Vervolg op: The Christmas Gift - 1: Christmas Eve Magic In The Asgård
Voor woord: Ik weet dat het zomer is ... maar het was de bedoeling dit deel eerder te plaatsen.
Wil je hier en lollige opmerking over maken dan lach ik met je mee.
Dit verhaal begrijp je eigenlijk alleen als je deel 1 ook hebt gelezen en komt het beter tot
zijn recht.
De taal en zinsbouw in dit verhaal zijn met opzet wat in de klassieke sfeer gehouden omdat het
in de Goden wereld uit de klassieke oudheid speelt.
In dit verhaal wijd ik wat uit zodat men een beter begrip heeft over de Goden wereld en dat
geeft beter en vollediger inzicht. Kennis over onze oude Mythen is erg beperkt merk ik maar het
nu eenmaal mijn interesse sfeer.
Het is de bedoeling dat er nog vier delen volgen. Alle delen hebben een geheel eigen karakter
en een andere sfeer zoals je al zult merken als je deel 1 met deel 2 vergelijkt.
...
De Godin Frigga zat in haar toren kamer van haar kasteel,Fensaler geheten. "Plaats der Misten" is wat het betekend gezien het in de wolken staat.
De Toren kamer is haar werkkamer,er bevind zich daar haar spinnewiel waar zij het lot mee spint, haar weef getouw,en haar verfstaf die ook als toverstaf dienst doet en waarmee zij iemand het lot toe werpt,en verder nog wat andere attributen die een Goden koningin benodigd.
Het "Yule Tide" stond te beginnen en zij dacht eraan zich zelf te gaan kleden voor het feest in de grote hal.
De grote hal ... beter bekend als het Valhalla,waar de gevallen helden bij dag de krijgskunst beoefenen en op leven en dood met elkaar de strijd aanbinden. Bij avond staan de gevallenen weer op en vieren de krijgers tezamen feest in de enorme zaal van het Valhalla en slurpen grote hoeveelheden mede en drank uit hun drink hoorns die steeds opnieuw door de Walkuren worden vol getapt en ze eten feestmalen van wild zwijn en ander gebraad.
Ja, Walkuren tappen en serveren drank in het Valhalla."It is their evening job",om het zo te zeggen.
Het was zo ... en is nog zo!
Peinzend stond zij daar aan het raam en keek uit over de met een dik pak sneeuw bedekte Asgård,dat het rijk der Asser Goden is. Daar vertoeven ze tezamen met hun gasten,Njord,Freya en haar broer Frey die tot de Goden stam der Vanen behoren.
Ze wachtte op de terugkeer van haar negen "Handmaidens" die dagelijks op hun witte paarden gezeten van uit de wolken de mensheid in hun doen en laten gadeslaan en de Godin verslag uit brengen en deze dan al naar gelang de berichten,als het haar zinde of uit kwam,de draden van hun lot bijstelde.
Die avond, "Christmas Eve", het begin van "Yule Tide" zou Odin, haar gemaal, haar ophalen om haar statig voor de viering het Valhalla in te leiden waarna het feest echt kon beginnen. Snel zou hij nu door de lucht aan komen snellen op Sleipner,zijn achtbenige schimmel waarmee de oppergod alle negen werelden kan bereizen.
Zowel de tastbare Midgård en de acht niet voor het blote oog waarneembare werelden, waar van Asgård er een is.
Ze was wat ongedurig,ze streek haar wollen jurk glad,controleerde haar sieraden en schikte haar lange donker blonde haren achter haar schouders.Zelden of nooit, tenzij het dringend was zou Odin haar in haar werkkamer opzoeken, deze avond daar gelaten.
Ze had wat voor de spiegel gestaan,die haar immer hetzelfde beeld toezond, want Goden en Godinnen worden nooit ouder, ze zijn eeuwig en bestaan buiten de tijd zoals wij die hier kennen.
Zorgen over haar uiterlijk hoefde ze zich dus nooit te maken. Ze was nog even begeerlijk voor haar echtgenoot als immer daar voor.
Ze vroeg zich af of hij in de stemming zou zijn om haar van haar gewaad te ontdoen zoals meer malen het geval was en haar voor het feest nog een snelle beurt te geven.Daarna zou er niets meer van komen want de viering zou tot diep in de nacht door gaan. Ze vond het altijd spannend om zich in haar werkkamer met haar echtgenoot aan een wellustig moment over te geven voor er een grote gebeurtenis plaats vond, zoals nu het "Yule Tide".
Meestal ging het door,maar soms ook niet.Het was afhankelijk of hij belangrijke aardse zaken aan zijn hoofd had die hem stoorden, zoals een stammen oorlog die niet verliep zoals hij wilde.
Ooit was dat met Brunhilde,zijn meest belangrijke Walkure het geval geweest. Zij gaf tegen de wil van Odin de overwinning aan de andere stam.Het had Odin zo aangegrepen dat hij haar opsloot in een ring van vuur op een berg in Frankenland van waar je Hunnaland alleen nog maar kon zien.
