Ontmoeting Op Het Kerkhof
7 januari 2015 - Père Lachaise, Parijs
*NIEUWSFLITS* In het hartje van Parijs zijn zeker twaalf doden en zeven gewonden gevallen bij een schietpartij op de redactie van het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo. De terroristen gingen ongezien brutaal te werk, en vluchtten schietend door de straten van de Franse hoofdstad. Van hen ontbreekt op dit moment elk spoor. ***
WOLF
Het charmante en romantische Parijs waar ik zo gek van ben, is veranderd in een stad in oorlog: politiewagens en ziekenwagens rijden af en aan in een gekmakende kakafonie van sirenes en alarmsignalen. Ongeruste bewoners steken hun hoofden uit de vensters om informatie uit te wisselen met hun buren. Een groep tieners rent schreeuwend voorbij. Zelf ben ik ben vanuit mijn hotel onderweg naar het Centre Pompidou. Na succesvolle maar slopende onderhandelingen met een klant, ben ik toe aan enkele dagen ontspanning.
Tevergeefs, want even verder word ik tegen gehouden door een gewapende agent. "Bent u toerist?" vraagt hij. Ik knik snel. "Keer terug naar uw hotel en kom niet meer naar buiten. Waar logeert u?" "Novotel", antwoord ik zonder aarzelen. De agent wijst een zijstraat aan. "Vermijd de boulevards en metro. Stap bij het minste onraad een flatgebouw binnen." Ik knik nogmaals en maak rechtsomkeer. De agent kijkt me na. Wanneer zijn radio begint te ratelen, draait hij zich schreeuwend in de microfoon om en verdwijnt hij om de hoek.
Ik passeer Père Lachaise, het beroemde kerkhof. Een van de zwarte smeedijzeren toegangshekken staat een stukje open, alsof er net iemand doorheen is geglipt. Ik duw het verder open en ga naar binnen. Het rumoer van de stad lijkt te verstommen. Hier heerst stilte en rust. Ik laat mijn blik over de graven dwalen: nette grafstenen bij de hoofdweg, meer overwoekerde stenen verderaf. Voor een indrukwekkende stenen muur staat een rij oudere grafstenen, als gebroken tanden een beetje scheef en half weggezakt in de aarde. Een engel met een kapotte vleugel staart me met lege ogen aan. Een lichte bries strijkt door de bomen. Twee duiven fladderen tussen de graven. Rond 1 van de graven staan dranghekken - dit van Jim Morrison - maar vandaag ligt het er verlaten bij.
Onder een overhangende boom zit een jonge vrouw in kleermakerszit voor zich uit te staren. Haar ogen fixeren zich op één van de betonnen grafstenen die voor haar liggen. Ze kijkt triest. Een smeulende joint ontsnapt met korte tussenpozen aan haar lippen. Op haar schoot ligt een boek: Diana Gabaldoon - outlander. Haar korte haren zijn wit gevervd, zwarte make-up accentueren haar ogen. In haar lip heeft ze een piercing. Een veel te grote gebreide trui verbergt haar figuur. Ze is eerder mager dan mollig. Onder haar minirok draagt ze felgekleurde netkousen, aan haar voeten combat boots.
Iets in haar houding intrigeert me en ik stap op haar toe. "Wolf", stel ik me voor. "Marie" antwoordt ze in een typisch frans accent. Met een uitnodigend knikje gebaart ze me te gaan zitten. "Ik verwachtte je." vervolgt ze mysterieus. Nog voor ik kan reageren, legt ze haar hand op mijn arm. "Zolang je maar blijft wachten tot er iemand naar je toe komt." Ik frons mijn wenkbrauwen. Ze kijkt me glimlachend aan ( oh God, wat ziet ze er mooi uit ), neemt in alle stilte een lange trek van haar joint en houdt even haar adem in. "Leef vanuit je gevoel ipv je verstand en je wereld ziet er een stuk interessanter uit." Ik zwijg. Marie legt haar hoofd op mijn schouder.
"En wat zegt je gevoel nu?" doorbreek ik de stilte. "Een heleboel." fluistert Marie en ze schuift dichter tegen me. Ik voel haar lippen langs mijn oor strijken. Ik draai mijn hoofd en kus haar zachtjes op de mond. Haar ogen fonkelen. In een soepele beweging komt ze op mijn schoot zitten. Haar twee handen pakken mijn hoofd beet. Onze lippen raken elkaar weer. Gulzig dit keer. Alsof we twee geliefden zijn die elkaar al een hele tijd niet meer gezien hebben.
In een vlotte beweging trekt Marie haar trui over haar hoofd uit. Zonder enige vorm van schaamte of gene daarmee haar kleine fier vooruitstekende borstjes onthullend. Ik leg mijn handen eromheen en knijp zachtjes in haar tepels. Haar borsten voelen als kleine zachtige perziken, haar huid zo heet dat ik me bijna aan haar brand. Ik buig me voorover en laat haar tepel tussen mijn lippen verdwijnen. Ik strijk er langzaam met mijn tong overheen. Er ontsnapt een kreun aan haar lippen en haar ademhaling klinkt hijgerig.
