Vervolg op: Mini - 269Ik werd zoals gewoonlijk een paar minuten voor half zes wakker. Het hoefde niet, maar het ritme zat er gewoon in. Enfin… Joline sliep nog lekker, haar blonde haren piepten nét boven het dekbed uit. Lekker laten slapen… Ook zij had haar portie stress de afgelopen weken wel gehad. Er uit, Kees. Een bakje thee zetten voor de zussen en samen met hen ontbijten. Zo gezegd, zo gedaan; met een blad met twee kopjes thee en een paar beschuiten klopte ik aan.
“Dames… Ik heb hier een bakje thee en wat te knabbelen voor jullie. Mag ik binnenkomen?” De deur ging open en Margot stond voor me. Blote voeten, natte haren en een handdoek omgeslagen. “Dank je wel, Kees! Lot is nog aan het douchen, maar die kan dit ook wel waarderen.” Mooi zo. Over een kwartiertje staat het ontbijt klaar.” Ze knikte en verdween met het blad in hun kamer. Nou… de ontbijtboel klaarzetten dan maar. En een bak koffie maken voor mezelf. Tien minuten daarna kwamen Lot en Margot binnen. “Waarom deze roomservice, Kees? Jullie hoeven toch niet zo vroeg op vandaag?” “Klopt, dames. Maar mijn biologische klok wekt mij door de week vrijwel altijd een paar minuten voor tijd. En aangezien ik toch nog even wil gaan werken voor de firma, kan ik net zo goed op tijd opstaan.”
De zussen knikten en we aten in relatieve stilte verder. Totdat Margot vroeg: “Zie je er tegenop, Kees?” Ik dacht even na. “Tegen het spelen zelf niet, Margot. Ik kán het. Wel een beetje bang dat m’n emotie met me op de loop gaat. Met name bij het laatste lied. Daar hik ik tegenaan.” “Emotie kun je uitschakelen, Kees”, hoorde ik plotseling achter me. “Ik ken iemand die dat regelmatig tegen me zegt.” Joline legde twee warme handen in mijn nek. “Goeiemorgen meiden, hoi Kees. Is er nog wat warm water voor mij over?” En terwijl ze in haar beker thee roerde, keek Joline me aan. “Ik ben ook in de kerk, Kees. Ik sleur je er wel doorheen. En anders Greet en Derk wel. Je kunt het.” “Dank je wel, schat. Die had ik even nodig.” Ze knipoogde. “Ik ga wel mee de orgelgalerij op. Als morele back-up zeg maar.” “Dan weet ik niet of Derk en Greet nog één fatsoenlijke noot uit het orgel en de trompet kunnen halen. Zo’n knappe vrouw plotseling op de orgelgalerij…”
Lot zei het zonder een spier te vertrekken en even wat het stil. Toen proestte Margot het uit. “Ik zie het voor me… Hihihi… Greet en Derk die al hun aandacht op Joline Jonkman – Boogers hebben gericht en compleet vergeten zijn waarom ze op die orgelgalerij zitten…” Joline keek me aan. “Hebben wij dit op ons geweten? De gezusters worden nu wel heel erg vrijpostig!” Ik knikte. “Tja… ’t Is toch wat. Ik denk dat ik Fred maar eens ga bellen om jullie vandaag tijdens het lopen flink te grazen te nemen.” Margot snoof. “Fred? Als wij hem een keertje lief aankijken, vergeet hij compleet welke opdracht hij van jou kreeg en is hij als was in onze handen.” “Dan moeten jullie wel grote handen hebben, dames.” Ze giebelden en stonden toen op.
“Kom zus, we gaan Gorinchem onveilig maken!” Margot liep richting voordeur, maar Joline riep haar terug. “Margootje… Vergeet je niet iets?” Die keek vragend. “Je weekendtas met hardloopspullen, dametje! Je niet meteen gaan drukken als wij er een keertje niet zijn!” Margot keek teleurgesteld. “Shit, ze heeft me door…” Ze pakte haar tas. “Kees, maak er iets moois van!” Lot knikte. “Ben ik het mee eens. Je kunt het. Tot vanavond!” De deur ging achter hen dicht en Joline keek me aan. “Goed geslapen, Kees?” Ik knikte. “Ja, prima hoor.”
“Ik meende vannacht al zoiets gehoord te hebben. Je lag aardig te zagen, vriendje. Kom, schenk me nog maar een mok thee in, dan gaan we daarna nog even werken. En om elf uur ga jij je bugel nakijken en nog even blazen. Dan smeer ik wat boterhammen en om twaalf uur zijn we in de kerk, oké?” Even later zaten we, ieder achter de eigen laptop, in de studeerkamer. Om tien uur schonk Joline nog een kop thee in. “Geen koffie voor jou!” Daarna blies ik nog wat snelle loopjes en rond half twaalf liep Joline de studeerkamer in. “Omkleden, Kees!” Oh ja, ook dat nog…
Mijn blauwe pak lag al op bed klaar en Joline trok een nette blauwe jurk aan. Greet had me al gewaarschuwd; “Geen zwart! Het is een dankdienst, Kees!” Ik had er een geintje van gemaakt. “Geen zwart? Wie gaat er dan achter dat mooie orgel zitten, wachtmeester?” Ze had maar weer eens gezucht, en iets onduidelijks gemompeld. Eenmaal in de kerk was het daar nog stil. Geen Greet, geen Derk. Joline en ik gingen even op de achterste rij stoelen zitten. Zeiden niets, hadden alleen elkaars hand vast. Zo zaten we een paar minuten, toen stond ik op.
“Je hebt de accu weer eens opgeladen, Joline.” Joline schudde haar hoofd. “Niet ik, Kees.” We begrepen elkaar en wéér werd ik getroffen door het feit dat deze vrouw ‘mijn vrouw’ was. En ik haar man mocht zijn. Ik gaf haar een snelle zoen. “Dank je wel, schat.” Daarna stonden we op. Geen moment te vroeg, want Greet en Derk kwamen de kerkzaal in.
“Netjes op tijd, Kees… Hoi Jolien.” We liepen naar boven en even later klonken de klanken van de Sonate in D-Majeur van Purchell door de kerk. Gevolgd door de fantasie op ‘Nun danket alle Gott’ van Bach. Afwisselend koper en orgel. Derk en ik bliezen de koperpartij samen en dat ging prima. “Sound the Trumpet” volgde; Derk de koperpartij en ik de countertenor. Daar had ik het even moeilijk mee; keihard aan de muziek vasthouden, Kees! Daarna namen we de liederen nog even door en om tien voor een stopten we met repeteren.
