Vervolg op: De Gezusters Santegoed - 40Het is vroeg in de morgen, als ik wakker word van Chantal, die wat ligt te woelen. Ze is wakker, maar ziet er erg bleek uit. Dan besef ik me, dat ze zoals gewoon rechts van me ligt, en zo wat moeilijk naar het toilet kan, zonder me wakker te maken. En zodra ze merkt, dat ik wakker ben, stormt ze over me heen en rent naar het toilet. Als het niet zo zielig was, zou ik er om moeten lachen. Ik trek me even een ochtendjas aan en begin de dag met koffie te zetten. En terwijl ik bezig ben, komt Melissa plotseling de caravan in gestormd. Ze rukt aan de deur van het toilet, maar die is natuurlijk op slot. En ze ziet er net zo bleek uit, als Chantal net nog eruit zag. Zonder een woord te zeggen, rent ze weer weg en rent dan naar de toiletruimte iets verderop. Ik frons mijn wenkbrauwen, maar ze is al weg, voordat ik iets kan zeggen. Even later komt Chantal uit het toilet. Ze voelt zich altijd zo gruwelijk, als ze haar ochtendmisselijkheid heeft, dus ik bied haar een rijstwafel aan, die we speciaal voor dat doel hebben meegenomen. Ze voelt zich dan meestal een stuk beter.
‘Dank je, John! Die kan ik nu wel gebruiken! Wie was dat net aan de deur?’
‘Melissa. Volgens mij was ze er ook niet zo goed aan, want ze vertrok weer met een noodgang naar het toiletgebouw, zonder iets te zeggen. Zou ze iets gegeten hebben, wat haar niet bekomen is?’
‘Niet dat ik weet. Ik heb hetzelfde gegeten, maar ik weet waarom ik moet overgeven…’
‘Ze zal toch niet ziek zijn?’
‘Ik zal het haar straks even vragen. Ik ga me vlug even omkleden. Wil je ook wat thee voor me zetten? Misschien krijg ik dan die smaak uit mijn mond!’
Ik glimlach. ‘Bosvruchtenthee met extra veel suiker?’
Ze glimlacht en loopt naar het slaapgedeelte. Ik begin dan alvast het ontbijt voor te bereiden.
En niet veel later hoor ik ook wat geluiden van het andere slaapgedeelte, waar Joey en Veerle slapen. Veerle komt als eerste tevoorschijn met een hoofd, waar haar haren alle kanten op steken.
Ik lach en zeg: ‘En, hoe slaapt het samen in dat smalle bed bij Joey?’
Ze bloost en krijgt meteen een vuurrood hoofd. ‘Hoe weet jij dat?’
Ik glimlach. ‘Rustig maar! Ik zeg echt niets tegen je ouders. En ik wist het niet, maar kon het wel raden. Dat zou ik ook gedaan hebben, als ik jullie was. En jullie hebben het rustig gehouden, dus zo erg is het ook weer niet!’
Ze haalt weer opgelucht adem. ‘Dank je. En ja, het is smal, maar wel fijn.’
‘Kun je het daar drie weken in uithouden?’
‘Als het moet zelfs jaren!’
‘Dat is de juiste spirit! Kom, was jezelf even snel, voordat de rest je zo ziet. Kleine tip: Misschien handig om een borstel mee te nemen, zodat je haren niet alle kanten op steken!’
Veerle glimlacht en verdwijnt in de badkamer. Chantal komt de keuken binnen en zegt: ‘Met wie was je aan het praten?’
‘Met Veerle. Ik plaagde haar wat, omdat haar haren alle kanten op stoken.’
Chantal kijkt verbaasd. ‘O, dus je denkt dat ze?’
‘Natuurlijk hebben ze samen in één bed geslapen. Dacht je soms, dat ze de hele tijd in de stapelbedden gingen slapen? Bovendien zijn ze oud genoeg om te beslissen, hoe ze hun leven samen doorbrengen. Ze zijn allebei ouder dan achttien, dus wat kunnen we erover zeggen?’
‘En ga je het Otto vertellen?’
‘Nee, en dat was ik ook niet van plan. Ook hij moet eens leren om zijn dochter los te laten. Otto mag dan wel altijd geklaagd hebben, dat Veerle te veel aan sport deed, en sociaal wat achterstand opliep, maar daar heeft hij zelf ook wel een aandeel in gehad. En als je ziet, waar ze nu staat, dan is het voor hem ook tijd om te leren los te laten.’
‘En hoe zal jij er dan over denken, als ons kind die leeftijd bereikt, en een vriendje of vriendinnetje heeft?’
Ik glimlach. ‘Geen idee! Ik zal er heus niet blij om zijn, dat geloof ik meteen. Maar als ik merk, dat ons kind zich gaat onthouden van sociale contacten, dan zal ik hem of haar eerder motiveren om meer sociaal te worden.’
Chantal geeft me een zoen. ‘En ik geloof je ook nog meteen! Je gaat een geweldige vader worden, John!’
‘En jij een geweldige moeder!’
We geven elkaar een zoen. Pas als de fluitketel begint te fluiten, laten we elkaar los. Om dan in de verbaasde ogen van Veerle te kijken. Chantal strijkt haar haren recht en zegt: ‘O, je hebt iets van onze conservatie gehoord?’
Veerle knikt alleen. ‘Is het waar?’
Chantal knikt en kijkt haar dan smekend aan. ‘Wil je het nog even geheim houden? Het is echt nog maar heel pril, en er kan nog van alles misgaan.’
‘Als jullie dan geheim houden, dat ik en Joey samen slapen? Ik beloof, dat we geen gekke dingen doen!’
Chantal kijkt me aan. ‘Wat zeg jij? Zullen we dat afspreken? Lijkt me een faire deal!’
Ik knik. ‘Dat beloven we. Maar we weten van niets, als je vader er toch achter komt!’
Veerle glimlacht. ‘Dat is ook fair. Ik wil niet, dat je ruzie met hem krijgt, omdat je dit verzwijgt.’
‘Dat willen we niet. En bovendien, wat wil hij doen? Me neerslaan? Gaat hem niet lukken, ik ken al zijn trucjes door en door. En hij wordt er ook niet jonger op!’
Veerle lacht. ‘Laat hem dat ook maar niet horen! Maar daarover gesproken, ik denk, dat je mijn vader wel kunt verslaan. Zou ook wel eens fijn zijn om dat eens te zien!’
‘Ik weet het niet, Veerle. Ik zeg dat nu wel, maar ik weet gewoon, dat hij zich nog steeds inhoudt.’
‘Dat doet hij ook, maar dat doe jij ook. En misschien nog meer, dan mijn vader.’
Ik lach. ‘En jij weet maar al te goed, hoe je moet slijmen. Nog even en je kunt je vader op eigen kracht verslaan!’
‘Dat kan ik al langer, maar dat hoef ik hem niet te laten weten! Maar weet je, John? Sinds ik en Joey wat meer serieus zijn geworden, vind ik sport wat minder belangrijk, dan eerst. Het is nog steeds belangrijk voor me, maar ik heb er niet meer dezelfde passie voor.’
‘Dat is toch logisch? Je bent verliefd en je hebt wat andere interesses gekregen. En je kunt niet al je tijd besteden aan al die dingen? Eerst hoefde je je tijd niet te verdelen tussen je sport en vrienden. Je was heel duidelijk in je doel. En een vriendje stond absoluut niet bovenaan je lijstje. Ik geloof, dat die lijst nu wel flink veranderd is, of niet?’
Ze knikt. ‘Ja, dat is wel waar. Ik besteed nu meer tijd aan Joey en mijn vrienden. En ik ga ook wat vaker shoppen met mijn vriendinnen, dat deed ik eerst nooit! Maar het rare is, dat nu ik minder train, ik zelfs beter ben geworden. En dat begrijp ik niet zo goed…’
‘Kijk, dat is nu wat je vader altijd bedoelde, dat je ook andere dingen moest doen. Om sommige obstakels in je leven te kunnen nemen, moet je soms ook groeien in je eigen leven. En dat is nu precies, waarmee je nu bezig bent. Je begint je nu te ontwikkelen op sociaal vlak, en ziet nu beter bepaalde dingen aankomen. Ik zie je trainen en zie dat je reflexen veel sneller zijn, en dat je beter je doel raakt. Dat zou je nooit hebben gekund, als je nooit een vriendje had gehad. Dat is nu juist groeien. Jezelf leren om bepaalde dingen aan te voelen, nog voordat het gebeurt.’
‘Ja, maar nu ik met Joey ben, voel ik me wel erg onzeker. Is dat raar? Ik bedoel, Joey is echt knap geworden, sinds hij traint. En ik zie hoe andere meisjes naar hem kijken. En dan ben ik wel eens bang, dat hij me voor een ander verlaat.’
Chantal glimlacht. ‘Ik ken dat gevoel, Veerle. John is ook erg knap, en ik zie ook wel, hoe sommige vrouwen naar hem kijken. En ik heb ook al eens gevochten om hem, dat weten er maar heel weinig. En soms ben ik nog steeds wat jaloers, als een vrouw wat te aanhalig wordt, en handtastelijk begint te worden. Dat heb ik zelfs met Melissa, en dat is mijn eigen zus! Terwijl ik weet, dat ze zielsgelukkig is met Daan en absoluut geen interesse in John heeft. Dat zal nooit helemaal weggaan, maar ik weet, dat John me nooit zal verlaten, omdat we allebei zoveel van elkaar houden. En dat zorgt ervoor, dat ik er wel mee kan leven, ook al is het soms wat zwaar.’
Ik kijk even verbaasd, maar zeg er niets over. Veerle zegt dan: ‘Jij bent jaloers? Wauw, dat had ik juist helemaal niet verwacht! Dus het is helemaal niet zo raar, dat ik dan een ander meisje als bedreiging zie?’
‘Nee, ik denk, dat iedereen dat wel een beetje heeft, Veerle. Niet iedereen zal het zo openlijk toegeven, of laten blijken, dat is een andere zaak. Of denk je, dat Joey het prettig vindt, als jij met een knappe jongen staat te praten? Je moet maar eens goed opletten, als je dat ooit doet. Ik weet, dat John het ook doet, als ik met een andere man sta te praten. Hij doet het niet opzettelijk, maar hij doet het toch. En juist dat vertelt me, dat hij juist erg veel om me geeft.’
Ik moet lachen. Chantal blijft me weer verbazen, hoe opmerkzaam ze soms kan zijn. Dat ze die dingen zo doorziet. Ik voel me inderdaad soms wat jaloers, en voel me altijd opgelucht haar weer naast me te zien staan. Ik zeg dan ook: ‘Ik wist niet, dat je het doorhad, Chantal. Maar het is waar, dat voelt niet altijd prettig.’
Dan richt ik me tot Veerle en zeg: ‘Zie je nou wel? Zelfs wij zijn een beetje jaloers, dat is een hele normale reactie. Maar voor de sport kun je ook je jaloezie in je voordeel gebruiken. Zo heb ik die wedstrijd gewonnen, al ging dat niet meer zo zeer om jaloezie, maar omdat hij dreigde Chantal wat aan te doen. En het laatste wat iemand moet doen, is aan Chantal komen. Dan interesseert het me niet meer, al moet ik door een dertig centimeter stalen deur rammen en tientallen mensen neerslaan. Degene, die aan Chantal komt, die is voor mij. Dat is een kracht, die ik dan niet meer kan beheersen.’
Veerle is best onder de indruk. ‘Dus je wilt zeggen, dat je hebt gewonnen, omdat die persoon je zo boos maakte?’
‘Ja, en dan heeft hij nog geluk gehad, dat ik wist, dat Chantal al veilig was. Dus ik kon me nog beheersen. Maar ik wil niet eens weten, wat er zou zijn gebeurd, als er echt iets was gebeurd. Dan had ik hem zonder enige twijfel gedood. En zou het me niet eens interesseren, wat er daarna met me zou gebeuren.’
‘Wauw, dat is behoorlijk intens!’
