar alles, wat ik dan nog in me heb. En dat vindt Chantal er nu weer zo leuk aan.
En ik moet zeggen, dat het vrijen in de buitenlucht me wel wat meer energie en motivatie geeft. Het maakt het spannender, en daardoor voelen we ons vrijer. Hard laat ik mijn pik in haar kutje beuken, en mijn ballen kletsen lekker tegen haar schaamheuvel. Chantal vindt het allemaal best, ze kreunt dat het een lieve lust is. Hier kan ze echt heel erg van genieten, vooral omdat ze dan meestal meerdere keren klaarkomt. En dat blijkt ook nu het geval. Met haar eerste orgasme slaakt ze een harde hoge gil, bij het tweede orgasme is dat een stuk beheerster, maar bij haar derde orgasme komt ze echt hevig klaar. Haar gil moeten ze ongetwijfeld tot in het dorp gehoord hebben. Maar mijn kreun, als ik voor de tweede keer klaarkom, mocht er anders ook wel zijn. We geven ons wat tijd voor een korte adempauze, waarna we allebei hard moeten lachen.
Snikkend van het lachen, zeg ik: ‘We moeten echt gaan oppassen, waar we dit gaan doen. Ik geloof, dat ze je nog onder in het dorp hebben gehoord!’
Chantal lacht. ‘Het kan me niets interesseren, John! Dit was gewoon heerlijk! Dit moeten we echt vaker doen! Lekker seksen in de open lucht!’
Ze gaat dan op haar hurken zitten, zodat ze mijn zaad uit haar kutje kan persen. En ik moet toegeven, dat het best een geil gezicht is, om het te mogen gadeslaan. Beter als welke pornofilm dan ook!
Ze veegt dan met wat tissues haar kutje zuiver, en trekt dan haar broek weer omhoog. Ze gooit de tissues dan achter een steen, en moet dan weer lachen.
‘John? Ik geloof dat er hier wel meer stelletjes komen neuken! Hier ligt een heel aantal tissues, en die liggen hier echt niet voor niets!’
Ik kom kijken en we moeten dan allebei lachen. We vervolgen dan het pad, dat ons uiteindelijk over de rug van de berg voert. Het uitzicht over de besneeuwde bergrug is eveneens prachtig, maar omdat we merken, dat onze krachten wel wat beginnen af te nemen, beginnen we dan toch aan onze terugreis. Renn heeft al die tijd netjes met ons meegelopen, hoewel we hem wel aangelijnd hebben gehouden in de bergen. Als we weer op vlakkere grond komen, laat ik haar los, waar ze gretig gebruik van maakt. Vrolijk dartelt en rent ze rondjes om ons heen, terwijl we gewoon verder wandelen. Maar ze zorgt er nooit voor om ons ver uit het oog te verliezen. Maar als we op het grote pad komen, roep ik haar weer bij me, en doe haar weer aan de riem. We fietsen dan weer omlaag, waar we wel blij om zijn, want we zijn best moe geworden. We ploffen op de bank neer, als we thuis komen, en zijn volledig uitgeput. Daar vallen we al snel genoeg in slaap. We worden pas weer wakker, als Renn opeens begint te blaffen. Het blijkt gelukkig alleen maar Sean te zijn, die de kettingzaag komt terugbrengen. Hij klopt weer netjes aan, en vraagt hoe ons de wandeling is bevallen.
Chantal bloost lichtjes en ik antwoord: ‘Het was echt prachtig! Het is hier echt wonderschoon! Je waant je echt in een andere wereld, bijna hemels!’
‘Waar zijn jullie geweest? Over het pad, dat ik je gewezen heb? Naar de Jomfru Stein?’
‘Heet het daar zo?’
Sean lacht. ‘Nee, maar het wordt hier wel zo genoemd. Daar gaan graag jonge paartjes heen. Het uitzicht en omdat daar zelden iemand komt, nodigt dat uit om bepaalde dingen te doen.’
Chantal bloost nu nog harder, waardoor Sean hard moet lachen. ‘Dat ziet er naar uit als een ja. Maar het is geen schande. Maar daar komen vooral de lokale mensen. Het uitzicht is er prachtig, en ik weet dat er op die plek menige maagd een vrouw is geworden. Toeristen weten niet eens, dat die plek bestaat.’
Ik lach. ‘Dus wij zijn een van de weinige toeristen, die daar zijn geweest?’
‘Ja, dat kun je wel stellen. Maar zou je het ook gevonden hebben, als ik je niet verteld had, dat je naar die rode stippen op de rotsen moest kijken?’
‘Waarschijnlijk niet. Maar wat betekent dat eigenlijk? Jomfru Stein?’
Sean antwoordt: ‘Maagdensteen. En het waarom, dat hoef je nu niet meer te vragen! Mijn Hilde heeft daar ook haar maagdelijkheid verloren, toen ze me daar naar toe nam. En het was maar goed, dat ze dat gedaan heeft, want anders zou ik een paar dagen weer terug naar Engeland vertrokken zijn. Maar toen ben ik gebleven, en wie weet wat er anders gebeurd zou zijn.’
‘Nooit geen spijt gehad van die beslissing?’
‘Geen seconde. Het heeft ook niet heel erg lang geduurd, voordat we getrouwd zijn. Zes maanden later waren we getrouwd. Moest ook wel, want Hilde was al meteen zwanger. En ik wilde haar ook niet laten zitten. Maar intussen zijn we toch alweer twintig jaar gelukkig getrouwd.’
‘Net twee jaar langer als Sheila en Geir.’
Sean knikt. ‘Wist je trouwens, dat Geir mijn zwager is? Hilde is de zus van Geir. Een paar huizen verder wonen hun ouders.’
‘Nee, dat hebben ze me nooit verteld. Dus je bent min of meer ook familie van mij?’
‘Ja, aangetrouwd en in de verte. Sheila had me al verteld, dat ze tijdelijk met haar neef van woning zou ruilen.’
‘Maar nu begrijp ik ook, waarom Sean het helemaal niet erg vond, dat jij zijn spullen kwam lenen. Als je dan toch familie bent!’
‘Juist, om die reden. Maar hebben jullie al gegeten? Hilde vroeg me, of jullie zin hebben om bij ons te komen eten. Ze dacht, dat jullie na die lange wandeltocht wel moe zouden zijn, en niet veel zin hadden om te koken. En ze vindt het fijn om even gezelschap te hebben. Onze zoon en onze dochter studeren allebei in Ålesund, dus we hebben nu het huis voor onszelf. En nu Sheila en Geir ook nog weg zijn, heeft ze niet meer zo veel aanspraak. Je moet weten, dat Hilde niet zo goed kan lopen. Een aantal jaren geleden is ze flink gevallen, nadat ze was uitgegleden in de winter. En daarbij heeft ze nog flink geluk gehad, ze viel ruim acht meter naar beneden, hier de helling naar onderen. Ze kan wel lopen, maar alleen met een wandelstok. En om die reden komt ze niet erg veel buiten. Ze schaamt zich er een beetje voor.’
‘Nou, dat is toch het minste wat we kunnen doen, Sean. Zeg maar, dat we komen. Hoe laat moeten we er zijn? We moeten nog even douchen en omkleden, want we kunnen slecht in deze bezwete kleding aanschuiven.’
‘O, over een uur is wel goed. En je kunt jullie hond gerust meenemen. Ik heb zelf ook een hond, en die zal het wel leuk vinden om een speelkameraadje te hebben.’
‘Dat zou wel prettig zijn. Goed, dan zien we je over een uur!’
Sean groet ons, en laat ons alleen. We gaan ons dan snel douchen, en kleden ons om voor de gelegenheid. Gewoon wat informeel, want het lijkt me niet, dat Sean en Hilde heel sjiek gekleed zullen zijn. Om daarna te voet naar het huis van onze buren te lopen. Ik heb me een paar flessen wijn meegenomen voor onze gastheer en gastvrouw.
Die zijn daar blij verrast door. ‘Dat had echt niet gehoeven, hoor! Maar wel erg attent!’
Hilde blijkt best wel wat Nederlands te kunnen praten, dat heeft ze van Sheila geleerd, in de tijd dat ze herstellende was van haar ongeval. Sheila heeft haar in die tijd verzorgd, terwijl Sean aan het werk was. En om de tijd te doden, heeft Hilde Nederlands van haar geleerd. Sean kent ook wel enkele woordjes, maar niet zo goed als Hilde. Hij verstaat het wel, maar heeft gewoon moeite met de uitspraak. Het wordt echt een heel gezellige avond. Hilde en Sean zijn, net als Sheila en Geir, echt heel aardige mensen. Hilde moet erg lachen, als ze hoort, dat we op Jomfru Stein zijn geweest. Ze kijkt dan Sean aan en zegt: ‘Ja, daar heb ik heel goede herinneringen aan. Daar zijn onze beide kinderen verwekt!’
Ze glimlacht erbij, zodat we geen moment twijfelen aan haar woorden.
We vertellen hun over de noodstop, die we hebben moeten maken voor de eland. Dat vinden zowel Sean als Hilde kostelijk.
‘Dus jullie hadden meteen een goede doop, door op die manier kennis te maken met onze nationale trots, de eland? En jullie hebben nog geluk gehad, het komt wel eens voor, dat er mensen minder geluk hebben, die botsen dan met zo’n dier. Dat eindigt zelden goed af, zowel voor het dier als de mensen in de auto. Het is alsof je tegen een betonblok op botst!’
‘Dat geloof ik meteen, we zijn er dan ook flink van geschrokken!’
‘Eigenlijk zouden jullie zo rond september, oktober naar hier moeten komen. Dan begint hier de herfst, en begint de paartijd van de elanden. Als je dan door de bossen wandelt, kan het regelmatig voorkomen, dat je er een ziet. Ze zijn dan lang niet meer zo schuw.’
‘Wordt er dan niet op ze gejaagd?’
‘Niet tijdens de balt, wel daarna. Elandenvlees is erg lekker! Het wordt hier als een delicatesse bestempeld, evenals rendierenvlees. Trouwens, dat eten we vanavond ook. Hilde heeft een rendierragout klaargemaakt. Ik hoop, dat jullie wild lusten?’
‘Geen probleem, we eten alles’, antwoord Chantal. En ze kijkt dan schuins naar mij: ‘En hij eet alles, wat hij maar binnen kan krijgen. Je moet hem eens zien, als hij terugkomt van de sportschool en dan zijn pasta eet. En onze pleegzoon Joey is al precies zo!’
Hilde kijkt Chantal verbaasd aan. ‘Jullie hebben een pleegzoon?’
Chantal knikt glimlachend en vertelt dan het verhaal van Joey. Zowel Sean, als Hilde, zijn onder de indruk van ons verhaal met Joey.
‘Nou, dat was toch een hele gok, die John daar genomen heeft! Zelf amper nog samenwonen, en dan al een volwassen pleegzoon aannemen! Respect!’