Greet keek ons aan. “Dit ging prima, heren! En voor de verandering de volgende mededeling: het is de uitdrukkelijke wens van de familie dat de muziek een essentieel onderdeel van de dienst is. Natuurlijk volgens we de liturgie, maar het mag duidelijk te horen zijn dat de overledene én zijn gezin liefhebbers waren en zijn van Engelse barokmuziek. Johan, onze dominee, had daar aanvankelijk wat moeite mee, maar heeft zich laten ompraten.” Ze glimlachte even. “Ook omdat hij wist wie er naast me zouden staan blazen. En nu naar beneden; het is bijna één uur; we gaan een stukje lopen. Even frisse buitenlucht inademen en een hapje eten. Om half twee zijn we weer in de kerk.”
Het eten en de frisse lucht deed me inderdaad goed. Mijn arm om Joline heen, Derk en Greet ook gearmd, af en toe een paar woorden wisselend liepen we een rondje door een parkje vlakbij de kerk. De schaduw gaf wat koelte. En om half twee liepen we de kerk weer in; daar was het nu wat drukker. Johan liep in de hal, zag ons en kwam naar ons toe. “Fijn dat jullie ons ondersteunen, dame en heren. Na de begrafenis komt de familie hier terug voor de koffietafel; ze hebben jullie uitdrukkelijk uitgenodigd om daar ook bij te zijn.” Greet knikte. “Doen we, Johan.” Toen liepen we kerkzaal in en stemden de instrumenten nog even. Daarna: wachten. En om tien voor twee, met de kerk al vol, stond Greet op. “Derk, Kees: laten we er wat moois van maken. Bram, de overledene, zou dat wel op prijs stellen. En zijn gezin ook, dat weet ik zeker.”
We bliezen het koper even schoon, daarna keek Greet ons vragend aan. Derk en ik knikten en toen zette Greet in: de sonate in D van Purchell. We begonnen redelijk zachtjes, en gedurende het stuk konden we wat forser spelen. En terwijl we speelden werd de kist de kerk binnengereden. Iedereen ging staan. Twee jongelui van een jaar of achttien, een jongen en een meisje en twee heren van een jaar of vijftig duwden de kar waar de kist op stond. Een dame liep achter de kist, met een groot bloemstuk in haar armen. De weduwe? Hoe dan ook: ook zij droeg geen zwart. Daarachter Johan en de leden van de kerkenraad. Wat me opviel: geen personeel van de begrafenisonderneming. Althans: niemand die als zodanig te herkennen was.
De kist werd voor in de kerk neergezet, en een van de kinderen zette er een grote foto van de overledene op. De dominee sprak een paar inleidende woorden en begroette toen de gemeente. Daarna kondigde hij het intochtslied aan: lied 150a. Greet telde af en speelde een kort voorspel; toen begon het 1e couplet. Derk en ik hoefden ons niet te houden; de kerk zat vol en men zong zoals gewoonlijk hier prima. Ook nu liet Greet bij het 3e couplet het orgel jubelen en wij even later het koper. Klonk prima.
De dienst was toch wat anders dan een ‘gewone’ eredienst. Veel zingen, afgewisseld met mooie verhalen over de overledene. Door een collega, door een broer, door zijn zoon en zijn dochter. De jongen had het er moeilijker mee dan zijn zus; hij haperde af en toe. Maar vertelde wel dat hij altijd genoten had van de stoere verhalen van zijn Pa over zijn diensttijd. En dat hij trots was dat zijn Pa Bosnië-veteraan was. Greet en ik keken elkaar aan en ik fluisterde: “Wist jij dat?” Ze schudde ontkennend haar hoofd.
Even later vertelde het meisje iets over haar vader. Onbevangen keek ze de kerk in en vertelde een aantal dingen over haar vader. Onder andere over zijn muzieksmaak. ‘Dat botste nog wel eens. Als Pa thuiskwam van zijn werk en wij Radio 3 op hadden staan, werd die zender meteen weggedrukt om plaats te maken voor Radio 4 of een klassieke CD. Liefst met ouwe, Engelse muziek uit de 17e eeuw. Enfin, dat zullen we vandaag genoeg laten horen, Pa.’ Ze glimlachte even. ‘En we beloven je: vandaag zullen we niet meteen boos naar boven stormen als we weer eens orgel en trompet te horen krijgen… Dat helpt niets, want dan staan we alleen maar dichter bij dat orgel en bij die trompetten.’ Wij keken elkaar aan en Derk fluisterde: “Knap als je zó je vader kunt herdenken!” Ik knikte.
Even later begon Johan aan zijn preek. In tegenstelling tot normaal hield hij het kort. En dook hij niet de theologische diepte in; ik kon hem goed volgen. En na het ‘Amen’ vervolgde hij met: “Gemeente: Zoals u hoorde was Bram een muzikaal mens. Zoals hij zelf altijd zei: “Ik speel geen noot; zelfs een blokfluit is al te moeilijk voor mij. Maar ik kan úren genieten van mooie muziek. Dit tot grote frustratie van mijn kinderen…’ En dan lachte hij even. We mogen vandaag de instrumenten horen die Bram zo mooi vond: orgel en koper. Hij zou niet anders gewild hebben. We vieren vandaag een dankdienst. Een dankdienst voor het leven van Bram. Laten we dan nu weer luisteren naar de muziek die hij zo mooi vond: ‘Nun danket alle Gott’, uit de Leipsicher Korale van Johann Sebastian Bach.”
Greet zette rustig het ondersteunend thema in, met het pedaal in een stevige cadans er onder. Dit stuk begeleidde Derk. Ik niet. De trompet was er beter geschikt voor. Zodoende kon ik me voorbereiden op het laatste lied: ‘Nearer my God to Thee’. Ik keek Joline aan en zij knikte geruststellend. Toen Greet en Derk gereed waren en Johan het laatste lied aankondigde, stond ik al klaar. Greet drukte bliksemsnel een paar registers weg, keek me aan en zette een kort voorspel in. Daarna een hoofdknik en het 1e couplet begon. Ingetogen, zoals de tekst ook aangaf. De gemeente zong ook zacht.
Het tweede couplet kon iets meer ‘forte’, dus Greet trok een register extra uit en ik kon ook iets steviger blazen. Gelukkig maar: meer ademsteun. Desondanks was ik super-opgelucht toen het lied ten einde was.
In stilte werd de kist de kerk uitgedragen; de zegen zou Johan op de begraafplaats uitspreken. Derk en ik borgen onze instrumenten op en Greet zette het orgel uit en deed de muziek in haar koffer. Joline stond ook op en zei: “Mensen… het stond niet in de planning, maar gaan wij mee naar de begraafplaats?” We keken elkaar aan en knikten. Zodoende reden we als allerlaatste auto van de stoet mee richting begraafplaats, een kilometer of drie verderop. Daar was de plechtigheid sober. Johan sprak nog een bijbeltekst uit en daarna de zegen. Vervolgens werd de kist neergelaten in het graf en kon iedereen langs het graf lopen om… Ja, waarom in feite? Afscheid te nemen? Afscheid nemen doe je met een handdruk of een zoen. Niet met een blik naar een kist in een graf...
