Het is zondag al weer vroeg een hele bedrijvigheid in huis. Niemand heeft zin om uit te slapen. Ze hebben allemaal zin om te gaan varen en bovendien zijn de meesten heel erg nieuwsgierig naar de boot van Roald.
Toch kleden ze zich goed aan.
Het is wel droog en er schijnt wel een waterig zonnetje, maar het is best koud. Het heeft toch weer licht gevroren en dat is ook te merken ook. Als ze even later in de haven aankomen, is Han met zijn vrouw al druk bezig de boot op te tuigen. Ze zijn al bijna klaar en nemen zich de tijd om zich aan iedereen voor te stellen. Nadat ze elkaar begroet hebben, helpen iedereen even mee Roald aan boord te krijgen.
Guido en Mark zijn behoorlijk onder de indruk van het schip.
‘Zeg Roald! Je had gezegd, dat je een zeilboot had. Dit kun je eerder een schip noemen! Wow, wat een ding!’
‘Ja, maar ik moet zelf nog leren hoe ik hiermee moet zeilen, laat staan hoe ik het moet besturen. Het is nogal een ding.’
Ze zetten Roald op een stoel neer, die Han speciaal voor hem daar heeft neergezet. Dan maken hij en zijn vrouw de trossen los en varen ze het meer op. Han laat ze nu een ander deel van het meer zien. Hij vaart verder het meer op, waar het schip optimaal gebruik kan maken van haar zeilen.
Met een flink tempo vaart de “Missing Dreams” over het enorme meer. Er varen enkele bootjes met het schip mee, maar ze moeten flink gas geven om het schip bij te houden.
Iedereen geniet van de zeiltocht. Ze zwaaien regelmatig naar andere boten, die ook enthousiast terug zwaaien. Het is dan ook toch nog best druk op het water. Han moet zijn best doen om het grote schip veilig door de kriskras varende bootjes te manoeuvreren. Tegen de middag zijn ze echt al een heel stuk weg.
Roald is echt onder de indruk, als hij aan Han vraagt waar ze nu zijn.
Han zegt: ‘Als je nu voor je kijkt, dan zie je Vänersborg liggen. Daar zijn we nog nog 10 mijl vandaan.’
‘Wow, dat is snel gegaan! Hoe snel vaart ze eigenlijk?’
‘Met de wind zoals vandaag haalt ze 12 tot 14 knopen, dat is 22 tot 26 kilometer per uur. Dat is helemaal niet slecht voor een zeilboot als deze.’
‘Dan ben je onderhand sneller met de boot in Karlstad als met de auto?’
‘Als je dat maar weet, Roald. Op een goede dag, met de juiste wind zou je binnen vier en half uur in Karlstad kunnen zijn. Dat haal je met de auto heel zeker niet!’
Maar Han vaart niet helemaal naar Vänersborg, maar vaart al snel weer terug het noorden. Op een wat rustiger stuk stopt hij en laat hij het anker zakken.
Enthousiast roept hij: ‘Tid att äta!’
Guido vraagt aan Roald wat hij zegt. Roald lacht. ‘Zo goed ken ik ook weer geen Zweeds, maar ik kan je wel vertellen, dat het tijd is om te eten.’
‘Ah, gelukkig! Ik kreeg al honger!’
‘Je dacht toch niet, dat ik je hier liet verhongeren? Zo ga ik niet met gasten om!’
‘Nee, nee. Maar Roald, wat is dit een fantastische boot! En ze vaart nog best hard!’
‘Dat is ze zeker. Ik ben er ook trots op, dat ik deze boot heb geërfd. Maar als Han er niet was geweest, zou ik hiermee niet of nauwelijks kunnen varen. Han verzorgt het onderhoud en vaart er ook regelmatig mee. Ik heb me laten vertellen, dat het voor zo’n boot als deze alleen maar goed is, dat hij regelmatig gebruikt wordt. En aangezien ik met deze boot nog niet om kan gaan, ben ik blij, dat Han het voor me wil doen.’
Nu de boot stil ligt, gaan de meesten naar binnen, waar een ruime, maar warme hut op ze wacht. Han heeft voor een verrassing gezorgd. In plaats van een barbecue heeft hij gezorgd voor een lekker alternatief. Een traditioneel Smörgåsbord staat hun te wachten. Een combinatie tussen koude en warme gerechten in 4 gangen.
Iedereen is aangenaam verrast. Bert vraagt aan Roald: ‘Wist je hiervan?’
Roald schudt zijn hoofd. ‘Nee, ik had wel afgesproken, dat Han voor het eten zou zorgen, maar ik dacht dat we gingen barbecueën. Maar dit is zeker zo lekker!’
‘Dat is het zeker. Ik heb er wel eens van gehoord, maar om het nu eens zelf te ervaren, dat is wel leuk!’
Han en
Renate zijn een goede gastheer en gastvrouw. Ze leggen bij ieder gerecht uit, wat het is en hoe het bij voorkeur gegeten moet worden. Verschillende soorten haring als eerste gang, als tweede gang is er zalm in diverse bereidingswijzen en dan volgen allerlei koude vleeshapjes, die aangevuld worden met pasta, enkele soorten kaas en enkele salades. Als ze als laatste gang ook nog wat warme vleesgerechten mogen kiezen, kunnen ze al bijna niet meer. Het is ook allemaal zo lekker!
Het wordt doorgespoeld met een Aquavit, een sterke drank, wat ijskoud geserveerd wordt. Het ruikt nogal sterk, maar het smaakt boven verwachting goed. Daarmee wordt de maaltijd afgesloten en gaan ze weer verder met hun zeiltocht.
Het is al bijna schemerig, als ze weer terugkomen in de haven. Han heeft de zeilen al ruim voor de schemering gestreken, en netjes in gehoest. Op de motor varen ze terug in de haven, waar Han vakkundig aanlegt.
Eenmaal aangemeerd helpen ze Roald van de boot en keren ze terug naar huis. Als ze even later thuis komen, is iedereen moe van de hele dag op het water. Toch praten ze nog even na over de mooie dag.
Nancy zegt: ‘Roald, als je het niet erg vindt en ook als Guido het niet erg vindt, dan zou ik komende zomer graag weer eens terug willen komen. Het lijkt me fantastisch om met die boot in de zomer over dat meer te gaan doen! Ik vond het echt fantastisch!’
Guido zegt meteen: ‘Ja, werkelijk Roald, het was fantastisch! Dus als je het niet erg vindt?’
Roald lacht. ‘Zitten we dan niet in de luierlucht? Maar jullie mogen rustig komen, ik neem aan, dat
Ester,
Ingrid en Ada het ook niet erg zullen vinden. Maar dan wel even goed afspreken, zodat ik hier niet een goedkoop hotel voor al mijn vrienden ga worden!’
‘Nee, dat is niet de bedoeling, hoewel dat voor ons misschien wel een uitkomst zou zijn. Dan is het niet erg, als ons kind zou huilen, er zijn er dan ook anderen die dat ook wel doen. En dan kunnen wij toch nog een beetje ontspannen.’
Roald kijkt de drie gezusters aan en zegt: ‘Wat zeggen jullie ervan?’
Die kijken elkaar aan. Ester neemt het woord en zegt: ‘Ik heb er geen moeite mee, misschien is het dan ook wel leuk om ervaringen uit te wisselen, we zijn dan allemaal jonge ouders. Maar van onze vriendengroep zullen ook wel een en ander stel willen komen. Ik geef Roald gelijk, als het goed afgesproken is, en het dus niet al te druk in huis wordt, dan vind ik het wel goed. En Ada en Ingrid ook.’
Bert zegt: ‘Dan hoef ik al niet meer te vragen of ik kan komen. Als alles toch al vol zit!’
Roald kijkt hem aan en zegt: ‘Niks daarvan, jij bent verplicht te komen. Anders zit ik hier met een chagrijnige medewerker te kijken.’
Samantha hoort het en moet hard lachen. ‘Zo erg ben ik nu ook weer niet, Roald. En bovendien heb je van Bert niet zo veel last, die slaapt toch bij mij in bed!’
Bert pakt Samantha stevig vast en zegt: ‘Wie weet, ontvoer ik haar nog wel eens voor een paar weken voor een vakantie… Samantha is nog nooit ergens geweest en ik wil haar de wereld laten zien.’
