Vervolg op: De Gezusters Santegoed - 20In de tussentijd dat Daan met zijn bedrijf bezig was, is er bij John en Chantal ook wel een en ander gebeurd. Joey, de jongen, waarmee John mee gevochten heeft, is komen logeren en na een week was het al meteen duidelijk, dat het project zou worden voorgezet. Dus na een paar weken woont Joey permanent bij Chantal en John. En daar gaat het verhaal verder.
Het is avond, als ik teruggereden kom van mijn werk. Ik moet via Roermond omrijden om Joey op te pikken van zijn school. Wonderbaarlijk hoe die jongen in korte tijd veranderd is. Natuurlijk de eerste week was nogal vreemd voor ons allemaal. Maar Joey deed echt zijn best om zich in te passen. Het was dan ook heel duidelijk, dat hij oprechte spijt had van zijn daden en er nu alles aan wilde doen om het goed te maken.
Ik kom aan bij zijn school, waar hij schijnbaar al enkele vrienden heeft gemaakt. Hij staat net buiten het schoolterrein met elke jongens te praten, maar er staan ook enkele meisjes bij. Zodra hij me ziet, neemt hij vlug afscheid en loopt naar mijn auto toe. Hij stapt in en doet zijn gordel om.
‘En, leuke dag gehad op school?’
‘Hmm, het gaat. School is nog steeds niet mijn favoriete bezigheid, maar ik zie er nu wel de noodzaak van in.’
‘Kijk, dat is wel een goede instelling. En wat zag ik? Heb je al enkele vrienden gemaakt?’
‘Vrienden wil ik ze nog niet noemen, John. Ik kan wel lachen met ze, maar ik ben bang dat het ongeveer dezelfde types zijn, die ik in Kampen als vrienden heb. En dat wil ik juist niet meer. Maar er zitten er wel tussen, die wel in orde zijn. Ik kijk wel, hoe zich het ontwikkelt.’
‘Ik ga je niet verbieden, of zeggen met wie je om moet gaan, Joey. Daar ben je zelf al oud en groot genoeg voor. Zeggen ze niets over je leeftijd?’
‘Nee, dat valt wel mee. Maar het zorgt wel voor wat meer aandacht bij de meisjes. Ik ben natuurlijk groter en ook ouder dan alle andere jongens, en dat trekt ze wel aan.’
‘En wat let je dan om wat meer met die meiden om te gaan? Je hoeft toch niet de hele tijd met jongens rond te hangen? Of je moet natuurlijk jongens leuker vinden, dan meisjes. Dat kan natuurlijk ook!’
Joey kijkt me geschokt aan. ‘Nee, bah! Daar moet ik niet aan denken! Ik heb toch liever meisjes! Maar dat is op zich nog niet eens een heel gek idee!’
Ik lach. ‘Zolang je maar niet meteen de hele school zwanger maakt, want dan krijg je pas echt problemen!’
‘Geen zorgen. Ik weet wat me dan te wachten staat. Een neef van me heeft zoiets al gedaan. Nee, daar waag ik me niet aan. Bovendien, zo ervaren ben ik ook weer niet.’
‘Wat? Ik dacht, dat je wel heel populair bij de meisjes zou zijn!’
‘Dat valt ook wel mee, ten minste in Kampen. We deden wel stoer en zo, maar als het er echt om ging, dan waren we niet meer zo stoer. Of ik in ieder geval niet meer.’
Ik knik. ‘Dat is heel normaal. Maar nu even wat anders, Joey. Sinds je hier bent, heb ik eigenlijk nog een vraag aan je, die me nog een beetje dwars zit. Op de ene of andere manier heb ik de indruk, dat je eigenlijk niet graag bij je ouders in Kampen bent. Hoe zit dat?’
Joey zucht eens diep. ‘Daar heb je gelijk in, John. Ik ben niet graag thuis. Het is echt niet zo, dat ik mijn ouders niet mag, maar mijn stiefvader en ik hebben hele andere ideeën over bepaalde dingen. En dan heeft hij soms wel eens een kort lontje, als hij het niet van me kan winnen. Meer wil ik er niet over zeggen.’
‘Oké, dan heb ik wel een idee, waarom je thuis zo graag weg wilt. Geen zorgen, ik zal het tegen niemand anders, buiten Chantal, er iets over zeggen.’
Joey knikt. ‘Chantal mag je het wel vertellen. Ze is wel in orde. Ze begrijpt me ten minste.’
‘Heeft het te maken met godsdienst?’
‘Deels. Toen ik hier de eerste week kwam, voelde het hier als een warme douche. En met jullie kan ik wel praten over de problemen, die ik heb of ervaar. Thuis is dat allemaal veel moeilijker. En het scheelt ook, dat jullie nog niet zo oud zijn. Maar ik moet wel zeggen, dat jij nogal streng kunt zijn.’
‘Hey, wat had je dan verwacht? Ik heb je van tevoren gezegd, dat het hier geen vakantie zou zijn! En vanavond ga je pas ervaren, waarom ik je soms zo op de huid zit. We gaan vanavond naar mijn sportschool. Ik doe aan kickboksen, en jij gaat dat ook leren. En je krijgt van mij, en mijn leraar les. En geloof me, je zal vloeken en pijnlijden. Je zal smeken om te mogen uitrusten. Maar ik zal je ook vertellen, waarom ik dat doe.’
Joey hoort gespannen toe. Ondanks dat John erg streng voor hem is, kan hij echt prima met hem opschieten, en luistert hij ook heel goed naar John. Want bij alles lijkt het wel, of het ook een doel heeft. De afgelopen week had John hem lassen geleerd. Nu kon Joey al wel een beetje lassen, maar wat John daar deed, dat leek wel hogere kunst! Zoiets had hij nog nooit gezien! Dus had Joey ook niet geprotesteerd, toen hij zijn proefstukje over en over moest doen, tot het naar de zin van John was. Joey had niet gedacht, dat daardoor zijn leercurve zo steil kon worden.