Chantal antwoordt ook: ‘Ja, maar waarom heb je me daar nooit zo over verteld, John?’
‘Omdat ik er niet echt trots op ben, Chantal. Maar het is wel iets, dat me al een tijdje dwars zat, en dat ik met je wilde bespreken. Maar hoe bespreek je zoiets? Dat was gewoon moeilijk voor me!’
Chantal trekt een brede, begrijpende glimlach en houdt me stevig vast. ‘Nu begrijp ik het, en het voelt wel een beetje speciaal, dat je voor mij zelfs zover zou willen gaan. Het heeft wel iets romantisch!’
‘Ik ben blij, dat je zo reageert, Chantal. Dat had namelijk ook heel anders kunnen uitpakken!’
We geven elkaar een zoen, maar dan komt Melissa weer terug. Ze ziet nog steeds lijkbleek, maar de geur verse koffie drijft haar naar de caravan. ‘Is de koffie al klaar? Ik heb net moeten overgeven en ik wil die smaak graag wegspoelen!’
‘De koffie is nog niet klaar, maar ik heb wel wat theewater voor Chantal, en kan er ook nog wat voor jou maken?’
‘Goed, als ik die smaak maar wegkrijg!’
Chantal kijkt Melissa schattend aan, maar zegt niets. We beginnen dan het ontbijt klaar te zetten op de tafel onder de voortent, maar Chantal neemt Melissa even apart.
‘Ben je soms een beetje ziek? Ik hoorde je net zeggen, dat je moest overgeven?’
‘Ik weet het niet, Chantal. Ik ben al een paar dagen, vooral ’s morgens erg misselijk! Verder gaat het wel goed met me, ik heb geen koorts, en ben verder ook niet ziek of zo. Ik voel me gewoon niet helemaal lekker.’
‘Aha. En hoelang heb je dat nu al?’
‘Een week? Waarom vraag je me dat allemaal?’
‘En wanneer ben je voor het laatst ongesteld geworden, Melissa?’
Melissa kijkt Chantal geschokt aan. ‘Watblieft? Denk je soms, dat ik zwanger ben? Dat kan toch niet? Ik neem de pil! En die neem ik heel trouw iedere dag in!’
‘En nooit eens een dag vergeten?’
‘Jawel, laatst had ik me verslapen en ben in de haast de pil vergeten te slikken. Maar één keer kan toch geen kwaad?’
Maar dan slaat ze haar hand voor haar mond. ‘OMG! En ’s avonds hebben Daan en ik seks gehad! O god! Dit kan toch niet waar zijn?’
‘Nou, je vertoont dezelfde symptomen, als ik heb. En ik heb een test, die me positief heeft getest op mijn zwangerschap. En bij de dokter was die ook positief! Waarom zou dat bij jou niet zo kunnen zijn?’
Melissa staat even met open mond te kijken. Dan begint ze te huilen. ‘Maar dat kan niet waar zijn! En jij bent zwanger?’
‘Nu vier weken, dus het is nog heel pril. En hoelang is het geleden voor jou, dat die dag is geweest?’
‘Drie weken! Ik was nog maar net ongesteld geweest, dus ik heb me niet al te veel zorgen gemaakt. En nu? Daan en ik kunnen dit eigenlijk nu nog niet gebruiken!’
‘Tja, dat was voor mij ook niet zo. Ik sta op het punt een contract aangeboden te krijgen, maar wat zullen ze doen, als ik ze moet zeggen, dat ik zwanger ben? Maar toch ben ik er blij mee! En jij hebt toch ook altijd gezegd, dat je later kinderen wilt?’
‘Ja, maar niet nu? Daan heeft zich flink in de schulden gestoken met die partij auto’s, we kunnen het ons nu niet veroorloven!’
‘Tja, het leven gaat niet altijd zoals je het wilt, Melissa. Maar alles komt wel weer goed. Bovendien weet je nog niet eens zeker, of je wel zwanger bent, Melissa. Maar dat kunnen we wel snel uitvinden. Ik heb toevallig nog een test bij.’
‘Waarom dat? Je weet toch al, dat je zwanger bent?’
‘Omdat ik zeker wil weten, dat alles goed gaat. Ik heb het je nooit verteld, maar ik ben al een keer eerder kort zwanger geweest. Maar heel kort en dat was best een klap voor me. En nu ben ik weer zwanger, en nu wil ik ook echt weten, dat er niets fout gaat. En dit is mijn manier om dat te controleren. Noem het maar raar, maar het geeft me wat geruststelling.’
Melissa kijkt geschokt. ‘Meen je dat nou echt? Ben je al eens eerder zwanger geweest?’
Chantal knikt, en er rolt een traan over haar wang. ‘Net voor mijn verjaardag. Ik wilde John ermee verrassen, maar precies op mijn verjaardag werd ik weer ongesteld. Toen had ik het wel even moeilijk. Maar John heeft me er geweldig in gesteund. Maar daardoor ben ik wel wat onzekerder geworden, en test ik minstens twee keer per week of ik nog steeds zwanger ben. Maar ik voel me nu wel ook echt zwanger, en dat is wel een verschil.’
‘Ach, dat spijt me voor je! En je hebt gelijk, ik heb ook altijd kinderen gewild, en Daan wil ze ook. Het komt nu alleen wat ongunstig. En je hebt ook gelijk, dat het wel goed zal komen. Maar waar heb je die test liggen? Nu wil ik het ook weten ook!’
‘Die ligt nog in de auto, ik heb die gisteren nog een gehaald in de apotheek.’
‘Ah, klopt, je was even weg met Ilse.’
Dan kijkt ze Chantal met een open mond aan. ‘Je gaat me niet vertellen, dat Ilse ook…’
‘Ik heb niets gezegd, Melissa. Die conclusie trek jij!’
‘Maar is het waar?’
‘Ik heb beloofd niets te vertellen, Melissa. Dat zou jij ook nooit doen!’
‘Dat is waar, maar je kunt heel erg slecht liegen, Chantal!’
‘Dat kun jij ook niet, maar vind je dat gek, met ouders als die van ons?’
Melissa moet nu hard lachen. ‘Je hebt absoluut gelijk! We kunnen allebei niet liegen, al zijn we er wel wat beter in geworden. Kom, nu wil ik die test ook doen!’
Ze lopen dan samen weg. Ik zie ze samen weglopen en ik heb wel zo mijn idee, waar hun gesprek om ging. Zeker als ik Chantal naar haar wagen zie lopen, omdat ik weet, dat ze wat extra zwangerschapstesten heeft gehaald. En ook omdat ik weet, dat ze wat onzeker over haar zwangerschap is.
Ik glimlach en Daan ziet me glimlachen. ‘Waar moet jij zo om glimlachen?’
‘Ach niets! Ik bedacht me iets over Chantal. Dan moet ik altijd glimlachen.’
‘Dat is ook weer waar! Maar moet je hier mijn telefoon eens kijken! Ik had Torveig die lijst gegeven, en nu staat mijn telefoon vol met berichtjes en emails, van mensen, die graag een wagen willen kopen! Al zou ik maar twee of drie wagens van die partij kunnen verkopen voor de volle prijs, dan zou ik al een heel eind uit de problemen zijn! En bovendien heeft zich nog iemand gemeld voor die Ford, die ik mee heb gebracht! En de Topolino is verkocht, dus de zaken gaan best wel goed!’
‘Dus je gok lijkt wel goed uit te pakken? Ik ben blij voor je!’
‘Ja, dat zou ik moeten zijn. Maar dat ben ik niet. En dat verbaast me eigenlijk. Ik maak me eigenlijk wat zorgen om Melissa. Ik vraag me af, of het niet beter was geweest, als we toch zouden zijn thuisgebleven. Ze is al een hele week er niet lekker aan. Ze heeft geen koorts of zo, en lijkt ook niet ziek te zijn. En daar maak ik me wel wat zorgen over. Stel, dat ze echt serieus ziek is?’
Ik moet onbewust lachen. ‘Ik geloof niet, dat ze echt ziek is, Daan. Ik heb wel een idee, wat er aan de hand is.’
Daan kijkt me verbaasd aan. ‘En jij bent zeker ook nog een dokter?’
‘Nee, ik heb alleen een vermoeden. Een vaag vermoeden, dat geef ik toe, maar ik denk niet, dat ik het mis heb.’
‘Kom op, vertel het me dan ook! Tot nu toe hebben we nooit geheimen voor elkaar gehad!’
‘Klopt niet helemaal, maar ik geef toe, weinig geheimen.’
‘Dat is ook weer waar. Maar vertel het nou maar!’
‘Ik zal je eerst eens wat anders vragen, voordat ik je het vertel. Hoe gaat het nu tussen jou en Melissa?’
‘Wat is dat nu weer voor een vraag? Dat weet je toch? We praten er meer dan genoeg over!’
‘Dat klopt, maar stel, jullie situatie zou wijzigen?’
‘Hoe bedoel je, onze situatie zou wijzigen?’
‘Stel, Melissa zou besluiten haar studie af te breken en ergens een baan aan te nemen?’
Daan kijkt me verbaasd aan. ‘Weet jij soms dingen, die ik niet weet?’
‘Nee, zo bedoel ik het niet. Gewoon hypothetisch.’
‘Oké. Dat zou haar eigen keuze zijn, maar ik zou het niet aanmoedigen. Ik heb, net als jij bij Chantal, liever, dat ze haar opleiding afmaakt.’
‘Precies. En als dat op een of andere reden niet mogelijk zou zijn?’
Daan kijkt me verbaasd aan. ‘Waar ben je toch op uit? Ik begrijp je niet!’
‘Beantwoordt me nou die vraag maar, dan zal het je wel duidelijk worden.’
Daan denkt even na. En dan opeens valt bij hem het kwartje. Hij kijkt me geschokt aan.
‘Nee, dat kan niet! Wil je me vertellen, dat Melissa misschien zwanger is? Hoe wil je dat in godsnaam weten? Dat zou ze me toch wel verteld hebben?’
‘Absoluut. Maar wat als ze het zelf nog niet eens wist?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Waar denk je, dat Chantal en Melissa nu naar toe zijn?’
‘Naar het toilet? Dat is toch niet zo vreemd?’
‘Terwijl ze net allebei nog naar het toilet zijn geweest? Kom op, dat geloof je zelf toch niet?’
‘En hoe wil jij dat dan weten?’
‘Misschien omdat ik wat tekenen herken?’
‘En hoe weet jij dan, hoe je die moet herkennen?’
En weer valt de mond van Daan open.
Ik glimlach slechts. ‘Dat meen je niet! Echt waar?’
Ik glimlach. ‘Ja, echt waar. Maar het is nog maar heel pril. Eigenlijk te vroeg om bekend te maken, nog maar vier weken. Maar Chantal doet iedere twee dagen een test, of ze nog steeds zwanger is, dus het moet wel waar zijn.’
Daan begint te lachen. ‘Dus op die manier wist je dat. Gefeliciteerd man! Ik weet, dat jullie echt graag kinderen willen!’
‘Dank je. En hoe zit het bij jullie? Jullie praten er niet zo openlijk over?’
‘Ja, we willen ook graag kinderen. Alleen zou het nu niet zo goed uitkomen, je weet wel, met die grote investering, die ik heb moeten maken.’
‘Tja, dit kun je niet plannen, Daan. Voor ons komt het ook wel wat ongelegen, Chantal zou misschien een vast contract kunnen krijgen. Maar wat gaan ze zeggen, als ze horen, dat ze zwanger is?’
‘Ja, ik begrijp, wat je bedoelt. Je hebt weer gelijk! En ook daar zijn oplossingen voor! Als het moet, dan verkoop ik de Brougham, daar zou ik meteen een klant voor hebben. En dan praat ik niet over tienduizend euro, maar om een veelvoud daarvan.’
‘Weet je het zeker? Die wagen is echt je droomwagen, al vanaf ik je ken!’
‘Wat is zo’n wagen me nog waard, als ik mijn gezin niet eens kan onderhouden, John? Bovendien heb ik nog een Cadillac, en daar zitten ook wel prettige herinneringen aan. Het is niet zo, dat ik mijn hobby zou moeten opgeven. Maar voor Melissa zou ik die Brougham meteen verkopen!’