‘Dat is ook een mogelijkheid, Bert. Maar Samantha? Ben je nog nooit ergens geweest?’
Ze schudt haar hoofd. ‘Nee, daar had ik geen geld voor. Tot Bert me meenam naar Göteborg, was ik nooit veel verder dan 50-60 kilometer van huis geweest.’
‘Ook niet toen je klein was?’
‘Nee, zoveel geld hadden mijn ouders ook weer niet. Het meeste geld ging op aan drank. We kregen net genoeg te eten en dat was het. Kleding kregen we meestal van bekenden. Dat ik nu mooie kleren aan heb, dat heb ik aan Bert te danken. Zelf had ik me dat nooit kunnen veroorloven. Of in ieder geval, nog niet.’
Ester zegt: ‘Je ziet er nu leuk uit, Samantha. Die kleren maken een hoop verschil uit.’
‘Dat weet ik, maar ik heb nog wat problemen met de make-up. Dat heb ik nooit eerder hoeven doen, en niemand heeft het me ooit geleerd! Behalve dat jij me enkele tips gegeven hebt. Maar ik vind het nog steeds wat lastig.’
‘Gewoon blijven oefenen en je eigen stijl vinden. Maar je bent van nature al mooi, dat scheelt ook weer. Je hebt niet erg veel make-up nodig om mooi te zijn.’
Samantha bloost. Roald zegt: ‘Dat ben ik met Ester eens, je ziet er zo ook al goed uit. Al zou ik je niet willen ruilen met mijn drie vrouwen!’
Samantha lacht. ‘Nou, jij ziet er ook niet verkeerd uit, maar ik lig toch liever naast Bert in bed. Maar bedankt voor het compliment!’
Guido zegt dan lachend: ‘Wat is dat toch hier in dit huis? Want ik moet eerlijk zeggen, dat ik de afgelopen week meer met Nancy gevreeën heb, dan de maanden hiervoor. En als ik de geluiden zo ’s nachts rond om me heen hoor, is dat bij de rest niet anders.’
Mark en Tricia vallen bij. ‘Ja, dat kun je wel stellen, Guido! Het is alsof we opnieuw verliefd op elkaar zijn geworden. Als Tricia nu niet zwanger is, dan weet ik het ook niet meer.’
Ada en Ingrid kijken elkaar aan. Ada zegt dan: ‘Het zou best wel eens kunnen, dat dit huis een invloed heeft op jullie seksleven. De vorige bewoonster van dit huis, Roalds’ overgrootmoeder Isabella, had hier ook een behoorlijk actief seksleven. Wat misschien ook wel kwam, omdat ze niet meer zwanger kon worden na haar miskraam, of wat ze geloofde wat een miskraam was.’
Guido zegt: ‘Hoe zit dat nu precies met je overgrootmoeder? Ik snap het nog steeds niet precies.’
‘Ik zal het kort houden, Guido. Mijn overgrootmoeder was te vroeg bevallen. En dat was een zware bevalling, waaraan ze zelf bijna gestorven is. En door een corrupte dokter is na de bevalling haar kind verdwenen, en die heeft haar verteld, dat haar kind gestorven is. Maar haar kind was midden in de oorlog naar Nederland gebracht. En dat is mijn opa.’
‘Mijn God! Wie doet nu zoiets! Dat lijkt me toch verschrikkelijk te zijn geweest voor je overgrootmoeder! Ik moet er niet aan denken, dat mij dat straks overkomt!’, roept Nancy.
‘Ze heeft er ook heel erg onder geleden, maar enkele jaren geleden kreeg ze aanwijzingen, dat haar kind nog leefde. Maar ze durfde zich ook weer niet meteen bekend te maken, toen ze ons gevonden had. Ook vanwege haar eigen gezondheid en die van mijn opa.’
‘Weet hij het al, Roald?’
Het is
Ineke, die nu antwoordt: ‘Nee, maar ik ga hem dat vertellen, zodra we thuis zijn. Ik kan hem toch slecht per telefoon vertellen, dat ik weet wie zijn echte moeder is?’
Roald zegt: ‘Dus je gaat het hem wel vertellen?’
‘Ja, natuurlijk! Ik denk dat hij het wel verdiend, Roald. En ik zou graag een foto van Isabella mee willen nemen, zodat ik hem die kan geven.’
‘Op haar slaapkamer hangen er wel enkele. En misschien moet jij er ook maar eentje meenemen, dan heb je ook een foto van je oma.’
‘Dat zou leuk zijn, maar heb je niet ook een wat recentere foto? Ik wil ook een herinnering aan haar hebben van haar leeftijd waarop ze gestorven is.’
‘Dan zou ik op mijn laptop moeten kijken, daar heb ik alle foto’s van Zweden opstaan. Ik weet zeker dat er wel een mooie foto van haar bij zit.’
Roald staat dan op en zegt: ‘Ik weet niet wat jullie gaan doen, maar ik ben moe en ga naar bed.’
Guido schampert: ‘En ik dacht dat je wel zo’n goede conditie had, Roald?’
‘Dat heb ik ook, maar nu ik niet kan rennen en mijn normale oefening kan doen, merk ik goed, dat ik wat aan conditie inlever. Maar ik wil best wel eens met je gaan rennen, als jullie komende zomer op vakantie komen!’
Guido lacht. Hij slaat met zijn handen op zijn buik en zegt: ‘Nee, dank je! Ik zou mijn goede lijn gaan verpesten!’
Waarop Nancy schamper zegt: ‘Nou, er zouden best wel eens een paar kilo’s af mogen, Guido!’
Guido kijkt haar verbaasd aan, ze heeft nog nooit eerder iets over zijn beginnend buikje gezegd. ‘Nou ja, een paar misschien wel. Maar denk maar niet dat ik als een gek ga sporten, net als Roald!’
Roald loopt naar boven heen en gaat in bed liggen. Niet veel later hoort hij de anderen ook naar bed gaan. Tot zijn verbazing komt slechts enkel Ester in bed liggen. Als ze tegen hem aan komt liggen, vraagt Roald aan haar: ‘Komen Ada en Ingrid niet?’
Ester schudt haar hoofd. ‘Nee, ze hebben me gezegd, dat ze nu willen wachten, tot het nieuwe bed geleverd wordt. Het is ook een beetje oncomfortabel met zijn vieren in dit bed.’
‘Ja, dat klopt. Al zal ik ze wel missen in bed. Maar goed dat het nieuwe bed al volgende week wordt geleverd!’
‘Als we dan helemaal klaar zijn met de slaapkamer, anders heeft het geen zin, Roald.’
‘Dat zal toch wel lukken? Ik dacht dat jullie al konden beginnen met het schilderen?’
‘Ja, dat klopt wel, maar de vloer wil ik ook nog doen. Dat ziet anders toch niet uit, alles is nieuw en die planken hebben overal spleten en zijn nogal ruw!’
‘Daar heb je ook weer gelijk Maar waarom vraag je Samantha niet of ze je daarmee wilt helpen? Daarvoor hebben we haar toch ook aangenomen, of niet?’
Het gezicht van Ester klaart meteen op en ze geeft Roald een zoen. ‘Dat is het! Dat ik daar niet aan gedacht heb!’
Ze geeft Roald nog een kus, en dat mondt al snel uit in een vurige tongzoen. Roald voelt zijn verlangen naar Ester voelen. Het is al weer enkele dagen geleden geweest, dat ze samen seks gehad hebben. Ester voelt zijn vurige verlangen en is maar wat graag bereid om zijn verlangen te stillen. Zelf is ze ook zo geil als boter. Als Roald haar borsten streelt, kreunt ze meteen van verlangen. Roald grijnst en past zijn inmiddels befaamde massage toe.
Ester kan daar nooit genoeg van krijgen. Het laat haar zich zo fantastisch voelen en ze weet dat Roald nooit eerder zal stoppen, voordat ze haar orgasme bereikt heeft. En dat duurt ook niet lang. Met een kort, zacht gilletje komt ze klaar.