En nu hij met John mee mag naar zijn sportschool, wil hij ook wel eens leren, hoe hij zo perfect kan vechten. Want in de korte tijd, dat Joey bij John en Chantal logeert, is John een soort idool van hem geworden. De manier waarop John zijn leven samen met Chantal leeft, is voor hem een ogenopener geweest. John heeft een prachtig huis, een grote schuur, waar allemaal vette Amerikaanse wagens in staan, en is bezig een enorme oude caravan op te knappen. En dat vindt Joey zo enorm stoer, dat wil hij later ook.
Dus als John hem wil gaan afbeulen in zijn sportschool, dan vindt Joey, dat hij dat er maar voor over moet hebben. Ze komen thuis aan, waar Chantal al het eten voor hun beiden klaar heeft. Ze weet, dat ze zo naar de sportschool gaan, dus het eten is voor het tweetal niet te veel. Als ze terugkomen, zal er voor hun een grote pastaschotel klaar staan. Daar is Chantal inmiddels wel aan gewend.
Een uur later sta ik, samen met Joey, in de sportschool. Ik stel hem voor aan Otto, en Joey geeft Otto nogal verlegen een hand. Dat kan ik me heel goed voorstellen, want Otto is een boom van een vent, waarvan je meteen al weet, dat je met hem nooit ruzie moet krijgen.
Otto glimlacht, hij schat meteen Joey even in. Hij kijkt me aan, en knikt een keer voor goedkeuring. Ik knipoog, want ik weet al, wat hij van plan is. En voordat Joey het in de gaten heeft, ligt hij al op de grond met Otto boven zich.
Joey schrikt zich werkelijk kapot. Het is zo snel gegaan, dat hij het amper heeft kunnen volgen.
Otto helpt Joey weer overeind en zegt dan tegen hem: ‘Hmm, je reactievermogen is nog niet alles. Zoiets hoef ik bij John niet te flikken, want dan legt hij mezelf op de grond.’
Joey knikt en moet dan lachen. ‘Ik heb hem al zien vechten, en ik heb ook al tegen hem gevochten. Ik twijfel er niet over, dat hij me zonder enige moeite had kunnen vellen.’
‘Dan heeft John zich enorm ingehouden. Alleen bij die ene jongen moest hij een stapje bijzetten. John is goed, zou zomaar mee kunnen doen met wedstrijden op hoog niveau, maar dat wil hij niet. Maar daar treur ik niet om, want hij is mijn perfecte sparringpartner!’
Ik zeg dan tegen hem: ‘Zeg Joey even, hoe je het gedaan hebt op het Europese kampioenschap!’
‘Ja, ik heb meegedaan met het Europees kampioenschap, en heb het tot een vierde plaats weten te schoppen, net buiten de prijzen. Maar ik ben er toch erg trots op! Als je ziet, welk niveau die andere gasten hebben, dan deed ik het echt niet slecht.’
Joey is flink onder de indruk. Otto zegt dan tegen me: ‘Zullen we Joey eens laten zien, hoe we tegen elkaar sparren?’
‘Hmm, later. Eerst even wat opwarmen, en Joey de eerste basistechnieken leren. En daarna kunnen we wel een ronde sparren.’
‘Dat is goed.’ Otto grijnst en zegt: ‘Ik ga je genadeloos tegen de vloer werken, John!’
Ik lach. ‘En wie ga je daarvoor meebrengen?’
Otto lacht hard. Hij wenst ons succes, en we gaan ons omkleden. Joey en ik beginnen met wat rondjes lopen in de gymzaal. Of eigenlijk rondjes om de ring. Het geeft me al snel een idee, dat de conditie van Joey helemaal niet zo goed is. Otto houdt het allemaal nauwlettend in de gaten, en als hij merkt, dat Joey wat achterop begint te raken, springt Otto in.
Otto heeft in het leger gezeten als dril commandant. En dat laat hij nu Joey flink merken. Als een woedende herder rent hij achter Joey aan, en jut hem op om tempo te maken. Het arme jong doet het bijna in zijn broek als hij kennis maakt met de methode van Otto. Maar Joey maakt zijn rondjes af en ploft dan hijgend op de grond. Hij kan echt niet meer. Otto zegt dan met veel gevoel voor humor: ‘Zo, dat was even lekker opwarmen. Nu gaan we pas de spieren echt losmaken!’
Joey kijkt hem geschokt aan. Ik zeg lachend: ‘Hij maakt maar een grapje. Hoewel? Over enkele weken loop je deze rondjes fluitend, en begin je dan ook nog eens lachend aan de rest van de warming-up. Nu mag je nog even uitrusten. Ga daar maar op die stoel zitten.’
Joey doet haastig wat ik hem zeg, voordat Otto de kans krijgt om hem weer toe te schreeuwen. Haastig zet hij zich op een stoel, en hijgt met een enorm rode kop uit. Opeens hoort hij achter zich een meisje zeggen: ‘Ze moesten je wel hebben vandaag!’
Hij draait zich om, en kijkt in twee prachtige blauwe ogen, gehuld in een prachtig gezicht, met een blond kapsel, waarvan de haren in een vlecht om haar hoofd gevlochten zijn. Ze reikt hem een glas met water aan.
‘Hier, dat kun je wel even gebruiken, dacht ik zo.’