Hij had haar in een slaap gelegd waar uit ze wakker gekust zou moeten worden door een bijzondere held die de vlammenzee durfde en kon trotseren. Het was uiteindelijk Sigfried op zijn ros die haar kwam bevrijden.
De oppergod loste nu eenmaal op dat soort manieren zijn zaken op.
Hoe dan ook op zo'n moment wist Frigga dat de lichamelijk begeerten het afgelegd hadden tegen over aardse kommer en kwel.
Dat soort gedachten zouden de oppergod aangaande zijn gemalin ook door het hoofd gaan als hij de trappen naar de toren kamer van zijn vrouw besteeg. Zou ze in de stemming zijn of niet, en hij zou het niet eerder weten dan dat hij de deur open deed en haar blik las.Er zijn zo velen aardse besognes die de lust naar de fysieke attenties bij een Godin doen doven. Want bij de Goden verloopt dat weinig anders als bij mensen.
Haar peinzen stopte toen ze in de verte een flinke raaf aan zag komen.Het zou Huggin of Munnin zijn, een van Odins beide raven die hem tijdingen brachten van de gang van zaken in de Midgård,het rijk der mensen.
Toen de vogel dichter bij kwam zag ze dat het beest een opgerold stuk perkament in zijn snavel droeg.
Een plechtig opgerold stuk perkament is de manier waarop een waardige wens uit het mensen rijk zich aan de Goden manifesteert voor beoordeling en ter goedkeuring.
Toen de gevederde koerier die ze als Huggin herkende in haar raamkozijn was neer gestreken nam de Godin het dier het opgerolde bericht uit zijn snavel,trok het lint los,streek het perkament vlak en las de tekens.
De inhoud van het bericht besloeg de bede van Mary-Lou om haar "True Love for Once and for Always".
Normaal zou een van haar Handmaidens het bezorgd hebben, maar gezien de raaf Huggin toevallig dichter in de buurt was had hij het meegenomen.Dan hoefde niet een van Frigga's meiden te paard een omweg door de wolken te maken sinds zij ook haast hadden terug te keren naar de Asgård voor de grootse jaarlijkse viering van het "Yule Tide" waar een ieder naar uitziet.
Het is nu eenmaal het feest van de zonnewende die de aarde zal doen herleven om de mensheid hernieuwt een nieuwe oogst te bieden.
Tussen twee haakjes ... het andere grote feest in de noordelijke streken van onze aardbol is de langste dag op eenentwintig juni.
Ze keek de vogel aan als om zijn mening te vragen en wat hij omtrent de motieven van de vraagster had mee gekregen.Het dier kraste wat,schikte zijn veren dek,trok zijn poten om de beurt op en leek te knikken.
Het was "Christmas Eve", het was de tijd voor wensen,en daarmee ook de tijd om wensen in vervulling te laten gaan.
De raaf had een lange dag gehad en ze gaf het vlijtige beest als beloning een stuk droog spek terwijl ze haar zaken verder zou regelen.
Frigga was gek op vlijt,zowel bij mensen als dieren en het liet haar geen andere mogelijkheid dan vlijt te belonen.
Deugdzaamheid stond bij haar boven aan. Daar was ze een Asser Godin voor.
Vlijt,trouw,moed,rechtvaardigheid en eerlijkheid stonden bij de Asser Goden voor op.
Ze haalde een veer en inkt tevoorschijn en krabbelde wat tekens op het perkament en gaf de vogel nog een stuk spek terwijl hij wachtte. Toen de inkt droog was rolde ze het perkament op,bond het lint er weer omheen en liet er wat was overheen druppen om haar zegel in te drukken.
De raaf kreeg weer een stuk spek terwijl de was droogde.Er moest nòg één goedkeuring op het verzoek. In dit geval moest ook de liefdes Godin Freya haar goedkeuring aan het verzoek geven alhoewel het uitvaardigen van het decreet uiteindelijk aan Frigga was, de Godin van het lot.
De gevleugelde koerier kreeg eerst nog eens spek als beloning en daarna zijn instructies. Het beest at eerst het spek op, kraste daarna instemmend en vloog sierlijk het raam uit en zette zich door de grauwe winter lucht in de aanzettende schemer in beweging richting Freya's hofstede, "Seisrumner" geheten.
Seisrumner betekend plaats met vele kamers.
De vele kamers zijn benodigd omdat Freya eveneens onderdak biedt aan bepaalde mensen die de Midgård vroeg tijdig verlaten hebben, zoals jonge geliefden en ook had ze een goede verzameling gesneuvelde krijgers.
Seisrumner is een van de voornaamste,mooiste en meest riante onderkomens in de Asgård.Het werd haar bij haar aankomst in de Asgård toegewezen omdat de stam der Asser Goden bijzonder ingenomen was met haar buiten gewone schoonheid.
Freya kreeg daar ze een Vaner Godin is een hofstede, want de Vaner zijn aard en water Goden. Vruchtbaarheids Goden dus en wonen daarmee liever op een grote boerderij in tegenstelling tot de Asser die Vuur en lucht Goden zijn, en zich met recht, orde en de krijg bezig houden en zich daarom liever in een burcht verschansen.