Chantal knikt. ‘Maar het was het juiste ding om te doen. Eerst had ik er ook wel mijn zorgen over, maar het ding is juist, dat iedereen in de buurt van John zich snel aanpast. Dat had ik ook, toen ik bij hem kwam wonen. Het is niet, dat John je zal dwingen, juist helemaal niet! Maar hij geeft je een bepaald gevoel, dat je erg welkom bent, en dat maakt, dat je je snel aanpast. Dat heeft Joey zo ervaren, en ik ook. Uiteindelijk hebben we geen kind aan Joey gehad. Ongelofelijk hoe snel Joey zich had aangepast. Het is nu een hele andere jongen, dan eerst. En hij wil niet eens meer terug naar zijn vroegere thuis! Dat komt ook wel, nu hij een vriendin heeft, met wie hij nu een vaste relatie heeft. Die zullen nu bijna een half jaar samen zijn. Of op zijn minst vier tot vijf maanden. En ze zijn compleet gek op elkaar, dus ik zie het nog niet zo snel stranden.’
Hilde glimlacht. ‘En zelf nog geen plannen gemaakt voor kinderen? Want het lijkt me, dat jullie wel graag kinderen willen.’
Chantal is even stil en ik antwoord: ‘Plannen liggen er wel, maar een paar weken voor ons huwelijk, heeft Chantal een blinde darmontsteking gehad, waarbij de ontsteking uitgestraald heeft naar andere organen. En daarbij zijn ook haar voortplantingsorganen betrokken geweest. En ze wil juist heel erg graag kinderen, maar we weten nu nog niet, of ze die ook wel kan krijgen.’
Chantal knikt. ‘Maar er speelt nog meer, ik ben nog niet klaar met mijn studie, en die kan ik niet zomaar afbreken en later voortzetten. Dus ik moet mijn wensen nog wat opschorten. En bovendien wil ik ook nog wat tijd alleen met John. Als we straks kinderen hebben, is dat er niet meer. Dus wachten we nog ongeveer een half jaar, dan gaan we het weer proberen.’
‘Oei, dat lijkt me zwaar voor je, Chantal! Willen wachten, en ook niet weten of je zwanger kunt worden.’
‘Dat is het ook, maar het is op dit moment het beste, wat ik kan doen. Dan weet ik zeker, dat mijn lichaam weer voldoende hersteld is.’
Ze leunt wat tegen me aan voor morele steun. Ik pak haar hand en houd die stevig vast. En dat ziet ook Hilde.
‘Ander onderwerp! Sean vertelde me, dat jullie met een oude Amerikaanse wagen zijn gekomen?’
Chantal knikt, blij dat Hilde van onderwerp veranderde.
‘Ja, dat is mijn wagen. John heeft de zijne thuis gelaten.’
‘O, jullie hebben er nog een? Toe maar!’
‘Nou ja, John had de zijne al veel eerder. Hij heeft een Cadillac en ik heb een Dodge. Ik vind het echt een heerlijke auto om in te rijden.’
‘Maar dat zijn toch geen erg zuinige wagens om in te rijden?’
‘Nee, dat klopt. Maar er zit nu autogas in, en dat scheelt enorm in de kosten. Dan is het allemaal wel betaalbaar. We zijn nu helemaal naar hier gereden op die brandstof. Alleen hier in het dorp kun je dat niet tanken. Maar iets verderop kan dat wel.’
‘En daar merk je verder niets van?’
Chantal schudt haar hoofd. ‘En het rijdt echt zalig! Eerst had ik van John een Jeep gekregen. Een hele mooie wagen, die hij zelf gerestaureerd heeft. Maar het ding was een ramp om boodschappen mee te doen. En als we later kinderen willen, dan is het al lastig om er een kinderzitje in te plaatsen. Dus hebben we de wagen aan een vriendin van me verkocht, die is er ook helemaal gek mee. En we hebben deze nu gekocht. En ik wil nooit meer iets anders. Als deze versleten is, of kapot, wil ik weer zoiets. Deze is wel groot, maar ook weer niet te groot, dat je er geen boodschappen mee kunt doen. En ik vind hem erg mooi!’
Ik merk, dat Hilde de wagen wel eens wil zien, maar ik heb een veel beter idee.
‘Hilde, morgen willen we naar de Trollstigen rijden. Heb je soms zin om met ons mee te gaan? Ik neem aan, dat Sean morgen moet werken? Dan hoef je niet alleen thuis te zitten en kan je zelf meemaken hoe fijn de wagen van Chantal rijdt.’
Hilde twijfelt, maar Sean zegt tegen haar: ‘Kom op, dat moet je doen! Dan kun je ze alles vertellen over de omgeving, en ben je er ook eens een dagje uit!’
Hilde stemt dan toe. Ze recht haar rug en zegt dan: ‘Ik kom inderdaad veel te weinig buiten met mijn been. Het zal me goed doen!’
We maken dan een afspraak om Hilde op te halen, waarna ze opstaat en naar de keuken gaat. Sean blijft met ons achter.
‘Dat was erg aardig van jullie om Hilde met jullie mee te nemen. Ze komt echt veel te weinig buiten, bang dat ze nog eens valt. Ik maak me soms wel wat zorgen om haar. Het is maar goed, dat Sheila hier regelmatig komt, zodat ze nog iets contact houdt met de buitenwereld.’
Sean kijkt daarbij echt bezorgd, dus ik twijfel geen moment aan zijn woorden. Niet veel later komt Hilde weer terug in de kamer. Chantal vraagt of ze even moet helpen, en glimlachend knikt Hilde.
Met de hulp van Chantal staat het eten al snel op tafel en kunnen we genieten van de heerlijke kookkunsten van Hilde. De rendierragout is werkelijk heerlijk en dat laten we Hilde ook weten. De vrouw geniet van de complimenten, maar ook duidelijk van onze aanwezigheid. Ze geniet van al onze verhalen, en kan er amper genoeg van krijgen. De twee flessen wijn, die ik heb meegenomen, worden meteen soldaat gemaakt, en het is al na middernacht, als we terug naar ons huisje gaan.
Maar het is wel even wennen, hoewel het al middernacht is geweest, is het nog steeds licht. Het schemert alleen maar wat, maar de horizon is prachtig rood gekleurd, waardoor alle bergen nu ook rood gekleurd zijn. Een magnifiek schouwspel voor het oog!
Chantal zegt dan tegen mij: ‘Ik heb wel medelijden met Hilde. Door haar handicap is ze als het ware een gevangene in haar eigen huis.’
‘Ja, dat ben ik met je eens. Maar ik geloof niet, dat ze echt een handicap heeft. Ze heeft er misschien wel hinder van, maar ik geloof eerder, dat het tussen haar oren zit. Daarvoor kon ze me net iets te gemakkelijk bewegen. Maar goed, ik kan het ook verkeerd gezien hebben.’
‘Wie weet, John. Hoe dan ook, ik vind haar maar een arme vrouw.’
‘Dat ben ik wel met je eens. Gewoon zielig. We zullen haar morgen eens een hele mooie dag gaan bezorgen!’
We gaan dan in het bed van Geir en Sheila slapen.
De volgende morgen zijn we weer vroeg wakker. Ik laat eerst Renn uit, en Chantal maakt het ontbijt alvast klaar. Als ik terugkom, ruikt het heerlijk naar verse koffie en gebakken broodjes. Sheila heeft voor diverse soorten jam gezorgd, en Chantal is vooral weg van de zoete multebærjam. Als we opzoeken, wat dat precies is, blijkt het een soort gele braam te zijn. Zo rond een uur of tien stappen we in onze auto, en rijden naar het huis van Sean en Hilde. Hilde staat ons al op te wachten. We laten haar instappen, en we laten haar aanwijzingen geven, hoewel onze TomTom het ook best wel zou kunnen. Maar Hilde kan best aardig vertellen over de omgeving en op die manier leren we er veel meer van.
Op de Trollstigen is het erg druk, vanwege het mooie weer. Maar dat weerhoudt ons er niet van om er van te genieten, van dit staaltje engineering. De Dodge neemt de hindernis zonder enige problemen, en Hilde is diep onder de indruk van de wagen. We rijden door naar Åndalsnes, waar we in het centrum genieten van een kop koffie in een bistro, waarbij we een broodje eten, omdat het al ruim na het middaguur is geweest. En Hilde geniet van ieder moment. Het is echt duidelijk, dat ze al een hele tijd nog maar amper ergens is geweest. Maar we moeten ook weer terug naar huis, en dat betekent, dat we weer over de Trollstigen terug moeten. Maar ook dat blijkt geen probleem voor onze achtenveertigjarige Dodge. Als we weer terug zijn, zetten we Hilde bij haar huis af en rijden zelf door naar ons huis, waar we terugkijken op een hele geslaagde dag. ’s Avonds komt Sean nog even langs, om ons te bedanken. Hilde was lyrisch over haar dag, maar was ook doodmoe. Ze slaapt al.
We praten even met Sean, maar het is ons al heel snel duidelijk, dat hij het er moeilijk mee heeft. Maar hij is erg blij, dat we Hilde een prachtige dag hebben bezorgd.
De volgende dag gaan we zelf alleen op stap. Nu het dorp in, Geiranger is een klein, maar wel mooi dorp. We struinen de toeristenshops af voor souvenirs, en besluiten ’s middags een tripje met de boot van Geir te gaan maken. Ik snap al snel, waarom Geir niet zo veel schrik had om onze boot uit te lenen. Het fjord is lang en breed, maar vooral erg diep. We varen een heel stuk. Vanaf het water is het uitzicht nog indrukwekkender, vooral als we langs de watervallen varen, die recht de zee in vallen. Ook varen we langs de grote cruiseschepen en genieten van het prachtige weer. We hebben echt geluk met het weer. Een vrijwel blauwe hemel en een stralende zon maken het echt aangenaam op het water. Alleen moet Chantal zich flink instrijken, ze is als roodharige heel erg gevoelig voor de zon. Ik heb daar helemaal geen problemen mee, en profiteer ervan om Chantal in te mogen strijken. Zorgvuldig strijk ik haar hele lichaam in, waarbij ik haar speels langs haar genotsplekjes streel.
Ze reageert er niet op, maar ik weet, dat ze zich erg moet inhouden om niet te kreunen. Ik ga er niet te veel op in, omdat ik weet, dat ze dat niet prettig vindt. Als we terug in de haven zijn, geeft ze me een licht tikje tegen mijn hoofd.
‘Je bent soms een vlegel, John! Je ligt me daar op te geilen, midden op het water!’
Ik lach. ‘Ik wist wel, dat het je wat deed!’
Chantal lacht nu ook. ‘Als je door was gegaan, was ik klaargekomen.’
Ze kijkt me dan even aan en zegt: ‘Dus je bent me dadelijk nog heel wat schuldig, als we thuiskomen!’
‘Daar kijk ik dus al heel erg naar uit!’
We leggen vlug de boot aan, en rijden dan terug naar ons huis. Vandaag hebben we Renn niet meegenomen, omdat we nog niet weten, hoe ze zich zal gedragen aan boord van zo’n kleine boot. We hebben haar aangelijnd achtergelaten, vastgebonden aan het hek van het terras, zodat Renn ook wat bewegingsvrijheid heeft. Ze kwispelt, als ze ons ziet terugkomen, en ik moet moeite doen om haar te kalmeren. Ik besluit dan maar een wandeling met haar te maken, terwijl Chantal het eten gaat voorbereiden. Ze roept me nog na: ‘Niet te lang wegblijven, over een uur gaan we eten!’