Joey is zo van slag, dat hij bijna het glas laat vallen. Hij is overrompeld door het mooie meisje. Het meisje loopt dan weg, naar mij en Otto. Ze zegt dan tegen Otto: ‘Was dat nou echt nodig om die arme jongen zo op te jagen, pap?’
Otto lacht. ‘Ja, in dit geval was dat nodig, Veerle. Die jongen heeft heel wat lessen in discipline en orde nodig. En conditie heeft hij al helemaal niet. En dat gaat hij hier leren. Wacht maar eens af, over een paar weken kan hij die rondjes met gemak rennen.’
Het meisje schudt meewarig haar hoofd. Ze kent haar vader goed. Hij zal niet stoppen met die jongen af te beulen, totdat hij vindt, dat die jongen het goed doet. Dat is misschien wel een harde leerschool, maar wel heel erg effectief. Ze loopt weer terug naar Joey en zegt: ‘Sorry, ik heb mijn best voor je gedaan. Je zal het de komende tijd maar moeten ondergaan.’
Joey is inmiddels weer wat op adem gekomen en zegt: ‘Dat is je vader?’
Het meisje lacht. ‘Ja. Je zou het niet zeggen, of wel?’
Joey schudt zijn hoofd. ‘Absoluut niet! Ik bedoel, jij bent zo mooi!’
Het meisje bloost lichtjes. Dan lacht ze: ‘Laat het mijn vader maar niet horen, want dan ga je er nog harder aan!’
Joey glimlacht. Dan zegt ze: ‘Ik ben Veerle, hoe heet jij?’
‘Ik ben Joey Middelman.’
‘Ah, leuk om je te leren kennen. Maar je komt niet van hier, of wel?’
Joey schudt zijn hoofd. ‘Ik kom eigenlijk uit Kampen, maar ik woon nu een tijdje bij die man, John Vliegers.’
‘Ah, daar heb ik over gehoord. Jij bent die jongen, die met John gevochten heeft!’
Joey knikt. ‘Nou ja, gevochten… Ik kon hem amper raken, maar ik kreeg wel de volle laag van hem!’
Veerle lacht. ‘Tja, dan heb je het gewoon slecht getroffen. John is echt goed. Als ik hem soms tegen mijn vader zie vechten, dan denk je soms: Wow! Het gaat er dan soms echt hard aan toe. Maar ze kunnen zelf enorm hard lachen, als de een de ander gevloerd heeft. Hoewel mijn vader een stuk ouder is, als John, zijn ze als vrienden van elkaar. Heb je van John al eens gehoord, wat mijn vader voor hem gedaan heeft?’
Joey schudt zijn hoofd. ‘Dat moet je hem maar eens vragen. Het is best een interessant verhaal en ik ben er zeker van, dat John het je wel wil vertellen. Maar ik ga ook maar eens beginnen met trainen. Ik heb van het weekend een wedstrijd.’
Joey knikt, en kijkt toe hoe het meisje begint aan haar training. Bijna geschokt kijkt hij hoe lenig ze bepaalde oefeningen doet, en daarna schijnbaar moeiteloos met een boksbal aan de weer is. Het doet hem meteen beseffen, dat hij tegenover haar niets voorstelt. Ze zou hem met gemak kunnen vloeren.
Otto zegt tegen mij: ‘Kijk daar eens! Het lijkt erop, dat Veerle en Joey een klik hebben. Dat kan interessant worden!’
Ik kijk om, en zie Joey met Otto’s dochter praten. ‘Dat kan inderdaad heel erg interessant worden. Het zou een goede stimulans voor hem kunnen zijn.’
Otto vraagt me dan: ‘John, jij moet het weten, je kent hem nu al even. Is het een beetje nette jongen? Ik bedoel, is het de moeite waard?’
Ik knik. ‘Ja, anders was ik er niet aan begonnen. Hij is een beetje zoals ik, toen jij me onder je hoede nam.’
‘Oké, dus ik hoef me geen zorgen te maken, dat hij gekke dingen met Veerle zal gaan doen?’
‘En al zou hij dat doen, Veerle staat haar mannetje wel. Maar ik denk niet, dat het zover zal komen. Joey is van nature wel in orde, hij heeft alleen de pech gehad verkeerde vrienden te hebben.’
‘Goed, dus we gaan wel verder met ons plan?’
‘Natuurlijk, maar wellicht moeten we Veerle er wat meer in passen. Hoe meer gemotiveerd Joey is, hoe meer vooruitgang hij zal maken.’
‘Goed, ik zal het haar vragen.’
We gaan dan verder met onze trainingen, tot het moment, dat we vinden, dat Joey wel genoeg uitgerust is. Ik roep hem erbij, en leg hem dan de oefeningen uit, en ook het doel van die oefeningen. Joey neemt het allemaal op als een spons, en doet werkelijk zijn best. Maar tegen de tijd, dat we klaar zijn met de oefeningen, is hij echt bekaf. Ik ben nog lang niet moe, en Otto komt me dan vragen, of we nog een ronde sparren. En dat wil ik wel.
Zoals wel vaker, als men hoort, dat ik en Otto gaan sparren, houden er veel mensen op, om te gaan kijken, hoe wij vechten in de ring. Zo nu ook. Veerle loopt naar Joey toe en zegt: ‘Kom kijken, Joey! Dit mag je echt niet missen! John en mijn vader gaan sparren!’
Joey knikt en loopt met Veerle mee, terwijl ik me opmaak om de ring in te gaan. Otto doet hetzelfde.