Derk gaf mij een por in m’n zij. “Mee eens, Kees?” “Sorry Derk. Niet gehoord. Wat zei je?” Als wij bij het graf staan, zet ik jullie in de houding, brengen we groet. Oké?” Greet en ik knikten. “Goed plan, Derk.” Joline zei: Dan loop ik wel voor jullie uit. Kunnen jullie doen wat je moet doen, goed?” Langzaam schoof de rij op; wij waren de laatsten. En voor het graf klonken zachtjes de bekende woorden. “Geef… acht! Brengt… groet!” En na een tiental seconden: “In de houding… staat! Links… om, voorwaarts… mars!” Uit het zicht van de familie liepen we weer ‘gewoon’. “Prima plan, Derk.” Zwijgend reden we terug naar de kerk. In de hal en in twee zalen stond een broodmaaltijd gereed. Toen tien minuten na ons de familie binnenkwam, ging iedereen zitten, behalve de echtgenote van de overledene.
Met heldere stem bedankte ze iedereen die hierheen gekomen was om deze dankdienst mee te maken. “Een dankdienst voor Bram z’n leven. Een leven waarvan ik 33 jaar getuige mocht zijn; wij kregen verkering toen hij 16 en ik 17 was. Sommigen van jullie kennen Bram veel langer dan ik, maar…” Ze glimlachte even. “Ik denk dat de band tussen man en vrouw best wel zorgt dat je elkaar goed kent. Voor zo meteen: wissel met elkaar de herinneringen over Bram uit en geniet van het eten; sommigen van jullie moeten straks nog een flink stuk rijden.”
Tijdens het eten liepen zij en haar kinderen rond; een broodje in de hand en kletsend met de mensen aan de diverse tafels. Zo kwamen ze ook bij ons, stelden zich voor als Diana de echtgenote van Bram, Irene, de dochter en Arend, de zoon. Uiteindelijk maakten we de afspraak dat Greet, Bram Joline en ik binnenkort bij hen langs zouden gaan om over Bosnië te praten. “Bram was daar nogal gesloten over. Behalve wat sterke verhalen over geintjes die ze met elkaar uithaalden, weten we daar niet zoveel van”, was de reactie van Diana. Daarna praatten we nog even over de muziek.
“Blij toe dat je niet de orgelgalerij opstormde, Irene. Om dat orgel uit te zetten en de trompet en de bugel om de nekken van de blazers te vouwen.” Greet lachte haar een beetje uit en het meisje bloosde. “Dat grapje kon toch wel?” Greet knikte. “Ja, natuurlijk. Ik wist van je vader al dat jullie zijn muziekkeuze niet zo waardeerden. Hij heeft na een kerkdienst wel eens hier boven gezeten en dan speelde ik een bepaald stuk nog een keer.” Het meisje knikte zielig. “Ja. En wij maar wachten bij de auto…” We lachten haar uit. “Ik loop weer even verder, mensen”, zei Diana. “Ik zie nog zoveel mensen die ik nog moet spreken…” Toen een kwartier later de maaltijd beëindigd was en we afscheid namen van Diana en haar kinderen, maakten we de afspraak concreet: na onze vakantie in de Harz zouden we bij hun langs gaan.
In de hal hield Greet Derk en mij even tegen. “Derk… Kees: Ik ga een uitspraak uit de film Titanic gebruiken.” Even was ze stil. “Gentlemen… It’s been a pleasure playing with you this afternoon.” Daarna draaide ze zich snel om en liep weg. Derk en ik keken elkaar aan. “Eensgelijks, Derk.” Ik knikte. “Het was goed om hier samen met Greet en jou te spelen, Kees.” We gaven elkaar een hand en Joline gaf Derk een snelle zoen. Daarna stapten we in de auto. Joline reed. Thuisgekomen dirigeerde ze mij op de bank. “Zitten jij en ontspannen. Vanaf vanochtend vroeg stond je onder hoogspanning. Jij gaat vanavond niets meer doen, Kees. De zussen en ik koken en wassen wel af. En daarna vroeg naar bed.”
Ik ging zitten. “Dank je wel schat. Je bent lief voor een botte techneut.” Joline ging tegen me aan zitten en sloeg een arm om me heen. “Techneut? Die ben ik vandaag niet tegengekomen. Vandaag zag ik een knappe bugelist die zijn uiterste best deed om mooie muziek te maken. En dat is gelukt. Kees… Dit had je negen maanden geleden absoluut niet gekund. Niet alleen had je minder goed gespeeld, maar je had waarschijnlijk geweigerd. Omdat je bang was voor je eigen emoties. Ik heb genoten van jouw spel vandaag, Kees. Je speelde prachtig.” “Derk speelde ook prima, Jolien. En Greet ook. We stonden daar samen.” Ze knikte. “Ja. Maar jij bent mijn Kees. Mijn man, de vent waarmee ik gelukkig getrouwd ben. En dat is Derk niet, ook al mag ik hem graag. En Greet ook niet. Een mooi mens, maar ik wil niet met haar getrouwd zijn.”
Even was ze stil en toen vervolgde ze ondeugend: “Greet mist wat zaken waar ik best wel veel plezier van kan hebben, zeg maar.” Ik schoot in de lach. “Maffe tut van me! Jij weet precies hoe je me weer op de been kunt helpen… Ik zat best wel even in een dipje.” Ik trok Joline naar me toe. “En jij bent mijn schat. Mijn soulmate. Miss Efficiency 2018 in een hele aangename verpakking, een heks met cijfertjes, mijn hele vurige minnares en de perfecte danspartner. Tot aan de Bingo en daar voorbij, schat.” Joline keek me aan. “Laten we daarop hopen, Kees. Deze dagen zijn we er achter gekomen dat het niet vanzelfsprekend is dat je samen 80 wordt.” Ze keek ernstig en ik schudde langzaam mijn hoofd.
“Je hebt gelijk. De woorden ‘tot aan de Bingo en daar voorbij’ zijn nu een beetje beladen.” Even zaten we stil tegen elkaar aan en toen voelde ik Joline zachtjes grinniken. “Heb jij binnenpretjes, dame?” Ze lachte nu hardop. “Ja… hihihi… Zullen we binnenkort eens een bingo-set huren, Kees? Nodigen we Chantal, Karel, Tony en Rob senior uit en dan gaan we een avondje Bingo spelen. Kunnen we dat alvast afstrepen van de bucketlist…” Ik gaf haar een por. “Rare meid. Als ik met dat voorstel aankom, weet ik één ding zeker: ik word door de nagels van mijn eigen moeder en mijn normaal zo lieve schoonmoeder opengereten op plaatsjes waar het best wel veel pijn doet. Geen zin in.”