Roald grijnst, dit vindt hij een van de leukere momenten van het vrijen. De massage, die hij aan Ester geeft, geeft hem het genoegen dat hij zeker weet, dat ze optimaal geniet. Het verveelt nooit om te zien, hoe een vrouw onder zijn vingers zich zo kan laten gaan. Het blijft magisch voor hem en voor Ester voelt het ook magisch, als Roald met haar bezig is.
Als bedankje, geeft Ester hem een vurige zoen. Ze gaat dan op hem zitten, en voelt zijn reeds volledig stijve pik. Ze rilt van genot bij de gedachte, dat ze zijn pik weer in zich mag voelen. Ze leidt zijn pik naar haar vochtige grotje, waar ze zich langzaam over heen laat zakken. Want dat heeft ze wel geleerd, te snel, dat kan pijn doen met zo’n pik.
Maar zodra ze zijn pik weer in zich voelt, geniet ze volop. Hij vult zo lekker, zonder dat het pijn doet. Uit het niets komt ze plotseling klaar. Ester heeft geen idee, waar het vandaan komt, maar ze ondergaat haar orgasme met vol genot. Maar het is maar een licht orgasme, wat er niets aan af doet, dat het toch heerlijk was.
Op een langzaam tempo begint ze Roald dan te neuken. Roald kreunt van genot, hier was hij echt aan toe. Heerlijk voelt haar zachte vlees om zijn stijve en harde pik. Bij elke beweging ervaart hij het genot van haar strakke, maar zachte kutje, dat zijn pik heerlijk masseert. En steeds weer meent hij werkelijk dat zijn pik explodeert in haar heilige grotje. En het ritme, dat Ester hanteert, is precies goed. Het doet hem verlangen in haar klaar te komen, maar tegelijkertijd wil hij dit ook zo lang mogelijk uitstellen. En Roald moet echt zijn best doen om zijn orgasme zo lang mogelijk uit te stellen, zodat hij zo lang mogelijk kan genieten.
Maar als Ester het tempo begint te verhogen en haar kutje begint samen te persen, dan kan Roald het niet meer houden. Met een harde kreun spuit hij zijn zaad diep in haar. Ester, die zelf ook weer dicht bij een volgend orgasme is, neukt hem gewoon door. Niet veel later komt ze klaar op zijn pik, die nog steeds hard is.
Uitgeput ligt ze voorover op zijn borstkas. Met een voldaan en bezweet gezicht kijkt ze Roald aan.
‘Waarom is neuken met jou toch zoveel lekkerder dan met alle andere mannen, die ik ooit heb gehad?’
Roald lacht. ‘Hoe moet ik dat weten, Ester? Ik kan de vraag ook omdraaien. Waarom is het neuken met jou zoveel lekkerder dan met de andere vrouwen, die ik ooit gehad heb, behalve Ada en Ingrid. Want die neuken bijna net zo lekker als jij!’
Ester lacht. ‘Misschien passen we daarom zo goed bij elkaar, Roald. Samen vormen we een goed team.’
Als Roalds pik begint te krimpen, staat ze op en gaat vlug even naar het badkamer om zich even schoon te vegen. Niet veel later komt ze weer terug en kruipt weer naast hem.
Ze streelt speels met haar vingers de borstkas van Roald.
Roald zegt opeens: ‘Wat ik me eigenlijk afvraag, Ester, vind je mijn pik eigenlijk wel groot genoeg?’
Ester kijkt hem verbaasd aan en zegt: ‘Waarom vraag je nou zoiets? Heb je me horen klagen dan?’
‘Nee, maar hij is niet echt groot.’
‘Nee, hij is niet groot, maar hij schenkt me meer genot dan zo’n grote pik. En daar gaat het uiteindelijk wel om. Het is wat je er mee doet, en daar heb ik bij jou absoluut geen klagen.’
‘Dat weet ik wel, maar toch. Het is wel altijd iets geweest, waar ik me wel een beetje voor geschaamd heb. Het enige voordeel wat ik heb, is dat hij op zijn minst wel dik genoeg is. Maar zelfs dat is niet altijd positief.’
‘Hoe bedoel je dat? Ik vind die dikte juist precies goed! Juist die dikte laat me zo genieten, maar het doet ook geen pijn.’
‘Nou ja, je hoeft in ieder geval nooit bang te zijn, dat ik je ooit anaal zal nemen. Dat heb ik bij Ada eens geprobeerd, maar dat was geen succes.’
Ester lacht. ‘Dat heeft ze me verteld. Ze heeft die dag wel wat meer last gehad op de wc, maar ze vond het de moeite waard om het eens te proberen.’
‘Dat heeft ze me niet verteld, dat ze er zo’n last van had! Ik wilde haar geen pijn doen!’
‘Je hebt haar geen pijn gedaan, anders had ze je het wel verteld, Roald. Maak je daar maar geen zorgen om!’
Daar neemt Roald dan maar genoegen mee, hij kan niet anders dan haar geloven.
Opeens zegt Ester: ‘Hoe is het nou voor jou, om alles achter te laten wat je kent, en om te gaan wonen in een vreemd land, waarvan je de taal nauwelijks spreekt!’
‘Het is een hele uitdaging, dat is zeker. En het helpt natuurlijk ook wel, dat ik bij Henk meteen een baan kon krijgen, want anders weet ik niet of ik het gedaan had. Dat wil niet zeggen, dat we dan geen relatie meer zouden hebben, maar of ik dan al verhuisd was? Ik weet het niet.’
Ester geeft hem een zoen. ‘Maar is het dan niet zwaar om al je vrienden en familie daar achter te laten?’
‘Jawel, maar doordat ik ze door mijn werk toch nog regelmatig kan blijven zien, valt die last wel mee. Maar jou kan ik toch hetzelfde vragen, Ester? Je woonde hier eigenlijk ook een heel stuk vandaan. Hier heb je ook nog niet zo veel vrienden, al hoop ik dat je er wel een aantal maakt tijdens dat buurtfeest.’
‘Dat hoop ik ook. Al heb ik met Samantha wel iemand gevonden, waarmee ik goed kan opschieten. Maar jij hebt hier toch ook nog niet veel vrienden?’
‘Nee, maar laatst met die andere zeiltocht heb ik een tijdje gepraat met Han’s zoon, Pelle. Dat is ook wel een goede vent, waar ik goed mee kon praten. We hebben gezamenlijke interesses, dat scheelt. Hij heeft me zelfs al een keer opgebeld, en me uitgenodigd een keer mee te gaan jagen. Maar hij wist nog niet, dat ik een gebroken been had, dus ik heb dat laten gaan. Maar ik denk wel, dat ik een keer met hem mee ga.’
‘Dat moet je zeker doen, Roald. Mijn vader ging ook altijd jagen, en van hetgeen dat hij ving, maakte mijn moeder altijd de heerlijkste gerechten.’
‘Misschien moet ik me daar toch eens gaan verdiepen. Maar eerst zal ik eens zorgen dat mijn pootje snel beter wordt. Ik ben dat gips nu al moe!’
Ester lacht. ‘Nou ja, als je volgende week naar je werk gaat, dan heb je meteen al een privé chauffeuse en privé secretaresse, die aan al je wensen voldoet!’
Roald lacht. ‘Daar had ik niet eens aan gedacht. Maar ik wil er komende week toch even langs gaan, samen met Ada, gewoon voor een kennismaking. Ik wil volgende week namelijk wel meteen gaan beginnen met mijn werk, in plaats van een dag verliezen aan kennismakingsgesprekken.’
Ester moet glimlachen. Dat is echt Roald. Die wil altijd er vol voor gaan, met wat hij ook doet. Ze wil nog wat zeggen, maar hoort dan de rustige ademhaling van Roald, die in slaap is gevallen. De dag op het water heeft toch de nodige krachten van hem gevergd. En ze heeft ook gemerkt, dat hij wat kribbig is, nu hij ’s morgens niet meer kan rennen en dat zijn energie wat afneemt.
Ze neemt zich voor om morgen, nadat ze bij het gemeentehuis zijn geweest, even een stukje met hem te gaan wandelen. Hij heeft nu zijn loopgips, en daarvoor moet hij ook regelmatig gaan bewegen. Dat doet hij nu te weinig.