Marie pakt mijn hand en schuift hem verder naar onder. Meer aanmoediging heb ik niet nodig. Ik laat mijn vingers onder haar minirok glijden en beroer haar zo intiem dat ze begint te sidderen. "Je bent zo nat", mompel ik. Mijn ene hand speelt met haar tepel, terwijl de andere tussen haar benen bezig is. Met duim en vinger duw ik zachtjes tegen haar klitje. Marie schreeuwt het uit. Ze zit tegen haar hoogtepunt aan, een zuchtje verwijderd van de totale vergetelheid. Haar ogen vallen dicht en haar tanden zinken in haar onderlip. Ze laat haar hoofd achterover zakken en perst haar hele lijf tegen me aan. Oh wat wil ik haar zo graag, hier en nu.
Ik trek mijn hand terug en duw haar achteruit op de grond. Ik trek de riem van mijn broek open. Mijn stijve staat te trappelen om bevrijd te worden uit zijn kooi. Hij springt enthousiast in positie zodra ik mijn spijkerbroek en boxershort laat zakken. Het gaat allemaal zo snel maar toch niet snel genoeg. Het lijkt wel of we hier een eeuwigheid op gewacht hebben, we verdragen het niet nog een seconde te wachten. Ik stort me op haar en geef haar zo precies waar we alletwee zo naar verlangen. Ik stoot snel en hard, zo diep bij haar naar binnen dat ze het uitschreeuwt van de schok en van extase. Ik drijf haar tot waanzin door plagerig langzaam steeds weer in en uit haar te glijden, haar zoete woordjes toefluisterend tot ze niet meer weet hoe ze het had. Het voelt zo fantastisch aan, zo perfect.
"Nu niet stoppen," hijgt Marie terwijl haar lichaam begint te schokken in een langgerekt en intensief orgasme. De ene na de andere rilling gaat door haar lijf. Ik zie hoe haar ogen wegdraaien. En terwijl ze half verdoofd onder me probeert bij te komen, spuit ik straal na straal in haar goddelijke grotje. We blijven nog even in elkaars armen liggen, de omgeving vergetend. Twee lichamen, twee helften, die samen een perfect geheel vormen. En wanneer ik mijn hoofd optil om haar aan te kijken, weet ik dat ze hetzelfde voelt. "Wauw", is het enige wat ik kan uitbrengen.
We fatsoeneren onze kleren en kruipen weer dicht tegen elkaar aan. Marie laat haar blik over de graven dwalen. Haar ernstige blik maakt haar ouder. Ik ben volledig in haar ban. In stilte bekijken we graven en verlepte bloemen. Hier dwalen de herinneringen van honderd-duizenden personen, hun levens, gevoelens, illusies, dromen die ze nooit hebben kunnen realiseren, teleurstellingen, vergissingen en onbeantwoorde liefdes die hun levens vergalden...
De lucht voelt vochtig en graal. Opkomende mist bedekt het kerkhof met een onnatuurlijk gordijn. "Kom we moeten gaan", klinkt Marie plots nerveus. "Het kerkhof komt tot leven." Ik kijk haar verbaasd aan. "Merk je het niet? Hoe alles aan het veranderen is?" Ik wil lachen, maar merk dat ze het serieus meent. "Gekkie", fluister ik. "Sttttt," reageert Marie en wijst in de richting van een zuilengalerij.
Een in een zwarte cape gehulde vrouw komt onze richting uit. Een capuchon bedekt haar gezicht. Haar over de borst gekruiste handen zijn in zwarte handschoenen gestoken. De cape komt tot aan de grond, zodat haar voeten niet te zien zijn. Vanaf waar we zitten, wekt de figuur zonder gezicht de indruk te zweven zonder de grond aan te raken. Een koude rilling loopt over mijn rug.
In haar handen houdt ze een amulet. De vrouw loopt naar een grafsteen die precies onder ons uitkijkpunt ligt en blijft met de rug naar ons toe stilstaan. Het graf voor haar heeft geen naam. De vrouw buigt voorover, legt de amulet op de steen en loopt langzaam weg op dezelfde manier als ze gekomen was. Als een verschijning.
"Die amulet wil ik," sis ik. Ik spring op en loop naar het graf toe. De hanger voelt warm en zwaar aan. Op de voorkant is een matrix te zien van 5 bij 5, waarin 5 woorden staan die in alle richtingen hetzelfde aangeven.
SATOR
AREPO
TENET
OPERA
ROTAS
"Laat liggen," smeekt Marie, maar het is te laat. Bovennatuurlijk gemurmel lijkt overal vandaan te komen. We zijn omsingeld. Rondom ons meerdere silhouetten. Een kleine meute levenloze lichamen zweven rondom ons als helse marionetten. Ik voel iets kouds in mijn nek. vingers. Ik kijk op. een gezicht glimlacht naar me. Gele ogen zonder leven.
"Rennen," gilt Marie. Ze pakt mijn hand vast en trekt me mee. We lopen zo hard we kunnen en stoppen niet om achterom te kijken. Achter ons horen we een dolle meute krijsen. Ze janken om ons bloed.
---
Dit is mijn eerste verhaal. Ik weet dat het redelijk ongewoon is, maar hoop dat jullie het interessant vonden. Alle tips zijn welkom, ook over een eventueel vervolg. Ik zou het leuk vinden, mochten jullie willen meedenken over een verhaallijn.
Kusjes, Leen xxx
Volgende deel: Het Satorvierkant - 2: De Ruiter Zonder Hoofd