Er Op Of Er Onder
Nu ik eenmaal in de trein naar Amsterdam zit vliegt het me behoorlijk aan...
Tot nu toe is mijn leventje rustig en veilig, vooral omdat ik wel een klein bang muisje lijk dat schichtig alles en iedereen uit de weg gaat. Liefst ben ik zo onzichtbaar mogelijk en papa heeft wel eens gezegd dat dat volgens hem komt omdat mama me te beschermd, te Thai heeft opgevoed.
Mijn grote broer vindt het nou mooi geweest…
‘Het is tijd om jou ’s wakker te schudden en een beetje te pimpen’ reageerde hij toen hij enkele maanden terug thuis was voor mijn verjaardag. Ik werd zestien en ik was die dag heel sad omdat ik niemand wist uit te nodigen voor mijn feestje.
Petite
Toen ik werd geboren vonden mijn ouders mij beeldschoon, dus noemden ze me Mayuree. Mooi hoor, maar het is me toch echt te oosters en daarom noem ik me Mayke. Iets meer NL…
Papa was zeventien toen hij tijdens een vakantie met zijn ouders in Thailand mama leerde kennen, in een discotheek. Hoewel mama ook nog maar net zeventien was hadden ze volgens hen meteen ‘the big bang’, zeg maar liefde op het eerste gezicht. Papa kwam daarna zo vaak mogelijk naar Thailand en twee jaar later trouwden ze. Opa en oma Thailand vonden het niet fijn maar tóch besloot mama om met papa mee naar Nederland te gaan en heel snel daarna werd mijn broer Lawan geboren.
Mijn ouders zijn blijkbaar heel tevreden over hun kids want Lawan betekent in het Thai ‘knap’. Nou ja, het klopt ook wel, hij is echt een mooie jongen. Lawy, want zo noemen we hem meestal, heeft het meeste weg van papa, hij is wel niet zo groot als veel andere jongens maar toch kan je goed zien dat hij een Nederlandse vader heeft, met zijn toch voor Thaise begrippen vrij lange lijf en donkere krullen. Het enige echte Thai aan hem zijn zijn bruine huid en zijn ogen, mama heeft het er altijd over dat ze zo sprankelen. Diepbruin, bijna zwart, met daarin van die gouden bijna lichtgevende spikkeltjes. Veel meisjes zien dat ook, dat hij mooie ogen en waarschijnlijk ook wel meer moois heeft, want het is altijd behoorlijk druk om hem heen. En Lawy is omgekeerd nogal druk met hen in de weer…
Waarom weet ik niet maar pas een kleine vier jaar later werd ík geboren. Papa en mama zeiden dat ze wel ‘hun best deden maar dat het even duurde voordat ik besloot te komen’. Naja, zelfs toen was ik me blijkbaar al aan het verstoppen. Terwijl mijn broer de wereld ontdekte hield mama mij altijd om zich heen. En toen Lawy al zo’n beetje uit huis ging begon ik net wat wakker te worden en te ervaren wat er in mijn lijf gebeurde.
Ik lijk meer op mama en dat is misschien ook wel de reden dat ze me zo in de gaten hield. En serieus, mama is prachtig om te zien maar ze is dus in álles echt wel Aziatisch! Gelukkig ben ik ietsje langer en zit er zelfs wat krul van papa in mijn haar maar verder… maar verder ben ik dus zeg maar mama’s look-alike: lichtbruine huid, donkere haren, bruine ogen, dun lijf, kleine tieten. En als het aan haar ligt ben ik ook haar look-alike in mijn gedrag, een beetje teruggetrokken blijven en vooral voor de anderen zorgen…
Ik weet niet wat ik er mee aan moet, misschien was ik wel liever een witte stevige out-going Hollandse meid geweest. Maar eigenlijk ben ik helemaal niet zó ontevreden over mezelf. Naast alle meisjes in mijn klas val ik best wel op, juist omdat ik wat kleiner en anders van kleur ben en best wel een afgetraind en slank lijf heb. Ik zit op handbal, waar het een voordeel is dat ik wat smaller dan de anderen van ons team ben, ik schiet overal tussendoor en ben daardoor topscorer. Ik vind het leuk te sporten, dat is het enige moment dat ik makkelijk met andere mensen omga. Ik train dan ook fanatiek, vooral als we body-shape doen sla ik geen enkele training over en het gevolg is dat ik een goed afgetraind lijf heb met zelfs een soort van six-packje.