Ze kijkt hem in zijn gezicht aan. Er loopt een kleine traan uit haar oog weg. Een traan van blijdschap en geluk. Ze is zo blij, dat ze hem de hare mag noemen. Ze houdt waanzinnig veel van hem. En dat ze dit mag delen met haar zusters, dat maakt haar ook blij. Maar het gevoel is een beetje tweeslachtig. Het liefst had ze Roald helemaal voor zichzelf gehad, maar de drang om hem met haar zusters de delen is vrijwel even groot.
En ze weet, dat Roald diep in zijn hart toch het meest van haar houdt. Ze ziet het aan de manier, waarop hij haar bejegent en haar zussen. Ze drukt een klein kusje op zijn lippen en moet glimlachen als Roald in zijn slaap wat onverstaanbaars mompelt. Dan legt ze zich tegen hem aan en valt in slaap.
Midden in de nacht wordt ze wakker van iemand die op het toilet braakgeluiden maakt. Ze trekt haar nachthemd aan en loopt een verdieping hoger, waar ze Tricia op het toilet vindt.
‘Alles goed, Tricia?’
‘Ik weet het niet, Ester. Alles komt me omhoog, maar ik voel me niet echt ziek.’
‘Oei, dat is niet fijn. Maar je moet wel iets op de maag hebben, voor als je weer iets over moet geven.’
Tricia knikt. ‘Dat lijkt me een goed idee.’
‘Kom, dan maak ik je wat warme melk klaar, dat hielp mij ook toen ik net zwanger was.’
Tricia kijkt geschokt naar Ester. ‘Mijn God! Zou het dat zijn? Zou ik zwanger kunnen zijn?’
‘Als je wilt, dan heb ik hier nog een test liggen. Ik heb me toen twee tests gekocht, maar ik had er maar eentje nodig. Die heb ik toen bewaard voor Ingrid, maar die heeft zich zelf eentje gekocht.’
Tricia knikt dankbaar naar Ester. Samen lopen ze naar beneden, waar Ester wat melk opwarmt in een pannetje. Even later zitten ze samen om de keukentafel. Daar bekomt Tricia wat van en Ester vraagt: ‘Zal ik die test maar even pakken?’
‘Ja, graag. Nu wil ik het ook weten ook!’
Ester loopt even naar de badkamer, en pakt de test uit het kastje. Tricia neemt de test met trillende handen aan.
‘Rustig maar, Tricia. Je hoeft toch niet bang te zijn?’
‘Wat als het nu weer niet goed gaat, Ester? Ik ben zo bang!’
‘Het komt wel goed, geloof mij nu maar!’
Tricia zucht eens diep en gaat met de test naar het toilet. Even later komt ze terug. Ze geeft de test aan Ester en zegt: ‘Hier, kijk jij maar, ik durf het niet!’
Het is een uitgebreide tester, en Ester kijkt op het ding. Ze glimlacht. ‘Geen twijfel mogelijk, Tricia! Je bent zwanger. Maar dat is niet van de afgelopen dagen, hier staat dat je al enkele weken zwanger bent!’
Tricia kijkt haar verbaasd aan. ‘Dat kan niet! Ik ben pas nog ongesteld geweest!’
‘Hier, kijk zelf maar!’
Tricia kijkt met grote ogen naar de test. Daar staat het toch echt, 2-3 weken zwanger.
Dan vliegt ze Ester om haar hals en begint te huilen. Er komen heel wat emoties bij Tricia los, en Ester laat haar uithuilen op haar schouder. Het duurt wel een half uur, voordat Tricia ophoudt met huilen en snikken.
‘God, laat het nu eindelijk eens goed gaan! Ik wil zo graag een kind!’
‘Je kunt het niet dwingen, Tricia. Soms kan het verlangen naar een kind, juist het obstakel zijn om zwanger te raken en te blijven. Ga nu niet allerlei dingen doen, die je normaal ook niet zou doen. Ga gewoon leven en geniet er van om zwanger te zijn, al moet ik zeggen, dat die zwangerschapsmisselijkheid nou niet bepaald erg leuk is.’
Tricia glimlacht en ontspant een beetje.
‘Nog een mok melk? Misschien met een beetje honing erin?’
‘Ga, graag! Misschien dat ik straks dan toch een beetje kan slapen.’
Een half uur later en een verhaal over haar zwangerschap verder gaat Ester weer naar bed. Ook Tricia gaat weer slapen. Als Ester weer bij Roald in bed kruipt, blijkt hij wakker te zijn.
‘Waar was jij zo lang?’
‘O, Tricia was wat misselijk en ik heb haar even wat warme melk klaargemaakt en even met haar gepraat.’
‘Ow, gaat het weer met haar?’
‘Ja, ze is weer wat opgeknapt. Ze heeft me vertelt over hun pogingen zwanger te worden. Dat mens lijkt wel geobsedeerd om zwanger te worden.’
‘Ik kan dat wel begrijpen, Ester. Haar vader sukkelt al een hele tijd met zijn gezondheid en ze hoopt hem nog een kleinkind te kunnen schenken, voordat hij het tijdelijke voor het eeuwige wisselt. Daarom is ze ook zo gebrand om zwanger te raken.’
‘Maar ze heeft echt een obsessie. Dat is gewoon niet gezond! Misschien dat het gesprek, dat ik met haar had, haar wat doen inzien, dat ze het niet kan afdwingen.’
‘Misschien, de tijd zal het leren. En hoe zie jij je zwangerschap?’
‘Eerst was het wel een beetje een schok, maar dat weet je. Maar nu ben ik er alleen maar blij om. Gelukkig heb ik nog niet veel last van kwaaltjes, die soms bij een zwangerschap horen, ook Ada heeft daar weinig last van. Alleen Ingrid is nog steeds wat misselijk, vooral ’s morgens.’
Roald legt zijn hand op haar buik. ‘Weet je? Ik ben nu heel erg blij, dat ik vader word. Het is alleen dat ik nu in een keer drie keer vader word, dat me nog een beetje onzeker maakt. Ik heb me al een beetje op dat onderwerp ingelezen, vooral vader worden van een drieling. Er komt toch nog wel een en ander bij kijken.’
Ester glimlacht. Ze heeft hem op zijn laptop die websites zien bezoeken. Ze is blij, dat hij het ook allemaal serieus neemt. Niet dat ze ooit de indruk heeft gehad, dat hij dat niet zou zijn, maar het is wel leuk om van hem zelf te horen, dat hij er ook echt mee bezig is.
‘Je gaat heel zeker een fantastische vader zijn, Roald. Daar ben ik heel zeker van!’
‘Het is alleen, dat ik straks behoorlijk wat werk zal hebben, Ester. Ik weet niet, of ik dan ook genoeg tijd kan maken voor mijn gezin. Daarom wil ik volgende week ook meteen aan de slag, zodat mijn plannen, die ik heb, voor een groot gedeelte reeds zijn afgerond. Alleen mijn been belemmert me wel een beetje in die plannen. Al heeft het me wel weer een voorsprong gegeven in mijn werk, omdat ik nu al tijd heb om die plannen te maken. Dat zou ik anders pas veel later gedaan hebben. Maar leuk is het niet.’
‘Niets aan te doen, Roald. Je zal het moeten uitzingen met je been. Je kunt het niet overhaasten.’
‘Ik weet het, Ester. Maar dat doet er niets aan af, dat het me frustreert! Er zijn zoveel dingen, die ik had willen doen, maar het gaat nu allemaal niet. Daarom ben ik nu ook zo blij, dat we Samantha aangenomen hebben. Dat heeft wel een last van mijn schouders gehaald.’
‘Roald, ik denk dat we, als straks iedereen hier weer weg is, en
we weer alleen zijn, eens samen om de tafel moeten gaan zitten, zodat we eens goed met elkaar kunnen praten. Dat hebben we nog niet goed gekund, alleen ’s avonds als we samen in bed lagen.’
‘Dat is nu eens een goed idee, Ester. Ik zal er eens met Ada en Ingrid over praten, dat we dat eens inplannen, zodra het hier weer een beetje rustig is.’
Tevreden gaat Ester weer tegen haar man aan liggen. Ze valt al snel in slaap, maar dat geldt niet voor Roald. Hij denkt nog even na over zijn toekomst als vader. Maar uiteindelijk haalt de slaap hem ook in, en slaapt hij spoedig weer in.