Na een niet al te lange vlucht streek Huggin neer in een van de brede vensterbanken van Freya's slaapvertrek zonder te worden opgemerkt.
Het raam met kleine vensterruitjes stond open.De vogel blikte naar binnen en zag op het grote bed de Godin van de liefde wijdbeens op een jongeman zitten die haar volle aandacht op eiste. Zij op haar beurt mocht zich ook geheel in zijn onverdeelde attenties verheugen. Ze ging helemaal in haar liefdesspel op, veranderde soms even van ritme en draaide af en toe met haar heupen. Haar lange dikke blonde lokken vloeiden van haar kruin over haar schouders en golfden van daar sierlijk over haar rug tot op het bed en spreidden zich in hun volle weelde verder over de dekens uit.
Haar haar streelde op het ritme van haar bewegingen haar schouders en rug. Als zij stond dan raakten haar haar de aard bodem waar ze op stond.
Nu zette ze er de vaart in en begon wilder te rijen en licht te kreunen. De jongeman onder haar omvatte nu haar borsten en begon die te bewerken. Het gesteun werd luider,ze legde haar hoofd even in haar nek,gilde en kwam klaar.Haar vrijer onder stootte nog even stevig door,schokte en spoot.
De gevederde koerier had vaker bij het niet voorhanden zijn van een van de dienstmaagden te paard berichten bij Freya af gegeven, en sinds de beide vogels dat al een eeuwigheid deden was het niet de eerste keer dat hij de Godin wijdbeens op en man had zien rijen, of onder een vrijer hadden zien liggen draaien met een dikke van het geile vocht glinsterende lul die in en uit haar kutje bewoog. Hoe dan ook het was niet hun standaard taak de post te bezorgen maar ze deden het met plezier en wisten daarmee, alhoewel het niet echt hun interesse was, genoeg van het doen en laten in de vertrekken der Goden.
De raaf, nog steeds onopgemerkt was het wachten zat en besloot om de aandacht te trekken.Hij vloog op uit de vensterbank en streek naast het tweetal op het brede bed neer.Het tweetal ging nog helemaal in elkaar op en hadden rest van de wereld voorlopig vergeten.Huggin kraste en liet zijn perkamenten bericht op de deken vallen.De Godin merkte nu eindelijk de ongeduldige postbode op en bekeek de vogel uit haar ooghoeken terwijl haar vrijer onder haar het liefdes spel niet opgaf en met volle begeestering doorging zijn pik stevig in en uit haar onderbuik te duwen.
Terwijl ze op de heupen van haar lover op en neer deinde,blikte ze achteloos richting de vogel met haar grote blauwe ogen. Haar grote borsten deinden op het ritme van het genaai op en neer en haar lokken belemmerden soms haar blik.
Eigenlijk stoorde de vogel haar en hij was echt op een ongelegen moment aan komen zeilen. Om de raaf beter te kunnen zien, streek ze haar lokken uit haar gezicht achter haar schouder terwijl haar bedgenoot nog steeds ijverig door ging zijn onderlijf tegen dat van de Godin te duwen.
"Oh,ben jij het", zei ze half geïnteresseerd al op en neer deinend op haar vrijer die nu stevig greep op haar harde tieten had en vervolgde, "even geduld joh, ik heb zo tijd voor je", en ze richtte haar volle aandacht weer op haar geile rit en reed er lustig op los.Haar blik gleed toch steeds naar het opgerolde perkament naast haar en ze greep uiteindelijk de rol en opende hem.
Terwijl ze zich nog steeds op haar vrijer zittend liet naaien las ze de tekens en vernam onder Mary-Lou haar liefdesbede de goedkeuring van Asgård's hoogste Godin.
Het ging nu over de eeuwige liefde, en Freya zelf in wezen was ook nog steeds zonder succes op zoek naar haar "one and only". Het ging over liefde en haar gezicht stond nu ineens serieus en ze maakte aanstalten van haar lover af te stappen. Deze echter, had gezien hij voelde weer klaar te kunnen komen andere ideeën en pakte zijn Godin om haar heupen en duwde haar weer terug op zijn harde lul en zette de vaart er in. Zij op haar beurt voelde dat ze op die manier ook weer klaar zou komen liet de brief op het bed vallen en gaf zich weer over aan de geilheid die het moment haar bood.
Het ging er weer even wild aan toe en de Godin haar mooie gezicht begon te vertrekken.
Een hand ging naar haar borsten en de andere hand ging tussen haar benen waar haar vingers haar naar een hoogte punt hielpen. Er volgde zacht maar toenemend gekreun en de ontlading van hun beider spanning bracht snel twee schokkende lijven teweeg. Beide ontspanden zich nu en Freya zat voorover gebogen over haar lover en steunde met haar handen op het bed. Toen alles weggeëbd was en beide waren tot rust gekomen streek ze haar haar weer achter haar schouders en haar oog viel weer op het stuk perkament.