Ik stond op en rekte me uit. “Waar ik nu wél zin in heb: een stukje draven. Even alle spanning er uit lopen. Doe je mee of…” Joline schudde haar hoofd. “Nee. Ik blijf lekker lui op mijn charmante billetjes zitten, Kees. Als jij wil lopen: prima. Maar denk er aan: geen wereldrecordpoging doen; gewoon lekker ontspannen rennen.” “Ja mevrouw, nee mevrouw, ik zal Usain Bolt niet inhalen, mevrouw…” Ze wees. “Omkleden jij en rennen!” Tien minuten later liep ik op een sukkeldrafje richting cooperparcours. Even warmlopen… En op het startpunt zette ik mijn klokje bewust niet. Geen streeftijd, gewoon een aantal rondjes lekker lopen in een prettig tempo. Uiteindelijk liep ik 5 rondjes, toen vond ik het welletjes. Lekker even fysiek bezig geweest, verstand op nul. Fluitend kwam ik het appartement weer binnen, waar ik Joline achter haar laptop aantrof.
“Hoi lief… Jij hebt even wat spanning er uit gelopen, zie ik wel. Mooi zo. Wil je wat drinken?” Ik knikte. “Een groot glas limonade. En daarna ga ik lekker douchen.” “Lijkt me een goed plan… Als je met dat echtpaar van een paar dagen geleden in de lift had gestaan, had mevrouw er weer wat van gevonden, denk ik zomaar.” Ik trok mijn neus op. “Lekker laten vinden.” Ondertussen kreeg ik een glas limonade in m’n handen gedrukt. Samen zaten we een paar minuten op het balkon, toen werd ik richting douche verbannen.
Trainingspak en ondergoed uit, kraan open en… Brrr… Al snel draaide ik de kraan iets warmer en zeepte mezelf in. Haren wassen, afspoelen, afdrogen, boxer aan en scheren. Dat kon Joline wel op prijs stellen, wist ik. Verder aankleden en even later liep ik de huiskamer in. “Zo. Lekker fris en fruitig.” Joline snoof. “Ik ruik het. Beter dan een kwartiertje terug, Kees.” Ze streelde over mijn gezicht. “En geschoren! Goed bezig!” Ik kuste haar. Omdat ik weet dat je dat fijner vind dat zo’n ongeschoren kop, schat.” Ze glimlachte lief. “Jij mag blijven. Kom eens naast me zitten, Kees. Ik ben bezig om globaal te plannen waar we heen willen tijdens deze vakantie.” Ze had Google Earth voor zich met de Harz op het scherm. “Wat dacht je van Altenau als eerste overnachtingsplaats? Een mooie camping langs een beekje, vrij ver van alle bewoning, zwembadje en redelijk centraal gelegen. Waldcampingplatz Polstertal. En de eigenaars van de camping spreken Nederlands. Van daaruit kunnen we alle kanten uit. Doen?” Ik knikte. “Prima, schat. Dan slapen we daar de nacht van zaterdag op zondag. En de rest van de week?”
Ze keek bedenkelijk. “Wil ik samen met de zussen uitpluizen, Kees. Niet alles voor hen maar zonder hen bepalen.” “Prima. Wellicht willen zij alleen maar in een minuscule bikini langs de rand van een vijvertje in de zon liggen bakken. En van achter hun zonnebril de mannelijke bevolking van de Harz observeren…” Joline maakte een minachtend geluidje. “Ik zie het ze doen, Kees. Maar jij moet nog een week verl…”
Verder kwam ze niet; haar telefoon ging. “Ma. Benieuwd wat die heeft te melden… Hoi Ma’, zeg het eens…” Ze zette de telefoon op de speaker en ik hoorde: “…en alles zit vol! Kunnen we hem gedurende onze vakantie bij jullie onderbrengen? Hij is gewend om alleen thuis te zijn, dus dat is geen punt.” “Eén moment Ma. Even overleggen hier.” Ze dekte de microfoon af. “Ze kunnen geen adres vinden voor Bengel! Alles zit vol. Of wij dat arme beest vier weken onder onze hoede kunnen nemen…” Ik fronste even. “Op vakantie: geen punt, gezellig! Maar bij DT?” Joline schudde haar hoofd. “Ook geen punt, Kees. Dan ligt hij bij mij onder het bureau. Of bij jou. Of bij de zussen…” Ze giechelde. “Of bij iedereen die haar maar aandacht, aaitjes en brokken geeft. En tussen de middag mag ze lekker meerennen… Gaat goedkomen!”
Ze haalde haar hand van de microfoon. “Geen probleem, Ma. Wij gaan, samen met de zussen, met ingang van zaterdag een week met een huurcamper naar de Harz. Kan ze gewoon mee. Lekker dollen met Balou en zo…” Ik hoorde Tony lachen. “Jaja, met Balou nog wel. Ben benieuwd. Maar hoe doen jullie het dan als jullie weer aan het werk gaan?” “Gewoon meenemen. Mag ze onder mijn bureau liggen.” Tony giebelde. “Ik weet wat mensen die zonder problemen met Bengel zouden willen ruilen, dochtertje…” Joline keek me hopeloos aan. “Ma, van Kees had ik zo’n opmerking wel verwacht, maar van mijn eigen moeder? Foei, ga je schamen!”
Tony bleef giebelen. “Dat deed jij ook niet op het zachte Noorse mos, dochtertje van me. Maar nu even concreet: wij gaan zaterdagmiddag weg. Moeten we haar komen brengen?” Ik schudde mijn hoofd en riep: “Nee hoor. Wij kunnen de camper zaterdagochtend om 11:00 ophalen in Baak. Dan rijden we gewoon een uurtje eerder weg, drinken in Malden nog een bakje koffie en rijden dan door naar Baak. Malden ligt bijna op de route, Ma.”
Een zucht van opluchting klonk. “Dank je wel jongens. We hadden haar mee willen nemen, maar kwamen er achter dat ze te laat was met de enting voor hondsdolheid. En dan doen de Noren best wel moeilijk.” Droogjes zei Joline: “Dol wordt ze toch wel. Als ze ons ziet, de zussen en niet te vergeten Balou.” Er klonk een lachje aan de andere kant. “Ik heb er beeld bij. Dochtertje en schoonzoon: dank jullie wel!” “Graag gedaan, lieve schoonmoeder!” riep ik. “Geef jij ‘m die draai om z’n oren Jolien of moet ik het zaterdag doen?” Tony’s stem klonk dreigend. “Doe jij het maar Ma. Als hij dan nog leeft, nadat ik hem gesmoord heb met m’n panty’s.”
Even was het stil. “Nog aan of al uit, Jolientje?” “MA!” Met een boos gezicht verbrak Joline de verbinding.
“Nou nou… Die moeder van jou wordt steeds ondeugender, Joline…” “Ja. En dat ten koste van mij, verdikkeme…” Ik trok mijn telefoon, opende what’s app en tikte de volgende boodschap: “Sommige, wat intiemere, zaken worden hier niet zo makkelijk gedeeld. Zelfs niet met moeders. Gr, Kees.” Een smiley er achter en ‘send’. Joline had meegekeken. “Netjes, Kees. Je valt me mee. Ik knipoogde, maar toen schoot me iets te binnen. “Verrek… Als je een hond meeneemt, moet de camper een dag eerder terug zijn. Dan ontsmetten ze het ding of zo… Even bellen!” En dat bleek te kloppen; nu moesten we de camper inleveren op vrijdag, rond 15:00. “Jammer, maar aan de andere kant: we hebben dan wel plezier van onze brave waakhond.” Joline keek ondeugend. “Zullen we Balou nu even inlichten? Of doen we dat vanavond, waar de zussen bij zijn?”