Roald wordt iets later wakker, dan normaal, ook al is het maar een klein half uurtje. Ester slaapt nog steeds. Roald doucht zich, iets waar hij nu wel wat meer handigheid in krijgt en nu ook alleen kan. Daarna gaat hij naar beneden, waar hij zijn vader en moeder alleen aantreft om de keukentafel.
‘Je bent laat wakker, Roald. Dat ben ik niet van je gewend!’
Roald glimlacht. ‘Ik heb midden in de nacht een gesprek gehad met Ester, wat ging over ons ouderschap. Misschien dat ik daarom iets langer heb geslapen.’
‘Goed, dat jullie daarover praten, Roald. Waar maak je je zorgen over?’
‘Of ik wel een goede vader kan zijn, met die drukke baan, die ik straks heb.’
Johan glimlacht. ‘Alsof ik altijd de perfecte vader was, Roald. Ik was ook meer van huis als me soms lief was. Maar je kunt gewoon niet de perfecte vader zijn. Het is altijd een compromis. En zeker straks voor jou. Je hebt straks een veel groter gezin, dan de meesten. Wat zeg ik? Welke man kan zich drie vrouwen veroorloven?’
Roald lacht. ‘Daar heb je een goed punt. Maar Ada en Ingrid verdienen ieder ook hun eigen geld. Maar je hebt gelijk, dit huishouden zal behoorlijk wat meer geld kosten. Dat doet het nu ook al, maar straks zeker nog meer.’
Ineke glimlacht. ‘Ja, en baby’s kosten een hoop geld, Roald. Heel veel geld en tijd. Nu denk ik niet, dat je echt een probleem gaat krijgen, gezien wat je straks gaat verdienen, maar het is toch een heel aangaan om vader of moeder te worden. Nu kun je nog zeggen, ik ga nog even dit doen, of dat doen, maar dat is dan allemaal voorbij.
Even een bezoekje brengen aan vrienden is meteen een hele planning. Maar dat leer je allemaal nog wel. Ik kan het je nu allemaal wel uitleggen, maar dat is iets wat je zelf moet leren en ervaren. Maar je hebt nog wat tijd, Roald. Hoever is Ester?’
‘Nu bijna 12 weken. Ada is 13 weken en Ingrid zit op 10 weken.’
Ineke moet lachen. ‘Wel apart, de kans is groot dat je in een maand tijd drie keer vader wordt.’
Roald moet ook lachen. ‘Dat is inderdaad wel apart. Ik besef me dat dan ook heel goed.’
Johan lacht en zegt: ‘Het is maar goed, dat je heel wat kunt hebben, Roald. Ik geef het je te doen, om straks 3 met hormonen beladen vrouwen tevreden te houden. Ik vond je moeder destijds al een handvol, al heb ik met alle liefde van de wereld haar geholpen bij haar zwangerschap. Maar meteen drie vrouwen? Respect!’
Roald kijkt nu een beetje zuur, maar moet toch wel lachen. ‘Daar had ik nog niet over nagedacht, pap. Maar nu je het zegt, klinkt het wel een beetje komisch. Ik hoop dat ik dan genoeg hersteld ben van mijn blessure.’
‘Dat zal wel los lopen, Roald. Je hebt een goede conditie en dat scheelt heel zeker. Je houdt nu ook goed je rust, en dat zal je genezing wel bevorderen.’
‘Donderdag moet ik terug voor een controle. De dokter wilde zien of er vooruitgang is bij het genezingsproces van die haarscheur. Dus dan krijg ik weer nieuw loopgips.’
‘Kijk aan. En hoe voelt je been nu?’
‘Ik heb nu geen pijn meer gehad. Het jeukt wel flink, maar dat zie ik dan maar als deel van het genezingsproces.’
‘Ik heb eens gelezen, dat als je jeuk hebt, en je kunt er niet bij, dat je voor een spiegel moet gaan staan en je dan aan je goede been moet krassen, precies in spiegelbeeld waar je jeuk bent. Dan zou dat voor je verstand hetzelfde moeten zijn als krabben, daar waar je jeuk hebt.’
‘Hmm, dat moet ik eens uitproberen, want soms jeukt dat echt heel erg!’
Ester komt de keuken binnen en geeft een zoen aan Roald. ‘Ik kreeg het koud in bed!’
Roald kan het niet nalaten om haar een licht tikje tegen haar billen te geven en zegt: ‘Het is ook tijd om op te staan, Ester! Om 10 uur moeten we op het gemeentehuis zijn. Geen tijd om te luilakken!’
Ester steekt haar tong naar Roald uit, maar gaat glimlachend naast hem zitten.
‘Waar waren jullie over aan het praten?’
‘Over dat jullie straks ouders worden. Hoeveel tijd, energie en geld dat gaat kosten.’
‘Goed onderwerp, ik probeer me daar ook op in te lezen, en eigenlijk beangstigt me dat wel een beetje. Hoe moet ik straks het huishouden doen, als er daar een baby om mijn aandacht vraagt?’
Ineke lacht. ‘Geloof me, hoe lastig je dat nu ook lijkt, het is net alsof je een zesde zintuig krijgt, waardoor je dat allemaal kunt handelen. Je zou het misschien zelfs beter eens aan je eigen moeder kunnen vragen, want die moest opeens zorgen voor drie van die kleine rakkers, en dat is precies wat jullie straks ook krijgen.’
‘Ja, dat kon ik wel eens doen. Ze komen toch dit weekend, omdat we dan onze verjaardag houden.’
‘Dus dat wordt een heel weekend feest? Vrijdag dat buurtfeest, en zaterdag jullie verjaardag?’
Ester grijnst. ‘Ja, zo kun je het ook zien. Eigenlijk ben ik daar wel een beetje zenuwachtig voor. Het buurtfeest, omdat ik nog lang niet iedereen hier uit de buurt ken, dus ik hoop een goede gastvrouw te kunnen zijn. Maar eigenlijk ben ik nog zenuwachtiger voor onze verjaardag. Want daar willen we bekend maken, dat we zwanger zijn.’
‘Hebben jullie al een idee, hoe jullie dat gaan doen?’
‘Jawel, maar daar ga ik nog niets over verklappen. Anders zou de verrassing weg zijn.’
‘Ik ben wel nieuwsgierig. Eigenlijk is het wel jammer, dat we het al weten, maar het is dan wel fijn, dat we het tegen iedereen kunnen vertellen.’
Ze horen op de bovenverdiepingen wat meer rumoer, het teken dat iedereen wakker begint te worden.
Ineke staat op en zegt: ‘Dan zal ik maar eens verse koffie opschudden. Ester, jij nog thee?’
‘Ja, graag.’
Niet veel later zit iedereen aan een flink ontbijt. Dat is iedereen nu wel gewend, en er wordt ook smakelijk gegeten, gelachen en gepraat.
Na het eten maken Roald en Ester zich op om naar het stadhuis te gaan. Roald moet nog wat ophalen bij het postkantoor, en Ester wil nog wat winkelen. Al snel komen ze Lidköping, waar Roald snel zijn pakketje afhaalt bij het postkantoor. Ester is wel nieuwsgierig, wat het is, maar Roald wil niet zeggen, wat er in zit.
Roald heeft zich voor hun verjaardag door een vriend van hem, die edelsmid is, speciale hangertjes laten maken. Ze zijn, net als hun ringen, iets verschillend. En ze hebben ieder een inscriptie en een gravure. Een groot hart, met daarin drie kleinere harten en een kleine boodschap.
Daarna begeven ze zich naar het gemeentehuis, waar ze hartelijk ontvangen worden.
‘Dank u, mijnheer de Vries en mevrouw Henstavsen, dat u bent gekomen. Want we zaten toch met een groot probleem, en dankzij uw bereidwilligheid om het grondstuk te verkopen, kunnen we onze plannen toch doorzetten.’
‘Het is niet uw schuld, dat u een ambtenaar had, die verstrengelende belangen had, mijnheer Hedvall.’