En eenmaal in de ring gaat het er meteen flink aan toe. Joey kijkt geschokt hoe we elkaar te lijf gaan, want we sparen elkaar niet echt. Maar we houden ons nog wel in, want het moet niet zo zijn, dat we met blessures de ring uit komen. De omstanders kijken gespannen toe, en roepen ons enthousiast toe. Opeens zie ik een kans, en met een geschikte beweging vloer ik Otto geheel onverwachts en sla toe. Ik heb deze partij gewonnen.
Lachend trek ik Otto overeind, die me feliciteert met mijn overwinning. ‘Hoeveel staat het nu, John?’
‘Ongeveer gelijk. Je begint oud te worden, Otto!’
Otto lacht. ‘De volgende keer ben jij degene, die op de grond ligt!’
We geven elkaar een hand, en lopen dan naar de kleedkamer. Joey volgt me en kijkt me vol bewondering aan. Ik glimlach en zeg: ‘Dat was nog eens wat anders, dan op dat plein met je oude vrienden, of wel?’
Joey knikt. ‘Boah! Jezus! Dat ging er echt hard aan toe! Als je zo gevochten had, dan zou je ons alleen de baas hebben gekund.’
‘Ja, zo had ik dat ook ingeschat. Maar, ik wilde jullie ook niet te zeer verwonden. Kijk, Otto en ik weten wat we van elkaar kunnen verwachten. Als we zo tegen een onervaren tegenstander zouden vechten, konden we hem gemakkelijk een been of zelfs zijn nek breken. Daar moeten we echt rekening mee houden. Maar Otto en ik zijn best aan elkaar gewaagd, dus dan kunnen we ook flink uithalen.’
‘En kan ik dat straks ook, als ik weer naar Kampen ga?’
Ik lach. ‘Nee, ik doe dit nu al bijna twaalf jaar. Dat leer je niet in anderhalf jaar tijd!’
Joey kijkt teleurgesteld.
‘Hey, maar dat wil niet zeggen, dat je dan nog niets kunt! Man, dit is nog maar je eerste dag hier! We zullen hier drie keer per week zijn, dus je zal best wel wat vooruitgang gaan boeken!’
Joey kijkt geschokt. ‘Drie keer per week?’
‘Niet iedere week. Normaal twee keer per week, en dan nog om de andere week een keer in het weekend. Dan help ik meestal Otto mee om anderen voor wedstrijden voor te bereiden.’
Joey knikt en moet dan lachen. ‘Hoe doe jij dat? Je bent hier een aantal keren per week, je helpt ook nog bij de sportclub in Echt, dan sleutel je nog in je garage en ga je ook nog eens dansen met Chantal!’
‘Een kwestie van je tijd indelen naar wat belangrijk is, Joey. Dat zal je ook nog wel leren. Maar ik zag je zojuist wel kijken naar Otto’s dochter. Je weet, dat je je daarmee op gevaarlijk ijs begeeft?’
Joey lacht. ‘Wie weet. Maar of ik zo’n beul als schoonvader wil hebben?’
Ik lach. ‘Kom, we gaan ons douchen en gaan we terug naar huis. Dan gaan we even flink eten, en daarna drinken we samen een pilsje. Dat heb je je vandaag wel verdiend.’
Joey glimlacht. Drie kwartier later zitten we thuis en doen ons tegoed aan een enorme kom met pasta. Joey keek eerst geschokt naar de enorme kom, maar zijn knorrende maag zegt hem wel wat anders. En tegen de tijd, dat onze honger gestild is, is de kom bijna leeg.
Joey zegt: ‘Ik kan me niet herinneren ooit zoveel pasta gegeten te hebben!’, terwijl hij met zijn hand over zijn buik strijkt.
‘Geloof me, je zal dit nodig hebben, als je met mij gaat trainen. Dit helpt je om je lichaam te herstellen van die inspanningen. En ik garandeer je, dat je morgen flinke spierpijn zult hebben.’
‘Dat geloof ik meteen. Ik voel nu al mijn spieren gloeien!’
We gaan dan buiten op het terras zitten en drinken een pilsje. Terwijl we daar zitten, en ik met Chantal aan het praten bent, zie ik Joey in slaap vallen van vermoeidheid.
Chantal lacht als ze het ziet.
‘Jullie hebben hem wel flink afgebeuld! Kijk nou eens, hij slaapt als een os!’
‘Otto ging hem er flink aan. Ik dacht, Joey doet het echt in zijn broek! Maar ik geloof niet, dat we die methode nog nodig zullen hebben. Joey heeft een heel andere motivatie gevonden, denk ik zo.’
‘Hoezo?’
‘Veerle, de dochter van Otto, kwam ook trainen. En Joey kon amper zijn ogen van haar afhouden. En ik geloof dat Veerle dat helemaal niet erg vond.’
Chantal zegt: ‘O, dat is inderdaad ook een manier om hem in gareel te houden. Maar Veerle is anders ook wel een heel erg knap meisje!’
‘Dat is ze ook, en net iets jonger, dan Joey. Maar als Joey een kans wil maken, dan zal hij echt iets aan zijn conditie moeten doen. Veerle is een topsporter, en maakt kans om in het Nederlands team te komen. Ze zal geen vriendje willen, die als een slappe lul langs de zijlijn staat. Ze zal iemand willen, die haar bijstaat bij het sporten en weet wat ze ervoor moet doen en laten.’
Chantal knikt. Ze heeft Veerle een paar keren gezien, toen ze eens mee is gegaan naar de sportschool.
Ik kijk zo eens opzij en glimlach. Joey doet wel of hij slaapt, maar ik heb toch wel gezien, dat hij doet alsof hij slaapt. Hij heeft alles gehoord, en dat was ook precies de bedoeling. Joey doet dan alsof hij wakker wordt en zegt dan, dat hij maar naar bed heen gaat. Hij wenst ons een goede nacht en laat ons alleen.
