Vervolg op: De Ordinaire Buurvrouw - 7 Slot
Terwijl ik terugreed naar de camping, was een vreselijk noodweer losgebarsten. Het was ineens aardedonker geworden. Het stormde en het bliksemde, en het regende zo hard, dat de ruitenwissers het water ook in de hoogste stand amper konden verwerken. Ook op de snelweg durfde ik niet harder dan 70 km per uur te rijden, zo hard regende het. Ik dacht na over wat er gebeurd was in ons huis, tussen Elsa en mij. Vroeger werden ruzies tussen ons wel vaker afgesloten met een potje seks, maar dit was wel heel heftig. Het voelde heel erg als een definitief afscheid. Ik moest me nu nog duidelijker over mijn toekomst beraden. Zou Elsa ooit nog bereid zijn me terug te nemen? Als dat al het geval zou zijn zou daar heel veel tijd overheen moeten gaan, want het was nu nog veel te vers, dat was wel gebleken.
In de stromende regen kwam ik bij de camping aan. Ach nee, de slagboom was dicht! Ja het was al na 22:00 uur ,en dan ging de camping dicht. Ik parkeerde de auto, en sprintte door de slagregens de camping op, naar de caravan. Ik zag al dat de luifel ingestort was door de wind, ook dat nog. Van het kleine stukje rennen was ik al zo goed als doorweekt toen ik bij de caravan aankwam. Ik opende de deur en stormde naar binnen.
Binnen zat Kimberly in elkaar gedoken op bed. Ze had de tv heel hard aangezet. Met grote angstogen keek ze me aan. ‘’Waar was je die hele tijd?’’ vroeg ze. ‘’Wat zie je er uit, wat heb je gedaan?’’ Ik keek in het spiegeltje. Ik zag er inderdaad niet uit. Elsa had me een blauw oog geslagen, ik had ook een dikke lip. ‘’Tsja’’ zei ik ‘’We hebben gevochten. Dat was echt niet fijn. Ik denk dat het nu zeker niet goed meer komt tussen mij en Elsa’’. Een beetje schuldbewust keek ik haar aan.
‘’Je hebt mij vanavond ook in de steek gelaten’’ zei ze bitter. ‘’Ik zat de hele avond hier in mijn eentje, en weet je, en ik ben echt doodsbang voor onweer. Ik was helemaal in paniek hoor, en toen ging ook nog die luifel kapot’’ Ze begon te snikken.
‘’Ach schatje toch’’ zei ik. Ik wilde haar troosten, maar ze weerde me af. ‘’Ga weg’’ zei ze. ‘’Je hebt me in de steek gelaten’’ .
‘’Ik vind het echt heel naar, zeker nu net dat onweer er is’’ begon ik, maar ze onderbrak me weer. ‘’Weet je wat ik denk’’ snikte ze ‘’Ik denk dat jullie geneukt hebben. Ik zie het gewoon aan je. En je ruikt gewoon naar seks’’. Ze keek me aan met haar betraande ogen. ‘’Heb ik gelijk? Wees eens eerlijk?’’
Ik ging naast haar zitten, en sloeg een arm om haar heen, maar ze weerde me af. Hoe was het mogelijk dat ze dit wist? Was dat de beroemde vrouwelijke intuïtie?
´´Ok´´ zei ik uiteindelijk. ´´We hebben seks gehad. Maar het was geen lieve, lekkere seks hoor. Het was meer een soort gevecht. We verkrachtten elkaar als het ware. Ik heb er nu al spijt van. Ik kan Elsa nu zeker niet meer onder ogen komen. Dat is nu echt helemaal over´´.
Buiten flitste het nog steeds, en de regen ranselde op het dak van de caravan. Af en toe deed een harde windvlaag de caravan schudden.Ik probeerde haar te troosten, en haar op andere gedachten te brengen, maar niets hielp. Ze was terneergeslagen en wilde niet aangeraakt worden.