Ik zwaai nog even, en loop dan met Renn weg. Ik loop langs het huis van Sean en Hilde. Sean is alweer thuis, en ze zwaaien naar me. Als ik een goed half uur later terugkom, zie ik Hilde buiten staan. Ze wenkt me, dus ik loop naar haar toe. Ik laat Renn los, met de bedoeling, dat ze even met Rex, de hond van Sean en Hilde, kan gaan spelen. Maar in plaats daarvan stormt ze hard op Hilde af, en wil haar nogal onstuimig begroeten. Ze is nu eenmaal nog een jong dier. Maar daardoor valt Hilde hard achterover.
Hard geschrokken ren ik naar Hilde toe, die duidelijk pijn heeft.
‘Gaat het? Moet ik Sean even roepen?’
Hilde knikt. Ik roep snel Sean en leg hem uit, wat er gebeurd is. Geschrokken volgt hij me, maar wat we dan zien, doet ons echt versteld staan. Hilde zit rechtop, en streelt Renn, die ook best wel geschrokken is, van haar onbezonnen actie. Hilde glimlacht, terwijl ik zeker weet, dat ze pijn moet hebben. Sean rent bezorgd naar haar toe en vraagt of ze pijn heeft.
Hilde knikt. ‘Het doet wel pijn, maar er is ook pijn weg, Sean. Ik geloof, dat mijn heup weer uit de kom is. Maar de pijn in mijn heup is nu wel plotseling weg!’
Sean kijkt verbaasd. ‘Moet ik de dokter even bellen?’
Hilde knikt. Sean pakt meteen zijn telefoon en belt de dokter op. Ik verontschuldig me voor het gedrag van Renn, maar daar wil Hilde niets van weten.
‘Renn kan er niets aan doen, John. Het is nog een jonge hond, en nog erg speels. Dat neem ik je echt niet kwalijk.’
‘Maar door haar ben je weer gevallen, Hilde!’
‘Ja, maar misschien is dat een geluk bij een ongeluk, John. Al sinds het ongeluk, dat ik heb gehad, heb ik erge pijn in mijn heup. En nu door die val, is plotseling die pijn weg. Misschien kunnen ze nu vinden, waarom ik die pijn altijd heb gehad! En hoewel ik nu ook wel pijn heb, geeft me dit nu hoop. Misschien dat ik later toch weer een gewoon leven kan leiden. Dus eigenlijk moet ik Renn bedanken.’
‘Ja, maar toch! Dit was echt niet de bedoeling!’
‘Het is al goed, John. Ga maar naar huis, Chantal zal wel op je aan het wachten zijn. Ik laat Sean je wel op de hoogte houden. En voordat ik het nog vergeet, Sheila heeft gebeld, ze had je proberen te bereiken, maar je nam niet op. Of je haar even terug wil bellen.’
Ik voel in mijn broekzak, waar ik mijn telefoon altijd heb zitten. Maar ik voel daar mijn telefoon niet. Dan herinner ik me, dat ik gisteren heb vergeten de telefoon aan de lader te hangen, en dat die waarschijnlijk nu nog steeds aan de lader heb hangen. En Sheila heeft natuurlijk niet het telefoonnummer van Chantal, die wel haar telefoon bij had.
‘Ik heb vandaag mijn telefoon helemaal niet bij me gehad, die hangt nog aan de lader. Nou, sterkte met je heup, en laten we hopen, dat alles snel weer goed komt.’
‘Daar ben ik absoluut van overtuigd, John. Als nu die pijn weg kan blijven, kan ik misschien straks weer beter lopen, en kan ik misschien zelfs zonder pijnstillers. Als dat waar mocht zijn, dan is dit maar een klein offer, die ik moet brengen.’
Ik loop dan snel door naar huis, waar Chantal al op de uitkijk stond, omdat ik zo laat ben.
‘Waar zat je toch, John? Het eten is allang klaar!’
‘Ik was nog even bij Sean en Hilde, maar daar is een ongelukje gebeurd door Renn. Ik liep langs hun huis en Hilde wenkte me, dat ik even moest komen. Dus ik ben naar haar toe gelopen, en toen heb ik Renn even losgelaten met de bedoeling, dat ze even met Rex kon spelen. Maar in plaats dat ze naar Rex liep, rende ze naar Hilde toe, en sprong wat onstuimig tegen haar aan. En daardoor is Hilde hard gevallen!’
Chantal kijkt geschokt. ‘Oei, was het ernstig?’
‘Ja, toch wel. Hilde meende zelf, dat haar heup uit haar kom was geschoten en dat zou best wel eens kunnen. Haar been lag in een nogal vreemde hoek. Maar ze was juist heel erg blij! Want ze was nu opeens verlost van de pijn in haar heup. En dat geeft haar nu hoop, dat ze misschien weer gewoon kan lopen of verder kan zonder pijnstillers.’
‘Pff, maar is me dat even schrikken! Maar het is moeilijk te begrijpen, dat ze met zoiets blij kan zijn. Maar als dan opeens die pijn weg is, kan ik me dat nog wel begrijpen.’
‘Ja, dat zal dan wel een soort opluchting zijn. Hoe dan ook, daarom ben ik dus later. En ik denk, dat ik Renn eens ga afleren tegen mensen te springen. Want dat moet echt geen gewoonte worden.’
Dat is Chantal meteen met me eens. We gaan dan snel eten, want het is ook zonde om het eten slecht te laten worden.
We zien dan een ziekenwagen bij Sean en Hilde stoppen, die wel een poosje bij hen blijft staan. Pas een uur later rijden ze weer weg, maar zonder Hilde mee te nemen. En niet veel later komt Sean weer even langs.
Ik vraag meteen: ‘En, Sean? Hoe gaat het met Hilde?’
‘Goed, naar omstandigheden. De dokter heeft haar onderzocht, en heeft haar heup weer in de kom gedrukt. Vooralsnog lijkt de pijn, die ze eerder voelde, nog weg te zijn. De dokter meende, dat er met die val een zenuw beklemd heeft kunnen zitten, en dat die de pijn heeft veroorzaakt. En die is nu door haar val weer los kunnen komen. Ze zal er in ieder geval de komende tijd nog wel flink last van hebben, en dan zien we wel weer. Ze slaapt nu, rustiger en dieper dan ze normaal doet. Dus dat geeft me wel wat hoop.’
‘Nogmaals, heel erg sorry voor wat er gebeurd is, Sean!’
‘Daar kon je helemaal niets aan doen, John. En het is nu eenmaal gebeurd, en wellicht heeft het nog een heel goede afloop. Dus voel je vooral niet schuldig en geniet vooral verder van je vakantie.’
Hij gaat dan weer terug naar huis. De volgende dag gaan we bij Hilde op bezoek. Ze is opvallend vrolijk en zit alweer op een bank. We kijken verbaasd en ik vraag: ‘Gaat het wel een beetje?’
Hilde glimlacht. ‘Ik heb me in tijden niet zo goed gevoeld, John! Je kunt je niet voorstellen, hoe het voelt om geen pijnstillers nodig te hebben om in slaap te kunnen vallen.’
‘Maar heb je nu dan geen pijn?’
‘Jawel, maar dat zijn alleen maar mijn spieren. Zolang ik die niet veel beweeg, doet het geen pijn. Maar die zeurende pijn, die er de hele tijd was, die is nu weg! En dat maakt me heel erg blij!’
‘Oef, daar valt me een steen van mijn hart. Maar ik vind het evengoed erg, wat er gebeurd is.’
Hilde lacht. ‘Jij voelt je schuldig, en ik ben juist blij, dat het gebeurd is. Want nu lijk ik verlost te zijn van die eeuwige pijn!’
‘Nou ja, als jij er blij om bent, dan kan ik me niet meer schuldig voelen. Al voelt het wel raar.’
‘Dat kan ik me voorstellen. Maar je hoeft jezelf en ook Renn niets te verwijten.’
Chantal vraagt dan: ‘En hoelang mag je nu niet lopen?’
‘Een paar dagen, maar het zal nog wel een hele tijd duren, voordat alles goed genezen is. En ik hoop echt, dat ik straks mijn stok mag weggooien! Of misschien ga ik hem wel ritueel verbranden. Ik heb er nu goede hoop in, dat alles weer goed komt. Sean is nu krukken voor me aan het halen, zodat ik mezelf in huis kan voortbewegen. Maar die hoop ik niet lang nodig te hebben.’
‘Heb je nu dan nog pijnstillers?’
Ze schudt haar hoofd. ‘Nee, niet meer nodig gehad! Daarom ben ik juist ook zo vrolijk! Maar overmorgen moet ik naar het ziekenhuis, en dan gaan ze me wat verder onderzoeken. Ze willen weten, waarom nu de pijn, die ik altijd had, weg is. Ze willen daarmee ook voorkomen, dat die terugkomt. En ik hoop echt, dat ik er nu vanaf ben.’
‘Ik duim voor je mee, Hilde. Pff, je wil niet weten, hoe hard ik geschrokken ben!’
Hilde glimlacht. ‘Ik kan het me voorstellen. En ieder ander zou juist misschien boos zijn geworden, maar ik ben juist blij.’
We blijven nog even, totdat Sean weer terug is.
We gaan terug naar huis en maken dan plannen voor de volgende dag. We willen Ålesund gaan bezoeken. Dat is ruim twee uur rijden, dus we zullen op tijd moeten vertrekken. Sean komt nog voorbij, en als hij hoort, dat we naar Ålesund willen gaan, vraagt hij me of ik hem wat mee wil nemen bij een bepaalde winkel. En als tegenprestatie wil hij wel die dag op Renn passen. Hij kan nu toch niet gaan werken, nu Hilde zich amper kan bewegen. Ze heeft verzorging nodig, en hij kan het nu niet anders oplossen. Dat is natuurlijk voor ons, en ook voor Renn een goede oplossing. Dan krijgt Sean telefoon van zijn zoon, die in Ålesund bij familie in de kost zit, omdat hij daar naar school gaat. Ik kan dat Noors gebrabbel niet verstaan, maar ik hoef niet te raden over de inhoud van het gesprek, omdat ik de naam Hilde hoor vallen.
Sean beëindigt het gesprek en zucht eens diep. ‘Dat was mijn zoon Ben. Hij en haar zus willen morgen terug naar huis komen. Of ik ze kan afhalen. Ik heb hem maar verteld, dat ze maar met de bus moeten komen, dan haal ik ze wel af aan het veer. Ik kan Hilde niet zo lang alleen laten!’
‘Als je wil, kunnen wij hun ook wel ophalen. Misschien kunnen we dat wel doen, als we terugkomen van Ålesund.’
Sean kijkt me verbaasd aan. ‘O, misschien is dat ook een oplossing! Ben en Eira zijn nu in Ålesund. Ze logeren bij een nicht van Hilde. Dat is hier zo gebruikelijk. Het voortgezet onderwijs is in de grote steden, en dan moeten de kinderen ergens in de kost worden ondergebracht. Als jullie ze daar willen ophalen, dan zou je ons heel erg helpen!’