Ik grinnikte. “Vanavond. Lijkt me wel een leuke manier om hen te verrassen… En nu mevrouw: gaat deze jongen even naar de supermarkt en wat eten inkopen. Over een half uurtje staan er twee hongerlappen voor de deur. Ken je ze? Ze heten Margot en Charlotte.” Joline glimlachte. “Ja, die ken ik wel. Maak maar wat lekkers, Kees!” In de supermarkt liep ik snel langs de schappen. Aardappels, groenten, een biefstukje, uien, melk… Met een volle tas kwam ik weer thuis en begon met het schillen van de piepers. De broccoli ging in de ene snelkookpan, de aardappelen in de andere. Uien schillen en snijden… Bakpan op het vuur, boter er in en goed heet laten worden. Toen de uien er in en die lekker laten smoren. Op dat moment ging de voordeur open en kwamen Mar en Lot binnen. “Hier ruikt het goed…” En met een blik in de keuken: “Prima bezig, Kees!” “Tien minuten, dan kunnen we aan tafel, dames.”
Eenmaal aan het eten vroegen de zussen hoe de dienst verlopen was. Joline vertelde het meeste. “We willen die dienst wel terugzien op ‘Kerkdienst gemist punt NL’, Kees.” Margot keek me aan. “Da’s prima, meiden maar doe dat alsjeblieft als ik er niet bij ben. Het is nog even té vers allemaal.” Lot observeerde me. “Teveel emotie, Kees?” Ik knikte. “Ja, best wel. En ik realiseer me net dat wij ons zitten te verheugen op een weekje vakantie en dat Diana en haar kinderen nu thuis zitten met een lege plek in hun midden…” Joline knikte. “Ja, dat is waar. Maar als ik haar zo inschat, en haar kinderen ook, gaan zij niet bij de pakken neerzitten, Kees.”
“Na onze vakantie gaan we bij hen langs, schat. Op een zondagochtend, na de dienst of zo. Even met hen kletsen over wat voor man Bram was.” “Ja, dat was een goed plan van je.” Na het eten ging ik nog even werken; de dames gingen kleding uitzoeken voor de week in de Harz. “Eén weekendtas per persoon, dames!” Joline keek streng. “Bengel moet ook mee, dus de achterbak van de Volvo moet niet helemaal volgetrouwd zitten met weekendtassen, koffers en beautycases!”
Margot humde. “Beautycases… Waar zie je ons voor aan, Joline?” Die gniffelde. “Voor twee tutjes uit de biblebelt natuurlijk… Húp, aan het werk!” De dames verdwenen en ik dook de studeerkamer in. Nog even wat werken… Om half negen ging mijn telefoon. “Met Kees Jonkman, goede avond.” “Kees, met Richard. Bel ik gelegen?” “Vertel het maar, dominee.” “Kees ik heb net Greet en Derk gebeld om hen te bedanken voor vandaag. En dat doe ik nu jou ook. Man, ik had op sommige momenten kippenvel op mijn armen. Het was maar goed dat ik een toga aanhad en geen korte mouwen. Wat hebben jullie mooi gespeeld.” “Dank je wel, Richard.” Hij vervolgde: “Ik was niet de enige die er zo over dacht. Diverse gemeenteleden waren zeer te spreken over de manier waarop jullie de liederen begeleidden en de stukken speelden die Bram mooi vond.” “Da’s goed om te horen, Richard. We wilden ons steentje bijdragen om hem een waardig afscheid te geven. Maar de meeste credits gaan toch echt naar Greet. Zonder haar lessen kon ik misschien een leuk ‘moppie toeteren’ zoals zij dat noemt, maar zo spelen als vandaag… Nee.” “Dat weet ze, Kees. Maar ik wilde het Derk en jou ook persoonlijk zeggen. Bij deze, Kees.” “Dank je wel, Richard. We hebben het graag gedaan.” “Dat was te horen. Ik begreep van Joline dat jullie er een weekje tussenuit gaan?” “Ja. Samen met Margot en Charlotte gaan we een weekje de Harz onveilig maken met een gehuurde camper. Die twee meiden zijn nog nooit echt op vakantie geweest. En ze hebben de afgelopen maanden keihard gewerkt; In Gorinchem, maar ook met hun studie. Volgend jaar kunnen ze afstuderen, dan zijn beide dames én mijn lieftallige echtgenote Master in de edele kunst der cijfertjes.”
Hij gniffelde. “Dan zal het huishoudboekje in huize Jonkman wel op orde zijn, denk ik…” “Wij doen niet aan huishoudboekjes, Richard. Wij doen de huishoudboekhouding op een redelijk uitgebreide Excelsheet. En als daar iets niet in klopt, of er mist een bonnetje, krijgt meneer Jonkman best wel op z’n falie.” “Ik heb er beeld bij, Kees. En medelijden met je. Maar goed; geniet van jullie week vakantie! We hopen jullie over anderhalve week weer te zien. Groeten aan je vrouw en de zussen!”
Hij verbrak de verbinding en ik keek even in gedachten voor me uit. Jaja… genieten van onze week vakantie. Het was maar goed dat meneer de dominee op sommige momenten niet in de camper zou kunnen kijken of de gesprekken zou kunnen beluisteren…
Om half tien stopte ik met werken en liep de kamer in. Daar zaten de zussen op de bank. “Zo dames… alles ingepakt wat ingepakt moet worden?” Ze knikten. “Onder andere sportkleren, meneer Jonkman. Voor als we de hele dag in de camper op ons gat hebben gezeten.” Margot zei het met een uitgestreken gezicht en Charlotte vulde droogjes aan: “En nee, we zeggen niet welke sport.” “Het zal wel zwemmen zijn”, mopperde ik. “Jullie nog wat te drinken, dames?” Ze kozen een beker warme melk, net als Joline. Die dronken we rustig kletsend op, daarna gingen we naar bed. En ik sliep al voor mijn hoofd het kussen raakte…
De donderdag en vrijdag gingen bijzonder snel. De laatste zaken regelen in Gorinchem, projecten doorspreken met Henk, Frits en Gerben en twee bedrijfsbezoeken afleggen. Eentje ervan was een lasbedrijf in Veghel; die hadden van hun concurrent in Eindhoven gehoord over het nieuwe verwarmingssysteem en wilden ook zoiets. Na een uur rondkijken, meten en overleggen werkte ik mijn aantekeningen uit in een korte presentatie, en weer een uur later mocht DT een offerte-aanvraag tegemoet zien. Zo… DT heeft weer een goeie beurt gemaakt. Ik reed naar huis, het was vier uur geweest. Straks weer bugelles! Ik had geen huiswerk van Greet gekregen. Waarschijnlijk wilde ze de dienst van gisteren goed evalueren. Prima. Ik had nu wat meer afstand genomen. Thuis eerst nog even wat werken en Theo mailen dat we de aanvraag voor een offerte binnen hadden. Een kort: “Goed werk!” was de reactie. Om half zes begon ik met koken; ik was vroeger dan de zussen en Joline. Die kwamen om kwart voor zes binnen en even daarna zaten we aan tafel.