O mijn God, dacht ik, nu heb ik er helemaal een puinhoop van gemaakt. Eerst ging ik vreemd met mijn buurvrouw, vervolgens verkrachtte als het ware ik mijn vrouw, waardoor mijn kersverse minnares zich weer bedrogen en in de steek gelaten voelde. Kon ik nog dieper zinken? Ik schonk voor mezelf maar eens een biertje in en ging op het bankje zitten. Kimberly bleef daarbij apathisch op het bed zitten, en keek naar het tv scherm, dat het lawaai van de onweersstorm probeerde te overtreffen.
Na ongeveer een uur werd het buiten gelukkig wat rustiger. Het onweer trok weg en de wind ging steeds meer liggen. Ik ging even buiten kijken om de schade te inspecteren. Het leek mee te vallen. Door de wind waren enkele haringen uit de grond gerukt, waardoor de luifel in was gestort. Dat was iets voor morgen. Tsja, wat nu te doen? Ik probeerde nog een paar keer contact te maken met Kimberly, maar ze reageerde afwijzend.
‘’Laat me maar met rust, het liefst wil ik nu alleen zijn. Maar dat gaat hier niet’’ zei ze.
Nee, dat klopte. We zaten hier even in een kleine ruimte met elkaar opgescheept.
Uiteindelijk gingen we maar proberen te slapen. Ook in bed ging ze met haar rug naar met toe liggen en ze niet aangeraakt worden. Terwijl het in de verte door het wegtrekkende onweer af en toe nog flitste, lukte met het pas na een paar uur om in slaap te komen.
De volgende dag was het een stuk frisser geworden. De hitte was helemaal weg, en er stond een aardig briesje. Tussen de wolken scheen af en toe de zon door. Ik ging als eerste uit bed, nam een douche, zette de luifel weer goed en zette een bak koffie. Kimberly was ook al wakker, maar ze bleef apathisch in bed liggen. Ze nam wel een kopje koffie van me aan. Vervolgens smeerde ik een paar boterhammen voor haar, welke ze ook op at.
Aan het eind van de ochtend ging ze er toch ook maar uit, maar ze bleef de hele dag stuurs en kortaf tegen me. Aan het eind van de middag zette ik nog een bakje thee voor ons tweeën, en ik ging bij haar onder de luifel zitten.
´´Kimberly´´ zei ik. ´´Ik begrijp heel goed dat je boos bent. Hoe kan ik het nou met je goed maken. We kunnen hier toch niet de hele tijd stommetje blijven spelen? We zijn toch volwassen mensen?’’
Ze keek me aan, en voor het eerst die dag verscheen er een glimlach. ‘’Ja’’ zei ze ‘’Ik weet het. Je hebt me pijn gedaan, maar ik ben ook een waardeloos wijf. Ik heb je verteld, ik heb een bipolaire stoornis, en daardoor kan ik totaal niet tegen dit soort situaties. Met mij valt gewoon niet te leven’’.
‘’Het is misschien heel moeilijk, maar ik denk dat er best met je te leven valt. We hadden het de afgelopen dagen toch heel gezellig?’’ Ik legde een hand op haar getatoeëerde arm, ze trok hem dit keer niet terug. ‘’Dit gebeurt niet meer, dat beloof ik. Met Elsa is het over en uit, ik moet me gaan voorbereiden op een echtscheiding. En ik moet snel woonruimte zoeken. Met Elsa onder één dak, dat gaat niet meer.’’
‘’En ik dan?’’ vroeg ze ‘’Elsa zal me haten. Hoe moet ik naast haar wonen?’’
Ik dacht even na. Ik had al een idee, maar het was wel een enorm waagstuk, een sprong in het diepe. Ik kende Kimberly eigenlijk pas een paar dagen. Ze was zo anders dan ik, en zat vol problemen, die niet zomaar opgelost waren. Mentale problemen, financiële problemen…zou ik alle schepen achter mij verbranden en verder met haar in zee kunnen gaan? Ik voorzag diepe dalen, maar ook hoge toppen, als was het maar op seksueel gebied. Ik had het gevoel dat we op de één of andere manier toch bij elkaar zouden kunnen passen.