‘Nou, dat is toch het minste, wat we terug kunnen doen!’
‘Ik bel meteen Ben even terug!’
Hij belt meteen zijn zoon weer terug en legt hem uit, dat wij hem komen afhalen. Als zijn zoon hoort, dat we hem komen afhalen in een klassieke Amerikaan, kan de jongen zijn geluk niet op. En daarmee is het vervoer voor Seans kinderen ook geregeld. We krijgen het adres, waar we zijn kinderen moeten ophalen, en daarmee is dat probleem ook weer opgelost.
’s Morgens vertrekken we al in alle vroegte, want we willen de dag zo optimaal mogelijk benutten, vooral ook omdat we moeten opletten met de afvaarten van de veerponten, waarvan we gebruik moeten maken.
Maar de tocht door het Noorse landschap is het zeker waard om er vroeg voor op te staan. We maken een hoop foto’s, voordat we in Ålesund aankomen. Maar ook Ålesund zelf is meer dan de moeite waard. De stad is beroemd om de huizen, die in Jugendstilstijl zijn gebouwd. Maar het is geen hele grote stad, waar je dagen in kunt ronddwalen. Na enkele uren hebben we het wel zo’n beetje gezien, en doen de boodschappen, die we voor Sean moeten meebrengen. We rijden nog wat langs de kust af, tot het tijd is om de kinderen van Sean af te halen bij hun familie.
Het vormt niet echt een probleem om het adres te vinden, hoewel we wel worden nagestaard door de mensen. Schijnbaar komt het niet vaak voor, dat er een mooie Amerikaanse wagen door de straten van Ålesund rijdt.
We stoppen bij een enorme woning, waar de nicht van Hilde woont. Zij en haar man zijn eigenaar van het tankstation, wat iets verderop ligt. We worden vriendelijk begroet, en natuurlijk wordt onze wagen vol interesse bekeken. We beantwoorden de vragen, die ze stellen over de wagen, maar natuurlijk ook over Hilde en wat wij ermee te maken hebben. Een half uur later rijden we met Ben en Eira richting huis. Ben en Eira zijn twee vlotte tieners, die vlot en goed Engels praten, alsof ze nooit anders doen. Ze vinden het prachtig om onze wagen mee te mogen rijden. Ze vinden het bijna jammer, als we na de lange rit thuis aankomen. Maar zodra ze thuis komen, gaan ze toch snel naar hun moeder toe, want daarvoor zijn ze natuurlijk wel naar huis gekomen. Sean bedankt ons, en wil ons zelfs nog geld geven voor het halen. Maar dat gaat me te ver.
We gaan dan naar huis toe, waar we met een tevreden gevoel van de avond genieten. We bellen nog even met Sheila, waar we haar het nieuws van Hilde mededelen. Daar schrikt Sheila toch wel een beetje van, maar ze is wel blij, dat Hilde nu ten minste pijnvrij is.
Sheila vertelt op haar beurt, dat ze een tochtje met mijn Cadillac hebben gemaakt en hoe leuk ze dat hebben gevonden. Alleen heeft Joey ze nog even moeten helpen met het tanken van het autogas, want daar kwam Geir niet zo aan uit. Lachend vertelt Sheila, dat Geir nu helemaal verliefd is op mijn wagen, en er nu absoluut zelf ook een wil kopen.
Als ons telefoongesprek met Sheila is afgelopen, gaan we op de bank zitten. Maar Chantal verveelt zich. We kunnen wel televisie kijken, maar we verstaan niets van de Noorse zenders. De radio biedt ook niet veel soelaas, en de boeken, die er staan, zijn vrijwel allemaal in het Noors. Maar opeens valt Chantals oog op een karaoke set, die wat in de hoek van de kamer staat. Ze vraagt me of ik wil kijken of dat ding het nog doet.
Ik lach. ‘Dus je wil karaoke gaan doen? Lekker vals zingen?’
Chantal lacht. ‘Of juist niet, John. Weet je al, hoe je dat ding moet aansluiten?’
Ik knik. Er moet een kabel ingestoken in de televisie, en er liggen bijbehorende Dvd’s bij. Ik sluit alles aan, en zet het apparaat aan. En alles schijnt goed te werken, mijn stem klinkt helder door de speakers van de televisie. En met de afstandsbediening kan ik de liedjes kiezen, die op de DVD staan.
Maar ik laat me verrassen door het apparaat, en ik moet lachen als ik Hello Mary Lou van Ricky Nelson mag zingen. Chantal mag als volgende Janis Joplin zingen, Me and Bobby McGee. En zo gaan we een tijdje door.
Opeens wordt er aan de deur geklopt. Ik loop naar de deur en ben verrast als ik daar Eira zie staan. Ze kijkt me verlegen aan en zegt: ‘Sorry als ik jullie stoor, maar ik hoorde jullie zingen! Mag ik meedoen? Als ik thuis ben, kom ik wel vaker naar hier om samen met Sheila karaoke te zingen.’
‘Van mij mag je best meedoen. Maar wil je familie dan niet meedoen?’
‘O, dat weet ik niet, maar ik kan wel even vragen. Alleen weet ik niet of mijn moeder hierheen kan komen.’
‘Nou, dan brengen we de karaoke-set toch even naar jullie toe? Ik weet zeker, dat Sheila dat niet erg vindt.’
Maar het meisje kijkt, alsof ze daar niet helemaal blij mee is. Daarom zeg ik: ‘Maar als je wilt, mag je hier ook wel even meezingen. Kom maar binnen!’
Ik laat Eira binnen, maar het meisje blijft wat verlegen. Chantal begroet het meisje, waardoor het iets minder verlegen wordt. We praten wat met haar. Eira blijkt na een korte ruzie even het ouderlijk huis te zijn gevlucht en ze heeft duidelijk behoefte om haar verhaal ergens kwijt te worden. Ze is bijna klaar met school en wil dan ook gaan studeren, maar haar ouders zijn het niet helemaal eens met haar studiekeuze.
Chantal vraagt dan: ‘Wat wil je dan gaan studeren?’
‘Muziek! Ik zou heel graag naar het conservatorium gaan, maar mijn ouders denken, dat ik daar niet goed genoeg voor ben.’
Chantal is nu plotseling helemaal in haar element. ‘Nou, wat wil je dan gaan doen op het conservatorium? Want daar kun je veel richtingen uit. Je moet wel weten, wat je van plan bent. Want anders word je niet eens toegelaten.’
‘Ik wil zingen. Dat is wat ik het liefste doe. Maar ik heb nog geen specifieke richting, waar ik heen wil.’
‘Nou, in wat voor genre wil je dan zingen? Klassiek? Jazz? Pop? Rock? Of waar ben je fan van?’
Ze verbaast mij en Chantal door te zeggen: ‘Ik houd wel van klassiek. Maar ik houd ook wel moderne muziek, en oldies. Eigenlijk van alles.’
Ik lach. ‘Dan ben je hier helemaal aan het goede adres, Eira. Wij zingen heel erg graag en ook in alle genres. Laat eens wat horen?’
Eira staat op en pakt de afstandsbediening. Ze doet een andere DVD in de speler en laat de muziek spelen. Ze kijkt ons aan en zegt: ‘Is het raar als ik een oud liedje zing?’
‘Nee, waarom?’
‘Nou ja, ik vind het een mooi liedje, maar anderen vinden het raar, dat ik het mooi vind.’
‘Zing het maar. Wat ga je zingen?’
‘Somewhere over the rainbow.’
‘Doe je best!’
Eira knikt en laat de muziek beginnen. Om ons vervolgens versteld te laten staan van haar stem. Haar stem is helder en zuiver. En ze weet het nummer met de juiste intonatie te brengen. Ze heeft werkelijk een gouden strot, al kan ik zelfs horen, dat er nog wat aan haar techniek geschaafd moet worden. We zijn allebei diep onder de indruk.
Als het liedje is afgelopen, rolt er een traan over de wang van Eira.
Chantal zegt meteen: ‘Maar Eira! Dat was echt prachtig! Je hebt een wondermooie stem, die echt niet zou misstaan in een musical, of ook als zangeres. Je hebt een goed bereik, je stem is zuiver, maar je zou nog wat moeten werken aan je techniek. Je ademt niet op de juiste manier, waardoor je moeite hebt om de lange noten te kunnen zingen. Maar verder was het echt goed!’
Eira kijkt verbaasd. En door haar verbaasde gezicht moet ik lachen.
‘Eira, misschien is het goed om je te vertellen, dat Chantal zelf op het conservatorium zit, waar ze leert voor zangdocente en dirigente. Ze doet nu een stage bij een wereldberoemde artiest, waar ze andere sterren mag begeleiden.’
Chantal glimlacht. ‘Andere sterren, dat klopt ook weer niet. Toekomstige sterren, dat wel. Maar het klopt, over een jaar hoop ik mezelf zanglerares te noemen. En jij, Eira, je hebt talent. Erg veel talent. Daar moet je echt wat meer mee doen.’
Eira kijkt haar hoopvol aan. ‘Ik wil wel, maar hoe maak ik dat mijn ouders duidelijk?’
‘Vraag of je zanglessen mag nemen. Ga zingen bij een koor of een band. Maak duidelijk, dat muziek je lust en je leven is.’
‘Oké, ik zing al in een bandje, met enkele jongens van school. Maar heel serieus is dat niet.’
‘Je moet het wel zelf willen, Eira! Om muzikant te worden, dan vergt dat opoffering, discipline en heel veel tijd. En als je dan al toegelaten wordt op een conservatorium, wil dat nog niet zeggen, dat je dan ook een toekomst kunt hebben als muzikant.
Neem mij nou! Ik wilde altijd operazangeres worden, maar ik kreeg te horen, dat ik niet goed genoeg was. Dus heb ik mijn aandacht naar iets gelegd, wat ik wel goed kon, en dat is anderen helpen met zingen. Daar ben ik altijd wel goed in geweest, voor mij is dat natuurlijk. Ik kan horen, wat iemand kan met zijn stem. Neem nou bijvoorbeeld John. Hij heeft echt een fantastische stem, maar hij vindt het alleen leuk, als hij samen met mij mag zingen. En het liefst niet met te groot publiek. Maar hij zou zomaar met de groten der aarde kunnen meedoen. Maar dat wil hij niet. Misschien wil hij wel eens wat voor je zingen, Eira.’
Ik glimlach naar Chantal: ‘Goed, maar dan moet jij dadelijk meedoen. The Sound of Silence, als duet.’
Chantal glimlacht. Ik zoek tussen de Dvd’s of het erbij staat, maar dat blijkt niet zo te zijn. Maar gelukkig kan de speler ook bluetooth aan, en kan ik het vanaf mijn telefoon laten spelen. Chantal en ik hebben dit al vaker thuis gezongen, en we hebben geen tekst nodig om het te kunnen zingen.