Ik glimlach. ‘Daar twijfel ik niet eens over, Daan. Daarvoor ken ik je te goed!’
Daan zegt: ‘Dat weet ik. Oei, daar komen de dames al terug! Laten we het nog even geheim houden, waarover we gepraat hebben.’
‘Dat lijkt me een goed idee.’
Chantal en Melissa komen de tent binnen, maar ze laten niets blijken. Maar als ik Chantal help het ontbijt op tafel te zeggen, fluistert ze in mijn oor: ‘Ik heb nieuws, John!’
‘Laat me raden, Melissa is ook zwanger?’
Ze kijkt me verbaasd aan. ‘Hoe wist je dat?’
‘Kom op, ik ken je goed genoeg om die blik in je ogen te kennen. Je bent niet goed in dingen voor me geheim te houden! Bovendien kon ik het wel raden.’
Ze glimlacht. ‘Maar je hebt wel gelijk. Ze is drie weken zwanger, precies. En ze weet zelfs de dag, waarop het gebeurd is.’
‘Vertel me niet, dat ze ook nog een dagboek bijhoudt?’
Chantal lacht. ‘Nee, zo erg is het ook weer niet! Ze heeft drie weken geleden één keer vergeten de pil in te nemen, en toen ook nog seks gehad.’
‘Oei, wat een stout meisje!’
‘Ja, lach er maar om, John! Ze zit er nu echt wel mee. Je weet toch, dat het voor hun nu heel ongelegen komt?’
‘Ja, daar heb ik het ook al over gehad met Daan. Daan was daar heel duidelijk in. Hij zou zijn Brougham in een oogwenk verkopen, zonder enige twijfel!’
Chantal kijkt me verbaasd aan. ‘Weet hij het dan al?’
‘Min of meer. Ik heb niets gezegd, hij kon het zelf ook al raden. Al moet ik toegeven, dat ik hem wel wat hints heb gegeven!’
Chantal lacht. ‘En weet hij het ook van ons?’
‘Ja, dat kwam toen wel ter sprake.’
‘Dan zijn we allebei slecht in geheimen bewaren!’
Ik glimlach en geef haar een zoen. ‘En is dat erg?’
Ze schudt haar hoofd en geeft me een verliefde blik.
‘Ik hou van je, John!’
‘En ik hou van jou, Chantal!’
Dan fluistert ze in mijn oor: ‘Kunnen we vanmiddag geen tochtje door de omgeving maken? Alleen jij en ik?’
‘Hmm, en wat was je dan van plan?’
‘Ik heb gezien, dat de achterbank van deze wagen er nog veel te goed uitziet! Daar moet dringend iets aan gedaan worden!’
Ik frons mijn wenkbrauwen. ‘O, dat is inderdaad wel dringend! Eens kijken, of ik een excuus kan verzinnen, zodat we ongezien kunnen ontsnappen?’
‘Je zei toch, dat je nog moest tanken? En dan ga ik gewoon met je mee!’
‘Prima idee! Wat bof ik toch met zo’n mooie en vooral geile vrouw!’
‘Ik bof net zo hard met zo’n lekkere en lieve vent als jij!’
Ze geeft me speels een tikje op mijn kont. Lachend loop ik de voortent weer in. Daan roept me al meteen toe: ‘Dat duurde wel erg lang om even het brood te pakken, John! Moet ik me zorgen maken over wat extra smaken aan het brood of extra haren?’
Ik lach en zeg: ‘Dat houd ik liever even voor me. Smakelijk eten, trouwens!’
We moeten dan allemaal lachen en beginnen aan het eten. Daan speelt nog even mee, en doet net alsof hij een haar van Chantal tussen het brood vindt. Dat levert weer andere reacties op, waardoor er veel gelachen wordt tijdens het ontbijt. En dan krijgen we steeds weer bezoek, iedere keer als Chantal en ik er even vandoor willen gaan, komt er iemand langs om met ons te praten. Het is al na de middag, als we de kans zien om even weg te glippen. En van dat moment genieten we dan ook met volle teugen. Het is fijn om even helemaal alleen te zijn. Samen cruisen we door de omgeving, waarbij we zowel genieten van de omgeving, maar ook van elkaar. Maar als ik dan een landweggetje vind, dat niet erg veel bereden wordt, stijgt de spanning tussen ons wel een beetje. Want we verlangen nu wel heel erg naar lichamelijk contact met elkaar. Ik parkeer de wagen op een wat ruimere plek, waar ik zelfs mijn wagen kan keren. Wat zeker niet gemakkelijk is in zo’n grote wagen.
We stappen dan uit en lopen eerst een klein stukje door het bosrijke gebied. Maar erg ver lopen we niet, want dan hebben onze lippen elkaar al gevonden. De hunkering naar elkaars lichamen is gewoon voelbaar. Ik trek Chantal stevig tegen me aan, en zelf drukt ze haar borsten en haar heupen ook tegen me op. Ze kan mijn stijve pik nog door mijn pantalon voelen. En met een hand begint ze mijn kruis te strelen.
‘Ik wil je, stoere bink van me! Ik sta de hele morgen al te soppen!’
‘Hmm, en hoe graag wil je het, Chantal? Zeg het me!’
Ze kreunt, als ik haar borsten betast. ‘Heel erg graag!’
Ze aarzelt even een moment en zegt dan: ‘Ik wil, dat je me hard neemt! En in de wagen, op de achterbank!’
Ze huivert, als ik haar over haar rug streel, en daarbij ook nog een de rits van haar jurkje openrits. Het jurkje valt meteen los, en ze laat het dan over haar armen naar beneden glijden. Ze staat nu alleen nog in haar ondergoed tegenover me, en ik zie dat haar slipje al behoorlijk doorweekt is. Ze begint dan de riem van mijn pantalon los te maken, en mijn broek los te knopen. Ze knielt dan en trekt mijn broek omlaag en in een handige beweging trekt ze ook meteen mijn boxershort naar beneden. Daarmee geeft ze mijn pik de vrijheid en ze begint me meteen begerig te pijpen. En dat doet ze zo goed, dat ik al vrij snel klaarkom en mijn zaad in haar mondje spuit. Zonder ook maar iets te morsen, slikt ze alles in, om me vervolgens met een grijns aan te kijken.
‘Volgens mij was je er behoorlijk aan toe, John!’
‘Volgens mij heb je weer eens met Ylke gepraat over seks…’
‘Ik ontken niet, John! Laat mam het maar niet horen, die zou me mijn mond laten spoelen!’
We moeten allebei lachen en ik geef haar een zoen, waarbij ik nog mijn zaad proef. Het kan me niets schelen. Maar ik laat dan mijn handen over haar billen glijden, en dan tussen haar benen. Haar slipje is al helemaal doordrenkt door haar geil, en ze huivert, als ik over het stof streel.
‘Toe John! Ik heb het zo nodig!’
En ik ken mijn meisje goed genoeg om te weten, wat ze daarmee bedoelt. Ik open de achterste portier van de wagen en Chantal glimlacht. Ze trekt meteen haar natte slipje uit, en gaat op de achterbank liggen. Die is meer dan ruim genoeg voor haar om er languit in te kunnen liggen, en ook nog wel met haar benen wijd. Ik duik dan tussen haar benen en begin haar heerlijke vocht weg te likken, maar sla haar kutje over. Ik weet, dat het haar helemaal gek maakt, maar ook ontzettend geil. Maar dan geef ik toe aan haar verlangen en begin haar heerlijke kutje te likken. Ze krult haar rug, en duwt mijn hoofd dieper tussen haar dijen, en kronkelt van genot.
‘Ja, John! Ga door! Oh mijn God!’
Ze zet dan haar nagels in mijn schouders, en komt met een harde gil klaar. Maar zoals vaker wil ze niet wachten, maar meteen door. Zeker nu ze zwanger is, heeft ze daar een voorkeur voor. En mijn pik is er helemaal klaar voor, en begraaft zich met gemak in haar natte hete kutje. En met harde en snelle stoten neuk ik haar dan. Dat is voor mij en Chantal het ultieme genot, hard neuken, terwijl we elkaar in de ogen aankijken. Het is voor ons allebei wel duidelijk, dat dit niet heel lang zal gaan duren, en niet veel later kom ik al klaar. Chantal is nog niet klaargekomen, maar ze vingert zich zelf klaar, een paar tellen later. Dan komt ze wederom heftig klaar, terwijl mijn pik nog steeds in haar zit. Dan pas rusten we uit, en houd ik haar in mijn armen vast, terwijl Chantal zeer voldaan mijn rug streelt. Daar genieten we allebei erg veel van.
Als ik dan toch te zwaar begin te worden, kruip ik van haar af. Ze geeft me nog een zoen en zegt dan: ‘John, als ik al niet zwanger zou zijn, dan had ik nu gehoopt zwanger te worden. Je was weer fantastisch!’
‘Hmm, ik heb je anders niet aan je tweede hoogtepunt kunnen brengen!’
Ze haalt haar schouders op. ‘Klaarkomen is fijn, John. Maar niet het belangrijkste. En meestal kom ik wel klaar, als je me neukt. Dus het is niet erg, want je bent nooit echt zelfzuchtig. En ik heb er echt wel van genoten, John!’
Ze klimt dan ook uit de auto, en hurkt dan even om mijn zaad uit haar kutje te persen. Ze heeft niet veel zin om rond te lopen met zaad, dat langs haar benen afdruipt. Met wat tissues maakt ze zichzelf weer schoon, en haalt uit het dashboardkastje een slipje. Ik lach, want ik wist niet eens, dat ze er daar één had opgeborgen.
‘Mijn geile vrouwtje had zich een beetje voorbereid?’
‘Wat dacht jij dan? Dat ik daar op het terrein zonder ondergoed ging rondlopen? Ik ben toch niet gek? Wat als er wind onder mijn jurkje komt? Dan sta ik pas echt goed voor schut!’
‘Mij hoor je niet klagen, Chantal!’
Ze rolt even met haar ogen. ‘Dat had ik me wel kunnen denken, John! Als het aan jou lag, dan liepen we daar helemaal zonder kleren!’
‘Hmm, leuk idee, maar toch niet! In ondergoed en lingerie, absoluut een voorstander, maar helemaal naakt? Er moet toch ook iets te raden blijven. Dat prikkelt de fantasie!’
‘Ja, het is goed met jou! Kom, we moeten weer terug! Maar als het even kan, zou ik graag ook nog willen douchen.’
‘Aha, dan heb ik wel een goed idee. Hier niet ver vandaan is een truckers café. Die hebben we twee jaar geleden ontdekt. Daar kun je voor twintig kronen warm douchen, en de douches zijn er ruim en schoon. En bovendien ook gescheiden van elkaar, want er zijn daar ook vaak dames, die zich daar komen douchen.’
‘Allemaal truckers?’
‘Nee, ook vrouwelijke vertegenwoordigers, die zich wat willen opknappen na een lange autorit. Dit is niet Nederland, waar je binnen een paar uurtjes van de ene naar de andere kant van het land rijdt!’
‘Lijkt me een goed plan. Ik heb alleen geen spullen bij!’
‘We moeten toch nog wat boodschappen doen. We kunnen wel even wat halen bij de supermarkt, die ligt daar op de hoek!’
Chantal kijkt dan heel geïnteresseerd. Even later doen we eerst wat boodschappen, om daarna bij het café een heerlijk warme douche te nemen. Het duurt even, voordat Chantal weer terug is, en ik neem plaats aan de bar, waar ik me een kop koffie bestel. De serveerster is wel gewend, dat er mensen van de meeting komen douchen, en vraagt me waar we vanaf komen. Ik vertel haar, dat we uit Nederland komen, en dat we na de meeting hier in Zweden nog vakantie willen vieren. Ze wenst ons veel plezier, en gaat dan verder met haar werk. Een paar minuten later komt Chantal binnen en komt naast me zitten. Ik bestel haar ook wat te drinken, een ijsthee. Ze zegt dan tegen me: ‘Dat was wel even lekker, nog even lekker warm douchen. Kunnen we dat hier vaker doen, voor de tijd, dat we hier zijn? Ik had die douches in de toiletruimte bekeken, maar die zijn maar erg smerig, vergeleken met hier!’