‘’Kim’’ zei ik. Ik noemde haar al Kim, in plaats van Kimberly, of sletje. ‘’Hoe zou je het vinden als we vervangende woonruimte gaan zoeken, en dan eens kijken of we ergens samen gaan wonen? We kunnen nog wel even in deze caravan blijven, maar uiteindelijk is dat natuurlijk niet de oplossing. Wat denk jij?’’.
Ik zag haar gezicht oplichten. ‘’Ík met jou, in een ander huis?’’ fluisterde ze. ‘’Weet je zeker dat je dat wil?’’
‘’Ik weet niks zeker’’ antwoordde ik ‘’Het enige wat ik nu zeker weet is dat ik niet terug kan naar Elsa. Misschien zijn wij nu wel een beetje tot elkaar veroordeeld. Maar ik vind je echt een lieve meid, al heb je een moeilijke gebruiksaanwijzing. Ik zeg, laten we het proberen. Wat hebben we te verliezen?’’
‘’Jeetje….’’ Zei ze ‘’Ja, dat zou ik zeker willen. Helemaal opnieuw beginnen, met jou’’.
‘’Laten we er even over nadenken’’ stelde ik voor. ‘’We beslissen nog niets, maar kijken wat er mogelijk is.´´
´s-Avonds ging ik op een bankje bij de ingang van de camping zitten, en belde ik mijn beste vriend Paul. Met hem stond ik het meest op vertrouwelijke voet. ‘’Hé Richard, hoe is het!’’ nam hij enthousiast op.
‘’Nou, eigenlijk niet zo best’’ antwoordde ik. Ik deed hem vervolgens het hele verhaal uit de doeken, en ik beschreef de situatie waar ik in verzeild was geraakt.
‘’Tsjesus’’ reageerde hij, toen ik uitgepraat was. ‘’Dat is wel het laatste wat ik van je had verwacht. Jij en die buurvrouw van je? Ik kan het bijna niet geloven. En met Elsa is het dus echt helemaal over?’’
‘’Ja, zo is het’’.
‘’Tsja’’ zei hij ‘’Zoals je weet heb ik ook wel eens een scheve schaats gereden, dus ik kan je moeilijk veroordelen. Maar je zit wel aardig in de nesten. Kan ik je ergens mee helpen?’’
Paul was makelaar, en dat was één van de redenen dat ik hem had opgebeld.
‘’Zeg Paul’’ zei ik. ‘’Ik zit nu in een caravan, dat zou ik nog wel even vol kunnen houden, maar eigenlijk zoek ik snel een vervangende woonruimte. Ik stel geen hoge eisen, als het maar betaalbaar is. Een hypotheek gaat niet lukken, dus ik moet iets huren. Kan je me daarbij helpen?’’
´´hmmm, hmmm, lastig, je weet hoe het nu is met de woningmarkt. Echt goedkoop is niet te vinden, of je moet een aftands studentenkamertje willen. Maar ik zal eens voor je kijken, of ik wat kan vinden´´.
Hij beloofde gauw eens langs te komen op de camping, en was ook wel benieuwd naar Kimberly.
Inmiddels had ik ook moed verzameld om mijn moeder te bellen. Ik besefte, dat ze het nieuws beter van mij dan van Elsa kon horen. Laat de bom maar vallen, dacht ik, wat kan mij het allemaal nog verdommen. Maar ik ging haar geen leuke dag bezorgen.
´´Hoi Mam´´ zei ik, toen ze opnam.
´´Hé Richard’’ zei ze enthousiast. ‘’Wat fijn dat je belt, gezellig. Ben je niet op je werk?’’
‘’Nee, ik heb een weekje vrij, ik zit op een camping’’
‘’Op een camping?’’ zei ze verbaasd. ‘’Wat leuk!’’
‘’Ja, ik zal het je meteen maar vertellen, Elsa en ik gaan uit elkaar. Ik heb nu een ander. Ik kan niet meer bij Elsa wonen, daarom zit ik hier zolang in een caravan’’.
Het was even stil aan de andere kant van de lijn. ‘’’Wat?’’ klonk het verbijsterd. ‘’Dat meen je toch zeker niet?’’
‘’Helaas wel Mam, het is zoals ik het zei. Ik heb een ander. Ze is hier ook, op de camping’’.