Eira kijkt met open mond, als we samen aan het zingen zijn. Zelfs zingt ze ook zachtjes mee, ze schijnt de tekst ook te kennen. Ik wenk haar, dat ze erbij moet komen staan, en duw haar mijn microfoon in haar hand. Ze twijfelt geen moment en zingt gewoon mee. Samen brengen het lied tot een eind, en ik zie hoeveel plezier Eira van het zingen heeft. Als het lied is afgelopen, slaakt ze een diepe zucht.
‘Wauw, jullie kunnen anders ook heel erg goed zingen. Chantal, je hebt niets te veel gezegd over John! Maar zelf ben je ook niet slecht! En jij zou niet goed genoeg zijn?’
Ik lach. ‘Chantal kan schijnbaar alleen zo zingen, als ik erbij ben. Ze is veel meer ontspannen, als ik bij haar ben.’
Eira lacht. ‘Ik vind het wel leuk om met jullie samen te zingen. Maar jullie zingen samen zo mooi! Zouden jullie nog iets willen zingen?’
Ik kijk Chantal aan, en ik hoef al niet meer te vragen, welk liedje. Het is het favoriete liedje van ons twee, Con te Partiro. Ik laat de muziek vanaf mijn telefoon spelen en we beginnen al meteen te zingen. Eira kijkt weer met open mond toe. Als de muziek stopt, applaudisseert ze. ‘Oh, wat mooi! Ik heb gewoon kippenvel! Hier zou ik echt de hele avond naar kunnen luisteren!’
Er wordt dan weer aan de deur geklopt, en ik sta er echt niet van te kijken, dat nu Sean aan de deur staat.
‘Is Eira hier?’
Ik knik. ‘We waren samen aan het zingen. Je hebt me niet verteld, dat ze zo goed kan zingen, Sean!’
‘Ach, maak haar niet nog gekker. Ze wil zelfs naar het conservatorium!’
‘En wat is daar mis mee, Sean?’
‘Wat voor toekomst zal ze dan hebben? Daar kan ze later toch haar brood niet mee verdienen?’
‘Ik denk, dat je daar toch een heel verkeerd beeld over hebt, Sean. Misschien moet je eens goed met Chantal praten, dat zou je kunnen verrassen.’
Sean kijkt verbaasd. ‘En waarom zou Chantal daar meer vanaf weten?’
‘Omdat ze zelf op een conservatorium zit en studeert voor zanglerares en dirigente. Er is meer mogelijk op een conservatorium, dan je zou denken. Dat ze daar naar toe gaat, wil niet zeggen, dat ze meteen een wereldster zal worden. Een vriendin van Chantal maakt regelmatig muziek voor reclame, Chantal heeft gekozen om op de achtergrond te gaan fungeren, hoewel ze eerst absoluut een operazangeres wilde worden. Zo’n conservatorium is er om je talenten te vergroten, en talent heeft Eira wel. En ze zegt zelf, dat ze niets liever wil! Waarom zou je dat haar dan moeten ontzeggen?’
‘Zoals je het nu zegt, zo heb ik er eerlijk gezegd niet over nagedacht! Goed, misschien is het wel fair, als ik en Hilde ons eens goed informeren, wat er zoal mogelijk is voor de toekomst van Eira op zo’n conservatorium. En als Chantal ons daar iets over kan bijpraten, dan zou dat fijn zijn. Maar Eira zal dan wel zelf duidelijk moeten zijn, wat ze precies wil. Dat is ook een beetje het probleem, wat we met haar hebben: Ze wil van alles, maar weet niet precies wat! En nu moet ze onderhand wel een keuze maken.’
Ik glimlach. ‘Wist jij al met achttien wat je wilde met je leven? Ik niet in ieder geval. Ik had wel een richting, maar je weet nooit waar je leven je naar toe brengt.’
Sean knikt. ‘Oké, zo bedoel ik dat ook niet. Eira zegt dat ze naar het conservatorium wil, maar volgens mij heeft ze nog helemaal geen idee, wat ze daar wil doen. En we moeten haar nu toch wel onderhand ergens inschrijven, als we al niet te laat zijn! We zijn al meer dan een half jaar met haar ruzie aan het maken over haar toekomst. En we zijn het nu wel onderhand zat om haar na te rennen.’
‘Nou begrijp ik wel, waarom het zich draait. Ze is nu nog tot zondag hier, Sean. Laat ze even met Chantal praten, zodat ze dan een richting kan kiezen. Chantal kan haar vertellen, wat er allemaal mogelijk is, en dat zal Eira dan weer helpen. En dan kunnen jullie samen overleggen, of het de juiste keuze is en of jullie haar laten inschrijven op zo’n conservatorium.’
‘Dat lijkt me een heel goed plan, John. Ik zal het er met Hilde over hebben. Maar ik wil wel hebben, dat Eira weer naar huis komt. Ze hoeft niet jullie hele avond te verpesten. En bovendien denk ik, dat Hilde en ik nog wel een en ander met haar te bespreken hebben.’
‘Ik zal haar wel even roepen, Sean. Bedankt, dat je in ieder geval naar me wilde luisteren.’
Ik loop de kamer in en roep Eira.
‘Eira, je vader is hier, en hij wil, dat je naar huis komt. En ik zou dat ook maar doen. Hij heeft me net toegezegd, dat hij naar je wil luisteren, maar dan moet je ook eens naar hun luisteren. En misschien is er dan meer mogelijk, dan je ooit gedacht hebt.’
Eira kijkt me verbaasd aan. ‘Heb je net met mijn vader gepraat?’
Ik knik. Ze staat dan op en bedankt Chantal en loopt dan met mij mee. Ze bedankt me ook en loopt dan met haar vader mee.
Ik doe de deur dicht en loop terug de kamer in.
Chantal vraagt me meteen: ‘Wat heb je met Sean staan te praten?’
‘Ach, het ging over Eira. Sean was Eira aan het zoeken, en heeft haar waarschijnlijk hier horen zingen. En ik heb het met hem erover gehad, dat Eira naar het conservatorium wilde. Ik heb hem uitgelegd, dat ze daar misschien wel meer kan doen, dan alleen zingen. Daar zal hij jou nog wel eens over uitvragen, jij kunt daar iets meer over vertellen, dan ik. En op die manier heeft Eira misschien toch een kans om haar dromen na te jagen.’
Chantal glimlacht. ‘Dat is echt weer iets voor jou, maar misschien ook wel goed voor Eira. Ik was eigenlijk wel een beetje geschokt, toen ik haar hoorde zingen. Ze is echt heel goed! Door mijn opleiding weet ik nu, waar ik op moet letten. Ik denk, als ik haar een beetje les zal geven, ze de sterren van de hemel zal zingen. Ze heeft het qua stem in zich om een ster te worden, maar dat zou ik moeten testen.’
‘Maar is ze niet wat laat met het inschrijven voor het conservatorium? Ik bedoel, voor de meeste opleidingen moet je wel op tijd zijn.’
‘Ik kon vorig jaar toch ook nog laat inschrijven, John. En ik denk, dat er in ieder geval in Maastricht nog wel plekken vrij zijn.’
‘Maar je kunt van dat meisje toch niet verwachten, dat ze naar Nederland zal vertrekken! Ver van alles wat ze kent, en waarvan ze amper de taal kent!’
‘Ik zeg ook niet, dat ze naar Nederland moet komen, maar dat er heus nog wel wat mogelijkheden zijn.’
Ze komt dan dichter tegen me aanstaan.
‘Van zingen zal er vanavond wel niet veel meer van komen. Of heb jij nog zin?’
Ik grijns. ‘Ik heb nog wel zin, maar niet in zingen!’
Chantal begrijpt die hint maar al te goed. Ze geeft me meteen een zoen en zegt dan: ‘Als ik denk, waar jij zin in hebt, dan heb ik daar ook enorme zin in!’
Ik kijk even naar het vloerkleed, dat voor de open haard ligt.
‘Hmm, wat dacht je ervan om lekker te vrijen voor de open haard? De deur op slot, gordijnen dicht. En dan even alleen tijd voor onszelf?’
‘En dat vloerkleed van Sheila besmeuren? Dat dacht ik niet. Maar ik weet wel een oplossing. In een van de kasten zag ik een flanellen deken liggen. Als we daar nu eens op gaan liggen, dan is het niet zo koud.’
‘Dan pak jij dat deken maar eens snel, dan steek ik de open haard aan!’
Chantal geeft me nog een zoen, voordat ze naar een van de kamers loopt om de deken te zoeken. Ik steek vlug de open haard aan, wat me goed afgaat, omdat Sheila voor ruim voldoende aanmaakhout heeft gezorgd. Want ondanks dat het al juni is, en het ’s nachts niet heel veel afkoelt, is het vandaag toch niet erg warm geweest. Het is maar net zestien graden. De woning is verder wel met een elektrische verwarming verwarmd, maar er staat verder ook nog een gewone kachel en een open haard in de woning. En daar komt nu wel een heerlijke warmte vanaf. Ik doe dan de gordijnen dicht en sluit de deuren af. Chantal heeft dan de deken gevonden, en heeft het vloerkleed al opgerold, zodat het niet smerig wordt. De deken spreidt ze uit voor de kachel, en ik trek nog een fles wijn open.
Ik mag dan wel zin hebben om met Chantal te gaan vrijen, maar dat wil niet zeggen, dat ik daarbij niet romantisch wil zijn. Chantal heeft wat kussens van de bank gepakt, waar we dan lui tegenaan leunen. We laten dan de glazen klinken, en Chantal komt lekker loom tegen me aanhangen. Ze is lekker ontspannen, en dat belooft voor de nacht wel wat. Want als Chantal goed ontspannen is, dan krijgt ze meestal ook erg veel zin in seks en kan ze best geil zijn. Niet dat ik me hoef te beklagen, want ze wil graag en vaak seks met me hebben. En daarbij neemt ze zelf ook wel eens het voortouw, maar meestal laat ze het aan mij over. En zo is het nu ook weer.
Ik neem me haar geur op, door aan haar haren te ruiken. Ze ruiken naar Chantals parfum, dat heerlijk zoet ruikt. Het herinnert me aan fresia’s, de lievelingsbloemen van Chantal.
Chantal ademt zwaarder, als ik dan haar nek begin te kussen. En dat wordt alleen maar heviger, als ik mijn handen over haar lichaam laat glijden. Eerst over haar zij, en dan op haar borst. Verwachtingsvol slaakt ze een zachte kreun, als ik haar borst kneed. Als ik dan met mijn lippen haar mond zoek, is ze maar al te bereid om me tegemoet te komen. Teder kus ik haar lippen, en proef haar zoete lippen. Ze opent haar mond, als ik met mijn tong probeer binnen te dringen, en meteen zijn onze tongen driftig in gevecht met elkaar, terwijl ze me stevig beet pakt. Maar ze probeert wel meteen mijn sweater uit te trekken, die ik aan heb. Zonder onze kus te verbreken help ik haar mijn sweater uit te trekken, waardoor enkel mijn hoofd er nog in zit. Dan moet ik helaas de kus verbreken. Chantal draait zich meteen om, en ik trek haar trui ook meteen omhoog. Ze helpt me met haar trui uit trekken, en maakt ook meteen haar bh los, die ze meteen van zich af laat glijden. Chantal heeft geen heel grote borsten, ze heeft 85B in haar bh, maar daarvoor zijn ze wel lekker strak. En ik vind het heerlijk om ermee te mogen spelen. En dat weet ze donders goed. Ze drukt haar borsten tegen mijn gezicht, waar ik ze lekker aflebber, en zuig aan haar tepels, totdat ze rood worden. Daar wordt Chantal erg geil van.