Als ik eerlijk ben heb ik dus niks te klagen en zeker sinds mijn tietjes zijn gaan groeien zie ik de jongens vaak naar me kijken. Maar ik snap dus niet hoe dat werkt. Hoe meer aandacht ik krijgt en hoe meer jongens wat met me willen, hoe meer ik in mezelf probeer weg te kruipen. Zodra iemand interesse in me toont voel ik me op dat soort momenten zó onzeker, voel ik me zó anders, zó bruinig en zó dunnig, zó weinig tieten, hoe kunnen ze míj nou leuk vinden! Toch?
Daardoor zal het ook wel komen dat ik altijd suffige meestal grijs-getinte kleren draag en mijn ogen verstop achter een grote bril. Een eeuwige paardenstaart maakt dat beeld compleet. Ik wíl wel anders zijn maar ik kán het niet, mama heeft toen ik groter werd al van alles met me uitgeprobeerd. En dus vond mijn broer toen ik twee maanden terug zestien werd het tijd worden om er iets aan te doen, als cadeau gaat hij me pimpen…
Lawy gaf me een leuk ingepakt doosje met daarin een symbolische bon voor een ‘All-over- PIMP -for- my-little-sussie-in-the-next-summer-holiday’. En nu is het zo ver. Mijn grote broer is anderhalf jaar terug aan de Fashion academie in Amsterdam begonnen, is daar ook gaan wonen en daar ben ik nu dus naartoe onderweg. De bedoeling is dat ik een week of twee bij hem ga logeren, maar liefst zou ik op het naderende Amsterdam-Amstel uitstappen om meteen weer terug te gaan naar huis, naar ons veilige dorpje in Brabant.
Oei Oei Amsterdam
Nadat ik op het centraal station ben uitgestapt zie ik gelukkig al snel Lawy die mij op staat wachten. ‘Hey sussie’ joelt hij op zijn Amsterdams vanuit de verte over het perron en hoewel ik me voor zo’n yel normaal gesproken zou schamen kan ik nú alleen maar blij zijn hem hier in deze drukte te zien. Ik ren, m’n rolkoffertje achter me aan sleurend op hem af en vlieg in zijn armen. Lawy is zeker vergeleken met mij groot en breed en sterk, hij pakt me stevig vast, tilt me een stukje op en zwiert me dan zo een keertje in het rond. ‘Hmm, fijn dat je er bent Mayke, hier heb ik me echt op verheugd’ bromt hij met die lekkere donkere stem van hem in mijn oor.
Als antwoord kijk ik hem even goed in zijn ogen en kus hem vol op zijn lippen. Ik ben echt blij mijn grote broer weer te zien, ik heb hem gemist. We zijn altijd ondanks dat er veel jaren tussen ons zitten heel close, als kind trokken we veel samen op en kropen we zelfs vaak bij elkaar in bed. Ik vind het dus heel fijn om hem weer te zien. Daardoor vallen ineens ook alle zenuwen van me af, ik voel me veilig en beschermd bij hem en als hij me na onze begroting weer op mijn eigen benen zet lopen we gearmd het station uit, kletsend terwijl Lawy mijn koffertje achter zich aan trekt.
Maar oei, zodra we voor op het plein komen valt het me pas echt op hoe druk het hier is. Waar je ook kijkt zie je mensen, de een nog vreemder uitgedost dan de ander, ondertussen met elkaar pratend in alle talen van de wereld. Lawy ziet mijn toch wel schrikachtige reactie en grijnst dan breed: ‘ja sussie, dat is wel effe wat anders dan ons dorpje hé? Maar ’t went best wel gauw hoor.’ En lief zijn arm om me heen slaand manoeuvreert hij ons gezamenlijk door de drukte.