Ze begon al hysterisch te worden. ‘’Is dat echt waar Richard? Ik kan het niet geloven. Zo ben jij niet. Ben jij echt vreemd gegaan? Die arme Elsa, hoe kan je dat doen?’’
‘’Ja Mam. Het is zoals het is. Ik zal je ook meteen maar uit de doeken doen wie mijn nieuwe vriendin is. Het is Kimberly, onze buurvrouw, je weet wel wie ik bedoel’’.
Zoals te verwachten viel ontplofte ze nu natuurlijk helemaal. ‘’Wat, met die ordinaire del? Heb je Elsa voor hààr in de steek gelaten? Hoe diep kan jij zinken?’’
Ik kreeg er nog een enorme tirade achteraan. Huilend en schreeuwend maakte ze me alle mogelijke verwijten. Ik moest ogenblikkelijk terug naar Elsa, en grote bos bloemen kopen, voor haar op de knieën, het kon misschien toch nog goedkomen, Elsa was zo lief, die verdiende dit niet, die schat.
‘’Nee Mam Ik ben al zover, dat ik niet meer terug wil naar haar.’’ zei ik rustig ‘’Ik begrijp dat dit een grote schok voor je is, maar je zal moeten wennen aan de nieuwe situatie. Dit is mijn leven, en mijn keuze, snap je’’.
Ik beëindigde het gesprek, en dacht na. Ja, ik was klaar met het gezapige leventje met Elsa. Die saaiheid, die sleur, die voorspelbaarheid. In die paar dagen met Kimberly was naar boven gekomen wat ik lang gemist had. De passie, de seks, de adrenaline. Ik voelde nu ook totaal geen liefde meer voor Elsa, en miste haar nog geen seconde. Dat was al een aanwijzing genoeg vond ik. Op dat moment maakte ik echt mijn keuze. Ik ging het Kimberly vertellen, dat ik met haar de sprong in het diepe wilde maken.
Ik besefte dat ik een hele moeilijke turbulente tijd tegemoet ging. De echtscheiding die ik tegemoet ging, dat zou ongetwijfeld een slagveld worden. Ik zou de risee van de familie worden, als het nieuws verder bekend werd. Ik zou ook merken wie mijn ware vrienden waren. Ik wist nu al dat sommigen, en vooral de gezamenlijke vrienden, zich zeker van mij af zouden keren. Het zou ook een aanslag worden op mijn bankrekening, een andere woning, de inrichting, de afwikkeling van de echtscheiding, om maar wat te noemen. Maar daar zat ik nog het minst over in. En dan nog het afbreukrisico. Hoe ging dat op den duur, samen leven met de labiele Kimberly, met haar bipolaire stoornis, en haar trauma’s uit het verleden?
Ik bleef nog even op het bankje zitten, en keek naar een merel, die vlak voor me was neergestreken, en een dikke worm uit de grond aan het trekken was. De zwarte vogel keek me even schuin aan met zijn geelomrande oogje, en vloog met de buit weg. Ik voelde me vrij, net als die vogel, die ook geen rekening hield met de mening van anderen. Ik stond op van het bankje en liep terug naar de caravan. Ik ging het Kimberly vertellen.
Einde.
Beste lezer, hier eindigt deze serie, die ik met veel plezier geschreven heb. Ik had aanvankelijk een ander slot geschreven:
‘’Ik liep terug naar de caravan, om haar het nieuws te vertellen. Hé, vreemd, dacht ik, ze zat binnen, en de deur van de caravan was dicht. Ik opende de deur, en stapte naar binnen en keek. Kimberly lag op het bed, op haar rug, met haar armen een beetje gespreid, in een grote plas bloed. Ze had haar pols doorgesneden.’’
Ik vond dat toch een wat te morbide einde. Al was ze maar een fictieve personage, Kimberly had dat lot niet verdiend, vond ik. Al schrijvende was ik toch aan haar gehecht geraakt, en gunde ik haar een hoopvolle toekomst. Wellicht duikt ze nog ergens op in mijn toekomstige verhalen!