Ze duwt me dan op mijn rug en begint mijn broek los te maken. Zelf heeft ze een lange rok aan, die ik los maak, en naar beneden probeer te trekken. Chantal heeft duidelijk zin, want het kan haar nu niet snel genoeg gaan. We trekken dan ieder onze laatste kledingstukken uit, want de begeerte naar elkaar is bijna tastbaar. Chantal laat haar hand dan over mijn pik glijden, die al helemaal strak staat bij de aanblik van haar naakte lichaam. Ze duwt me dan weer achterover, en klimt dan helemaal boven op me, en zet haar heupen op mijn gezicht. Ik kijk recht op haar natte poesje, en doe dan precies, wat Chantal van me verwacht. Ik lik haar kutje met overgave. Chantal begint me dan te pijpen, maar al snel heeft ze daar wel wat moeite mee, omdat haar eerste orgasme zich al aandient. Haar sappen vloeien rijkelijk, en terwijl ze klaarkomt, drukt ze haar kutje stevig op mijn gezicht. Ik kan amper adem halen, maar gelukkig duurt het niet heel lang. Met een zucht komt Chantal weer uit haar orgasme, maar ze wil meer. Ze draait zich dan snel om en laat zich meteen op mijn stijve pik zakken. Ze buigt zich voorover en geeft me een tongzoen, terwijl ze met haar heupen mijn pik masseert. Dan begint ze me harder te neuken, en ik kan nu kijken naar haar dansende borsten, die op het ritme op en neer bewegen. Maar ze kan dat niet heel lang volhouden, en na een paar minuten draai ik de rollen om. Ik leg haar op haar rug, en nu begin ik Chantal te neuken. Ze klemt haar benen om me heen en beweegt ritmisch met me mee, terwijl ik mijn pik hard in haar laat beuken. Op dit tempo blijft mijn orgasme niet lang uit, en als ik een paar minuten later met een luide kreun mijn zaad tegen haar baarmoeder spuit, komt Chantal ook weer klaar. Ik laat me schrijlings langs haar vallen, en zo kijken we elkaar aan, terwijl ik mijn pik nog steeds in haar heb zitten.
Terwijl we allebei op adem komen, kijken we elkaar aan. Dit zijn voor mij de mooiste momenten. Chantal is op die momenten zo mooi en kwetsbaar, dan ik het nooit over mijn hart kan verkrijgen om die momenten te verstoren. Maar dat doet wel een van onze telefoons, hoewel die op stil staan. Maar we horen het toestel trillen. Het doet wel afbreuk aan het moment.
En de telefoon blijft maar overgaan. Chantal zegt dan: ‘Pak maar op, god weet is er iets aan de hand!’
Met tegenzin sta ik op en neem de telefoon op. Het is een onbekend nummer, en ik zeg: ‘Met John!’
‘Hallo, spreek ik met mijnheer Vliegers?’
‘Daar spreekt u mee, met wie heb ik het genoegen?’
‘Ik ben Ralf Huijsen van uw verzekeringsmaatschappij Freon. Ik zie dat uw polis bijna afloopt, en ik heb een prachtige aanbieding voor u. Schikt het dat ik als ik daarover bel?’
‘Nee, dat schikt helemaal niet, en ik ben al helemaal niet meer geïnteresseerd. En goed dat u me eraan herinnert, dat de polis bijna afloopt, want dan kan ik die meteen opzeggen. Ik ben niet gediend van telefonische aanbiedingen en ik zoek wel een andere verzekering, die me niet ’s avonds lastig valt, en misschien ook nog wel stukken goedkoper zal zijn. En goedenavond nog en hopelijk tot nooit weer!’
Ik hang meteen op. Geërgerd zeg ik tegen Chantal: ‘Dat geloof je toch niet? Ze bellen juist nu op om me een aanbieding te doen voor een nieuwe polis! Geen haar op mijn hoofd die er nog aan denkt, om met hun nog verder te gaan!’
Chantal moet lachen door mijn geërgerde blik. ‘Overdrijf je niet heel erg, John? Misschien wilden ze je juist een heel goed aanbod doen!’
‘Dat aanbod kunnen ze ook per mail doen, Chantal. En dat heb ik bovendien bij hun aangegeven, dat ik niet gediend ben van marketingtelefoontjes. Ze schijnen dus hun eigen regels niet eens te kunnen opvolgen, dus waarom zou ik dan mijn vertrouwen aan hen geven? Ik zoek wel een andere verzekering, die me wel goed behandeld.’
‘Maar toch, John! Ik vond je nogal hard klinken aan de telefoon.’
‘Hoezo? Ik heb hem toch niet uitgescholden of zo? Ik vond, dat ik mezelf nog behoorlijk had ingehouden.’
‘Kom nu maar weer hier langs me liggen, John!’
Maar ik voel me nog te zeer opgelaten. Ik gooi dan maar een paar nieuwe blokken hout op het vuur van de open haard. Ik kijk toe, hoe de vlammen het hout verslinden, als ik voel hoe de zachte handen van Chantal me beet pakken en me naar beneden trekken. En daar kan ik geen weerstand tegen bieden, zeker niet als ze me ook nog kusjes op mijn rug begint te geven. Mijn boosheid vervliegt als sneeuw voor de zon, en ik begin gelukkig weer in stemming te komen. Ik draai me om naar haar en zoek haar mond. Ik hoef niet lang te wachten, voordat Chantal haar lippen op de mijne drukt. En dan ben ik mijn boosheid over het ongewenste telefoontje alweer vergeten. Maar heel lang duurt dat niet, want dan gaat mijn telefoon weer over. Ik zucht eens diep, en zelfs Chantal zucht diep.
‘Kunnen we de telefoons niet gewoon uit zetten, John? Ik ben er nu wel klaar mee!’
‘Ik zal deze nog wel even opnemen, en dan zet ik ze wel uit.’
Ik pak mijn telefoon en zie dat het Daan is, die me belt.
‘O, nu is het Daan. Eens kijken, wat hij nu weer heeft!’
Ik neem op.
‘Goedenavond stoorzender!’
Het is even stil. ‘Uhm, stoor ik dan?’
‘Dat zou je kunnen zeggen. Wat dacht je van lekker samen liggen bij een open haardvuurtje… Maar daar komt dus niets van, als ze me de hele tijd liggen te bellen.’
Daan lacht. ‘Sorry, dat was niet mijn bedoeling, John. Maar Melissa probeert al de hele tijd Chantal te bellen, maar dat lukt haar niet.’
‘O? Dan moet ik zo even kijken, waarom dat zo is. Want we hebben de hele dag onze telefoons bij gehad. En waarom heeft ze mij dan niet gebeld?’
‘Nou, Melissa heeft haar telefoon laten vallen in een emmer sop. En die deed het dus niet meer zo goed. En ze heeft nu wel een nieuwe, maar daar heeft ze natuurlijk weer niet alle nummers op staan.’
‘Ah, op die manier. En jij belt mij dus, als haar trouwe echtgenoot, om te kijken of er iets aan de hand is.’
‘Je raadt het. En ik ben de hele dag onderweg geweest. Ik heb namelijk weer een flinke opdracht binnengehaald! Ik mag de restauratie gaan doen van een oldtimer, en dat gaat flink geld kosten. Een Cadillac V16 uit 1938. Vandaag de contracten ondertekent. De wagen is pas gekocht op een veiling en moet in concoursstaat worden gebracht.’
‘Zo, proficiat! Je zaak begint nu wel te lopen!’
‘Dat kun je wel stellen! En dat allemaal door een Torino op te knappen. Ik wist niet, dat dit vrouwtje zoveel contacten had.’
‘Dus als ze de volgende keer komt, dan krijgt ze een flinke korting?’
‘Ja, dat heeft ze wel verdiend, John. Maar daar bel ik natuurlijk niet voor. Alles goed aan die kant?’
‘Ja, we hebben het hier uitstekend naar onze zin. En het is hier echt heel erg mooi!’
‘Ik heb de foto’s van Sheila en Geir gezien, ben stiekem toch wel jaloers op je!’
‘En nog iets spannends gebeurt?’
‘Dat wel. Renn heeft in een wilde bui tegen de buurvrouw van Sheila opgesprongen, waardoor die hard is gevallen.’
‘Oei, ernstig?’
‘Een heup uit de kom. Ach, Renn kon er ook niet veel aan doen, het was gewoon pech. Maar ik wil haar nu wel afleren, dat ze steeds tegen mensen opspringt. Ik snap wel, dat ze enthousiast is, en dat mag ze van mij ook best kenbaar maken, maar tegen mensen opspringen is not done.’
‘Dat ben ik wel met je eens. Als we thuis zijn, dan kunnen we misschien samen naar de cursus gaan met onze hond.’
‘Hoe bedoel je? Wil je Renn weer terug?’
‘Nee, die is nu van jullie en dat blijft ook zo. Maar ik heb Joep moeten laten inslapen. Hij was gewoon niet meer te handhaven. Echt zonde, maar het was beter zo. Ik wilde niet wachten, tot er een ongeluk ging gebeuren, want dat zou alleen maar een kwestie van tijd zijn. En in goed overleg met mijn oom en de dierenarts heb ik Joep laten inslapen. En daarom heb ik me maar meteen een nieuwe hond gekocht. En daar wilde Melissa Chantal over bellen.’
‘Ach, en wat voor iets hebben jullie dan?’
‘Een Schotse Bordercollie. Eentje uit het asiel, maar dat was voor ons alle drie liefde op het eerste gezicht. Melissa was er al meteen weg van, maar ik wilde het eerst even aankijken. We hebben een flink stuk met de hond gewandeld. Mex heet hij. En hij is goed getraind en goed gemanierd en bovendien nog geen drie jaar oud. Er zitten zelfs papieren bij! De vorige eigenaren konden hem niet meer houden, omdat ze kleiner gingen wonen.’
‘Wauw! Dus je hebt nu zo’n zelfde hond als wij hebben?’
‘Ja, toeval hoor! Eigenlijk wilde ik weer voor een herdershond gaan. Maar soms pakt dat gewoon anders uit. Maar nu is het nog vooral wennen voor Mex. En dat gaat vooralsnog goed. Hij luistert best goed, maar hij heeft nog wel wat extra training nodig, zodat we aan elkaar kunnen wennen.’
‘Ah, en hoelang hebben jullie hem nu?’
‘Nu drie dagen. Dus tegen de tijd, dat jullie terug zijn, moet Mex wel al een beetje gewend zijn.’
‘Leuk voor je! En verder nog nieuws?’