Ietsje verderop komen we aan bij zijn fiets, die hij met twee dikke sloten aan een brugleuning heeft vastgezet. Mijn koffertje zet hij op een soort van transportrek op het voorwiel, ik spring bij hem achterop en zo fietst hij met me, terwijl ik me stevig aan hem vasthoudt, door drukker dan druk Amsterdam. Het lijkt alsof er van alle kanten steeds fietsers en auto’s aankomen die het op ons hebben gemunt en regelmatig knijp ik mijn broer hard in zijn heupen. ‘Ontspan nou maar Mayke, ik heb alles onder controle’ zegt hij terwijl hij even snel zijn hoofd omdraaiend me aankijkt. ‘Relax, sussie.’
En dat doe ik dan maar en inderdaad lukt het me ook na een tijdje. En áls ik dan echt tot rust kom merk ik hoe fijn het is om weer zo dicht bij Lawy te zijn, helemaal nu ik mijn armen volledig om zijn middel heb geslagen. Op de een of andere manier is hij de enige bij wie ik me nooit verlegen voel en altijd mezelf kan zijn. Voorzichtig leg ik mijn hoofd tegen zijn rug en zo laat ik me, door zijn geruststellende nabijheid in een soort van relaxed coconnetje rakend, door Amsterdam vervoeren
Kamergeluk
Al toen hij nog op de lagere school zat kan ik me mijn broer niet anders herinneren dan dat hij zich altijd aan het verkleden was. Mama en papa vonden dat gelukkig oké en verzamelden allerlei kleren van zowel kinderen als volwassenen bij familie en vrienden, die dan in een grote kist gingen. En minstens een paar keer week kreeg Lawy het dan in zijn hoofd om die hele kist binnenste buiten te keren en de vreemdste combinaties aan te trekken. En altijd wist hij wel een vriendje of vriendinnetje te betrekken dat mee moest doen. En ik natuurlijk, zodra ik groter werd was ik ook vaak de klos maar op de een of andere manier vond ik het niet fijn, dat gefrunnik aan me en steeds vaker wist ik me aan mijn broer zijn klerengedoe te onttrekken. Tot nu dus…
Lawy heeft geluk gehad met het vinden van een kamer. Eigenlijk had hij met mama en papa afgesproken dat hij eerst een tijdje op en neer zou reizen, ook omdat hij toen nog geen achttien was. Maar al de eerste week trof hij op de academie een jongen, Theo, waarvan de heel erg rijke ouders een mini-verdieping voor hem hadden gekocht, vlak bij de Albert Cuypmarkt, niet ver van het Oosteinde waar de academie staat. Ik ben al een paar keer hier geweest en vind het leuk Theo weer te zien, die me net als Lawy bijna alsof ik een licht eenden-donsveertje ben tegen zijn sterke jongenslijf aantrekt en me heftig hugt: ‘mmm, het favoriete sussie van mijn favoriete huisgenoot’ roept hij, terwijl hij me zowat plet, zo volgens mij stiekem ook even m’n nieuwe tietjes tegen zich aan drukkend.
‘Favoriete huisgenoot’, lacht Lawy, ‘zal wel, we wonen hier maar met zijn tweeën. En hé gast, zo is het wel genoeg hoor, dadelijk is er niks meer van Mayke over’ en lachend lukt het hem me uit de armen van Theo te pellen.
De jongens wonen hier onwijs mooi, ’t is maar ‘n klein huisje maar wél zo’n beetje op de tofste plek van Amsterdam. Ze hebben allebei een kamer waar net een tweepersoonsbed en een grote werktafel in passen en verder is er een niet al te grote keuken die ze ook min of meer als gezamenlijke huiskamer gebruiken. Ook die is niet groot maar wel heel slim ingedeeld en met kunst en vliegwerk hebben ze er een bank en een oversized beeldscherm in weten te proppen.