Als hij weg is, zegt Chantal: ‘Hij is wel een slechte toneelspeler, maar jij bent anders ook wel gemeen!’
‘Nou ja, we moeten hem toch wel een beetje de goede weg op helpen, of niet dan? Dat is toch uiteindelijk de bedoeling van het hele project?’
Chantal zegt dan lachend: ‘Ik geloof, dat je gewoon heel Kampen naar Limburg wilt halen!’
Ik kietel haar als antwoord. ‘Nee, niet nodig! Ik hoef er maar een paar te hebben, en een in het speciaal!’
Chantal geeft zich al snel gewonnen en ik trek haar bij mij op mijn schoot. Glimlachend zegt ze me: ‘Mij hoef je niet meer te overtuigen om naar hier te komen. Waar jij bent, daar ben ik thuis. Ik hou van je, John!’
Ik kijk haar recht in haar ogen en zie de liefde in haar mooie groene en glimmende ogen. Ik klem haar in mijn armen en druk haar tegen me aan. ‘Hetzelfde geldt voor mij, Chantal. Als je het hier niet zou uithouden, dan zou ik je met liefde volgen, waar je ook besluit heen te gaan. Ik prijs me iedere dag weer gelukkig, als ik weer wakker word, en je naast me zie liggen. En dan moet ik me soms knijpen om te zien of ik niet in de hemel ben beland!’
Geheel onverwacht knijpt ze me in mijn arm.
‘Auw! Moest dat nou?’
‘Ik wilde je alleen maar overtuigen, dat ik echt ben, en jij niet in de hemel!’
‘Jawel, want met jou ben ik altijd in de hemel!’
‘Slijmbal!’
Ze geeft me vervolgens een lange zoen. Ik laat mijn handen over haar borsten glijden, waarop ze giechelt. ‘Niet hier, John! Joey kan ons horen.’
Zijn kamer is recht boven het terras.
‘Dan moesten we maar een ander plekje opzoeken…’
‘Dat is goed, maar ik moet de afwas nog in de afwasmachine doen en jullie kleren in wasmachine. En jij moet Renn nog uitlaten.’
‘Spelbreker!’
Glimlachend geeft ze me nog een zoen en staat dan op. Zuchtend sta ik dan ook op en roep Renn. Het schrandere dier is in een paar tellen bij me. Die weet wel, wat we nu gaan doen. Ik pak haar riem en bijna dansend laat ze me de riem aan haar tuigje bevestigen.
Ondanks dat ik reuze zin heb om zo meteen leuke dingen met Chantal in bed te doen, neem ik uitgebreid de tijd om Renn uit te laten. Ik geef het dier de aandacht, die ze verdient. En dat geeft ze me in liefde uitgebreid terug. Na ruim drie kwartier gewandeld te hebben, kom ik terug. Er staat een verse bak met water klaar voor Renn, die dorstig de kom leeg slobbert. Daarna gaat ze in haar mand liggen, terwijl ik de riem weer opberg.
Onder is het al donker, Chantal zal wel alvast op bed liggen. En dat blijkt ook zo te zijn. Maar ze heeft wel een leuke verrassing voor me. Schijnbaar is ze wezen shoppen, want ze ligt enkel gehuld in een rood zijden nachtjurkje midden op bed. Haar schoonheid is bijna verblindend in deze combinatie, vooral op de witte lakens van ons bed. Het is meer dan duidelijk, wat ze nu van me wil. En ik ben meer dan bereid om het haar te geven!
Terwijl ik me snel uitkleed, kijkt ze me geil en verleidelijk aan. Ze weet precies hoe ze dat moet doen, want ik krijg al meteen moeite om mijn boxershort uit te krijgen, omdat mijn pik al helemaal stijf is.
Als ik dan naar het bed loop, komt ze overeind en kruipt op haar knieën naar me toe. Meteen grijpt ze naar mijn pik en trekt me zo tegen de bedrand. En dan begint ze me te pijpen, terwijl ik over haar mooie blanke rug uitkijk, zo op haar billen, die maar amper verhuld worden door het kleine slipje, die ze aanheeft. Terwijl ik kreun van genot blijft ze me heerlijk pijpen. Ik voel dan mijn orgasme aankomen en wil me terug uit haar mond trekken, maar Chantal trekt me meteen terug. Dan kan ik het niet meer langer uitstellen en spuit met een grom een flinke lading zaad in haar mondje. Dat slikt ze snel door, want ze vindt sperma niet zo prettig voelen in haar mond. Ze vindt het niet vies, maar houdt er gewoon niet van om zaad in haar mond te krijgen. Van mij hoeft ze het niet door te slikken, maar ze doet het wel. Het is haar manier om me te vertellen, dat ze het graag voor mij doet. En hoeveel ze van me houdt.
En nu de eerste druk van de ketel is, kunnen we verder met ons liefdesspel. Maar ze verrast me, door steeds weer zelf het initiatief te nemen. Als ik dan op het bed kruip, duwt ze me achterover, me niet de kans gevend om de leiding in dit spel te nemen. Maar ik laat haar haar gang gaan. Ik ben wel eens nieuwsgierig, wat ze allemaal van plan is. Ze gaat op me zitten en drukt haar borsten, in mijn gezicht. Ik laat mijn handen erover glijden, en voel de zachte zijden stof, waar haar nachtjurk van gemaakt is. Zoiets voel je meteen, dit is geen goedkope lingerie geweest. Ik kus haar tepels, terwijl ik haar borsten kneed. Chantal sluit haar ogen en kreunt lichtjes. Dit is precies, wat ze wil. Ik voel haar tepels stijf worden, en schraap mijn tanden over haar tepel. Door het dunnen stof voel ik hoe haar kippenvel zich vormt, als mijn tanden er overheen schrapen.