‘Dat kan, maar ik ga hier echt niet iedere dag heenrijden om te douchen. Maar ik geef je wel gelijk, de douches hier zijn erg schoon.’
We drinken ons drinken op, en rijden dan terug naar het meeting terrein. Daar is het al een stuk drukker geworden. Er staat een lange rij te wachten om binnen te mogen komen. Gelukkig hoeven wij dat niet, omdat we al een speciale sticker op de voorruit hebben geplakt en kunnen van een speciaal daarvoor bedoelde ingang gebruik maken. Ik parkeer mijn wagen weer op zijn plek en we stappen uit. Daan komt op ons af, en zegt dan: ‘Daar zijn jullie dan eindelijk! Er zijn al verschillende mensen hier geweest, die naar jullie twee vroegen!’
We kijken verbaasd. ‘Wie dan? Ik verwacht eigenlijk niet zo veel mensen!’
‘Nou, er hebben zich al meerdere mensen voor jullie gemeld. Zegt je de naam Petterson iets?’
Ik moet even nadenken en zeg: ‘Wat? Zijn Sean en Hilde hier?’
‘Hoe ze verder heten, dat weet ik niet, maar ze komen zo weer terug. Maar Sheila en Geir zijn ook hier, en die waren bij hen. Dus dat zou wel kunnen kloppen!’
‘O, dat vind ik leuk!’
‘Ja, en er was nog een oudere man en vrouw hier, samen met hun dochter. Dat waren ook Noren, maar ik heb hun namen vergeten.’
‘Had die dochter van de man en vrouw soms lange blonde haren, tot onder haar oksels? Niet al te groot, en een heel klein neusje?’
Daan kijkt me verbaasd aan. ‘Ben je tegenwoordig voortaan een vrouwenkenner? Vroeger kon je me nooit vertellen, hoe een vrouw eruit zag, maar nu lijk je het wel uit je mouw te schudden!’
Ik lach. ‘Dat valt nu ook wel mee. Maar dat zou wel eens Aud kunnen zijn. Je weet wel, wiens bijl ik op de berg had teruggevonden.’
‘Ah, die! Nu je het zegt, ze lijkt wel op de foto’s, die je me hebt laten zien.’
‘Het zou leuk zijn om ze allemaal terug te zien. Hoelang geleden zijn ze geweest?’
‘Niet zo heel erg lang geleden, een half uur misschien?’
‘Dan moeten ze nog wel hier zijn.’
‘Maar waar waren jullie? Ik heb jullie nog geprobeerd te bellen!’
‘We zijn even gaan douchen in het truckers café, en we hebben boodschappen gedaan. En wat rondgereden. Zoveel tijd alleen hebben Chantal en ik niet, dus we hebben er even gebruik van gemaakt!’
Daan lacht. ‘Ja ja, dat kan ik me meteen voorstellen!’
Lachend gaan we onder de voortent zitten. Die staat nu wel helemaal open, en dient nu als zonnescherm, want de zon schijnt erg fel. We zijn weer met onze vrienden aan het praten, als ik opeens uit het niets een paar vrouwenhanden over mijn ogen krijg. Of liever gezegd, meisjeshanden. Ik hoef niet lang te raden, wie dat is.
‘Als dat Eira niet is!’
Lichtelijk verbaasd kijkt Eira me aan, als ik me omdraai. ‘Hoe wist je, dat ik het was, John?’
‘Niet zo moeilijk, Eira. Daan had me al verteld, dat jullie er waren. En als er dan meisjeshanden mijn ogen afdekken, dan kan ik dat wel raden.’
We begroeten dan onze Noorse vrienden.
‘Wat leuk, dat jullie hier op bezoek komen! Zijn jullie met Geir en Sheila meegekomen?’
Sean knikt. ‘Al zijn we wel met onze eigen wagen gekomen. Overigens wel met een doel, Hilde heeft me eindelijk toegestaan om een wagen te gaan kopen. Het zal wel een opknapper worden, want meer zit er niet aan.’
‘Dan moet je eens met Daan gaan praten, die heeft een hele lijst wagen bij zich, die hij op voorraad heeft staan.’
‘Zal ik zeker eens doen. En hoe gaat het met jullie?’
‘Goed! En de kamer voor Eira is al helemaal klaar! En ook de logeerkamer voor jullie staat al klaar.’
‘Fijn om te weten! Eira is echt helemaal gelukkig, dat ze nu eindelijk haar droom mag volgen.’
‘Dat geloof ik meteen. Maar waar overnachten jullie?’
‘Bij Sheila en Geir, we hebben onze tent meegenomen. We staan hier wat verderop op het terrein!’
‘Ach, wat leuk! Ik heb de wagen van Geir nog helemaal niet gezien. Alleen op foto’s!’
Hilde zegt: ‘Praat me er niet over! Sinds Geir zijn wagen heeft, is Sean nog maar amper thuis! En de enige manier om hem überhaupt thuis te krijgen, is er één voor hem te kopen.’
‘Hmm, dan doe je toch wat fout, Hilde! Je ziet er nu echt fantastisch uit!’
‘Ik voel me ook goed! Ik mag alweer wat sporten, en dat heeft al wat resultaat opgeleverd! Ik ben al twee kilo kwijt! En ik voel me een heel stuk fitter!’
Sean wiebelt wat met zijn wenkbrauwen en zegt: ‘Ja, en dat kan ik goed merken! Het is net alsof we aan een tweede jeugd zijn begonnen!’
Ik lach. ‘Daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Jullie hebben nog wel wat schade in te halen!’
Hilde bloost lichtjes. Dan vraag ik aan Hilde: ‘En hoe gaat het nu tussen jou en Eira?’
‘Goed, erg goed zelfs! Toen jij weg was, hebben we nog eens goed met elkaar gesproken, en bovendien hebben we ons erg goed geïnformeerd over de opleiding, die Eira gaat volgen. En daar hebben we goede afspraken met elkaar over gemaakt. Eira heeft nu een keuze gemaakt, over de richting die ze wil gaan volgen. Ze wil nu de artistieke kant in gaan, waarbij ze haar zang voorop wil stellen. Maar ik heb nu begrepen, dat ze daarmee nog steeds alle kanten uit kan?’
Chantal antwoordt meteen: ‘Goede keuze! En ja, dat klopt. Maar er wordt wel een bepaalde richting gegeven aan haar opleiding. Ik ga nu het laatste deel van mijn opleiding in, en daarbij zal ik waarschijnlijk studenten als Eira moeten gaan begeleiden. En dan is het uiteindelijk aan mij om te zeggen, welke richting ze dan het beste verder kunnen gaan. Voor iedere muziekrichting gelden andere eisen. En ik vertel ze dan, wat ze het beste kunnen doen. Maar meestal weten ze dat al.’
Hilde knikt. ‘Wel handig om zoiets al van jou te horen. In ieder geval, Eira heeft er reuze veel zin in, en ik ben ook blij, dat ze eindelijk eens een keuze heeft gemaakt.’
Chantal kijkt Hilde aan en zegt: ‘Maar had je haar die keuze ook laten maken, als je mij niet was tegen gekomen?’
Hilde antwoordt eerlijk: ‘Nee, waarschijnlijk niet. Kijk, ik wist natuurlijk wel, dat ze graag muziek maakte, maar ik zag niet in, dat ze zich daarin een toekomst voor zich kon bouwen. Dankzij jou, zie ik dat nu anders. Ik weet nu, dat ze het niet doet om er rijk van te worden, of beroemd. Maar omdat ze zich geroepen voelt om muziek te maken. En dat, vind ik, moet je respecteren. Het heeft er in ieder geval voor gezorgd, dat we elkaar weer beter begrijpen. En jij hebt me geleerd, dat te begrijpen.’
Chantal glimlacht. ‘Daar ben ik blij om. Ik kijk er al helemaal naar uit. Maar zijn jullie er al klaar voor? Want je zal Eira nu wel een hele tijd niet meer zien!’
‘Ik weet het. Dat is wel even zwaar, maar we hebben al afgesproken, dat ze met de vakanties naar huis komt. Maar ik ben er zeker van, dat ze bij jullie in goede handen zal zijn. Ik ken jullie al een beetje, en dat geeft me toch wat rust.’
Ylke loopt dan aan Chantal en Hilde voorbij en Chantal roept Ylke er even bij.
‘Hilde, dit is mijn beste vriendin Ylke. Zij zit ook op het conservatorium en ze volgt ongeveer dezelfde richting, als Eira dat wil gaan doen. Ze zullen elkaar wel tegenkomen, daar op het college.’
Hilde stelt zich dan voor aan Ylke, en niet veel later zitten de beiden in een goed gesprek. Chantal maakt van de gelegenheid gebruik om even weg te glippen en neemt Eira onder haar hoede.
‘Eira? Kun je even met mij en John meelopen? We moeten iets met je bespreken.’
Eira knikt en we maken even een ommetje. ‘Eira, er is iets, dat we je al moeten vertellen, maar je mag het nog even niet tegen iedereen vertellen. Sommigen hier weten er al van, maar niet iedereen hoeft ervan te weten. Nog niet.’
Eira knikt, ze krijgt het gevoel, dat haar iets belangrijks verteld gaat worden.
‘Eira, het zit zo. Net voordat we op vakantie gingen, ben ik zwanger geraakt. Dat wil dus zeggen, dat ik over een kleine acht maanden een baby zal gaan krijgen. En aangezien jij dan bij ons woont, vonden wij, dat je dat al moest weten.’
Eira kijkt verrast. ‘Echt waar? Wat leuk! Ik ben blij voor jullie!’
‘Dank je. Ik hoop niet, dat je het een belasting zult vinden, als onze baby eenmaal geboren wordt! Want baby huilen nu eenmaal!’
‘Dat is niet zo erg, Chantal. Waar ik in Ålesund woonde, daar woonde ook een jonge familie langs ons met een baby. En haar kamer lag tegenover die van mij. Ik heb er nooit zoveel last van gehad, in tegenstelling tot Ben, die vond dat verschrikkelijk!’
‘Ik hoop, dat het dan ook zo voor je uitpakt. Maar begrijp je nu, waarom we je dat nu al vertellen? Want normaal is het nog veel te vroeg om het bekend te maken.’
‘Ja, ik begrijp het. En ik vind het helemaal niet erg! Maar dan heb ik ook een vraag aan jullie, die ik liever geheim wil houden voor mijn ouders.’
‘O, en dat is?’
‘Tja, hoe staan jullie erin, dat ik dan ook op stap ga? Want ik wil toch ook wel eens uitgaan en zo.’
‘En leuke jongens ontmoeten…’
Eira bloost, waarop we moeten lachen. ‘Kom, we zijn zelf ook nog jong! We weten heus wel, waarom je dat vraagt. En nee, daar hebben we geen problemen mee. Bij Joey hebben we daar ook niet moeilijk om gedaan, waarom zouden we dat bij jou wel doen? Maar laten we wel duidelijk zijn, we stellen wel wat regels. Die zijn niet zo heel streng, maar geloof me, als je die overtreedt, dan zullen er ook gevolgen voor je zijn.’
‘Dat klinkt redelijk. En een beetje regels is ook niet zo slecht. Waar mag ik dan aan denken?’
‘Ik weet, dat het populair is om de hele nacht door te trekken, maar daar willen we grenzen aan stellen. Je bent uiterlijk om vier uur thuis. Zo niet, dan is het volgende weekend een uur eerder. En als dat meer dan drie keer gebeurt, dan blijf je een weekend thuis. En vriendjes mee naar huis nemen, dat zit er voorlopig nog niet in. Misschien als je een vriendje vindt, en het is wat serieuzer, dat we daar over na willen denken, maar we gaan het zeker niet aanmoedigen! Want wat moeten je ouders niet van ons denken, als blijkt, dat je zo zwanger bent geworden!’