De jongens zijn even oud, allebei negentien jaar en heel close met elkaar. Lawy heeft thuis wel eens verteld dat het op de fashionacademie vooral een vrouwenwereldje is, reden waarom de meeste jongens voor de richting fashion-business kiezen, om toch nog een beetje onder elkaar te kunnen zijn. Maar zowel Theo als m’n broer kozen voor fashion-design, wat er op neer komt dat je dus vooral mode ontwerpt en máákt en ook leert om mensen een goede bijpassende look te geven. Op die opleiding zitten verder alleen maar meiden en juist dat maakt dat ze zo close zijn en aan elkaar hangen.
Door het hele appartementje is te zien waar hun passie ligt, want overal hangen tekeningen van ontwerpen of foto’s van modellen, vaak in behoorlijk ontklede staat. Mama vroeg al eens waarom het allemaal zo bloot moest en Lawy antwoordde toen nonchalant dat juist dat ene kledingstuk of juist de looks dan extra opvalt…
Het plan
We ploffen op de bank, waar we maar net met zijn drieën op passen, en omdat ik in het midden zit voel ik al gauw aan weerskanten een nonchalant jongens been tegen de mijne. Gelukkig heb ik zoals altijd een lange spijkerbroek aan, toch slaan me meteen in vlammen uit en als Lawy dan vraagt wat er is zeg ik benauwd ‘ehm, effe wennen, die drukte.’ Lawy snapt wat het is, knikt maar zegt dan toch tamelijk meedogenloos: ‘ja sussie, wen er maar aan.’ Tegelijk springt hij op en vraagt hij ‘koffie? Thee?’ Ik kan wel wat cafeïne gebruiken en Theo kiest ook voor koffie.
Als we die dan voor ons hebben staan en Theo een pak huge grote eierkoeken tevoorschijn heeft gehaald vraagt Lawy hoe het met me gaat. Vanwege dat Theo er naast zit ben ik bijna te verlegen om iets te zeggen maar vertel dan toch dat er sinds mijn verjaardag niet veel is veranderd. Dat er laatst weer een jongen iets met me wilde beginnen en dat ik dan gewoon niet weet wat te doen. En dat ik ook niet weet wat ik er mee aan moet als een meisje iets leuks met me wil doen en vriendin wil worden of zo…
En omdat het nou zo duidelijk wordt wat een sneu en bleu figuur ik eigenlijk ben, schiet ik vol en rollen er al snel tranen over mijn wangen. En dan blijkt hoe lief zowel Lawy als Theo zijn, Lawy trekt me troostend tegen zich aan terwijl Theo zachtjes mijn been streelt.
Als ik na een minuut of vijf weer wat tot bedaren kom springt Lawy op en roept hij: ‘oké sussie, genoeg getreurd, aan de slag.’ Hij loopt naar zijn kamer en komt terug met een schetsboek. Zodra hij weer naast me is geploft plant hij het boek pontificaal op mijn schoot en commandeert: ‘open het maar’. Het is een breed schetsboek waardoor het open geslagen zo’n beetje bij ons alle drie op schoot ligt en op de eerste schets ben overduidelijk ík te zien, maar dan zonder bril. Er staat bij: ‘stap 1: bril weg.’ Als ik Lawy vragend aankijkt grijnst hij: ‘mama en papa hebben me een budget gegeven en straks gaan we naar de Specsavers, ogen meten en lenzen kopen.’ Hmm, dit is dus duidelijk thuis al voorgekookt.
Op de tweede schets, die net als de eerste eigenlijk alleen maar uit een paar lijnen bestaat en toch zo duidelijk mij voorstelt, heb ik mijn haren loshangen: ‘Stap 2: haren voorgoed los.’ Op de derde zijn vervolgens mijn haren flink zijn ingekort, in een soort bob-line. Lawy heeft ze in nonchalante slagen getekend en ze hangen net tot op mijn schouders, een paardenstaart zit er dan dus niet meer in. De uiteinden heeft hij ingekleurd met een paars tintje. Ik weet niet wat ik zie. It’s me en toch ook weer niet, het koppie wat ik zie is vertrouwd en toch staat dit veel te ver van me af, dit past echt niet bij mij...