Dan opeens duwt ze me weg, en komt dan schrijlings op me zitten. Ik kan zien, dat ze onder haar nachtjurkje verder niets aanheeft. Ze gaat zo op me zitten, dan ik recht tegen haar kruis aan kijk en met mijn handen duw ik het stof opzij, zodat ik met mijn tong haar schaamlippen kan bereiken. Ze laat zich iets zakken, en laat zich dan door mij verwennen. En terwijl ik haar verwen speelt ze zelf met haar eigen borsten. Ze is even helemaal in haar eigen wereld, en ik voel hoe ze haar spanning opbouwt en haar ademhaling versnelt. En als het dan zover is, kromt ze haar rug en grijpt met haar nagels in de kussens. Schokkend en sidderend komt ze klaar. Mijn gezicht zit helemaal onder haar geil, maar dat kan me niets interesseren. Er is niets mooier, dan deze vrouw heerlijk klaar te laten komen. Ik geniet er minstens net zo veel van, als Chantal het doet.
Als haar orgasme is weggeëbd, komt ze van me af, en gaat nu andersom met haar gezicht naar me toe op me zitten.
Dan trekt ze met een handige beweging haar nachtjurkje uit en buigt dan voorover om me een tongzoen te geven. Nu haar borsten vrij zijn, grijp ik mijn kans om ze lekker nog eens te kneden. Chantal kan het niet nalaten om tijden onze tongzoen al te kreunen. Dan verbreekt ze onze tongzoen en pakt mijn pik vast. Die leidt ze naar haar hete neukgrotje en laat zich met een zucht op mijn pik zakken. Dieper en dieper laat ze zich op mijn pik zakken, terwijl ze me recht in mijn ogen aankijkt. Wat een heerlijke vrouw is ze toch! Langzaam begint ze het tempo op te voeren. Haar voorkeuren, qua tempo, zijn verschillend. Dan wil ze het langzaam en teder, dan weer hard en snel. Nu schijnt ze van alles wat te willen. Het begint langzaam, maar ze bouwt het dan op naar een flink tempo. Ik weet dan, dat ze het harder en sneller wil, en ik begin op haar ritme mee te bewegen. Met mijn heupen stoot ik nog dieper in haar kutje, en het lijkt wel of we als een geheel op elkaar reageren.
En hoewel ik nog niet zo heel lang geleden ben klaargekomen, voel ik al snel een nieuw orgasme opkomen. Chantal begint dan ook al tekenen te vormen, dat ze bijna weer zover is, en even later komen we vrijwel gelijktijdig klaar. Eerst Chantal, en een tel later kom ik klaar. Uitgeput hangt ze op mijn borstkas en ik sla mijn armen om haar heen. Voor ons beiden is dit een speciaal moment. We hebben elkaars liefde op de mooist mogelijke manier aan elkaar getoond en bedreven. Het lekker intiem samen liggen en knuffelen is dan de kers op de taart. Als we weer op adem zijn, staat Chantal op. Ze wil zich even wat tussen haar benen opfrissen, en gaat naar de badkamer. Niet veel later komt ze terug, maar ze heeft wel een bepaalde blik op haar gezicht.
‘John? Volgens mij heeft Joey aan de deur liggen te luisteren, hoe wij hier bezig waren.’
‘Oei, vind je dat een probleem?’
‘Nee, niet echt. Maar ik vind het gewoon niet zo’n prettig idee.’
‘Ik zal morgen wel met hem praten. Maar hij is ook een jongen, met bepaalde behoeftes. Dus in dat opzicht kan ik het wel begrijpen. Maar ik begrijp ook, dat jij het niet zo’n prettig idee vindt. Dat vind ik zelf ook niet zo prettig. Dus dat zal ik hem wel aan het verstand brengen, als ik hem weer afzet bij zijn school.’
Chantal knikt. ‘Misschien moest je dan maar eens flink werk maken van Veerle. Dan hoeft hij niet meer aan deuren te luisteren, waar mensen seks met elkaar hebben.’
Ik lach. ‘Maak je daarover maar eens geen zorgen. Ik heb wel gezien, hoe hij naar haar keek. Vooral toen hij voor het eerst in haar ogen keek. Hij was toen al meteen verkocht!’
Chantal giechelt. ‘Eigenlijk wel leuk om zoiets mee te maken. En aan de andere kant, het idee, dat Joey ons bespied, maakt het ook wel weer spannend!’
‘Dus ik hoef morgen niet met hem te praten?’
‘Doe toch maar. Het mag dan wel een beetje spannend zijn, maar ik houd er niet van, als er mensen ’s nachts aan onze slaapkamerdeur staan.’
Ik glimlach en geef haar dan een zoen. We trekken dan onze nachtkleding aan, en gaan slapen.
Ik ben weer vroeg wakker, en rammel eens flink aan de deur van Joey’s slaapkamer.
‘Wakker worden, Joey! We moeten vandaag vroeger weg!’
Ik hoor wat gekreun van de jongeman en hoor hoe hij moeizaam zijn bed uitkomt. Met een slaperige kop komt hij zijn kamer uit, gekleed in een oud T-shirt en een boxershort.
‘Spierpijn?’
Joey kreunt. ‘En nog niet zo’n klein beetje! Je hebt echt niet overdreven, toen je zei, dat me alles pijn ging doen!’
Ik lach. ‘En als je wat eerder was gaan slapen, in plaats van aan onze slaapkamerdeur te gaan luisteren, dan had je misschien iets minder spierpijn gehad.’
Joey kijkt me geschrokken met een vuurrood hoofd aan. En dan durft hij me nog maar amper aan te kijken.