Eira lacht. ‘En wat denk je, dat ze mij zullen aandoen! Daar moet ik niet aan denken! En bovendien wil ik nog helemaal geen kinderen! Nu nog niet, later wel. Maar dat klinkt allemaal best redelijk. En hoe zit het met de klusjes in huis?’
‘We verwachten van je, dat je je kamer opruimt, en meehelpt in het huishouden. Dat kan zijn stofzuigen, de badkamer schoonmaken, bedenk het maar. We werken allebei en er blijft niet veel tijd over voor andere dingen, en we hebben al zo’n druk leven. Dus we hebben geen zin om jouw rotzooi dan ook nog eens te moeten opruimen. En een beetje hulp van jouw kant zou dan niet verkeerd zijn.’
‘Oké, dat is fair. Verder nog iets?’
Chantal kijkt me aan. ‘Ja, we hebben met je ouders afgesproken, dat je met ons mee gaat sporten. En daar ga je niet onderuit komen. Wij geloven in een gezonde levensstijl, en bovendien is het een goede manier om je figuur in goede vorm te houden, maar ook om je longen genoeg longinhoud te geven bij het zingen.’
Het is bijna grappig om het gezicht van Eira te zien veranderen, als ze dit hoort. Eerst kijkt ze wat teleurgesteld, maar als ze hoort, dat het ook goed is voor het zingen, trekt ze alweer bij. Ze zegt dan eerlijk: ‘Ik ben niet echt zo’n fan van sporten, maar als het goed is voor het zingen, dan wil ik wel wat offers brengen.’
‘Nou, dat is het wel zo’n beetje. En je weet, dat je de komende tijd ons moet delen met Joey? Heb je al kennis met hem gemaakt?’
‘Nog niet. Maar heeft hij al een vriendin? Of wie is dat blonde meisje, die bij hem staat?’
Chantal lacht. ‘Joey is al bezet, en hij gaat over niet al te lange tijd op zichzelf wonen. En Veerle, zijn vriendin, zal er wel voor waken, dat er niemand aan haar vriendje komt. En of ze jaloers is, dat weet ik eigenlijk niet, maar ik wil het ook niet echt gaan testen. Ze kan namelijk echt goed kickboksen! Dat zal je wel zien, als we gaan sporten. Haar vader is namelijk de eigenaar van de sportschool, waar we gaan sporten.’
‘Ik was niet van plan om Joey van Veerle af te pakken! Ik vroeg het me alleen af.’
We lopen dan naar Joey, die iets verderop staat te praten met een groepje jongeren. We komen erbij staan. Joey zegt dan met trots: ‘Dit zijn nu mijn pleegouders. Zij hebben die mooie Cadillac en die groene Dodge, die daar staat, naast mijn Plymouth!’
De mannen uit het groepje kijken verbaasd. ‘Dit zijn je pleegouders? Die zijn toch helemaal niet zo oud!’
Joey lacht. ‘Moeten die dan zo oud zijn? Ze zijn juist hartstikke cool! Bovendien hebben die me letterlijk gered van een zeer slecht bestaan. En daar zal ik ze altijd dankbaar voor blijven!’
Chantal en ik glimmen van trots, want het komt niet zo vaak voor, dat Joey zo openlijk over ons spreekt. Dan zegt hij tegen ons: ‘John, Chantal? Dit zijn Karl en Theo uit Zwolle. Theo is verre familie van me, ik ken hem van familiebezoeken. Ze hebben hun wagen op vak B staan.’
‘Ah, leuk om kennis met je te maken. Dus je hebt hier al wat bekenden gevonden?’
Joey knikt. ‘Dat had ik niet verwacht. Maar wel erg leuk!’
‘Nou, dan wil ik ook, dat je met iemand kennis maakt. Dit is Eira, je weet wel, die over een paar weken bij ons komt wonen.’
‘Ah, is dat haar? Ja, nu herken ik haar ook van de foto’s!’
Joey stelt zich netjes voor aan Eira, die zich vriendelijk aan Joey voorstelt. Joey maakt meteen een grapje met haar, waarom Eira moet lachen. En daar is Veerle duidelijk niet blij mee. En dat ziet Chantal ook wel. En Joey ziet het zelf ook. ‘Veerle? Waarom stel je je niet even voor aan Eira? Je zal haar toch vaker gaan zien, want ze komt ook sporten in je vaders sportclub.’
Dat doet Veerle wel, maar met veel tegenzin. Om meer problemen te voorkomen, lopen we maar snel door. Eira zegt meteen: ‘Mijn God! Wat had die Veerle toch tegen mij? Was ze soms bang, dat ik haar vriendje afpak?’
Ik antwoord: ‘Dat zou best kunnen, Eira. Ze heeft nooit eerder te maken gehad met concurrentie, wat betreft vriendjes. Joey is haar eerste vriendje, daar heeft ze eerst nooit tijd voor gehad!’
‘Echt waar? Wat saai! Maar ze hoeft voor mij niet bang te zijn. Joey is wel een knappe jongen, maar echt niet mijn type!’
‘Wat is jouw type dan?’
Eira bloost. ‘Uhm, een beetje zoals John is. Een stoere man, met een baardje. Dat vind ik echt zo gaaf!’
Chantal lacht. ‘Oké, maar van John blijf je wel af! Die is van mij!’
Eira lacht met haar mee, maar iets in mij zegt me, dat ze meer lacht om haar teleurstelling te verbergen.
We lopen nog even een rondje langs wat wagens, die we nog niet gezien hebben. Maar dan moeten we weer terug, omdat de band over niet al te lange tijd moet gaan spelen. Want de premium plaatsen hebben we niet voor niets gekregen, daar moeten we ook wat voor doen!
We kleden ons dan snel om in passende kleding, die we voor dat doel hebben gekocht, en begeven ons naar het podium. Voor het podium is het al best druk geworden, en als we op het podium staan, zien we al onze vrienden vrijwel allemaal vooraan staan. Ook Sean en Hilde, samen met Ben en Eira, en Geir en Sheila staan er. We maken er een spetterende show van, en overal zien we mensen dansen op de muziek, die we spelen. Het is een echt succes, waar de organisatoren dan ook erg tevreden over zijn. Na twee uren spelen zijn we dan klaar, wat beloond wordt met een donderend applaus. We bedanken ons publiek en gaan daarna terug naar onze caravans. Sean en Hilde zijn ook gekomen, en Eira en Ben zijn daarbij.
‘Wauw, dat was echt heel erg cool! Dit is precies, waarom ik wil gaan zingen! Om mensen plezier te geven, en te laten genieten!’
Chantal glimlacht. ‘Dat is de juiste instelling, Eira.’
Gerard zegt: ‘Kan zij ook zingen, Chantal?’
‘Of ze kan zingen? Anders zou ze heus niet zijn toegelaten op het conservatorium, Gerard. Ze wil ook muzikant worden, zangeres.’
‘Laat dan eens wat horen? Als ze goed is, mag ze best wel een keer mee het podium op!’
Eira kan haar oren niet geloven. ‘Echt waar?’
Gerard knikt. ‘Waarom niet? Als Chantal zegt, dat je kunt zingen, dan geloof ik haar meteen! Ik weet hoe goed zij kan zingen, en ze heeft er zelf ook nog flink verstand van!’
‘Wat moet ik dan zingen?’
‘Wat voor genre ken je zoal? Het maakt niet uit, wat je zingt. Als het maar goed is!’
Ik zeg tegen Eira: ‘Als je wilt, kun je mijn telefoon gebruiken, daar staan veel goede liedjes op. En je kun je afspelen op de bluetoothspeaker daar.’
‘Ja, graag!’
Ik geef haar mijn telefoon en zet de app voor muziek erop. Ze scrolt door de lijst en zegt dan: ‘Kun je me deze afspelen, John?’
Ik kijk wat ze wil gaan zingen. ‘Zo, respect! Dat is niet gemakkelijk! Janis Joplin met Me and Bobby McGee!’
Gerard kijkt verbaasd, want dit vereist toch wel de nodige kwaliteiten. Maar Eira gaat klaar staan om te zingen, en als de muziek begint te spelen, begint ze te zingen. En ze zingt het precies goed. Met de juiste zuiverheid en rauwheid in haar stem om het lied boven uit te laten stijgen. En vooral maakt ze haar eigen versie ervan. Daarna vraagt ze me om een nummer van de The Chiffons af te spelen. Ook dat zingt ze erg goed. En ze lijkt er geen genoeg van te krijgen en doet het duidelijk voor haar plezier. Maar Gerard onderbreekt haar. ‘Nou, dat lijkt me duidelijk! Van mij mag je meedoen! Als Chantal dat niet erg vindt?’
‘Nee, natuurlijk niet! Ze zingt duidelijk graag. Wanneer moeten we weer?’
‘Over een uur, dan is de andere band klaar.’
Chantal kijkt Sean en Hilde aan. ‘En vinden jullie het ook goed? Want we moeten dan weer twee uur op het podium staan, en dan doet Eira ook mee.’
Hilde glimlacht trots. ‘Natuurlijk mag ze dat doen! Het zou ons erg trots maken!’
Eira rent dan op haar moeder af en omhelst haar. ‘Dank je, mam! Je weet niet, hoeveel dit voor me betekent!’
Hilde moet er van huilen en snikkend zegt ze: ‘Je gelooft het misschien niet, maar dat doe ik wel, Eira. Vroeger wilde ik ook zingen, maar dat werd me toen verboden. Een vriendin van me mocht dat wel, Patty heette ze en dat ging in eerste instantie erg goed, maar later werd het een groot fiasco. Ze heeft een hit gescoord, en meende dat ze er toen was. Drank en drugs hebben haar letterlijk de nek omgedraaid. Enkele jaren later hebben ze haar gevonden, ze was dronken van haar boot gevallen.’
Eira kijkt geschokt. ‘Dat heb je me nooit verteld, mam! Is dat daarom, waarom je nooit wilde, dat ik ging zingen?’
Hilde knikt. De tranen lopen over haar wangen. Ze heeft het er echt moeilijk mee. Maar ze zegt dapper: ‘Maar ik weet ook, dat je niet Patty bent. Jij bent mijn dochter, en ik weet, dat je bij John en Chantal in erg goede handen bent. En ook die opleiding zal je wel leren, hoe je moet omgaan met succes. Dus daarom sta ik je ook toe om je hart te volgen.’
Eira’s ogen zijn ook vol met tranen en ze knuffelt haar moeder bijna plat. ‘Dank je, mam! Ik zal je nooit teleurstellen!’
Ze droogt haar tranen en loopt dan naar Gerard. ‘Ik wil graag met jullie meespelen! Dat is altijd mijn droom geweest, om eens op een podium voor veel publiek te spelen. Maar ik weet niet, of ik dat al kan! Ik bedoel, we zijn niet eens gewend om met elkaar te spelen!’
‘Dan doe je toch gewoon wat mee op de achtergrond. We spelen wel vaker samen, maar we improviseren ook erg vaak. En nu John en Chantal ook meedoen in de band, hoeven we dat minder vaak te doen. Maar vertel me eens, hoe komt het, dat een jonge meid, als jij, van die oude nummers zo uit je hoofd kent?’
Eira glimlacht. ‘Omdat ik dat mooie muziek vind. Dat is nog echt gezongen, zonder elektronica om de stemmen beter te maken.’
Gerard knikt goedkeurend. ‘Nou, dan moeten we maar eens snel doornemen, welke nummers je wel kunt zingen. Wij kennen zowat alle liedjes, die er maar uit die periode komen, dus dat zal het probleem niet zijn!’
Ze praten een heel tijdje met elkaar en komen dan met enkele nummers, die Eira kan zingen. En ook enkele, die ze samen met Chantal kan zingen. Niet veel later lopen ze naar het podium, maar net voordat Eira naar het podium wil lopen, houdt Gerard haar tegen. ‘Hmm, zo het podium op, dat doen we dus echt niet! Hier, een bijpassende jas!’