Ik kijk eerst Lawy en dan Theo aan en zeg vervolgens: ‘dit gaan we niet doen hoor.’ Lawy kijkt me doodserieus aan, secondenlang, maar als ik dan geen reactie geef zegt hij: ‘prima sussie, dan ga je toch gewoon lekker door zoals het nu gaat?’ En hup, dicht gaat het boek. De jongens springen op en roepen, come-on, lunch-time we gaan naar de Subway’. En voordat ik van schrik en verbazing bekomen ben staan zij al bij de deur klaar: ‘vooruit sussie, opschieten’ roept Lawy, ’even lekker je buikje vol eten en dan kan je straks nog gemakkelijk de trein terug naar huis halen.’
Er op of er onder
Het dringt tot me door, mijn grote broer meent het, ik wil geen pimp en hij geeft geen krimp, hij stuurt me doodgemoedereerd weer naar huis. Het is duidelijk er op of er onder, wil ik doorgaan zoals het ging of wil ik veranderen…
En weer schiet ik vol en terwijl ik opsta om met ze mee te gaan stromen de tranen opnieuw over mijn wangen. Maar dit keer reageren de jongens totaal niet, ze lopen voor me uit alsof er niks aan de hand is, ik moet zelf maar zien of en hoe ik ze volg. Als we na een minuut of vijf in de Subway arriveren heb ik mijn tranen net gedroogd en de heerlijke geurtjes hier laten me landen, ze maken dat ik ineens voel wat een honger ik heb.
We bestellen alle drie wat en terwijl Lawy en Theo tijdens het eten genoeglijk kletsen eet ik in stilte mijn broodje tuna-salad op. Als we alles op hebben zegt Lawy: ‘oké Mayke, we halen je koffer op en dan breng ik je terug.’ En terwijl hij doet alsof dit de normaalste gang van zaken is weet hij natuurlijk verdomd goed dat dit dus nu écht er op of er onder is, dat ik nu óf de wil moet tonen om te veranderen óf terug moet gaan naar mijn grijze muisjes leventje. En terwijl dat tot me doordringt weet ik dat dat geen optie meer is. Daar, op dát pad van onzichtbaar willen zijn, loopt mijn leven dood voor me. Terwijl ik tot nu al vaak ongelukkig ben word ik als ik nu niet doorzet zeker díep-ongelukkig.
Lawy kijkt me aan, we zijn zo close dat hij natuurlijk echt wel ziet welke knokpartij ik met mezelf voer. Zijn mooie bruine ogen met die gouden spikkeltjes lijken te seinen: ‘gaat het wel, sussie?’ Ons oogcontact is even heel intens en dan knik ik… ja het gaat wel. Ja, het gaat gebeuren, ik wil veranderen. ‘Waar is hier de Specsavers?’ vraag ik zo nonchalant mogelijk en terwijl de jongens keihard ‘yés’ roepen en met me high-fiven weet ik dat het hierna nooit meer wordt zoals het was. En hoewel het doodeng voelt en het is alsof ik in het diepe spring, weet ik dat het goed komt, want ik weet nu dat mijn broer en Theo het allerbeste met me voor hebben.
Bij de Specsavers blijkt mijn afwijking heel vaak voor te komen en tot mijn verbazing hebben ze daarvoor de lenzen gewoon standaard op voorraad. En daar gaat mijn bril, dat vertrouwde schermpje waarachter ik me kon verbergen. Met hulp van de jongen die ons helpt weet ik voor het eerst in mijn leven een setje lenzen in te doen, heel eng zo de eerste keer, maar als ze eenmaal goed zitten lijkt het alsof er een gordijn is weggetrokken. Alsof ik directer contact heb met alles om me heen en andersom, alsof Lawy en Theo veel dichterbij zijn gekomen. Lawy ziet het aan me, dit had hij natuurlijk verwacht en met een vette knipoog steekt hij zijn duim op, waarna hij afrekent en we de winkel verlaten.