‘Hadden jullie dat dan gemerkt?’, vraagt hij me schuldig.
‘Natuurlijk, we zijn niet gek, Joey! Maar je moet wel begrijpen, dat we daarvan niet zo gediend zijn. Dus nu zie ik dat door de vingers, maar de volgende keer niet weer! Dat tolereer ik niet! Niet in mijn eigen huis, is dat begrepen?’
Joey knikt. ‘Goed, dan zie ik je over een kwartier beneden, dan heb je nog net een kwartier om je ontbijt op te eten. En als je over een kwartier niet beneden bent, mag je met de fiets naar school.’
Joey kijkt me geschokt aan. Haastig bevestigt hij me, dat hij tijdig klaar zal staan. En ik hoef echt niet op hem te wachten. Keurig op tijd, en netjes gekleed verschijnt hij aan de keukentafel, waarbij hij meteen zijn excuses bij Chantal aanbiedt voor afgelopen nacht. Chantal heeft heel goed gehoord, hoe ik hem terecht zette voor die misstap en zegt tegen hem: ‘Je hebt gehoord, wat John erover gezegd heeft. Voor nu vergeten we dat, maar je doet het nooit weer. Begrepen?’
‘Ja, mevrouw!’
‘Goed, en eet nu je ontbijt op!’
Zwijgend begint Joey aan zijn ontbijt en even later stappen we in mijn auto. Ik neem nog even afscheid van Chantal, die ik nog een zoen geef als afscheid. Ik fluister nog even in haar oor: ‘En jij bent bijna net zo streng als ik! Had je zijn gezicht niet gezien?’
Chantal lacht. ‘Hup, je moet naar je werk en ik moet zo naar college. Tot vanavond! Hou van je!’
Ik wuif haar nog een handzoen toe en stap dan in mijn wagen. Eenmaal als we aan het rijden zijn, vraag ik aan Joey: ‘Wat vond je nou van gisteren in de sportschool?’
‘Het was zwaar en ik deed het zowat in mijn broek, toen Otto opeens achter me aan rende en me bijna verrot schold!’
Ik lach. ‘Dat deed hij expres, kijken tot hoever hij je kon drijven. Maar je deed het goed, zeker voor de eerste keer.’
Joey glimlacht. Dan vraag ik hem: ‘En? Heb je zin om nog een keer te gaan? Ik ga meestal dinsdag en donderdag.’
Joey knikt. ‘Op zich was het wel gaaf, vooral toen jij met Otto begon te vechten!’
Ik glimlach. ‘En ik geloof, dat je nog wel een reden hebt gevonden om ernaartoe te willen?’
Joey bloost meteen en ik lach weer. ‘Hey, daar hoef jij je niet over te schamen. Veerle is echt een hele mooie en leuke meid! Maar als je kans bij haar wilt maken, dan moet je toch echt iets aan je conditie gaan doen, Joey. Die is nu beschamend. Veerle doet op hoog niveau aan kickboksen, en doet daar enorm veel voor. Ze wil de absolute top halen, en daar heeft ze alles voor over. Ze gaat zelfs zover, dat ze niet op stap gaat, een streng dieet volgt, en vrijwel iedere dag een of twee keer traint. Ze heeft niet veel tijd voor een vriendje, maar ik denk wel, dat ze in jou geďnteresseerd kon zijn, als je een beetje met haar mee kon doen. Je hebt in ieder geval haar interesse, dat kon ik gisteren wel zien. Normaal doet ze niet zo open naar andere jongens.’
Joey kijkt opeens hoopvol. ‘Denk je echt, dat ze me leuk vindt?’
‘Nou, je hebt in ieder geval een heel goede kans. De rest zal aan jezelf liggen.’
‘Dus om een goede kans bij haar te maken, moet ik dus flink meer conditie opdoen?’
‘Ja, maar nog wel meer dan dat. Het is goed om je wat meer te verdiepen in de sport, zodat je ook weet, waar ze over praat. En je moet natuurlijk wel uitvinden, wat ze leuk vindt, en wat niet. En dan misschien, kun je stiekem haar hart veroveren. Maar ze zal het je niet gemakkelijk maken, daar ben maar zeker van.’
Joey glimlacht. ‘Kunnen we niet vaker naar de sportschool gaan?’
Ik lach. ‘Nee, en dat gaan we ook niet doen. Maar ik heb wel een idee, hoe je snel je conditie kunt opkrikken, zonder dat bij de sportschool te doen.’
Joey kijkt me opeens vol interesse aan. ‘Wat moet ik dan doen?’
‘Wat dacht je van gewoon hardlopen? Ik ken hier wel een aantal goede routes. Die zal ik je wel leren, en dan kun je op je eigen tempo je conditie verbeteren. En ik zal je ook wel een schema maken, dat je dan moet aanhouden. Want het moet ook niet zo zijn, dat je je gaat forceren. Conditie moet je je geleidelijk opbouwen, dat gaat niet van de ene dag op de andere.’
Joey knikt weer. ‘En wanneer kunnen we daarmee beginnen?’
‘Morgenvroeg? Maar dan moet je er wel een uur eerder uit. Heb je er dat voor over?’
Joey moet hier toch wel even over nadenken. Maar dan neemt hij een besluit. Misschien wel een van zijn belangrijkste besluiten in zijn leven.
‘Ja, dat heb ik er wel voor over. Ik vind Veerle zo ontzettend mooi, ze benam me mijn adem, toen ik haar voor het eerst zag!’
‘Dat geloof ik meteen. Maar ik geef je geen garantie, dat het je ook gaat lukken.’