Nogmaals las ze de tekens en keek om zich heen naar iets om de bede mee te bekrachtigen met haar eigen tekens.
Nu stapte de Godin van haar vrijer af en liep over de met dierenvachten bedekte vloer op zoek naar iets om haar goedkeuring aan het perkament toe te voegen.
Freya's bedgenoot bedekte zich met een deken daar het zonder de Godin boven op hem maar kil was.
Bovendien, zo redeneerde hij zou de vogel hoegenaamd geen interesse hebben voor zijn harde glinsterende pik.
De boodschapper zou volgens hem liever verre blijven van het privé reilen en zeilen der Goden.
De jonge man in het bed was Wendel, tweede zoon van een stammen koning,Gunar genaamd en zijn koningin Gunhilde.
Wendel mocht zich hiermee dus een prins noemen.
Hij was knap met lang donker blond golvend haar en heldere blauwe ogen. Hij was sterk,dapper,intelligent, betrouwbaar, speelde een instrument en kende vele helden verhalen van zijn eigen volk en de naburige stammen.
Hij stelde de verhalen op dicht en bracht ze dan in zang vorm ten gehoren waarbij hij zichzelf op de luit begeleidde.Dit vond plaats tijdens feestelijke gelegenheden en de lange donkere winter avonden.
In alle opzichten was Wendel een krijger naar Odin's hart en ooit had hij laten vallen dat als de gelegenheid zich bood hem in het Valhalla te willen verwelkomen zodat hij op zijn beurt eveneens de krijgers van tijd tot tijd zou kunnen vermaken met zang en verhalen. De hoge God is behalve meester van de krijg en runnen magie ook een helende shamaan en God van de dichtkunst.
Een Walkure,Alruna genaamd had het gehoord en daarmee was Wendel's lot bezegeld. Enkele dagen voor "Yule Tide" had ze haar kans schoon gezien en benut. Er was een schermutseling tussen Wendel's stam en een stam uit de omgeving.
Het dispuut ging over een heilige open plek in het woud.
Het aantal krijgers was nauwelijks twintig geweest,maar als er gevochten werd zouden er meestal enkelen krijgers vallen. Wendel was dus die dag gekozen door Alruna,en nadat zij zijn sneuvelen teweeg had gebracht had ze hem levenloos op haar paard geladen en mee gevoerd naar de Asgård om toe gevoegd te worden aan het leger Einhärjar.
Het is de taak van de Walkuren, ook wel Valkyries of Valkyria genoemd te kiezen wie er zou vallen om te worden meegenomen naar het veel belovende Valhalla en te oefenen voor de laatste grote slag,die bij de naam Ragnarök ging en die het einde der dagen, het einde der Goden en hun vijanden,alsmede het einde der mensheid teweeg zou brengen.
Het is de slag tussen de Goden en de Duivels der hel en de vuurreuzen.
De naam Valkyria is te herleiden tot,vallen en kiezen,en het was een grote eer gekozen te worden want het geld als een beloning voor een waardig en moedig krijger te zijn geweest.
Wendel echter was door Odin zelf gekozen, en Alruna voerde alleen uit wat ze verstond haar taak te zijn.
Wendel genoot dus een status apart en was daarmee met recht ook een echte prins onder de andere Einhärjar.
In het geval van Wendel werd hij in plaats van naar het Valhalla eerst naar Freya's grote hofstede gevoerd.
Alruna had Wendel onder de reis bewonderd en hem eveneens vurig voor zich zelf begeerd, maar ze had toch besloten hem eerst aan de liefdes Godin aan te bieden en aan haar de keuze te laten wie hem het eerst een tijdje hebben mocht alvorens hij aan Odin werd overgedragen.
Freya,naast alle andere taken die ze had,is ook aanvoerdster van de Walkuren en voert hen op haar wilde zwijn "Hlidsvin" de krijg in waar zij dan allen boven het woelend strijd toneel joelend en gillend en gevaarlijk
krijsend hun werk doen en de gekozenen met hun speer de dodelijke steek toebrengen wat in aardse termen te vertalen is in de fatale steek of slag die een tegenstander hen toebrengt.
Het is zelfs gezegd dat Freya als mede Godin van de krijg, zelfs voor Odin de eerste keuze heeft uit de gevallenen. Met dit in gedachte bracht Alruna de Walkure de gevallen Wendel,die bij deze gelegenheid veruit het beste en nobelste exemplaar was eerst naar Seisrumner.
Daarmee zou Freya,haar aanvoerster,iets hebben om zich tijdens het "Yule Tide" mee te vermaken indien ze dat wilde. Zo niet dan was Wendel over de feest dagen van haar,maar daarin gaf ze zich zelf niet veel kans.
De Godin natuurlijk, nam verheugd het haar in leen gegeven geschenk aan.
Leen geschenk ja, want Odin had Wendel uiteindelijk besteld en daarmee was Wendel zijn krijger, dat stond vast.