Tevoorschijn komen
Ik snap niet hoe het werkt. Dat ik lenzen in doe en dan ineens het gevoel hebt alsof het contact met alles om me heen veel intenser is, alsof zelfs de geluiden om me heen heftiger zijn. Ik weet dat dat op zich niet kan, maar toch beleef ik het alsof er een scherm tussen mij en de wereld is weggetrokken.
We komen terecht op de Albert Cuyp en het lijkt alsof de jongens het wéten: dat ik alles intenser zie, dat ik kleuren meer binnen krijg, dat ik ook op een of andere manier beter contact heb met alles en iedereen om me heen.
Ze voeren me langs de meest exotische kleurrijke kraampjes, waar stoffen, kleding, knopen en weet ik wat al niet meer worden aangeboden. Ze laten me zien waar je op de markt de hipste kleding kan kopen en waar je alle spullen vindt om jezelf mooier te maken. Daarna lopen we langs de voedselmarkt, waar al die groenten zo kleurrijk zijn uitgestald en waar de vissen je aan liggen te kijken alsof ze pas net uit het water zijn gehengeld en alleen maar door jóu willen worden opgegeten.
Alles lijkt en voelt als nieuw, alsof er een soort mist in me is opgetrokken en de zon, aarzelend nog achter wat laatste schapenwolkjes, is gaan schijnen. Op een gegeven moment leun ik even tegen Lawy aan en hij ziet wat er met me gebeurt. Hij slaat zijn arm weer om me heen en vraagt: ‘gaat het sussie? Durf je nu tevoorschijn te komen?’ Juist die vraag maakt dat ik weer heftig moet janken, want hij slaat de spijker op zijn kop, geloof ik. Dát was het, ik durfde niet tevoorschijn te komen… Lawy geeft me een kus op mijn lippen en fluistert dan: ‘komt goed Mayke, je bent op weg gegaan en wij gaan met je mee!’ Ook Theo reageert zó lief, als Lawy me weer los laat geeft hij me een dikke hug.
Boven of onder?
Die avond wordt het een gezellige boel. Papa en mama hebben Lawy een behoorlijk budget gegeven, waar hij niet alleen mij van kan pimpen maar waar we de komende twee weken ook lekker van kunnen leven. Als we weer in het huisje arriveren laten we drie flinke pizza’s bezorgen en wat ik super vind is dat ik ook enkele glaasjes wijn mee mag drinken. Halverwege de avond is er op fashion-TV een modeshow die de jongens willen zien en na een tijdje lig ik in een deuk door de commentaren die ze leveren op al die overtrokken over de runway paraderende jongens en meiden.
Het wordt een super-gezellige avond maar als het tegen tienen loopt voel ik me ineens erg moe worden en zeg ik dat ik naar bed wil. De jongens besluiten ook plat te gaan, morgen hebben we veel te doen. In de badkamer is het nog wel een beetje een gepriegel om de lenzen uit te krijgen, voor mijn gevoel ben ik er eentje kwijt. Ik roep Lawy en terwijl ik mijn oog zo ver mogelijk open houd zoekt hij naar de lens.
Het is niet echt een comfortabele situatie maar juist doordat Lawy zo dicht boven me hangt word ik helemaal overspoeld door die mooie bruin-met-goud-gespikkelde ogen van hem. Als Lawy ziet dat ik een beetje sta te zwijmelen moet hij grijnzen, ondertussen de lens uit mijn oog vissend. ‘Ben je een beetje teut, sussie?’ vraagt hij. Ik knik ja. Ja, laten we het daar maar op houden. Maar eerlijk gezegd voelde ik dat er méér gebeurde in mijn lijf, op dat moment.