‘Toch wel. Er waren al meer klachten over hem, en we hadden die signalen beter moeten opvangen. Dus het is wel degelijk onze schuld. Maar goed, hij is uit zijn functie gezet en het strafrechtelijke onderzoek loopt nog. Hij zal zijn gerechte straf niet ontlopen, dat is wel zeker. Er zijn nu zoveel bewijzen tegen hem gevonden, dat ik bijna kan garanderen, dat hij een flinke straf zal krijgen.’
‘Ja, ik word ook op de hoogte gehouden door de politie, aangezien ik van degene ben, die een aanklacht tegen heeft ingediend. Het lijkt me sterk als hij van die beschuldigingen wordt vrijgesproken.’
Het onderwerp gaat hierna over naar de plannen, die gemeente heeft met het grondstuk. Wat later komt de notaris binnen, waarna de benodigde papieren getekend worden. Daarmee wisselt het grondstuk van eigenaar en is Roald meteen een hoop geld rijker. Geld dat hij goed kan gebruiken. Daarmee wil hij een reserve opbouwen, zodat hij wat aan te pakken heeft, als het eens nodig is. Er kan altijd wel iets gebeuren. Het gaat om een fors bedrag, want het is nogal een flink grondstuk wat hij verkoopt.
Als de burgemeester dan met champagne wil proosten op de succesvolle deal, moet Ester glimlachend aflenen omdat ze zwanger is.
‘O, dat wist ik niet. Gefeliciteerd. Is het ook daarom, dat u heeft aangekondigd te gaan trouwen?’
Roald zegt: ‘Niet alleen daarom, mijnheer Hedvall. Maar het heeft zeker wel een rol gespeeld.’
‘Nou ja, uw gezinsituatie is ook behoorlijk bijzonder. Heb ik dat goed begrepen, dat u tegelijkertijd een partnerschap met haar zussen aan wilt gaan?’
‘Ja, dat is wel de bedoeling. De wet staat niet toe, dat ik meer dan een vrouw trouw. Maar het staat wel toe, dat ik meerdere partnerschappen aanga met enkele vrouwen. Krom, maar als het niet anders kan, dan maar zo.’
‘Tja, de wet voorziet niet in zulke speciale gevallen. Maar u heeft wel een passende maas in de wet gevonden. Daar hebben ze waarschijnlijk nooit aan gedacht. Maar de andere dames zijn er vandaag niet bij?’
‘Nee, we zijn druk bezig met de verbouwing van ons huis. We hebben nog maar alleen de komende week hulp van vrienden, en dan willen we de onderste slaapkamer en badkamer klaar hebben. Daarna zien we wel weer verder. Dus Ada en Ingrid zijn achter gebleven om te helpen met de verbouwing. En zoals u ziet, kan ik helaas niet meehelpen, al doe ik dat wel op andere manieren.’
‘Dat wil ik wel geloven. Ik ben afgelopen weekend nog langs uw huis gereden, dat is echt mooi geworden. Vooral die nieuwe ramen maken een heel verschil! Mijn complimenten!’
‘Dank u! Het was ook niet echt goedkoop en we hadden geluk, dat we nog enkele originele ramen hebben kunnen vinden, zodat die firma goede kopieën kon maken van die ramen. En het ziet er inderdaad mooi uit en ik ben ook blij, dat ik die beslissing heb genomen.’
‘En kent u inmiddels al wat mensen in de buurt?’
‘Nog niet zo heel veel, maar komende vrijdag is er een buurtfeest, dat gehouden wordt in onze tuin. Daar hopen we wat meer kennis te maken met de mensen om ons heen.’
‘Dat is een goed idee. Maar begint het niet wat koud te worden voor dat feest?’
‘Daar hebben we al aan gedacht. Ik heb nu enkele partytenten leeg, die gaan we opnieuw opzetten, zodat ze een groot geheel gaan vormen, een halve cirkel. Daar plaatsen we heaters en we willen verschillende grote vuurkorven plaatsen, zodat er overal warmte is. En in het midden maken we nog een klein kampvuur.’
‘Dat hoort zich aan, dat het gezellig zal gaan worden. Maar ik zal de champagne voor mevrouw vlug even laten vervangen door alcoholvrije drank. We zijn hier altijd wel op voorbereid. Als ik geweten had, dat mevrouw zwanger was, had ik dit natuurlijk al geregeld.’
Even later kunnen ze dan alsnog toosten op de deal. Niet veel later verlaten Roald en Ester het gemeentehuis.
Ester rijdt naar het winkelcentrum, waar ze nog wat kleren wil komen voor het komende winterseizoen. Roald ziet daar enkele wandelschoenen, die hem aanstaan, maar omdat zijn been nog in het gips zit, kan hij ze niet aanpassen. Teleurgesteld gaat Roald verder. Wel koopt hij zich nog wat warme kleding, zodat hij goed de winter door kan.
Dan rijden ze weer naar huis. Maar onderweg stopt Ester langs het meer en stapt uit. Roald kijkt haar verrast aan en zegt: ‘Waarom stop je hier?’
‘Omdat we even gaan wandelen. Even weg van de verbouwing en alles.’
Roald glimlacht. Ze heeft gelijk. Even wat ontspanning zal goed doen. Ester heeft dit pad met opzet uitgekozen, het is verhard met gravel, waardoor Roald er gemakkelijk kan lopen met zijn krukken. Ze lopen niet zo heel ver, misschien net 2 kilometer, maar genoeg om samen even te ontspannen. Als ze een bankje zien, gaan ze even zitten, want het krukken lopen vergt veel energie van Roald.
Ester slaat haar arm om zijn middel en Roald doet hetzelfde bij haar. Als ze een paar minuten in stilzwijgen zitten, horen ze achter zich wat gekraak en gesnuif. Als ze omkijken, staat daar een prachtige elandenstier. Hij is werkelijk enorm en zijn gewei is geweldig groot.
Alsof Ester en Roald er helemaal niet zijn, loopt hij doodgemoedereerd langs ze heen, zo kort, dat ze de warmte van het dier kunnen voelen. Roald en Ester zijn beiden onder de indruk. Ze durven zich amper te bewegen, bang om het mooie dier te verjagen. Maar de eland is allerminst bang voor dit tweetal. Hij draait zich nieuwsgierig om naar de beiden en begint ze te besnuffelen.
Dat is natuurlijk heel andere koek voor Ester en Roald. Waar Ester eerst enkel bewondering voor het enorme dier had, begint ze nu toch wel iets schrik te krijgen. Maar de eland doet verder niets, en besnuffelt haar alleen maar. Daarna besnuffelt hij Roald en als hij er dan genoeg van heeft gekregen, loopt hij gewoon weg. Hij verdwijnt in het bos en laat Roald en Ester verbouwereerd achter. Pas als hij weg is, durven ze te bewegen en barsten dan in lachen uit.
‘O, ik meende werkelijk dat ik in mijn broek moest pissen, Roald. Toen hij me begon te besnuffelen, ik had het echt niet meer!’
‘Ik zag het! Je keek alsof je duizend doden stierf! Ik moest me echt inhouden om niet te lachen.’
Ester moet nog harder lachen. ‘En toen hij jou begon te besnuffelen moest ik bijna hard lachen. Wat een uitzonderlijk moment!’
‘Dat was het zeker! En ik ben blij, dat ik dit met jou mocht beleven, Ester.’
Ester kijkt hem glimlachend aan. Roald zegt tegen haar: ‘Jag äskar dig, Ester.’
Ester kijkt hem even verwonderd aan. ‘Ik hou ook van jou, Roald’, antwoordt ze hem. Ze geven elkaar een zoen en kijken dan nog even uit over het meer. Ze genieten even van het samenzijn en lopen dan terug naar de auto.
Als ze terugkomen, horen ze een hoop geschreeuw vanuit het huis.
Roald komt binnen en zegt: ‘Wat is hier aan de hand!’
Ze kijken om en Ineke zegt: ‘Gelukkig je bent weer hier. De heren hier hebben onenigheid over de douche. De ene wil de deur linksom laten draaien en de andere rechtsom. En aangezien jij hier eigenlijk de baas bent, moet jij het dan maar beslissen.’
Roald loopt de badkamer in. Daar zijn echte vorderingen gemaakt. De badkamer is bijna zo goed als klaar. De wasbak hangt al, compleet met kraan en spiegel, het toilet is al aangesloten, en de doucheruimte is zo goed als klaar, er ontbreekt enkel nog de deur. Dan begint Roald te lachen.