Wat de meiden onder elkaar bekokstoofden was heel iets anders, maar prins Wendel was uiteindelijk van hem.
Uiteindelijk wel ja, maar eerst hadden ze ander plannen met Wendel dus de oppergod zou geduld moeten hebben. Odin zou het verwachten, meestal als zijn vrouwen iets wilden dat hij niet wilde hadden ze een slimme streek, een smoes, of een speciaal verzoek waar je met goed fatsoen geen nee op kon zeggen, en na een eeuwigheid was hij het dus gewend om vaak aan het korte eind te trekken. Maar het maakte hem niet uit, want ze hadden immers de eeuwigheid aan zich ... ten minste,zolang de eeuwigheid nog mocht duren.
Freya had Alruna al in de verte aan zien komen met de hoog geboren maar nu levenloze stammen krijger over haar vliegend ros gedrapeerd. Ze was haar hofstede uitgestapt om haar welkom te heten.Eenmaal dat haar paard zich weer stevig op de begane grond bevond legde Alruna de prins aan Freya's voeten en zei verrukt, "voor jou".
Daarbij wees ze trots op haar vangst die zich eenmaal op de grond van de heilige Asgård liggend begon te roeren en weer tot leven kwam.
Hij voelde de bodem,en voelde de sneeuw,en merkte dat deze veel minder koud was als in Midgård.
Langzaam stond hij op en nam de omgeving op. Hij merkte de twee vrouwen op en herkende de Walkure van het moment dat zij zich aan hem toonde,wat een teken voor de krijger was dat hij zijn laatste krijg voltooid had.
De Godin kende hij van de beschrijving die hem in Midgård van haar gegeven waren. Ook zag hij Freya's wagen staan, een eveneens legendarisch ding dat door katten werd voort getrokken. Bij de open staande deur zat een verzameling flinke katten die waarschijnlijk de Godin toebehoorden,haar wagen trokken,en Seisrumner ook als hun huis beschouwden.
Freya is behalve Godin der liefde, een krijgs Godin alsmede een vruchtbaarheids Godin, maar bovenal zwaait zij de scepter over de magie. Waar Odin de magiër onder de Asser is, is Freya de Vaner tovenares. Ze is dus een heks, en waar heksen zijn, zijn katten.
Daar stonden ze gedrieën tezamen.De Godin,de Walkure en de gevallen prins.De vrouwen namen de krijger op en Freya complimenteerde Alruna en bedankte haar. Wendel keek onwennig om zich heen,daar was hij dan,in de veel besproken en bezongen Asgård in aanwezigheid van een levens echte beeldschone Godin die door iedereen zowel in Midgård als in Asgård geliefd en vereerd werd en met geschenken werd overspoeld,en een hele schone maar toch gevreesde Walkure die hem waardig had bevonden om mee te nemen.
Alruna werd nu nauwkeurig opgenomen door de krijger, haar volle lange rode haar dat vloeiend bloed symboliseerde en haar lange rode mantel die dezelfde betekenis had. Haar glimmende helm met de vleugels die aangaven dat ze bij Odin hoorde en hem gehoorzaamheid verschuldigd was.
Haar mantel hing open en hij zag hoe haar strijd tuniek over haar volle borsten spande. Vol bewondering aanschouwde hij ook haar wapenrusting die bestond uit een prachtig met runentekens bewerkt zwaard dat nooit bot werd,een fraaie elegante speer die
ook nooit stuk kon en een schild dat hoe hard je er ook op sloeg geen deuk of kras zou vertonen en haar zwaar met runentekens versierde riem. Maar bovenal trok haar glanzende helm met de vleugels zijn aandacht, en vooral de afbeelding van de glimmende zwijnenkop voorop. De zwijnenkop verwees naar het eerst genoemde "Hlidsvin" en het was een teken dat gedragen werd door nobele krijgers van hoge kom af,en toonde dat zij moedig en waardig waren in de strijd.
Van Walkuren werd gezegd dat het koningsdochters waren, stammen prinsessen dus.
Alruna, de schone fiere krijgerin, was voor prins Wendel meer dan zijn gelijke ... en ze had hem meegesleurd.
Alruna's vliegend ros,wel bekend in Seisrumner wist zelf de stal te vinden waar een stal jongen hem na een zware werkdag een bak goede haver zou geven en was dus al in die richting gelopen.
Freya glimlachte nu,stelde voor dat ze nu gingen drinken en eten en nam haar beide gasten ieder bij een hand en leidde hen de grote keuken in. Ze had veel mede,veel bier,veel wijn en brandewijn en veel wild braad en koeken en kruiden en spijzen die van verre kwamen,uit de landen waar de Arabieren woonden.
Ze gebaarde nu haar gasten plaats te nemen aan de zware keuken tafel.Er brandde een flink vuur in de open haard.Wendel ging er zich warmen terwijl de Godin opdiende en inschonk.Hij merkte dat het vuur behagelijk warm was maar dat je je er niet aan kon branden.
Vol bewondering bekeek hij de beide vrouwen die naar hem glimlachten en Alruna gebaarde hem naast haar op de houten keukenbank plaats te nemen.