Eira kijkt verbaasd, als Gerard haar een jasje geeft, precies in haar maat. Chantal lacht en zegt: ‘Je denkt toch niet, dat het zo heel toevallig is, dat je nu hier bent, Eira? Dit hebben we al helemaal doorgesproken met je ouders. We wisten heel goed, dat je graag mee zou optreden. Dus hebben we alles al voorbereid!’
Eira kijkt ons aan met open mond. Iedereen moet nu lachen. Ze kan het amper geloven. ‘Dus ik was al lid van de band, voordat ik het wist?’
Gerard knikt lachend. ‘Ja, hoe moesten we anders jouw maat weten? Kijk maar, je naam staat er al op!’
Ze omhelst Gerard en alle anderen en zeker ons nog eens stevig. Dan loopt ze met ons mee het podium op, trots als een pauw. We spelen enkele nummers, en dan mag Eira voor het eerst zelf een liedje zingen. Ze is duidelijk wat zenuwachtig, maar slaat zich er goed doorheen. Later, als ze samen met Chantal een duet zingt, is ze al meer los, en wordt al meteen duidelijk, dat ze zich hier op het podium helemaal thuis voelt. Maar ze zingt ook weer net zo gemakkelijk op de achtergrond mee. Later, als we weer klaar zijn voor vandaag, zitten we weer allemaal onder de voortent van onze caravan. Sean en Hilde zijn enorm trots op hun dochter, en Eira is echt niet minder trots. Ze kan het nog amper geloven, dat ze nu voor het eerst echt heeft opgetreden voor publiek. Adrenaline giert nog steeds door haar lichaam, maar ze is nog steeds wat beduusd van alle complimentjes, die ze krijgt. Hoewel ze achttien is, zoekt ze wat bescherming in de trotse armen van haar ouders. Maar ook de avond gaat voorbij en Sean en Hilde nemen afscheid van ons voor de nacht. Eira doet dat ook, maar ze verrast ons door ons op onze wang te zoenen.
‘Bedankt, dat jullie ervoor gezorgd hebben, dat ik mee mocht spelen!’
Dan snelt ze weg en loopt met haar ouders mee. We kijken haar na. Chantal zegt: ‘Volgens mij hebben we iemand heel gelukkig gemaakt, John!’
‘Ja, maar ik hoop, dat ze nu niet al te veel van ons verwacht. Want het echte werk is toch weer wat anders, dan dit. Dit doen we voor ons plezier!’
Chantal moet lachen. ‘Ja, je weet nu ook, wat het inhoudt om voor je beroep te moeten spelen. Maar het is toch evengoed erg plezierig om te doen?’
‘Jawel, maar ik zie me er geen beroep van maken, waarbij je verplicht bent om op te treden.’
Chantal glimlacht. Ze begrijpt me helemaal. We lopen dan de caravan in, en gaan slapen.
De volgende morgen staat een toer gepland door de organisatie van het evenement. En we hebben gepland om allemaal in gepaste kleding te gaan. Chantal en ik hebben onze sixties kleding aangetrokken, en zo hebben Melissa en Daan dat ook gedaan. De meeste van onze club hebben zich zo gekleed, zelfs Joey en Veerle! En omdat we premiumplaatsen hebben, mogen we zelfs vrij voorin de stoet meerijden. Er staat een hoop publiek langs de weg, die zich van dit gebeuren niets wil laten ontgaan. En we genieten dan ook van de vele leuke reacties onderweg. Onderweg worden we door de organisatie nog eens verrast, als ze op het plein, waar ze sommige bestuurders interviewen, ons aanhouden. Dat hadden we niet verwacht. Het interview gebeurt deels in het Zweeds en Engels, waarbij het Zweeds vooral is om te vertalen, wat we allebei zeggen. Op het plein staat ook een band, die voor de nodige muziek zorgt. En de presentatoren, die ons interviewen, kunnen het niet laten om ons te vragen om een liedje te zingen. Chantal kijkt me aan en zegt tegen de presentatoren: ‘Mogen het er ook twee zijn? We zingen allebei even graag!’
Dat zorgt natuurlijk voor een vreugdevolle lach van de presentatoren, die ons dan naar het podium van de band brengen. We begroeten de bandleden, en praten even snel door, wat we willen zingen. Gelukkig is de band goed bekend met de muziek. Ik doe een liedje van Chuck Berry, terwijl Chantal een liedje van Connie Francis zingt. Het zorgt voor een plein vol swingende mensen, die ons belonen met een groot applaus. We rijden dan weer verder en komen een uur later weer op het terrein aan. Als we onze wagen parkeren, staat de band ons op te wachten. Gerard zegt me lachend: ‘Wat was dat nou weer? Vreemd gaan?’
Ik lach. ‘Tja, zoiets kun je toch niet weigeren, of wel?’
‘Dat zou ik ook niet gedaan hebben. Maar iets zegt me, dat we vandaag erg veel publiek krijgen. Gisteren stond het al helemaal vol, en dat zal na vandaag niet anders zijn. Ik kan me niet herinneren, dat we voor zoveel mensen hebben opgetreden.’
Ik lach. ‘Niet dat we dadelijk meer publiek trekken, dan de hoofdact in de grote tent!’
‘Dat zou wat zijn! Maar ik vond het wel erg leuk, dat jullie geïnterviewd werden.’
‘Ja, maar dat we gevraagd werden om wat liedjes te zingen, dat was echt te gek!’
‘Ik ben stiekem wat jaloers op jullie! En dan te bedenken, dat we jullie er alleen bij gevraagd hebben, omdat jullie ons zo goed aanvullen!’
We staan dan samen te lachen, als er plotseling een jong koppel op ons af komt. Ze spreken ons aan. ‘Zijn jullie van the Crazy Horses?’
Gerard knikt. ‘Ja, dat zijn we. Wat kan ik voor jullie doen?’
‘O niets! We wilden alleen zeggen, dat we jullie echt te gek vinden! Jullie zijn best goed!’
‘Dank je! Dat horen we graag. Maar ik hoor een zuidelijk accent bij jullie, waar komen jullie vandaan?’
‘We komen uit Sittard. We hadden gehoord van deze meeting, en Roel heeft zich net vorig jaar zijn droomwagen gekocht.’
‘Ah, wat voor een wagen?’
‘Een Buick Riviera uit 64. Daar moet nog erg veel aan gebeuren, en we hoopten hier wat onderdelen te kunnen vinden.’
‘O, dat is een leuke wagen! Wat moet er nog aan gebeuren?’
‘Het gebruikelijke, roest en zo. En de versnellingsbak heeft zijn beste tijd gehad. Maar hij heeft het tot hier gered, en ik denk ook wel, dat terug ook wel lukt.’
‘Ach, en als je pech krijgt, kan Daan je wel afslepen. Die heeft een garage, en is nu hier met zijn oprijwagen.’
‘En voor laswerk kun je ook wel bij John terecht, die helpt je wel voor een klein prijsje.’
‘Zijn jullie een club of zo?’
‘Ja, een hechte vriendengroep, met leden door heel Limburg, maar intussen hebben we ook leden in Duitsland, een vriend die terug naar Duitsland is verhuisd, leden uit Kampen, de ouders van Johns vrouw, en een Hagenees, die inmiddels vlakbij Tilburg woont.’
‘En daar kun je lid van worden?’
‘Dat kan, maar we zijn een heel democratische club. Iedereen moet ermee instemmen. Kom, dan gaan we eerst eens jouw wagen bekijken!’
Daan en Kurt zijn ook wel benieuwd naar de wagen van deze nieuwe vrienden. Ze lopen met ons mee, maar er wacht het tweetal een nogal nare verrassing. Hun achterburen zijn een groepje nogal luidruchtige en dronken Duitsers, die er lol in scheppen anderen te treiteren. Maar nu zijn ze wel een stapje te ver gegaan in hun treiterijen. Ze hebben een reusachtige jeep bovenop de tent van Roel en Renate geparkeerd. En ze staan er ook nog om te lachen! En dat schiet natuurlijk in het verkeerde keelsgat van onze nieuwe vriend Roel.
‘Wat heeft dit te betekenen, godverdomme!’
De mannen kijken geamuseerd om. ‘Dat betekent, dat je een nieuwe tent moet kopen, Dutchie!’
Het is meer dan duidelijk, dat de mannen uit zijn op ruzie. Ik zeg tegen Daan: ‘Oei, dat wordt vechten! En ik weet niet wat jij doet, maar als ze gaan vechten, doe ik mee!’
‘Ik ook. Het is altijd dezelfde groep, het is tijd, dat ze een lesje leren!’
Kurt zegt dan: ‘Als jullie meedoen, dan ik ook! Eens kijken, als we Gerard niet meerekenen, dan is het vijf tegen tien. Dat lijkt me wel een beetje in orde. Wie neemt dan wie voor zijn rekening?’
‘Ik neem die grote wel voor mijn rekening, Kurt. Daan, die kleine kon ook wel eens een probleem worden. Die is voor jou!’
‘Oké, welke pak jij dan, Kurt?’
‘Die met dat lange haar. Lijkt me ook een link type, en daar weet ik wel raad mee!’
Lang hoeven we niet te wachten, tot de ruzie begint. Zoals ik al verwachtte, beginnen de Duitsers met duwen, en ik spring tussenbeide.
‘Ruhig meine Herren! Wir wollen kein Streit!’
Maar de Duitser reageert met een flink klap in mijn buik, waardoor ik dubbel klap. En dat ziet ook Chantal. Die rent op me af, maar helpt mij niet, maar geeft de grote Duitser een flinke rake trap in zijn kruis. Die daarop ook in elkaar zakt, want dat had die kerel niet zien aankomen. En dan is ook gelijk de hel los. Ik herstel me snel, en houd een andere kerel weg van Chantal. Iedereen is aan het vechten, en er worden echte rake klappen uitgedeeld. Door onze jarenlange training kunnen we onze schade wel binnen de perken houden, maar de Duitsers zijn anders ook niet echt slecht. Opeens zie ik een van de Duitsers met een mes op Daan afkomen. Ik maak een schijnbeweging, waardoor de Duitser, die me wil slaan, me helemaal mist, en daardoor zijn kompaan raakt, die me ook wil aanvallen. In plaats daarvan spurt ik door naar de Duitser met het mes en zet een sprong in met gestrekt been. Als dit raak is, dan zal er zeker schade ontstaan bij de Duitser. Maar ik ben niet de enige, die het gezien heeft, en actie wil ondernemen. Ook onze nieuwe vriend Roel maakt een vergelijkbare actie, en vrijwel tegelijkertijd raken we de Duitser, die meteen buiten gevecht gesteld is. Ondanks dat we aan het vechten zijn, moeten we even lachen. ‘Goede move!’
‘Die van jou mocht er anders ook zijn!’
We staan weer snel op en helpen onze andere vrienden. Maar al snel komt er politie opdraven. Die handhaaft de orde met harde hand, dat wil zeggen met gummiknuppels. Wij geven al meteen op, maar de Duitsers willen niet echt van opgeven weten. En dat komen ze te weten ook. Ze krijgen dan ook een pak slaag, waar een hond geen brood van lust. Bovendien worden ze in de boeien geslagen. Binnen een mum van tijd komen er talloze busjes aangereden, waar we allemaal, zonder uitzondering, worden ingeladen. We worden naar het politiebureau afgevoerd, waar we een hele tijd in de arrestatieruimte worden vastgehouden. Kurt moet lachen. ‘Ik had me wel iets anders voorgesteld bij zo’n meeting, John!’
Ik lach. ‘Ik ook! Maar we zijn zelf niet begonnen, Kurt. En er zijn altijd van die types, die rotzooi willen trappen. Vorig jaar stonden ze er ook al, en toen waren ze ook al bezig. Maar ik denk nu wel, dat ze een grens hebben overtreden.’
Daan knikt. ‘Daar heb je wel gelijk in. Als de organisatie ze volgend jaar toelaat, dan draai ik me om. Ik ga me toch geen herrie op de hals halen?’