Na de afwas de vingers nog soepel maken en om half acht vertrok ik richting Greet. Derk was er ook en aan de hand van ‘Kerkdienst gemist punt NL’ namen we de gespeelde stukken door. Greet had hier en daar een opmerking, maar ze had geen ‘harde’ kritiek. Om negen uur dronken we rustig een kop thee en vertelde ik haar dat ik er volgende week niet zou zijn. “Geen punt, Kees. Kan ik Hendrik wat langer onder handen nemen.” Derk trok een gezicht. “Het arme jong… “ en Greet lachte even. Terwijl het even stil was zei ze plotseling: “Anita heeft zitten snikken tijdens het laatste deel van de dienst, heren.” Derk keek verrast. “Mijn altijd zo stoere zus janken? Dat heb ik nog nooit gezien, Greet…” Ze knikte. “Ja. Die zat er helemaal doorheen. Ik kwam thuis en ze had drie doorweekte zakdoeken naast zich. En ze zei vanavond tegen me dat ik jullie allebei moest bedanken. Bij deze, heren.” Ze nam de laatste slok uit haar kopje. “En ik ga jullie nu naar huis sturen. De lessen voor deze week hebben jullie gisteren en eergisteren gehad; dit was de evaluatie. En nee, we hebben geen noot gespeeld, maar dat hebben we de afgelopen dagen in het voren wel gecompenseerd.” Ze keek ernstig. “En nogmaals: allebei bedankt.” “Jij ook bedankt, schoonzus. Je hebt ons er prima doorheen gesleept.”
“Mee eens Derk. Dank je wel, Greet. Zoals Joline gisteravond zei: ‘Negen maanden terug had je dit niet gekund, Kees.’ Jouw verdienste, dame.” Ze knikte. “Bedank haar maar namens mij. En nu eruit!” Eenmaal thuis gingen we snel in bed. Ik was moe en Joline ook wel. “Een weekje er tussenuit en de accu is weer opgeladen, Kees!” Balou moest hier uiteraard weer iets van vinden. “Jaja, Jolientje. Jullie kennende is die accu volgende week vrijdag vrijwel helemaal leeg!” Er klonk een nuffig ‘Rotbeest!’ naast me, en na een zoen werd het snel stil…
En vrijdag ging ook snel: Henk influiten, nog snel wat zaken afhandelen voor een paar klanten, tussen de middag naar Mariëtte, die het overigens redelijk kalm aan deed, een vergadering met alle teamleiders, bureau even opruimen en toen was het weer half vijf. In de auto zuchtte Joline opgelucht. “Zo. En nu een weekje lekker ontspannen, meiden!” Vanaf de achterbank klonk: “We hebben er heel veel zin in, Joline! Onze eerste échte vakantie!”
En tijdens het eten vroeg Margot ondeugend: “Ga je Joline nu weer helpen met het inpakken van haar vakantiegarderobe, Kees? Zo ja, doe die van ons ook even… Hoeven we niet te kiezen.” Joline gromde even en ik zei: “Dames, we hadden afgesproken: één weekendtas per persoon. Anders past het niet in de auto, met Bengel erbij. En nee, ik ga jullie niet helpen met je garderobe. Mogen jullie lekker zelf regelen. En ja mevrouw Jonkman, dat geldt ook voor u.” Charlotte zei pesterig: “Jolien… als we in jouw weekendtas alleen maar lingerie stoppen, mag je de rest van jouw garderobe wel bij ons er in pakken, hoor…”
Joline keek hen serieus aan. “Meiden: ik zou het heerlijk vinden om deze week een paar keer met z’n vieren op het bedje achterin te liggen, maar dat gaan we niet elke avond doen. Zoals we een paar weken geleden hadden afgesproken: het moet wel bijzonder blijven. Oké?” Twee knikkende hoofden. “Mooi. Dan is dat afgesproken. En nee, ik ben niet jaloers, maar…” Verder kwam ze niet; Margot legde een hand op de hare. “We snappen het, Jolien. Geen probleem.”
Na het eten afwassen en het appartement een beetje opruimen. “Vroeg in bed, dames! Morgen hebben we een lange dag voor ons!” En dat deden we dus maar. In een donkere slaapkamer vroeg Joline: “Kees… Wat vond jij van die suggesties van de dames?” Ik draaide me naar haar om. “Lieve schat, ook ik zie er naar uit om weer met die twee te vrijen, dat weet je. Maar ook om met jou te vrijen op datzelfde bedje. De zussen vermaken zich dan maar even met z’n tweeën. Kunnen ze prima.” Ik kuste haar en kreeg een lange zoen retour. “Je bent lief. Voor mij, maar ook voor hen. En die lingerie… ach, een beetje persen en dat kan er wel bij. Neemt niet zoveel plaats in.” Ze giechelde. “Rare muts… Welterusten, schat.” Een laatste zoen en het licht ging uit.
En toen… was het zaterdag. Tijdens het ontbijt waren de zussen nogal uitgelaten. Zodanig dat Joline opmerkte: “ Zeg meiden, als jullie zo doorgaan, laten we jullie niet in die camper rijden, hoor. Jullie zijn in staat om hele gekke dingen op de Autobahn te doen.” Margot keek bijzonder ondeugend. “Nou nee hoor. Meer op andere plekken in de camper. Met name ‘s avonds.” Ik bromde: “ Jaja… in het hefbedje zeker. Laat ik ‘t niet merken, want we leggen Balou tussen jullie in. Als een soort anticonceptiebeer.” Charlotte gaf stekelig antwoord. “ Goed hoor. Dan ligt Bengel tussen jullie in met dezelfde opdracht. Saaie vent.” Joline en ik zuchtten maar weer eens. Na het ontbijt de zwik even afwassen, beddengoed in één grote weekendtas, laatste spullen inpakken en een controlerondje door het huis. Met een ondeugende blik had Joline op het laatste moment een extra weekendtas gepakt en Balou daarin gepropt.
De familie Kamer zou een oogje houden op de plantjes en de post. “Dat doen jullie ook regelmatig voor ons, dus…” En rond negen uur pakten we de weekendtassen op en niet veel later reden we richting Malden. Daar werden we begroet met knuffels en een Bengel die als een dolle in het rond sprong. “Alsof ze weet dat er iets leuks staat te gebeuren!” zei Tony. “Sinds gisteren is ze zo ongedurig als wat.” Onder een kop koffie vertelden wat we wilden zien en Rob knikte goedkeurend. “Ook een beetje cultuur snuiven, dames en heer! Met name Goslar is de moeite waard, maar ook Göttingen. Prachtige stadjes.” Ze bekeken op Lot haar telefoon wat foto’s van de camper die we mee zouden krijgen. “Da’s een aardig bakbeest, Kees! Nog een slagje groter dan de onze.” Tony keek mee.