Terwijl de vrouwen praten over de voorbereidingen van komende "Yule Tide" viering en ander huiselijke zaken en verder even weinig acht op hem sloegen nam Wendel zijn drink hoorn op en bewonderde de bewerkte gouden band die er omheen gemaakt was.Hij rook aan het Goden bier en proefde. Hmm ... Asgård bier,dòòr de Goden en vòòr de Goden gebrouwen en het smaakte nog beter als het bier in Midgård.
Wendel dacht dat het vast was gebrouwen door Aeger, de meest bekende en beste brouwer in Asgård.
Aeger, de zeereus, en God van de diepe wateren. De Goden worden ieder jaar genodigd voor een groot feest in Aeger's hal die op de boden der oceaan stond en de naam "Brimer"draagt.
Nu proefde Wendel van de wild braad rijkelijk bereid met kruiden uit de verre vreemde streek waar donkere wijze mannen met grote neuzen in lange witte gewaden woonden en de bewegingen der sterren bestudeerden en verder vele andere wijsheden bestudeerden beoefenden.
Hij stelde zich het land der Arabieren voor zoals hem dat verteld was,het land van de Arabieren waar hun zware dierenhuiden en pelzen een hoge waarde in de ruilhandel hebben.
Verder was het Voedsel bereid zoals hij nu genoot hem onbekend en ook in een overvloed zoals die hier bestond was dat er in Midgård niet. Zelfs niet bij de rijkste koning die de grootste hal bezat.
De Einhärjar is de naam der gevallen helden in het Valhalla. Zoals gezegd zij oefenen en bereidden zich voor op het einde der dagen,de apocalyps,in het oud Germaans Ragnarök geheten. Het is als de boze geesten en alle duivelen der hell en de vuurreuzen los breken om Midgård,Asgård en alle andere werelden te vernietigen en met dat doel ten strijde zullen varen in hun draken schip dat de naam "Nagelfar" draagt.
Nagelfar, ter informatie is uit dodemans nagels vervaardigd. Dodemans nagels zoals die ook in zwarte magie werden gebruikt.
De Einhärjar zullen dan naast de Walkuren en andere Goden uitrijden om het gevecht met het kwaad aan te gaan.
Geen zal de krijg overleven schrijven mij de boeken.Drie jonge Goden die zonder zonden zijn daar gelaten, aan hen de taak de nieuwe wereld te beginnen.
Een van hen is Magni,een zoon van Tor,in het Engels Thor en in continentaal Europa Donar genoemd.Ook zal Magni Thor's hamer "Mjölner" vinden en erven.
Na deze kleine belerende zijstap om Wendel en zijn wereld hun recht te doen en hem beter uit te schilderen nu weer verder met de dag taak van Huggin.
Huggin volgde met zijn blik Freya die naar een wand meubel liep om een schrijfveer te zoeken. Freya, een van de Vaner, en daarmee minder ordelijk dan een Asser moest even rommelen voor ze had wat ze zocht.
Het haar van de begeerlijke geile schoonheid reikte tot op de vloer, haar grote ogen hemel blauw en haar vormen weelderig als bij geen andere Godin of Midgård vrouw.Haar goud kleurige lokken symboliseren de zonnen stralen en reiken daarom evenals de zonnen stralen tot op de grond.
Haar ogen symboliseren de blauwe hemel in de zomer,de tijd van vruchtbaarheid,overvloed,plezier en feesten wat in haar aard terug is te vinden.
De veer had ze inmiddels,nu de inkt nog of wat er in de Asgård voor door gaat.Het zou weer even duren en nu tijdens het wachten viel Huggin's oog op de gedroogde ham die naast de warme haart in haar slaapvertrek hing.
Hij had weer trek en zou eigenlijk weer een kleine traktatie willen hebben voor zijn diensten.
Voor Freya echter, een vaan, had alles wat een Asser hoog hield minder betekenis en de vogel te belonen was nog niet bij haar opgekomen.Niet dat ze niet wilde,het was gewoon niet bij haar op gekomen. Huggin vloog dus naar de schoorsteenmantel en zette zich erop neer en begon te krassen en naar de ham te pikken.
Freya nu merkte het op en zei verrast, "Oh,jij wilt wat hebben joh,maar natuurlijk",en zette meteen alles aan de kant en begon een mes te zoeken.
Wendel die alles vanaf het bed gevolgd had wees op de klerenhaak van schoon smeedwerk aan de wand waar hij zijn gordel gelaten had,daar was een mes. Hij wilde wat helpen want hoe eerder ze klaar was met haar gedoe hoe eerder hij weer met haar mocht stoeien.
Opgetogen sneed de Godin een groot stuk ham af en gaf het met stralende ogen aan de vogel die nu de eerste tijd iets te knabbelen had.
De Godin deed haar werk terwijl Huggin tevreden at en Wendel geduldig toe keek.Toen ze klaar was haar tekens te zetten, en haar zegel in de was had geduwd, en er het lint weer omheen gedaan had legde ze de rol op het meubel terug.