‘Ja, Melissa heeft waarschijnlijk haar Topolino af voor de vakantie. Die is nu gespoten en we zijn nu hard bezig om alles te monteren. En op de oprijwagen past die, samen met nog een wagen, er precies op. Dan hoeft ze niet de hele afstand met dat kleine ding te rijden. En ik kan een wagen meenemen voor de verkoop…’
Ik lach. ‘Waarom sta ik daarvan niet te kijken. Was het dat?’
‘Nee, en dat is voor jullie ook nieuws. Ik heb een nieuwe werknemer, want we kunnen het niet langer met ons drieën af.’
‘Ah, dat werd ook tijd. Ken ik hem?’
‘Ja, die ken je zelfs heel goed! Het is Joey!’
‘Joey? Dat meen je niet! Maar dat heeft hij ons anders nog niet verteld!’
‘Het is ook pas sinds vanmiddag bekend. Joey was bezig, dat hij eigenlijk ander werk zocht. Niet dat hem het werk bij Henk niet bevalt, maar het is niet waar zijn hart ligt. En ik heb echt iemand nodig, die goed kan lassen, maar die ook een en ander afweet van auto’s. Dus heb ik hem een aanbod gedaan, en hij heeft dat geaccepteerd. Na de vakantie begint hij bij mij, want Joey wilde wel zijn periode bij Henk goed afsluiten. Dat vind ik erg netjes van hem.’
‘Dat klopt inderdaad! Ik wist wel, dat hij ander werk wilde zoeken, en ik kan ook niet zeggen, dat ik heel verbaasd ben, dat hij je aanbod heeft geaccepteerd. Dan zal ik mijn telefoon nog maar even aan laten, want dan verwacht ik wel een telefoontje van hem.’
‘Dat zou ik maar doen, John. Verder geen heel bijzonder nieuws, buiten dat je hier wel gemist wordt. Gerard vond het maar saai om te oefenen zonder zijn vaste publiek!’
Ik lach. ‘Hij kan voor mij en Chantal net zo goed een jas laten maken. Want van toeschouwen komt maar weinig, en we zingen bijna altijd mee.’
Daan lacht. ‘Ik zal het hem zeggen. Maar jij nog veel plezier en laat je avond niet door mij bederven!’
‘Geen zorgen, dat komt wel weer goed!’
Daan neemt afscheid en hangt dan op.
Ik draai me om naar Chantal.
‘Nou, dat was dus Daan. Schijnbaar is je telefoon niet goed, want Melissa heeft de hele tijd geprobeerd om je te bellen. En verder hebben Daan en Melissa een nieuwe hond. Daan heeft Joep moeten laten inslapen, hij werd te onhandelbaar. En nu Daan en Melissa getrouwd zijn, vond Daan het een goed idee om toch weer een hond te kopen. Die hebben ze uit het asiel gehaald. Een Schotse bordercollie! Net als Renn!’
‘Echt? Wat leuk! Maar waarom zo een?’
‘Toeval. Daan wilde eigenlijk weer een herdershond, maar Melissa was meteen verliefd op deze hond. En schijnbaar hebben ze de hond wat kunnen testen en hebben ze die dus nu al drie dagen in huis.’
Chantal glimlacht. ‘Ik geloof, dat Melissa stiekem toch spijt ervan heeft gehad, dat ze Renn aan ons hebben gegeven. En Daan ook wel.’
‘Ja, dat geloof ik ook wel. Maar ik begrijp, waarom ze het destijds hebben gedaan. Dat was niet meer dan logisch. Daan zou dat nooit gedaan hebben, als hij er een andere oplossing voor gehad zou hebben. Een oplossing zoals bij zijn oom, dat wilde hij niet meer.’
Chantal knikt. ‘Ja, dat kan ik wel begrijpen. Dat was toch ook geen fijne situatie!’
Ik knik, want daar ben ik het helemaal mee eens. Maar ik begrijp ook, waarom Daan destijds voor die oplossing gekozen heeft. Maar nu ligt dat natuurlijk heel anders.
‘Maar hij had nog meer nieuws. Volgens Daan krijgt Melissa haar Topolino nog af voor de vakantie. Die wil hij dan meenemen op de aanhanger.’
‘Ah, daar zal Melissa wel blij mee zijn! Ik ben benieuwd hoe die straks zal worden.’
‘En er is nog een belangrijk nieuwtje. Joey heeft een nieuwe baan, hij begint na zijn vakantie bij Daan!’
Chantal glimlacht. ‘Ik hoorde je al zeggen, dat je er niet van stond te kijken. En daar geef ik je gelijk in. Daar kan Joey echt zijn hart in leggen.’
‘Maar dan zal dit een ingrijpend jaar voor Joey worden met al die veranderingen, Chantal. Een nieuwe baan, maar ook een nieuwe woning en op eigen benen staan.’
‘Dat is misschien wel zo, John, maar ook daar zal wel een taak voor ons zijn weggelegd. Dat hij op zijn eigen benen gaat staan, dat was te verwachten. Maar houdt daar onze verantwoordelijkheid dan ook op? Misschien, maar het zal wel zo netjes zijn, als we hem niet meteen laten vallen. Hij is oud genoeg om zijn eigen leven te leiden.’
‘Daar heb je volledig gelijk in, Chantal. Maar ik verwacht zo nog wel even een telefoontje van Joey. Dit hebben ze vanmiddag besloten.’
Nauwelijks heb ik het gezegd, of mijn telefoon weer. En natuurlijk is het Joey!
Ik doe, alsof ik nog van niets weet en neem op.
‘Hey Joey! Wat leuk, dat je belt!’
Joey lacht. ‘Je hoeft niet te doen, alsof je het nog niet weet, John! Ik heb Daan verteld, dat hij het je moest vertellen. En natuurlijk weet Tinie het nu ook al, en Veerle ook.’
‘Dus wij zijn de derde, die het weten?’
‘Nee, de vierde. Sorry! Ik vond, dat mijn ouders ook het recht hadden om te weten, dat ik hier werk heb gevonden en dat ik definitief hier ga blijven. Dat vond ik belangrijk. Komend weekend ga ik met Veerle naar ze toe om alles even goed door te spreken.’
‘Oké, dus de kogel is nu door de kerk?’
‘Ja, geen twijfels meer. En weet je, er valt me nu echt een last van mijn schouders. Het zal niet gemakkelijk worden, dat besef ik me ook wel, maar ik zal het toch moeten leren. En ik hoop, dat jullie me nog even zullen bijstaan.’
‘Natuurlijk! Daar hadden we het net nog over. Maar hoe loopt het met jou en mijn moeder?’
‘Prima! Ze is echt een schat! Maar ik moet wel zeggen, dat ik op het moment wel veel in de loods bezig ben. Ik ben samen met Sander verder gegaan aan je caravan, maar we helpen nu Melissa ook mee met de opbouw van haar wagen. Veerle is helemaal weg van die wagen en wil er later ook een. Nou ja, daar zal ze dan zelf voor moeten sparen, want ze moet niet van mij verwachten, dat ze zo’n cadeau van me krijgt. Dat zit er voorlopig niet meer aan!’
Ik lach. ‘Maar je gaat dus nu bij Daan werken?’
‘Ja, het is niet, dat ik daar nu zoveel meer kan verdienen, maar het is wel het werk, dat ik leuk vind. Maar Daan heeft me wel aangeboden om nog wat meer cursussen te volgen, zodat ik me nog meer kan bekwamen in het vak. Maar ik zei hem, dat hij dan ook maar een cursus lassen moest gaan volgen, want zelfs de slechtste leerlingen op school kunnen het nog beter dan hem. Dus Daan heeft zich nu ook aangemeld voor een cursus lassen!’
Ik lach hard. ‘Dat heeft die schurk me weer niet durven te vertellen! Maar dat wrijf ik hem er wel in, geloof dat maar!’
‘Daar was hij al bang voor!’, hoor ik Joey lachend vertellen.
‘En weet Henk het ook al?’
‘Nee, dat ga ik hem morgen vertellen. Hij zal er wel niet heel erg blij mee zijn, maar hij zal het wel begrijpen.’
‘Dat geloof ik ook wel. Nog iets gehoord van de woningbouw?’
‘Nee, ik heb ze deze week nog gebeld. Dus voorlopig zit je nog met mij opgescheept. Ik hoop alleen niet, dat ze opeens midden in de vakantie met een woning komen aandraven.’
‘Tja, en al zou dat zo zijn, dan is dat toch niet erg?’
‘Nee, maar ik hoop niet, dat het tijdens onze vakantie in Zweden zal zijn. Verder heb ik er niets op tegen.’
‘En hoe gaat het op school?’
‘Goed, al hoef ik niet meer veel te doen. Vrijdag is het laatste examen en dan ben ik klaar. En ik ben er zeker van, dat ik ruimschoots geslaagd ben!’
‘Dat zou ook nog eens niet moeten zijn! Ik zou je vanuit hier nog onder je kont schoppen!’
Joey lacht. ‘Dan hoop ik maar, dat ik maar snel een woning zal krijgen! Maar ik heb goed gestudeerd, en in de werkstukken geen fouten gemaakt. Dus ik heb er wel vertrouwen in.’
‘Zo mag ik dat horen. Nog verder iets?’
‘Nee. En hebben jullie nog nieuws? Hoe is het daar in Noorwegen?’
‘Prachtig! We hebben al besloten, dat we hier volgend jaar nog eens terug gaan. Het is hier echt heel erg mooi, nog mooier dan Zweden!’
‘En dan mogen ik en Veerle zeker niet mee?’
‘Tegen die tijd sta je op eigen benen, jongen. Dan ga ik je niet meer sponsoren.’
‘Dat is niet erg, John. O, ik heb nog wel een nieuwtje van Veerle! Ze wil zich nu gaan toeleggen op het normale boksen en daarvoor heeft ze nu haar eerste trainingen gekregen. Haar doel is om met de volgende spelen zich te kwalificeren. En Otto denkt, dat ze best wel eens een kans kan maken.’
‘Dat zou best wel eens kunnen, Joey. Dan heb je straks een vriendin, die sterker dan jij is!’
‘Dat is ze nu al, John. Ik maak me daarover al geen illusies meer.’
Ik lach. Ik zie dat Chantal staat te springen om de telefoon uit mijn handen over te nemen.
‘Chantal wil je nog even spreken, Joey! We bellen snel weer!’
Ik geef de telefoon aan Chantal.
Die babbelen nog even met elkaar even later is de rust weer teruggekeerd in huis. Ik kijk naar Chantal, die nog steeds naakt is. Dan begin ik te lachen. ‘Maar goed, dat ze zojuist aan de telefoon niet konden horen, dat we allebei naakt zijn!’
Chantal moet ook lachen. ‘En al hadden ze het kunnen zien, John. Ik schaam me er niet voor!’
Dan kijkt ze me nog eens aan en zegt: ‘Eigenlijk zou ik best nog wel even door willen gaan, met wat we voor de telefoontjes aan het doen waren!’
Geïnteresseerd trek ik mijn wenkbrauwen omhoog. ‘Mijn geil, lief en mooi vrouwtje wil nog meer?’
Chantal giechelt. ‘Nog veel meer! Zo vaak gaan we niet op huwelijksreis!’