“En waar slapen jullie, meiden?” Lot bladerde een paar foto’s verder op de website. “Kijk eens! Net zo’n hefbed als in jullie camper. Maximaal toegelaten gewicht: 200 kilo. En dat halen wij nog nét niet…” Ze giebelde. Tony bromde wat en keek hen aan. “Volgens mij zitten jullie daar samen nog een kilootje of vijftig onder, meiden.” “De dames wensten niet gewekt te worden met een lebber van Bengel ’s morgens vroeg, Ma. Dus vandaar dat ze hun toevlucht hoog en droog genomen hebben.” Margot vulde aan: “Wij nemen Balou wel onder onze hoede. Anders wordt die door Bengel uiteen gescheurd.” Rob lachte. “Ik zie het gebeuren. Bengel is nogal jaloers richting Balou.”
“Waar hebben jullie trouwens je kookspullen en zo? En ik zag ook geen etenswaren…” Tony keek nogal verontrust. “Zijn jullie die vergeten?” Joline schudde haar hoofd. “Nee hoor. Er zit een redelijke kook-inventaris in de camper. En eten kopen we wel in een of andere supermarkt onderweg. Niet je complete keuken-inventaris meezeulen.” “Nee, maar wel de spullen voor Bengel, dame!” Rob keek waarschuwend. “Loop meteen maar mee, Kees.” Even later lagen ook een zak met brokken, wat speeltjes en de riem in de Volvo. Ik maakte wat ruimte achterin door een paar weekendtassen te stapelen. Zo kon Bengel prima liggen. Tony en Rob zouden vlak na ons vertrekken, dus we namen afscheid. De zussen kregen knuffels, Joline ook en ik kreeg een hand van Rob en ook een knuffel van Tony. “Pas goed op die meiden, Kees.” “Zeker weten Tony. Doen jullie het een beetje kalm aan daar op het zachte Noorse mos? Ik wil geen klachten horen!” Ze giebelde, “Van Rob zul je die klachten niet horen…” “Dat dacht ik al. Zuinig zijn op mijn sympathieke schoonpa, hoor!”
Bengel stond het geheel aan te kijken. Die kreeg ook knuffels van Rob en Tony. Daarna sprong ze in de Volvo. Ze draaide wat heen en weer en begon toen zachtjes te grommen. De zussen keken verwonderd om. “Wat heeft zij nou zo plotseling?” Joline schoot in de lach. “Ik denk dat ze Balou ruikt. Die zit in die weekendtas…” Ze wees. Margot was slim. “Dan nemen wij die weekendtas wel tussen ons in. Loopt Balou ten minste geen levensgevaar. Het arme beest…” Even later reden we weg, nagewuifd door Rob en Tony. “Stom in feite… Zij gaan veel langer weg dan wij, en ze zwaaien ons uit. Nou ja.” Joline haalde haar schouders op. Nijmegen, Arnhem-Zuid, de Rijn over, bij knooppunt Velperbroek de rotonde half rond, richting Zutphen, de A348 op. Bij Doesburg er weer af en achter Doesburg met een paar slingers richting Baak.
Bij het campingverhuurbedrijf kregen we, na een welkomstpraatje, een korte uitleg over de camper. Het bedieningspaneel boven de deur en het instrumentarium. Het was allemaal net een slagje moderner dan de camper van Rob en Tony, maar het principe bleef hetzelfde: één meter voor zowel de schoonwatertank, de vuilwatertank en de accu. “De gasfles is helemaal vol, daar kun je wel twee weken mee vooruit.” Nadat we de bagage uit de Volvo hadden gehaald stapten we in de camper. Bengel snuffelde intensief rond, maar na een paar minuten vond ze het allemaal wel best. Haar eigen kleedje legden we onder de tafel en daar ging ze lekker op liggen, tussen de voeten van de zussen in. De Volvo werd in een grote garage gereden en om half twaalf namen we afscheid. “Veel plezier en tot volgende week!”
Joline reed de camper als eerste; ik zat naast haar, de zussen op de bank achter Joline. Omkijkend naar hen en Bengel mompelde ik: “Er zijn momenten waarop ik wel met Bengel zou willen ruilen…” Lot katte meteen: “Smeerlap! Dan zou ik je meteen van die gedachten afhelpen door m’n schoenen uit te doen!” Joline gniffelde. “De toon is weer gezet, Kees!” Ik knikte. “Ja. Ik denk dat ik maar een dutje ga doen op dat bed achterin…” Ze snoof verachtelijk.
De routeplanner gaf aan: Zutphen – Deventer – Enschede – Osnabrück – Bad Oeyenhausen – Hameln – Bad Gandersheim – Claustal-Zellerfeld – Altenau. Dik 400 kilometer, waarvan een behoorlijk stuk snelweg. Goed te doen in vijf uur pure reistijd. In Deventer sloegen we snel boodschappen in, toen nam Margot het stuur over. Lot ging naast haar zitten, Joline kroop lekker tegen mij aan op het bankje. “Zo is het ook gezellig, hé schat? Lekker luxe gereden worden en ondertussen lekker zoenen op de achterbank… Of zullen we meteen achterin gaan liggen?” “Niks ervan, meneer Jonkman! En dan bij de grens aangehouden worden omdat deze camper zo opvallend op en neer gaat bij de achteras? En wij mogen het gaan uitleggen?” “Ach kom Lot, die douane-meneer is vast als jaren gelukkig getrouwd en heeft wel beeld en geluid bij die bewegingen, hoor.” “Jullie blijven mooi zitten waar je nu zit! En ik hou jullie in de binnenspiegel in de gaten!”
Bengel liet zich ook even horen met een luide gaap en een piepje. Vanuit haar plekje keek ze Joline aan. “Ja, Bengeltje, jij bent ook een brave hond, hoor. Kom maar eens bij Joline.” De hond ging tussen Joline’s benen zitten en werd lekker geaaid. “Nogmaals schat: ik zou wel eens met Bengel willen ruilen…” Joline keek plagend. “Is goed hoor. Kom maar hier op de grond zitten, dan mag je je kop op mijn knieën leggen… In een nette spijkerbroek.” Er klonk een giebel vanaf de bijrijdersplaats. “Wel die broek aanhouden, Joline…”
Toen we Duitsland in reden werd het wat stiller vanaf de voorstoelen. Het landschap werd wat glooiender. Margot keek haar ogen uit. “Dit is mooi, Lot…” Charlotte knikte. “Ja. Heel anders dan die kale Nederlandse polders…” Joline boog zich voorover. “Straks, in de Harz, wordt het nog veel mooier, meiden. Mooie heuvels, dennenbossen, pittoreske stadjes… De eerste keer daar zat ik ook m’n ogen uit te kijken!” We stopten op een landweggetje in de buurt van Hameln. Nadat Bengel geplast en gepoept had, dronken we een kop koffie en aten wat broodjes. Joline vertelde het verhaal van de rattenvanger.