‘Dat ben ik absoluut met je eens. Wat jij, Roel?’
Roel kijkt me aan. ‘Als ik dan met jullie mee mag, dan draai ik me ook om!’
Gerard zegt dan meteen: ‘Ik denk, dat we maar eerst even moeten stemmen. Ik draag Roel voor om lid te worden.’
Iedereen heft meteen zijn hand op. ‘Voor!’
Ik zeg dan: ‘Nou, je hoort het, Roel! Je bent bij deze toegelaten!’
Roel lacht. ‘Gaat dat hier zo gemakkelijk?’
‘Natuurlijk! We zijn allemaal vrienden. En die stemronde is eigenlijk alleen maar om de sfeer in de groep goed te houden. Maar jij kunt anders ook wel een robbertje vechten!’
Roel lacht. ‘Nederlands kampioen Taekwondo bij de junioren. Ik doe het nu niet meer op wedstrijdniveau, maar train nog wel. Maar jullie zijn anders ook niet slecht!’
‘Wij doen aan kickboksen. Ik doe niets op wedstrijdniveau, maar heb laatst wel een wedstrijd tegen Enrico Klaassen gedaan.’
Roel kijkt me geschokt aan. ‘Was jij dat? Die wedstrijd heb ik gezien! Mijn lieve hemel! Dat was me nog eens een wedstrijd!’
‘Ja, dat was ik. Mijn eerste en laatste wedstrijd. Die wedstrijd was er alleen om Enrico een lesje te leren.’
‘Dat is je wel gelukt! Ik hoorde, dat hij nog steeds niet hersteld is van die blessure.’
‘Tja, dat heeft hij zichzelf aangedaan. Als hij meent de wedstrijd op slinkse wijze te winnen, dan wil ik hem best wel wat anders wijs maken.’
‘Maar ik begrijp het niet zo goed. Hoe kun je zo goed zijn, terwijl je amper wedstrijden speelt?’
‘Ik ben de vaste sparringspartner van Otto Hensgens. Misschien heb je wel eens van hem gehoord?’
‘Ja, die ken ik wel! Ah, dat verklaart wel wat!’
Ik grijns. ‘Otto zegt altijd, dat hij nooit met mij een wedstrijd wil doen. Volgens mij is hij bang om te verliezen! Ik ken hem te goed!’
Roel lacht. ‘Na wat ik gezien heb in die wedstrijd tegen Enrico, geloof ik dat meteen! Maar even terugkomen op jullie club. Jullie menen dat serieus?’
‘Ja, als je wilt, kun je meteen instappen!’
‘Zijn er nog kosten aan verbonden?’
‘Niet veel. We houden een jaarlijkse feestavond, die wordt altijd bij mij thuis gehouden. Daar is ook zo te zeggen ons clubhuis, en tevens de clubstalling. En die kosten moeten betaald worden. En dan nog de kosten, die we maken voor uitstapjes en zo. We zitten nu op twintig euro voor het lidmaatschap en tweehonderd voor de stalling, als je daarvan gebruik wilt maken.’
Daan zegt: ‘En niet te vergeten, je mag dan ook gebruik maken van de werkplaats in zijn loods, en bij mij krijg je flinke korting op onderdelen en arbeidsloon in mijn garage.’
‘Nou, dan hoef ik niet lang na te denken. Waar mag ik mijn lidmaatschapsgeld aan betalen?’
Gerard wijst naar mij. ‘John is onze voorzitter en kasbeheerder! Welkom in de club!’
We zitten gezellig te kletsen, als ik uit de cel geroepen word.
‘John Vliegers?’
‘Dat ben ik!’
Ik loop naar de agent, die me komt halen. Hij brengt me naar een kamer, waar een aantal agenten in zitten.
‘We zouden graag uw versie van de ruzie tussen jullie groep en die Duitsers willen horen.’
‘Tja, er valt niet erg veel te vertellen. We hadden net iemand ontmoet, die vlak uit onze buurt komt. We wilden zijn wagen gaan bekijken, en toen zagen we, dat die Duitsers hun terreinwagen bovenop de tent van onze nieuwe vriend geparkeerd hadden. Je kon al meteen vooraf vertellen, dat ze uit waren op ruzie. Ik heb het eerst nog geprobeerd te sussen, maar voordat ik het wist, werd ik al in mijn buik geslagen. Ik heb daar de blauwe plek nog! Het was een flinke klap!’
Ik trek mijn shirt, dat toch al kapot is, omhoog. Een flinke blauwe plek rond mijn lever is te zien. De agenten kijken vol respect.
‘En daarna ging het snel. Mijn vriendin trapte die kerel in zijn zak, en de rest, dat weten jullie nu wel. Ik heb overigens wel een vraag. Tijdens het gevecht, liep er iemand met een mes rond. Die heb ik buiten gevecht gesteld, want ik wil niet dat er iemand aan het mes geregen wordt. Maar ik zou graag willen weten, hoe het met hem gaat, want hij is behoorlijk hard geraakt!’
‘Een hersenschudding, maar waarschijnlijk niets ernstigs. Maar u zei, dat hij een mes in zijn handen had?’
‘Ja, een nogal flink mes. Daar had hij best iemand mee kunnen verwonden, of zelfs kunnen doden.’
‘Hmm, ik zal onze collega’s even er naar laten zoeken. Maar jullie konden nogal stand houden tegen hun. Het was vijf tegen tien. En later zijn er daar nog van hun kant bijgekomen.’
‘We doen allemaal aan vechtsport op hoog niveau. We hebben ons alleen maar verdedigd.’
‘Dat hebben we ook van andere getuigen al gehoord. En als ik het zo mag geloven, hebben jullie er vooral voor gewaakt jullie tegenstanders niet al te zeer te verwonden. Daar heb ik nog wel wat vragen over.’
‘Dat is eigenlijk simpel. Omdat we op zo’n hoog niveau trainen, kun je rustig stellen, dat onze handen en voeten wapens zijn. En daar moet je verantwoord mee omgaan. Les één voor iedere gevechtssport!’
‘Oké, dat klinkt zeer aannemelijk. Jullie mogen weer terug naar het terrein, maar we moeten nog wel even al jullie gegevens noteren.’
‘Dat is zeer begrijpelijk. We zijn normaal geen ruziezoekers, we zijn een gezellige vriendengroep. Maar wie aan onze vrienden komt, die mag wel wat tegenstand verwachten. Dat zou u toch ook doen voor uw vrienden of collega’s?’
De man glimlacht. ‘Ik mag het niet zo zeggen, maar dat zou ik waarschijnlijk ook gedaan hebben. Ik hoop, dat de rest van uw verblijf hier rustiger zal verlopen.’
De man noteert dan wat van mijn gegevens, en maakt een kopie van mijn ID. Dan mag ik gaan. Buiten de kamer wacht Chantal al op me. Ze is ook mee naar het bureau gemoeten en is ondervraagd. Ze staat met de rug naar me toe, en ik laat mijn armen om haar middel glijden.
‘Aha, hier is mijn stout meisje!’
Chantal kijkt om en glimlacht. ‘En daar is mijn vechtersbaas! Je hebt toch niets?’
‘Alleen een flinke blauwe plek, waar die Duitser me in mijn maag sloeg. Verder is er niets aan de hand. Dat zal nog wel even pijn doen, maar dat overleef ik wel.’
‘Gelukkig! Maar ik hoop, dat hij zijn pik nooit meer omhoog krijgt! Hij moet van mijn mannetje afblijven!’
Ik lach. ‘Weet je, ik was best wel trots, dat je dat deed! Ik had het absoluut niet van je verwacht!’
Chantal lacht ook. ‘Ik weet ook niet wat me bezielde. Ik zag hem jou zo onverwachts slaan, en toen knapte er iets bij mij. En ik heb mijn wraak wel gekregen!’
Ik geef haar een zoen. ‘Ik ben trots op je, Chantal. Maar dit moet je niet te vaak doen. Je bent zwanger, weet je nog?’
Chantal lacht. ‘Dat vergeet ik heus niet! Maar mag je nu weer naar huis?’
‘Ja, maar we moeten nog even wachten op de rest. Daarvan moeten ze nog wat gegevens noteren.’
Een half uur later is iedereen weer op vrije voeten, en worden we naar huis gebracht door de rest van onze vrienden. Op het meetingterrein worden we als helden ontvangen, maar daar willen we niets van weten. We zijn niet trots op het gevecht. Wel dat we ze in minderheid de baas konden, maar niet om het vechten zelf. Renate is blij om haar man weer te zien, hij heeft niet meer dan een paar schrammen en een paar blauwe plekken.
Ze trekt echter wel meteen flink van leer tegen hem: ‘Moest je nu echt weer vechten, Roel? Je had me beloofd, dat je dat niet meer zou doen!’
‘Schat, als ik het had kunnen voorkomen, dan had ik dat gedaan! Maar ze waren gewoon uit op ruzie. Daar kan ik toch niets aan doen!’
‘Ik weet het, maar ik was zo ongerust over je! Maar ik begrijp alleen niet, waarom die je al meteen hielpen?’
‘Soms heb je niet lang nodig om vriendschap te sluiten, Renate. En ik moet toegeven, dat ik ze nu ook echt als vrienden beschouw. Zo’n gevecht zorgt wel voor een band met elkaar. En ik heb overigens gezegd, dat ik bij hen lid wil worden in hun club. Ik hoop niet, dat je het erg vindt?’
‘Weet je zeker, dat het geen vechtersbazen zijn?’
Roel lacht. ‘Daar ben ik absoluut zeker van. Ik zou echter geen ruzie met hun zoeken, want vechten kunnen ze als geen ander. Maar dat is juist goed! Dat zorgt voor balans. Ze gebruiken het niet om ruzie te zoeken, alleen om zich te verdedigen. En dat is alles, wat ik wil.’
‘Dan vind ik het goed. Maar wat hebben ze met jullie gedaan in het politiebureau?’
‘Niet veel. We hebben eigenlijk alleen maar in de arrestatieruimte gezeten. Ze hebben alleen met John gepraat.’
‘En die mannen, met wie je aan het vechten was?’
‘Dat weet ik niet. Die zaten ergens anders. Ik heb alleen mijn gegevens moeten achterlaten en ze hebben een kopie van mijn ID gemaakt. Dat was het eigenlijk. We hebben ook niets fout gedaan. We hebben ons alleen verdedigd. Daar is niets mis mee.’
‘Wil je dat nooit meer doen, Roel? Ik heb me vreselijk ongerust gemaakt!’
Roel geeft zijn vrouw dan een zoen, waarmee alles dan weer goed lijkt te zijn. Maar dan komt het besef van hun kapotte tent. ‘Roel, hoe moeten we dat vanavond doen? We hebben geen tent meer, en de winkels zijn nu natuurlijk ook nog eens dicht!’
Ik zeg meteen: ‘Dat moet geen probleem zijn. Als jullie het geronk van Daan kunnen uithouden, dan is er nog plaats in de tweede ruimte van de voortent van mijn caravan. Daar mogen jullie best wel overnachten, geen probleem!’
Renate en Roel kijken verbaasd. ‘Wauw, dat nemen we graag aan!’
We helpen ze dan met het verzamelen van hun spullen, en Roel rijdt ook zijn wagen naar onze plekken toe. Daar maken we wat plek voor zijn wagen, en gelukkig valt de schade bij Renate en Roel nog wel mee. Hun luchtbed heeft de vernieling overleeft, en ook hun slaapzakken. Alleen hun eetgerei en brandertje zijn zo beschadigd, dat het niet meer bruikbaar is. En dan natuurlijk ook nog de tent. Maar daar windt Roel zich weer over op. Hij zegt dan: ‘Ik ga toch nog eens terug naar het politiebureau. Ik ga aangifte doen van vernieling. Dat ze mij maar de schade vergoeden!’
‘Moeten we met je mee gaan? Voor het geval, dat je ze nog eens tegen het lijf loopt?’
‘Misschien wel beter. Maar alleen tot aan het politiebureau. Ik wil ook weer geen rel uitlokken.’