Zodra ik de badkamer weer voor mezelf heb douche ik me, trek dan een schoon boxertje en m’n langzamerhand dun verwassen slaap-shirt aan en zo loop ik de slaapkamer binnen. Nog steeds heb ik mijn haren los hangen, ik heb Lawy beloofd dat ik ze voorlopig niet meer bij elkaar bind. Grote broer ligt al in bed, zoals altijd met alleen zijn shorts aan en het eerste wat me opvalt is dat hij met zijn handen onder zijn hoofd behoorlijk geïnteresseerd naar mijn lijf en vooral naar mijn tietjes kijkt, waarvan ik voel dat de tepels stijf door mijn shirt staan te prikken.
Ik heb al vaker hier gelogeerd en dus ook al vaker bij Lawy in zijn brede bed geslapen, voor een extra bed is er namelijk geen ruimte. En ook nu is het dus de bedoeling dat ik naast hem slaap, maar voor het eerst voelt het anders, alsof er iets tussen ons gaande is wat nieuw is en wat we samen moeten zien uit te vogelen.
Omdat ik aan de muurkant slaap moet ik over mijn broer heen kruipen en ineens voelt het heel raar om dat te doen. Ik merk het ook aan Lawy, die er nog een grapje over probeert te maken. Grinnikend zegt hij: ‘hoe ga je het doen Mayke, ga je over me heen of onder me door?’
En ineens openbaart zich de nieuwe Mayke en reageer ik ad rem: ‘ga jij maar onder, ga ik wel boven.’ M’n broer kijkt me met grote ogen aan, en zodra ik besef wat ik heb gezegd heb ik alweer een kop als een boei, het liefst zou ik onder het bed weg willen kruipen.
Maar dan merk ik hoe anders Lawy is. Als hij van zijn verbazing is bekomen giert hij het uit van het lachen en dan zegt hij: ‘ohw, yés, jij mag bovenop!’ En op hetzelfde moment dat ik naast hem in bed stap draait hij zich naar me toe, pakt me stevig vast en draait zich direct weer op zijn rug met mij languit op hem. En daar lig ik dan, op het lange brede strakke lijf van mijn grote broer, wat dingen in me oproept die niet helemaal kunnen tussen broer en zus. Ik voel hoe mijn borsten in het contact met zijn lijf reageren, hoe mijn tepels als harde knopjes, met alleen nog de dunne stof van mijn oude t-shirt ertussen tegen zijn blote vel drukken.
En hoewel ik nog nooit met een jongen ben geweest leef ik natuurlijk niet onder een steen. Op internet heb ik allang bekeken hoe het werkt tussen jongens en meisjes en dat jongens daarvoor een stijve moeten hebben. En nu voel ik dan hoe daar beneden voor het eerst door míj een piemel groeit, die van mijn broer nog wel. Langzaam maar zeker neemt die tussen mijn benen wat ruimte in, wat weer van alles in mijn buik oproept.
Spiksplinternieuw is dit voor mij en ik heb geen idee wat ik nu moet doen. Bovendien, we zijn broer en zus dus kan dit helemaal niet. Ik richt me wat op, kijk tussen de gordijntjes van mijn omlaag hangende haren Lawy aan en zeg dan: ‘ehm, mag ik even doorrollen?’ Lawy kijkt me zo lief aan, hij neemt mijn gezicht tussen zijn handen, trekt me naar zich toe, kust me vol op mijn lippen en zegt dan: ‘natuurlijk sussie, slaap lekker hè?’
En als ik dan naast hem lig draait hij zich naar me toe en vraagt hij me lepeltjes met hem te liggen, zoals we vroeger zo vaak deden als we in onze jeugd samen in één bed kropen. Een beetje voorzichtig voeg ik me naar zijn lichaam, mijn rug tegen zijn borst maar mijn billen inhoudend, om zijn stijve piemel te vermijden. En ja, daar liggen we dan…
Thnx dat je mijn verhaal leest. Je reactie is welkom! X. Zazie