Lot giechelde. “Niks voor jou, Kees? Met je bugel op het kerkplein staan en alle mooie meisjes meelokken?” Ik haalde m’n schouders op. “Lot, dat lijkt me ongeveer hetzelfde als die zeventig maagden die op een Moslimstrijder wachten als hij dood is. Uiterst vermoeiend. Niet alleen in bed, maar ook al dat oeverloze gekwebbel over mode, make-up en andere vrouwelijke prietpraat... Om maar te zwijgen over alle ruzies als een van de dames zich achtergesteld voelt door de man in kwestie. No thank you. Ik ben nu met drie mooie dames op pad; over een week zal ik me er eens over beraden of het geen tijd wordt om er twee de deur uit te werken. Naar Arkel, om maar eens iets te noemen…”
Margot keek me broeierig aan. “Misschien moeten we jou deze week eens een lesje leren, meneer Jonkman. Het lesje ‘Hoe deel ik complimenten uit aan drie lieve dames’. En de eindtoets…” Joline onderbrak haar snel. “…is een mondelinge overhoring!” Eén seconde was het stil, daarna schoten ze gierend in de lach. “Rare trut…” kon ik nog net uitbrengen. Even later reden we verder, weer met Joline achter het stuur en Margot naast haar. “Als we écht de heuvels ingaan, mag jij rijden, Kees.” Ik bromde: “Waarom? Kun jij prima, dat heb je in Noorwegen genoeg bewezen, dame. Ik hou me wel even met Lot hier bezig.” “Olala, meneer Jonkman… Dát zijn nog eens vooruitzichten!” Charlotte keek ondeugend. “Als je nog maar wat voor mij overlaat, Lot!” Margot’s stem klonk waarschuwend. “En voor mij!”, vulde Joline aan.
Ik trok Lot tegen me aan; ze legde haar hoofd op mijn schouder. “Mag dat, Jolien?” Die knikte in de achteruitkijkspiegel. “Ja hoor Lot. Ik ben er bij, weet je nog? Als jullie lekker willen knuffelen… Gewoon doen!” Lot keek me aan. “En mag ik zo lekker tegen je aan hangen, Kees?” Ik kuste haar haren. “Ja hoor. En als je even wil dutten mag dat ook. Lekker ontspannen, lieve Charlotte.” Ze zuchtte. “Heerlijk zo. Lekker op vakantie met de liefste mensen die ik ken…”
In de spiegel gaf Joline mij een knipoog. En even later draaide Margot zich half om en glimlachte toen ze haar zus tegen me aan zag. “Genieten, zusje van me?” Lot knikte langzaam, haar ogen dicht. “Heerlijk zo. Mijn gedachten gaan alle kanten op… met name naar het bed achterin.” Ze giebelde. “Nou lekker over denken, Lot”, zei Joline. “Vanavond kun je daar liggen, als we ten minste een plekje met wat privacy krijgen. Lekker dicht tegen elkaar met z’n vieren tegen elkaar en genieten van elkaar.” Een langgerekt “hmmmm….” was de reactie. Een tijdje daarna kwam Claustal-Zellerfeld in zicht en reden we nu écht de heuvels in.
En rond half zes stuurde Joline de camper een half-verharde weg in. Een bordje aan het begin van de weg wees naar ‘Waldcampingplatz Polstertal’. Slingerdeslinger, de weg liep nog een paar kilometer door, totdat we links naast ons wat caravans zagen. “Even aan de kant van de weg stoppen, Jolien. Ik ga wel even vragen waar we mogen staan.” Ik liep richting receptie.
“Goede avond! Ik ben Kees Jonkman en ik had een plekje voor een camper gereserveerd.” Een dame van middelbare leeftijd antwoordde in het Nederlands met een licht Duits accent. “Hallo en welkom in Altenau! Is die camper op de weg van u?” Ik knikte. “Oké. Dan heb ik hier een plekje voor u.” Ze wees op de plattegrond. “Denk er even aan: de afrit naar de camping is steil; nie in de uitgesleten sporen rijden, want dan loopt u het risico dat u vast komt te zitten als u van de weg de afrit inrijdt. Volgende week wordt de afrit wat minder steil gemaakt.” Ze lachte even. “Maar ja, daar heeft u nu niets aan, dus…”
“Dank voor de hint. Ik ga even kijken waar het plekje is en hoe we de camper daar het beste neer kunnen zetten.” Het plekje was een klein veld tussen hoge sparren. Plaats voor een paar campers, maar nu leeg. Prima… Redelijk apart van de rest van de camping. Ik liep naar de camper, bekeek de (best wel steile) afrit en zei Joline zoveel mogelijk rechts aan te houden. Ze keek wat benauwd. “Wil je het niet zelf doen, Kees?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Kun jij prima. En na de afrit mij volgen.” Ze startte de motor en draaide rustig de afrit naar de camping op. Prima! Ik ging even door de knieën; het midden van de camper raakte de grond nét niet. Eenmaal beneden liep ik voor de camper uit en gidste Joline naar een plekje helemaal achter op het veldje.
“Even kijken of het ding waterpas staat, schat…” Ik pakte het waterpasje uit de besteklade: prima. “Oké! Motor uit, handrem vast, lichten doven, dame. Hij staat prima.” De zijdeur ging open en Margot en Charlotte sprongen uit de camper. Bengel kwam er achteraan. “Wat mooi hier… Heerlijk! En het ruikt zo lekker naar bos…” Ze waren helemaal in de wolken. Joline kroop even tegen me aan. “Dank je wel dat je me liet rijden, schatje. Goed voor m’n zelfvertrouwen.” Ik kuste haar kort. “Vanavond mag je weer rijden, schoonheid. Op je bezemsteel. Véél te lang geleden…” Haar ogen glommen. “Dat gaat hier wel lukken. Lekker afgelegen van de rest van de camping…” Dat klopte; de rest van de camping, voor caravans en tenten, lag aan de andere kant van de receptie, zo’n vijftig meter verder. “Mooi, dat is dan afgesproken. En mogen die andere heksen ook…” Ze keek vragend. “Als ze dat willen en jij vindt het goed… Ik offer me wel weer op, hoor.”
Ik kreeg een por. “Afzien zeker? Wees blij dat je geen dooie moslimstrijder bent.” Ik grinnikte en liet Joline los. “Kom dames, we wijden jullie even in in het ritueel van ‘de camperplek in orde maken’. Een kwartiertje later was de stroom aangesloten, stonden de stoelen en de tafel buiten, was de luifel uitgedraaid en vast vastgezet en hadden we iets te drinken voor ons. “Zo. Even ontspannen, daarna gaat deze jongen eens kijken wat ze in dat winkeltje te bikken hebben.”