We rijden dan met verschillende wagens naar het politiebureau, waar juist de Duitsers worden vrijgelaten. Ze zien er niet bepaald fraai uit en kijken verslagen. Roel kan het niet laten en roept ze toe: ‘Jammer, dat ze jullie vrij hebben gelaten! Want jullie moeten nog mijn schade aan mijn tent betalen!’
Een van de mannen kijkt naar Roel en komt naar hem toe, met opgeheven handen. ‘Hey, ik wil nu geen ruzie meer. We hebben nu al last genoeg met de politie! Wat is de schade? Dan betaal ik die wel voor je.’
‘Oké, dat was nog een nieuwe tent, heeft me vijfhonderd euro gekost. En er zijn zo ook nog wat spullen beschadigd. Als ik alles ga tellen, ben ik al snel aan de achthonderd euro!’
‘Ik geef je duizend euro, en dan vergeten we alles. Maar dan wil ik wel, dat je verder geen aangifte doet.’
‘En de kleren van mijn vrienden dan?’
‘Goed, vijftienhonderd! Meer heb ik niet, want ik moet ook nog geld hebben om weer thuis te komen.’
‘Vooruit, daar doe ik het voor. Maar wat was dat voor een onzin?’
‘Ach, het spijt me zo. Sommigen van onze groep hadden drank op en hadden pillen genomen. Geen goede combinatie. Dat is niet goed te praten, maar het is helaas wel gebeurd. Daar kan ik niets meer aan veranderen. En voor de rest, ik zag alleen, dat mijn vrienden aan het vechten waren met jullie, en dan help je elkaar. Dan vraag je niet, wat er aan de hand is.’
‘Dat is een fair antwoord. Goed, dan laten we het er verder bij. En ik hoop, als we elkaar weer zien, dat we erom kunnen lachen en een pot bier samen kunnen drinken!’
De man glimlacht en schudt de toegestoken hand. Hij trekt meteen zijn portemonnee en trekt daar het geld voor Roel uit. Dan neemt hij afscheid en vertrekt met zijn vrienden.
Roel loopt terug naar ons en zegt: ‘Zo, dat is ook weer geregeld. Hij heeft me de schade vergoed, en meer dan ruimschoots. En hij heeft min of meer zijn excuses aangeboden, en dat volstaat voor mij ook.’
Renate zegt dan: ‘Ga je nu dan geen aangifte meer doen?’
‘Nee, ik denk, dat ze nu al problemen genoeg hebben, en ze hebben de schade betaald. Hij heeft me vijftienhonderd euro gegeven. Dat lijkt me ruim voldoende.’
Renate kijkt geschokt. ‘Had hij zoveel geld op zak? Wow, dat zou ik niet eens durven!’
Roel komt naar ons toe en duwt ieder van ons, die betrokken was bij het gevecht, honderd euro in de handen. ‘Voor je beschadigde kleren en voor de hulp. Dat had ik er bij hem uitgehouden.’
‘Ach, we deden het niet om het geld!’
‘Maar je hebt nu wel kapotte kleren, die moeten betaald worden. Waar je het zelf voor gebruikt, dat moet je zelf weten!’
We nemen het dan dankbaar aan, en keren dan terug naar het kamp.
Bij de ingang worden we nog even apart gehouden door de organisatie. Ze willen de toedracht weten, en die vertellen we dan ook eerlijk. Ze vertellen ons dan ook al meteen, dat de groep Duitsers voorlopig niet meer zal worden toegelaten. Ze waren al langer een probleem en nu zijn ze te ver gegaan. Maar ook wij krijgen een waarschuwing, maar wel een met een glimlach. Ze weten, dat we nooit zouden gaan vechten, als er geen noodzaak voor was. We gaan dan weer onder de voortent zitten, waar inmiddels iedereen wel een stoel heeft bijgeplaatst. Roel zegt meteen: ‘Zo te zien slapen we wel in de tent, waar alles gebeurt!’
Sander zegt tegen hem: ‘Ja, John is een beetje de spil van onze groep. Zonder hem zou dit alles niet zijn.’
Ze raken aan de praat en zo leren ze elkaar ook beter kennen. Maar dan is het tijd om weer op te treden, en we kleden ons weer om voor het optreden. Iedereen volgt ons naar het optreden. We zijn er nog ruim op tijd, maar als we ons willen gaan voorbereiden, komt iemand van de organisatie naar ons toe. ‘Jongens, we hebben een probleem! De band, die vanavond in de grote tent zou spelen, heeft pech met hun bus, en ze halen het niet op tijd. En jullie waren gisteren zo’n groot succes, dat we jullie willen vragen om in de tent te spelen, in plaats van hier!’
Ik kijk Gerard aan, want het is zijn band. Ik ben dan wel voorzitter van de club, maar over de band heb ik niets te zeggen. Gerard knikt echter. Hij zegt dan wel: ‘Dan hebben we wel even hulp nodig om onze instrumenten te verplaatsen en aan te sluiten.’
‘Geen probleem! Ik informeer het publiek wel, dat er wat problemen zijn, en dat jullie als vervangende act komen optreden, en dat het daarom iets langer zal duren, voordat het optreden begint.’
We roepen dan onze vrienden bij elkaar, die ons meteen beginnen te helpen. Ook Roel en Renate helpen mee, en het valt me al meteen op, dat Roel wel raad weet met de instrumenten en de versterkers, die we moeten verplaatsen. Ik vraag hem: ‘Je bent hiermee bekend?’
‘Ja, ik heb een aantal jaren in een band gespeeld, hoezo?’
‘Wat speelde je daar?’
‘Pff, van alles. Trompet, contrabas, keyboard. Zolang ik maar niet hoef te zingen. Achtergrond gaat nog wel.’
Ik roep meteen Gerard: ‘Gerard, nog een muzikant! Kan trompet en contrabas spelen.’
Gerard kijkt Roel aan. ‘Zin om mee te doen?’
‘Mag Renate dan ook meedoen?’
‘Hangt er vanaf. Wat kan ze?’
‘Ze heeft in mijn oude band het achtergrondkoor gedaan, maar ze kan ook geweldig saxofoon spelen.’
‘Hmm, een saxofoon heb ik niet bij.’
‘Ze kan anders ook wel goed met de trompet overweg.’
‘Die heb ik wel twee bij. Meestal komen we daar niet aan toe, maar het zou fijn zijn voor sommige nummers. Maar we hebben nog niet samen geoefend. Wat was jullie genre?’
‘De fifties. Misschien kende je onze band. We waren de Old Moodies.’
‘Ah, die ken ik inderdaad. Die zijn een paar jaar geleden opgehouden.’
‘Klopt. We kregen ruzie, en toen hebben we de band verlaten.’
‘Ruzie?’
‘Nou ja, toen was Renate de vriendin van de leadzanger, Max. Maar Renate maakte het uit, en begon toen iets met mij. Tja, dat was vragen om.’
Gerard lacht. ‘En inmiddels gelukkig getrouwd?’
‘Ja, nu al twee jaar. En geen zorgen, zo erg zijn we echt niet.’
Gerard roept de rest er even bij. ‘Jongens, Roel en Renate zouden wel een aanvulling kunnen zijn voor de band. Wat denken jullie ervan? Ze spelen allebei trompet, en Renate zelfs saxofoon. En Roel kan de contrabas spelen. Dat zou ons wel heel erg compleet maken.’
Sander grijnst. ‘Dan heb je eindelijk je bigband!’
Gerard lacht. ‘Ja, maar daar is het me niet om te doen. Dat weet je ook wel. Dit is een vriendenband. We doen het om vriendschap en muziek!’
Sander zegt meteen: ‘Ik heb wel een goed gevoel bij die twee. Ze wonen niet al te ver weg, en ze lijken me wel in orde. Dus we zouden ook vaak kunnen samen oefenen. Maar hebben ze ervaring met ons genre?’
‘Ze komen uit de Old Moodies. Dus dat lijkt me genoeg antwoord.’
‘We kunnen het eens proberen. Ik heb er niets op tegen.’
En dat blijkt voor iedereen zo te zijn. Maar Kurt vraagt dan: ‘Dan heb ik ook nog een vraag. Zou dan ook Ylke mee mogen spelen? Of ze kan zingen, dat hoef je niet meer te vragen. Dat zou ze echt graag een keer willen doen, en ik had het haar beloofd na de vakantie te vragen. Maar nu Roel en Renate worden gevraagd, waarom zou ik het dan nu al niet doen?’
We kijken elkaar aan. ‘Roep ze maar snel, maar nu zitten we wel zonder shirts en jasjes! Daar had ik ook weer niet op gerekend!’
Chantal zegt daarop: ‘Ik heb wel een idee, Gerard. Laat mij maar even. Bouwen jullie dit maar even op, dan ben ik even weg met de dames.’
Gerard knikt en Chantal loopt snel weg. Even later zie ik ze vertrekken met Ylke en Renate. We beginnen dan met het opbouwen, wat toch wel zijn tijd duurt. Maar een half uur later zie ik ze terugkomen, in het gezelschap van Eira. Allemaal gekleed in fifties stijl, en ik herken wat kleren, waar Melissa zeker haar hand in heeft gehad. We zijn dan ook net klaar, en zijn bezig met de soundcheck. Daar zijn we snel mee klaar, en de dames komen dan het podium op. Er wordt meteen vanuit het publiek gefloten, want het is ook echt een plaatje om te zien! Ze zijn ook echt helemaal in de juiste stijl gekleed, compleet met make-up en haardracht. Het verbaast me, dat ze dat zo snel voor elkaar hebben gekregen, maar ik zou er niet van staan te kijken, als vrijwel iedere dame van de club heeft meegeholpen.
Ik zeg tegen Chantal: ‘Zo, dat hebben jullie snel gedaan!’
Chantal glimlacht. ‘Ik wist, dat Melissa dit had liggen. Het was eigenlijk voor iets anders bedoeld, maar dit is natuurlijk wel iets bijzonders! Dus ik heb haar overgehaald ons dit te lenen, en toen heeft iedereen meegeholpen ons op te maken en onze haren te doen! En zo heeft Renate meteen kunnen ervaren, hoe geweldig hecht onze groep is.’
Ik geef haar een zoen, en we nemen dan onze posities in. We hebben al een playlist staan, en Gerard zet dan de eerste noten in. En vanaf dat moment is het echt feest in de tent. Er wordt geswingd, gedanst en meegezongen. Je ziet echt mensen meegenieten, en dat motiveert ons echt heel erg. We geven alles, en spelen zelfs drie uur lang aan één stuk door. Dan komt de band, die we moesten vervangen, toch eindelijk aan. We willen dan plaats voor hen maken, maar de band heeft ons al zien spelen, en willen niet, dat we vertrekken. In plaats daarvan vragen ze ons met hun mee te spelen. En dat is natuurlijk een grote eer voor ons. En zo staat er echt een grote bigband op het podium, met blazers, drums, en zelfs violen. En we hebben enorm veel plezier in, wat we doen. We spelen nog eens enkele uren, maar dan zijn we ook echt op. Onze kelen zijn bijna schor van het zingen, en we zijn tot op ons ondergoed nat van het zweet. Want het is toch best hard werken op het podium, ook al doe je het nog zo graag. De band bedankt ons, waarop we een staande ovatie krijgen van het hele publiek. We gaan dan wat drinken in de bar, voor een wel verdiend drankje. Iedereen staat nog helemaal onder de adrenaline van het geweldige optreden, en we krijgen dan ook veel complimenten uitgedeeld. Ik zeg lachend tegen Gerard: ‘Niet slecht voor een amateur vriendengroepje uit het zuiden van Nederland!’
‘Ja, absoluut! Dit is werkelijk een droom voor me, die uit is gekomen! En die laatste twee uur dan! Echt geweldig! Maar ik ben echt kapot!’
‘Ik ook! Ik denk, als we zo in bed liggen, dat ik amper nog tot tien kan tellen!’
We maken het dan ook niet meer lang, en niet veel later liggen we allemaal in dromenland.
Volgende deel: De Gezusters Santegoed - 42