Ik lach. ‘Maar misschien krijgen we nog een tweede huwelijksreis, of een derde!’
Chantal glimlacht. ‘Dan kijk ik ook al daar naar uit!’
We gaan weer terug voor de open haard liggen, waar we elkaar weer beginnen te zoenen. Het is meteen duidelijk, dat Chantal er veel zin in heeft. Alsof ze me een lange tijd niet meer gezien heeft, en ook al lang geen seks meer heeft gehad. Na een paar zoenen klimt ze weer op me, en draait zich dan vlug naar me om. En daar begint ze me heerlijk te pijpen. En haar heerlijke billen heeft ze op mijn gezicht neergezet, waardoor ik haar heerlijke kutje kan bereiken. En zo verwennen we elkaar. Als ze merkt, dat mijn orgasme niet meer ver weg is, stopt ze plotseling. Zelf is ze daar ook niet ver van, en ze draait zich weer om naar mij, en laat zich dan met een verlangende kreun over mijn pik heen zakken. Ze is zo nat, dat ze zich in één keer helemaal op mijn pik kan laten zakken. Ze begint me dan te neuken, terwijl ik haar borsten met mijn handen vasthoud. Voor ons beiden is het wel duidelijk, dat we nu snel naar een orgasme toe willen werken. Ik ben er al bijna, en Chantal is duidelijk ook al heel erg op weg, maar ik wil niet voor haar klaarkomen. Ik knijp dan even flink in haar tepel, en dat is precies wat Chantal nog nodig had om haar orgasme te krijgen. Ze kermt het uit van genot, begraaft haar nagels in mijn armen en schokt met haar hele lichaam. Mijn pik krijgt het zwaar te verduren, die wordt door haar samentrekkende kutje bijna plat geknepen. En dat is voor mij ook de druppel en met een harde kreun spuit ik mijn zaad diep in haar. Er lijkt geen einde aan te komen, straal na straal spuit ik in haar. Dan laat ze zich uitgeput om me neer vallen. Ik houd haar vast en streel haar.
Terwijl ze weer op adem komt, begint ze te huilen. Ik voel instinctief aan, dat ze niet huilt om verdriet, maar van geluk. Het zijn emoties, die loskomen. Ze klemt zich stevig tegen me aan, terwijl ik haar lieve en kalmerende woordjes in haar oor fluister. Ze droogt haar tranen, en kijkt me dan aan.
‘Ik hou van je, John! Ik had me nooit voor kunnen stellen, dat ik ooit van iemand zoveel zou kunnen houden!’
Ik wil wat zeggen, maar ze drukt haar vinger om mijn mond om me zo te stoppen.
Ze zegt dan: ‘Voordat ik je kende, heb ik er best wel tegenop gezien om een echte relatie te krijgen. Want ik vroeg me af, hoe wil je weten, dat je echt de juiste man hebt getroffen? Je hoort zoveel verhalen van vrouwen, die in het begin gelukkig zijn, maar er dan achter komen, dat hun man dan toch niet zo is, als ze hopen. Ze moeten zich dan maar voegen naar de wensen en grillen van hun echtgenoot. En scheiden is bij ons een schande, en niemand wil dan ook echt toegeven, dat ze een fout hebben gemaakt.
Maar toen kwam ik jou tegen, John. Je bent zo anders, als al die andere mannen. Voor jou gaat het er niet zo zeer om, wat jij wilt, maar wat we samen willen. Door je zorgzame karakter wil je altijd, dat ik eerst klaarkom. Maar ook buiten de seks, je zet mij op de eerste plaats, en denkt dan pas aan jezelf. En dat laat me zo bijzonder voelen. Als ik dan met mijn vriendinnen over je praat, zie ik ze soms wel jaloers naar me kijken. Hun mannen zijn wel lief voor ze, maar ze zijn vooral jaloers, dat je me zo op een voetstuk plaatst. Ik weet, je zou echt alles voor me doen, maar je bent wel steeds degene, die de leiding heeft. En dat is precies, wat ik nodig heb. Je bent wel die stoere, knappe en lieve man, die me op handen draagt. Je voelt aan, wanneer ik verdrietig ben, wanneer ik vrolijk ben. En je doet ook niet moeilijk, als ik eens geen zin heb in seks. En dan vraag ik me soms wel eens af, waarom ik dat allemaal verdien. Ik zeur je vaak aan je kop over een kind, als ik ongesteld ben, dan ben ik soms echt wat bitcherig. Maar je klaagt nooit. In plaats daarvan pak je me vast, en geeft me de steun, die ik dan nodig heb. Wat zou een vrouw ooit meer kunnen verlangen, John?’
De tranen stromen in grote druppels over haar wangen, als ze me dit vertelt. Zelf heb ik het ook niet droog kunnen houden. Want als dit geen liefdesverklaring meer is, dan weet ik het ook niet meer. Ze oogt nu zo breekbaar en fragiel, en teder streel ik haar gezicht. Ik kijk haar aan met al mijn liefde aan.
‘Bekijk het eens van mijn kant, Chantal. Waarom zou ik je niet aanbidden en de grond willen kussen, waarop je loopt? Je bent mooi, heel erg mooi zelfs! Je bent grappig, humoristisch, maar je bent absoluut niet dom. En je bent absoluut niet bang uitgevallen! Als je iets niet aanstaat, dan zeg je dat ook. En dat is goed zo! Ik zie je iedere dag weer wat meer uit je schulp kruipen, en zie je opbloeien tot een nog mooiere vrouw. En ik prijs me gelukkig, dat ik degene ben, die bij je mag zijn, en naast je wakker mag worden. En je bent ook moedig. Je neemt mijn, soms onbezonnen, acties voor lief en gaat er zelfs in mee! Neem nou Joey! Was je daar nou echt op voorbereid? Nee, maar dat waren we allebei niet. We hadden geen idee, waar we ons in gestort hadden, maar samen hebben we het wel gedaan! En goed ook nog!
En zo is het ook met mijn hobby. Die heb je omarmd, en nu ben je zelf ook liefhebber geworden. Ik ken genoeg mensen, die alleen daarom al jaloers zijn op me. En daarbij, ik ben ook nog eens een stuk ouder, dan jij. Het is echt niet vanzelfsprekend, dat zo’n jonge vrouw als jij op een man zoals ik valt.
Toen we elkaar leerden kennen, dacht ik eerst, dat het een tijdelijke bevlieging van je zou zijn. Je bent zoveel jonger, dan mij. Maar intussen zijn we wel al getrouwd met elkaar. En je bent precies de vrouw die bij me past. In alle opzichten. Dus wat zou ik ooit meer kunnen wensen, Chantal? Het enige, waar ik bang voor ben, dat als de nieuwigheid eraf is, dat je me niet meer zou willen. Voor de rest durf ik de wereld met je aan.’
Met een tedere glimlach kijkt Chantal me aan. ‘Dat laatste, daar ben ik ook bang voor, John. Maar dan andersom. Wat als ik ouder word, en je niet meer zo aantrekkelijk vindt? En wat betreft Joey, dat was inderdaad een groot risico. Maar ik wist, dat het belangrijk voor je was, en daarmee was het belangrijk genoeg voor mij. En ja, je bent soms impulsief, maar dat maakt je ook soms zo geweldig! Want je denkt nooit eerst aan jezelf, maar eerst aan anderen. En dat is ook precies, waarom je vrienden je ook op handen dragen. Ilse zei me dat laatst nog, dat ze erg blij was, dat ik in je leven was gekomen. Want ze had zorgen gehad, dat als je nog veel langer vrijgezel was gebleven, dat uiteindelijk de groep ontwricht zou worden. Jij en Daan waren de enige vrijgezellen, en eigenlijk begrepen jullie niet goed, wat het inhield om een stel te zijn. Daardoor bleven sommige van je vrienden vaker bij je weg. Of had je niet gemerkt, dat sommigen niet meer zo vaak op bezoek kwamen?’
Ik kijk verbaasd terug. ‘Nu je het zegt! Daar heb ik nooit echt aan gedacht. Maar waarom zou onze vriendengroep daardoor ontwricht zijn geworden?’
‘Omdat de hele vriendengroep vooral om jou draait. Zou jij wegvallen, dan zou de hele groep uit elkaar vallen. Natuurlijk zouden er wel enkele bevriend met elkaar blijven, maar als groep zou het niet meer bestaan. Jij bent het verbindende element voor de vriendengroep.’
Zo heb ik me dat nog nooit bekeken. Maar als ik erover nadenk, heeft ze wel gelijk. Ik zie het bij de club, daar ben ik al zo lang als ik weet voorzitter van. En eigenlijk zijn dat allemaal vrienden van me geworden. Maar als er soms wat onenigheid tussen enkele leden is, dan zijn een paar woorden van mij genoeg om de boel te sussen. En bij mijn andere vrienden is dat ook zo. Als we ergens naar toe gaan, dan wordt mij meestal gevraagd waar we heen gaan. Dat is soms lastig, want ik wil niet altijd degene zijn, die de beslissingen neemt. Maar ik doe het wel altijd, omdat het van me verlangd wordt.
Ik zeg dan: ‘Daar heb ik eigenlijk nooit zo bij stilgestaan, Chantal. Het is altijd zo geweest, daar denk ik niet eens over na. Maar waarom zou dat nu zo anders moeten zijn, nu Daan en ik allebei getrouwd zijn? Ik bedoel, ik kom nog net zo vaak bij mijn vrienden, als eerst. En Daan ook. Hoewel, die heeft het tegenwoordig een stuk drukker gekregen.’
Chantal schudt haar hoofd. ‘Nee, dat klopt niet helemaal. Je komt nog wel bij je vrienden, maar niet meer zo vaak. Maar dat is het niet waarom het gaat, je praat nu over andere dingen. Je praat nu over dingen, waar zij ook mee te maken hebben. De meer alledaagse problemen. Je hebt wat meer begrip gekregen voor het feit, dat ze niet zomaar alles kunnen laten vallen om je te helpen of dingen met je te gaan doen. Ilse zei me, dat je nu heel anders bent. In de positieve zin. En daardoor is onze vriendengroep hechter dan ooit, terwijl we elkaar toch niet elke dag zien.’
En daar moet ik dan weer even over nadenken. Ben ik dan echt zo snel veranderd? Ik heb het helemaal niet in de gaten gehad. Maar ik besef me, dat Chantal helemaal gelijk heeft. De gesprekken, die ik nu met mijn vrienden voer, zijn nu stukken interessanter, dan vroeger. En ik voel me ook meer verbonden met hun, onze band is zeker sterker geworden. En dat draagt ook weer bij aan het feit, dat ik gelukkiger ben dan ooit. Ik geef Chantal dan een zoen. Ik kan anders op dit moment haar niet vertellen, wat ik voor haar voel.
We blijven nog een hele tijd liggen voor het haardvuur, dat langzaam begint te minderen. Op een gegeven moment begint Chantal het koud te krijgen, en daarop besluiten we het bed maar op te zoeken. Daar liggen we dan al snel in een diepe slaap.
Volgende deel: De Gezusters Santegoed - 36