Ze was klaar, en nu weer snel naar haar minnaar, ze wilde met haar prins nog een tijdje van de fysieke verrukkingen genieten voor ze naar de "Yule Tide" viering gingen.
Toen Huggin uit gegeten was nam hij de rol perkament weer in zijn snavel en vloog naar de vensterbank waar hij zich weer even neer zette. Even keek hij om en zag de schone Godin onder haar krijger liggen.
Ze hadden de deken voorlopig over zich heen getrokken maar het ritme van hun spel was duidelijk te zien en de deken golfde en bewoog onophoudelijk op op het ritme van hun hartstocht.
De koerier en de rest van de wereld waren op dat moment weer ver uit haar gedachten en haar liefdesspel vergde weer al haar aandacht.
Weer koos de vogel de kille grijze lucht dat zijn domein was en verdween richting Fensaler om zijn taak te completeren en weer een kleine traktatie te halen.
Inmiddels was Odin op Sleipner gezeten door de winter lucht naar Fensaler gesneld.Hij had zijn achtbenige schimmel gestald en had de trap bestegen die naar Frigga's werkkamer leidde.
De Godin had in lichte spanning op de komst van haar gemaal gewacht,had haar haar gekamd en zich voor de ontvangst in orde gemaakt.Toen ze hem door de grauwe hemel snellend op haar burcht toe zag komen had ze twee brandewijn ingeschonken om gezamenlijk het "Yule Tide" in te proosten.
Nu wachtte ze alleen op de klop op de zware houten deur van haar werkvertrek om haar echtgenoot te verwelkomen.
Bij binnen komst was het meteen duidelijk,ze hadden er alle twee wel zin in. Daar stond de oppergod voor zijn vrouw.Odin word beschreven als een goed uitziende sterke vijftiger, lang grijzend golvend haar en voor één oog een beschermend kapje. Een grijze mantel, een tuniek, laarzen van dieren vacht om zijn schenen zoals ieder ander en om zijn hoofd een zilveren band met runnen gegraveerd. Soms heeft de zilveren band op afbeeldingen ook vleugels evenals zijn helm die immer vleugels heeft.
De helm is natuurlijk voor de krijg gereserveerd.
Daar stond Frigga voor haar gemaal, een beeldschone statige Goden koningin van laat dertig met lange donker blonde lokken die tot haar riem reiken. Een majestueus gewaad dat rijkelijk versierd is, en haar hoofd een gouden band met edelstenen in gezet en aan haar voeten goud kleurige schoentjes.
Ze begroeten elkaar op genegen maar hoffelijk wijze en Frigga leidde hem naar de tafel waar de brandewijntjes stonden.
Ze hieven hun kleine bekers en klonken op het feest dat klaar stond om van start te gaan en dronken in één teug de bekertjes leeg. Ze schonk nog eens in en met hun armen om elkaars middel liepen ze naar het venster en keken uit over de winterse Asgård, het rijk der Goden,een rijk dat niet zuchtte onder de greep der tijd. In Midgård daarin tegen zou nu weer snel een jaar sluiten en vertrekken, en zijn sporen in de geschiedenis der Noorderlingen achterlaten. Een en een nieuw jaar, vol herhalingen van het voorgaande jaar zou zijn intreden doen.
In stilte dronken ze langzaam de bekers leeg, zette hen dan neer en keken elkaar verlangend in de ogen.
De God slingerde nu zijn mantel op een bank en deed zijn tuniek uit die op dezelfde bank belandde.Toen maakte hij de met goud versierde riem van haar gewaad los en tilde het kledingstuk over haar hoofd wat zij met een licht opgewonden kreet en met een ingetogen verrukking toestond.
Daar stond de schone geile Godin, bloot en begeerlijk voor haar eveneens geile wederhelft.
Ze droeg behalve wat sieraden alleen nog haar gouden hoofd band en haar gouden schoentjes.
Hij begon haar borsten stevige te betasten en zij sloeg haar armen om zijn hals.Zijn broek ging omlaag en hij tilde zijn Godin op zijn harde lid en gaf haar een paar stoten. Ze gilde van opwinding en sloeg haar benen stevig om hem heen.De gouden schoentjes klemden tegen elkaar. Nu zette hij haar op de tafel en begon nu uitdrukkelijk in en uit haar te bewegen terwijl zij zich zo dicht mogelijk tegen hem aanklemde. Haar volle tieten drukte stijf tegen hem aan en haar haar zwiepte op de regelmatige bewegingen wat heen en weer.
Het romantische verzoek om de eeuwig liefde van de in Midgård wonende Mary-Lou had haar opgewonden, dat deed dat soort verzoeken altijd en de brandewijn had haar ook geil gemaakt en ze kwam deze maal snel klaar evenals haar echtgenoot.