Ze kijken hem verbaasd aan en Johan zegt: ‘Wat valt er nu te lachen?’
‘Deze deur moet helemaal niet draaien! Dit is toch een schuifdeur! Jullie hebben toch zelf de reling voor die deur opgehangen? Ik denk dat dit een deur is, voor de badkamers boven!’
Johan kijkt verbaasd naar de deur, evenals de rest. ‘Verhip! Je hebt gelijk! En daar liggen we ruzie om te maken? Wat een grap!’
Iedereen moet hard lachen. Ze halen snel de juiste deur en plaatsen die snel.
‘Zo, dat is dat. De badkamer is klaar! Jullie kunnen je vanaf morgen hier douchen!’
Roald komt kijken en is behoorlijk onder de indruk van de vorderingen.
‘Goed gedaan, mannen! Nu alleen nog de slaapkamer afmaken, en dan is al een gedeelte van de verbouwing klaar.’
‘Ja, ik zag Samantha al bezig enkele planken te verwijderen?’
‘Dat is wel de bedoeling. Nu zitten er nog naden in en de bovenlaag is behoorlijk ruw en versleten. Samantha wil alle planken eruit halen, schaven en dan terugplaatsen. Als het klaar is, zou het een bijna vlakke vloer zijn, heeft ze me verzekerd, omdat het hout al zo oud is.’
‘Dan gaan we kijken of we daar mee kunnen helpen.’
‘Eigenlijk hebben jullie ook wel genoeg gedaan. Het is niet nodig, dat jullie ook nog de slaapkamer gaan afmaken.’
‘O, maar kunnen we dan niet beginnen om die partytenten voor dat feest vast af te breken en opnieuw op te zetten? Want ik begin wel zin te krijgen in een feestje!’
‘Ga je gang, er is nog werk genoeg op dat gebied!’
Ineke zegt: ‘Maar eerst gaan we koffie drinken, met een stuk appeltaart!’
Daar heeft niemand wat tegen. Na de pauze gaan ze hard aan de slag met de vloerplanken. Doordat de gezusters de planken helpen verwijderen, schiet het goed op. Tegen het einde van de dag zijn de meeste planken verwijderd en is Samantha hard bezig de planken glad te schaven en schuren.
Buiten ziet de tuin er nu ook al heel anders uit. De partytenten zijn verplaatst en ze hebben zelfs een kleine houten vloer gemaakt van het afvalhout. Als Samantha even komt kijken, zegt ze: ‘Goed idee, zeg! Als Roald een parketschuurder zou huren, dan zou ik die vloer zelfs geschikt kunnen maken om op te dansen!’
Johan zegt: ‘Je zal die machine toch wel nodig hebben voor de vloer in de slaapkamer. Dus ik zie niet in, waarom Roald die niet zou willen huren.’
Roald komt net naar buiten om te kijken naar de vorderingen.
‘Wat zou ik moeten huren?’
‘Een parketschuurder. Samantha meent dat ze die vloer zo glad kon schuren, dat ze erop kunnen dansen.’
‘Hmm, geen slecht idee! Alleen jammer, dat ik dan nu niet kan dansen. Waar kun je zo’n ding huren?’
‘Ik zal eens naar die bouwmarkt heen rijden, waar we laatst zijn geweest. Misschien hebben ze die daar wel te huur.’
‘Doe maar. Dat zou een aangename verrassing zijn voor de gasten!’
Johan rijdt naar de bouwmarkt toe. Hij schrikt van de prijs, wat hij moet betalen voor de huur. Hij belt Roald op.
‘Zeg Roald! Ik ben hier nu bij de bouwmarkt, maar ze vragen nogal grof geld voor de huur. En ik heb net gekeken, voor het dubbele geld hebben ze er hier ook een te koop. En volgens mij is dat dezelfde als ze verhuren.’
‘Dan koop hem maar, pap. Dan kunnen we maar beter ook alle vloeren doen.’
‘Oké, doe ik!’
Een uur later komt Johan weer terug.
‘Alsjeblieft, Samantha. Ga je gang. Maak er maar een mooie dansvloer van.’
Samantha lacht. ‘Hebben jullie nu zo’n ding gekocht? Dat is toch hartstikke duur?’
‘Huren was ook duur, en als we dat ding de hele tijd moeten huren, was dit goedkoper.’
Samantha schudt haar hoofd. Ze kan het haast niet geloven, hoe achteloos Roald soms met geld smijt.
Maar ze moet toegeven, geheel onverstandig is het niet. Met een paar verlengkabels probeert ze dan de machine uit. Dat werkt buitengewoon goed. Een anderhalf uur later ziet de vloer er al heel anders uit. Er zitten wel wat spleten tussen, maar de vloer is nu wel mooi vlak en glad.
Ze komt naar binnen toe en zegt lachend: ‘Wie probeert de nieuwe dansvloer uit? Ik ben klaar!’
Guido roept: ‘Ik wil best wel dansen, maar er is geen muziek.’
Nancy zegt glimlachend: ‘Als Roald nu een gitaar had, dan kon hij wat spelen. Weet je nog die avond aan het strand?’
‘O ja! Roald! Heb je geen gitaar meer?’
‘Jawel, die heb ik op zolder laten leggen. Maar die moet ik nog stemmen, ik heb dat ding al weer jaren niet meer aangeraakt!’
Ester vraagt wat Guido tegen Roald zei.
‘Guido vroeg of ik gitaar kon spelen, zodat ze de dansvloer kunnen uitproberen.’
‘Kun je dan gitaar spelen? Ik dacht, dat ding heb je voor de sier!’
‘Ik kan het wel, maar ik heb het al jaren niet meer gedaan. Als iemand mijn gitaar op de zolder wil pakken, dan wil ik het best wel eens proberen.’
Ingrid snelt naar boven, ze wil dat gitaarspel van Roald wel eens horen. En meteen vraagt ze zich af, wat Roald eigenlijk allemaal nog meer kan. In ieder geval heeft hij een prettige stem. Dat heeft ze wel gehoord in het weekend in Stockholm.
Wat later komt ze terug met de gitaar, maar heeft ook haar eigen mondharmonica meegenomen.
‘Goed idee, Ingrid! Kun je het nog wel een beetje?’
‘Heel af en toe doe ik het nog wel eens, Ada. Maar ik weet niet wat Roald kan spelen, dus ik wacht even af.’
Roald neemt de gitaar van Ingrid aan en bedankt haar met een zoen. Dan begint hij de gitaar te stemmen. Het is duidelijk, dat hij weet wat hij moet doen. En al snel klinken de prachtige klanken van de gitaar door de kamer.
De drie zusters kijken met open mond. ‘Dat is best goed, Roald! Ik wist helemaal niet dat je dat kon!’
‘Ik ben het gelukkig nog niet verleerd. En om mezelf nu heel goed te noemen? Ik kan een beetje tokkelen en een aantal liedjes, maar echt goed ben ik niet. Maar ik zal eens een gooi doen.’
Nancy zegt: ‘Kun je dat nummer “Let her go” nog?’
‘Oei, eens kijken of ik dat nog kan.’
Na een paar foute starts gemaakt te hebben, lukt het hem vrij aardig. Eerst alleen de akkoorden, maar later begint hij er ook bij te zingen. Daar zijn Ester, Ada en Ingrid wel van onder de indruk. Ze wisten wel, dat hij een beetje kon zingen, maar het nu met gitaar horen, dat is toch wel wat anders.
Als het lied klaar is, zegt Roald nonchalant: ‘Kon beter, maar niet slecht voor het begin. Ik denk dat ik het nu wel weer onder de knie heb. Dus hup naar buiten en laat maar eens zien of jullie nog kunnen dansen!’
Ze pakken de gitaar van Roald aan, zodat hij op zijn krukken naar buiten kan. Daar zet hij zich op een stoel neer en pakt de gitaar vast. Ingrid gaat naast hem zitten, terwijl Guido en Nancy op de vloer wachten, totdat Roald begint te spelen. Ester zegt: ‘Welk liedje ga je doen?’
‘Ken je “More than words” van Extreme?’