Nu tilde Odin zijn vrouw van tafel, draaide haar om en speelde wat met haar borsten terwijl zijn onderlijf tegen haar billen duwde en hij haar binnen drong. Al stoeiend kwamen ze bij het open staande venster terecht en hij was door het stoeien uit haar gegleden. Frigga boog zich voorover en zette zich schrap en duwde haar kont naar achter. Odin trok haar naar zich toe en drong haar nu achterlangs binnen.
De Schone Godin was geil en nat. Hij masseerde haar borsten en hun lichamen bewogen op hun liefdes bewegingen.
Ze was geil en drijf nat en genoot van iedere volle stoot en het kneden van haar tieten.Ze kreunde luider en hoopte dat haar echtgenoot nu niet zo snel klaar kwam. Haar donker blonde lokken zwiepten langzaam op de bewegingen over de vensterbank en ze draaide met haar kont en duwde opgewonden kirrend tegen haar man in.
In de lucht verscheen nu een van Frigga's dienstmaagden te paard. Ze wierp een zijdelingse blik op Fensaler.
Het slot toonde nu tussen de wolken zijn torens.Met haar scherpe blik zag zij de opgewonden Godin voor het venster en het was duidelijk dat ze in hoge staat van opwinding was. In de inzettende schemer ontwaarde ze ook vaag de gestalte van de opper God. Ze dacht aan wat zij deze avond zelf zou regelen of wat er voor haar geregeld werd, of anders wie haar gewoon even een donkere hoek in zou trekken. De gedachte maakte de dienstmaagd al geil.
Ze richtte nu haar blik weer vooruit en zag dat Huggin haar pad zou kruisen. Ze zag dat hij uit de richting van Freya's hofstede kwam en het was klaar waar hij heen ging. Ook zag ze het bericht in de raaf zijn snavel.
Hij zou de God en de Godin storen maar ze zouden er zich weinig van aan trekken. Na een eeuwigheid samen waren er niet zoveel geheimen meer.
Ze zwaaide enthousiast naar de vogel die als groet een buiteling maakte en zijn weg vervolgde.
In de buurt van de toren hield Huggin de vaart in en zweefde elegant over het Goddelijke echtpaar die geen acht op het dier sloegen en zich nog geheel aan hun lusten opgaven.
Het bericht werd op een tafel gedeponeerd terwijl de Godin lustig door kirde en kreunde, het was ook zo spannend en zo lekker om nog even voor de grote viering een extase te bereiken. Geen van beide sloeg acht op de koerier.
Huggin keek om zich en zocht een kleine versnapering.Het was niet vaak dat hij het stel neukend stoorde, het kwam hooguit eens in de zoveel eeuwen voor en hij vond het niet heel interessant.Als hij straks in de grote hal Munnin zou ontmoeten zou hij er niet eens gewaag van maken.
Sinds het stel gewoon ijverig door neukte ging hij zelf naar iets op zoek en vond nog een klein stukje spek en at het op. Daarna steeg hij op en verliet over de opgewonden Goden heen vliegend het vertrek om zich door de vallende schemer richting Valhalla te begeven.
Het tweetal zag de raaf in de schemer verdwijnen. Odin greep haar nu iets steviger bij haar tieten waarop ze harder begon te kirren en kreunen. Hij gaf haar nog een paar stoten en spoot.Nu kwam de Godin met een geile gil klaar en draaide met haar kont tegen de na neukende God in. Het geile spel was nu over en het paar stond hijgend naast elkaar voor het venster terwijl buiten de duisternis al dieper geworden was.
De Godin verlangde nu een lange tongzoen waarop hun tongen enige momenten in elkaar verstrengelden.
Hierna reikte hij zijn gemalin haar kleren aan en raapte zijn eigen spul van de bank. Na zich aan gekleed te hebben namen ze nog een kleine brandewijn en Odin deed voor het vertrek zijn vrouw galant haar koninklijke mantel om.
Voor de koude rit door de wolken zou Frigga Ook laarzen van dierenvacht aantrekken en Odin zat op een knie voor haar en deed als een heer de leren veters om haar laarzen vast. Daarna opende hij de deur en maakte een respectvol gebaar dat zij hem voor ging.
Nu daalden zij gezamenlijk de trap af naar de ontvangsthal van Fensaler. Beneden aangekomen keken ze om zich heen. Het was geheel stil, niemand meer daar. Allen waren al richting het Valhalla getogen.
Ze liepen arm in arm door de kille met flakkerende fakkels verlichte ontvangsthal. De fakkels wierpen vage schaduwen van de beide Goden op de grof stenen wanden.In de grote haard branden nog enkele stukken boomstam.
Als de boomstammen op waren zouden ze zichzelf hernieuwen om opnieuw de hal te verwarmen, want in de Asgård raakten de dingen nooit op en niets was ooit de prooi van de tand des tijds.
Ze begaven zich naar de stallen waar Sleipner nu op hen stond te wachten om het paar door de duistere avond lucht met grote gezwindheid naar het Valhalla te voeren om het "Yule Tide" officieel in te luiden en de viering een aanvang te laten nemen.
Greetz Caroline
p.s.
Een lang verhaal, als per noordelijke traditie