‘Ja, maar ik weet niet of ik dat mee kan spelen. Maar ik zal wel eens wat proberen.’
Roald zet het liedje in en begint te spelen. Als hij begint te zingen, zingt Ada plots de tweede stem. Ze kan best goed zingen en het klinkt ook best goed.
Guido kijkt Nancy aan, en op de tonen en de maat van de muziek schuifelen ze over de vloer. Mark en Tricia volgen snel, net als Johan en Ineke. Samantha en Bert zitten een beetje langs de kant.
Bert staat op en zegt: ‘Kom op, laatst kon je het ook wel!’
Samantha wil eerst tegensputteren, maar als ze de vragende ogen van Bert ziet, is ze om. Een beetje zenuwachtig begint ze dan mee te schuifelen met Bert. Dat ze hier en daar wat foutjes maakt, lijkt niemand op te vallen en het geeft haar zelfvertrouwen. Al snel zwiert ze met veel plezier over de vloer. Ze leert snel en laat zich goed leiden door Bert. Ze vindt het uiteindelijk zelfs jammer, dat het liedje is afgelopen.
Maar lang hoeft ze niet te wachten op een nieuw liedje. Roald speelt ‘Wunderfull tonight” van Eric Clapton, waarop Ingrid wel op kan meespelen. En ook hier zingt Ada de tweede stem.
Roald zou best nog wel even door willen gaan, maar het begint al schemerig te worden en hij heeft het koud.
Hij, maar ook Ada en Ingrid, krijgen een applaus vanaf de dansvloer.
Guido loopt op Samantha af en zegt: ‘De dansvloer is officieel goedgekeurd! Goed werk, Samantha!’
Ester zegt tegen Roald: ‘Ik wist niet, dat je zo goed kon spelen en zingen. Dat zou je vaker moeten doen.’
‘Dan moet ik wat vaker oefenen, en dan kan ik mijn repertoire aanpassen op dat van Ingrid. Want ze heeft een goed gevoel om bij te springen met die mondharmonika. En Ada! Wow! De tweede stem is bij God niet gemakkelijk! Dat kun je goed!’
Ada en Ingrid blozen allebei. Ingrid zegt: ‘We zouden de komende avonden moeten oefenen, dat zou zeker goed staan op het buurtfeest, maar ook op onze verjaardag. Ik werd vandaag al gebeld door een vriendin, die zaterdag wilde komen.’
‘Bij mij ook al, Ingrid. En ik geloof dat Ester ook al gebeld is!’
Ester lacht: ‘Zolang niet iedereen komt, vind ik het prima. Ik zit echt niet te wachten, dat onze gehele vriendengroep zaterdag komt opdagen! Ik mis ze wel, maar dat is me toch wel wat veel.’
Opeens zegt Ada: ‘Maar Ester? Dan zou je ook moeten zingen, je kunt het zo goed!’
‘Oké, maar welk liedje dan?’
Roald zegt: ‘Zeg jij het maar! Ik zeg wel of ik het ken.’
‘Ken je “Blowing in the wind” van Bob Dylan?’
‘Ja, dat ken ik. Absoluut een favoriet van me.’
Ze gaan dan eerst naar binnen, in de woonkamer, waar het feest gewoon verder gaat.
Roald zet meteen de akkoorden in, en Ester begint te zingen, waarbij Ada en Ingrid tweede en derde stem zingen, waarbij Ingrid ook meespeelt op haar harmonica. Daarna volgen enkele meezingers, waar iedereen aan mee kan zingen, Roald heeft toch best een repertoire, maar kent echt niet alle liedjes.
Guido zegt: ‘Roald, je moet echt spelen op dat feest, dit is zo leuk!’
‘Misschien, maar ik vind mezelf eigenlijk nog niet goed genoeg!’
‘Ach wat, meneertje perfect! Je speelt meer dan goed genoeg! Je hoeft ook geen avondvullend programma te vullen!’
‘Ik kijk wel. Maar voor vandaag vind ik het wel even genoeg geweest.’
Guido lacht. ‘Je kunt nog een paar dagen oefenen. Heb je al last van plankenkoorts?’
‘Niet meer, dan toen ik mijn dames om hun hand vroeg, Guido. Dat was nog wel iets erger. Dit durf ik wel.’
Ester zegt: ‘Roald en ik hebben vandaag ook iets heel spannend beleefd, toen we terug kwamen van Lidköping. We hebben een ontmoeting met een Eland gehad.’
‘O? En dat vertel je nu pas?’
‘Ja, met die dansvloer en dat gezing hebben we dat helemaal vergeten te vertellen! Maar spannend was het wel, of niet, Roald?’
‘Dat kun je wel stellen, Ester. Veel korter bij kon je niet komen. We waren even gaan wandelen langs het meer, en toen zijn we op een bankje gaan zitten. Plotseling dook er achter ons een reusachtige eland op, met een enorm gewei. Hij trok zich helemaal niets aan van ons, sterker nog, hij besnuffelde Ester en daarna mij. Daarna verdween hij gewoon.’
‘Waat? Dat meen je niet! Hoe gaaf is dat!’
Ester zei: ‘Ik vond het anders toch behoorlijk eng, toen hij me begon te besnuffelen. Het was leuk om hem van dichtbij te zien, maar zo dichtbij, dat was toch net iets te! Hij was echt heel erg enorm!’
‘Dat kan ik me voorstellen. Hoe groot is zo’n beest eigenlijk?’
Roald zegt: ‘Ik schat dat hij ongeveer twee en halve meter hoog was, zonder zijn gewei. Hij was werkelijk enorm!’
‘Wow, ik wou dat ik die eland gezien had! Dat is werkelijk gaaf!’
Ada zegt: ‘Als je elanden wilt zien, moet je in het voorjaar komen. Dan komen ze uit de bergen naar beneden om van het jonge gras te grazen. Dan vind je soms letterlijk in de voortuin!’
Nancy zegt tegen Guido: ‘Guido, dat wil ik echt eens een keer zien.’
‘Er is wel meer te zien in Zweden, dan alleen elanden, Nancy. Er wordt deze week nog helder weer voorspeld en dan zou het zomaar kunnen zijn, dat je het poollicht kunt zien. Dat is ook erg mooi!’, zegt Ada
‘Kun je dat hier nu al zien?’
‘Ja, normaal had je dat al kunnen zien, maar het is nog de hele tijd ’s avonds bewolkt geweest. Ik denk dat het niet lang zal duren, voordat het echt hard gaat sneeuwen. Normaal zou er nu al sneeuw moeten liggen. En dan bedoel ik niet dat kleine laagje wat er nu ’s morgens ligt.’
Ingrid knikt. ‘Vorig jaar lag er om deze tijd al bijna 20 centimeter sneeuw en nu nog niets! Ik denk dat het langlaufseizoen dit jaar laat zal zijn!’
Roald zegt: ‘Jammer dat ik dit jaar dan niet kan langlaufen. Ik had het graag weer eens gedaan.’
Ingrid kijkt Roald aan en zegt: ‘Kun je dan langlaufen?’
‘Kunnen, kunnen… Ik kom vooruit, laten we het daarop houden, Ingrid. Maar dat is minstens 12 jaar geleden, dat ik het gedaan heb. We zijn toen in de Ardennen gaan langlaufen. Was wel erg leuk, maar ik had meer zin in de afterparty…’
Guido lacht. ‘Dat je dat nog weet! Maar wat hebben we toen gelachen!’
Bert moet ook lachen. ‘Vooral toen Roald met zijn zatte kloten nog probeerde te langlaufen. Maar goed, dat de sneeuw zijn val brak!’
Mark zegt: ‘Dat langlaufen, dat is nou iets, wat Roald echt niet goed kan. Of in ieder geval toen niet. Net zoals hij het zei, hij kwam vooruit! Maar hij heeft hetzelfde probleem met schaatsen, dat kan hij ook niet goed!’
Ada lacht. ‘Aha, dan hebben we eindelijk iets ontdekt, wat Roald niet goed kan!’
Roald lacht. ‘Ik heb nooit beweerd dat ik overal goed in was, Ada. Kan ik er wat aan doen, dat ik veel dingen wel uitblink?’
Niet lang daarna gaat iedereen naar bed.