‘Dat is niet erg. Ook als het niet lukt, dan houd ik er in ieder geval een goede conditie aan over.’
‘En een mooi gespierd lijf. Dat vinden de dames ook wel mooi.’
Joey lacht nu. ‘Dat is ook weer waar. Tover me maar om van deze slappe pier naar een spierbundel!’
We komen dan aan op zijn school, waar hij vol zelfvertrouwen uitstapt. Ik kijk hem glimlachend na. Wat heb ik bij deze knul al in korte tijd veel kunnen bereiken! Toen hij bij me aankwam, was het eigenlijk maar een zielig hoopje. En nu is hij al bereid veel energie in iets te steken, waarvan het nog niet eens zeker is, dat hij zijn beloning wel krijgt! Dat is een enorme vooruitgang!
Ik rijd dan door naar mijn werk, waar de dag door het vele werk voorbijvliegt. Ik hoef Joey nu niet af te halen, omdat hij eerder klaar is met school. Maar als ik thuis aankom, is hij er nog niet. Ik zeg tegen Chantal: ‘Is Joey er niet?’
‘Nee, en ik heb hem ook nog niet gezien. Ik dacht, hij heeft jou gebeld, dat hij toch liever afgehaald wordt.’
Ik stap meteen in de auto en rijd naar zijn school. Maar daar is slechts de conciërge nog aanwezig, die net bezig is het gebouw af te sluiten. Ik vraag de man, of hij Joey niet gezien heeft, maar dat blijkt niet zo te zijn. Dan zegt hij opeens: ‘Is dat die nieuwe jongen, wat ouder?’
Ik knik. ‘Ja, dat is hem. Weet u waar hij is?’
‘Dat niet, maar ik weet wel, dat hij ruzie had met wat jongens. Ze liepen richting de fietsenstalling, maar daarna heb ik ze niet meer gezien.’
‘Bedankt! Ik ga daar even kijken.’
Ik ren naar de fietsenstalling, en speur daar alles af. De fietsenstalling is leeg en ik kan daar niets vinden. Maar opeens hoor ik wat gekreun van achter het muurtje van de fietsenstalling. Ik haast me erheen en daar vind ik een schokkend beeld. Daar ligt Joey. Helemaal onder het bloed, het meeste al gestold. Hij moet buiten bewustzijn zijn geweest, want hij lijkt pas net bij te komen. Ik onderzoek hem snel, om te kijken of hij verwondingen heeft, maar dat lijkt wel mee te vallen. Het lijkt erop, dat hij een flinke knal tegen zijn kop heeft gekregen. Maar voor de zekerheid bel ik wel de politie en een dokter. De dokter woont zowat om de hoek, en was er al binnen enkele tellen. Na wat onderzoek blijkt, dat Joey verder niets mankeert, maar de dokter adviseert hem wel om morgen maar even in bed te blijven liggen, om zeker te zijn, dat hij geen hersenletsel heeft opgelopen.
Niet veel later komt ook de politie. Die neemt de zaak hoog op, want iemand bewusteloos slaan, dat is geen klein vergrijp meer. Met veel moeite vertelt Joey wat er gebeurd is. De groep, waar hij gisteren mee stond te praten, probeerde hem zover te krijgen, dat hij een andere jongen moest gaan pesten. Dat weigerde Joey, en zei toen, dat ze moesten oprotten. En dat lieten die gasten zich niet gevallen. Ze hebben hem toen naar de plek achter de fietsenstalling meegenomen en afgeranseld. En dat is waar ik Joey vond.
In de tussentijd heb ik Chantal op de hoogte gebracht, van wat er is gebeurd. Geschokt vraagt ze me: ‘Is alles verder wel goed met Joey?’
‘Ja, het lijkt er wel op. Morgen moet hij wel even thuisblijven voor de zekerheid.’
‘Oei, maar ik heb morgen een test. Ik moet morgen naar Maastricht.’
‘Ik blijf wel thuis, ik bel wel even met mijn chef.’
‘Goed, dan is dat alvast geregeld. Heb je al zijn ouders gebeld?’
‘Oei, daar heb ik helemaal niet aan gedacht. Dat zal ik zo wel even doen. Eerst wil ik nog even met Joey praten.’
‘Dat is goed. Bel je even, als je weer naar huis rijdt?’
‘Dat doe ik. Het zal nog wel even duren.’
‘Is goed, zie je straks wel!’
Ik hang op. Joey is net klaar met de politieagent en ik loop op hem af. Ik vraag aan de agent: ‘Moeten we nog meer doen, of kunnen we gaan?’
‘Als het even kan, dan zouden we graag nog hebben, dat hij zijn verklaring nog ondertekent. Dan kunnen we die bij de aangifte tot mishandeling doen.’
‘En verder?’
‘Hij is al onderzocht door een dokter, dus dat is niet meer noodzakelijk.’
‘En zou het ondertekenen van die verklaring ook morgen nog kunnen?’
‘Uiteraard, maar in belang van het onderzoek is het beter, als hij dat nog doet, als de herinneringen nog vers zijn.’
‘En morgen zijn die nog steeds wel vers. Hij heeft net een behoorlijke afranseling gehad, mag hij daar alsjeblieft nog wel even van wat herstellen?’
‘Natuurlijk wel! Ik zeg ook alleen maar wat het beste is in het belang van het onderzoek is.’
‘En ik vind, dat het nu van een groter belang is, dat Joey even rust krijgt en zich wat herstelt. En wie weet, kan hij zich morgen nog wel wat meer herinneren.’
De agent knikt. ‘U heeft gelijk. Ik had wat meer aan het slachtoffer moeten denken. Mijn excuses.’
‘Geen probleem. U probeert gewoon zo goed mogelijk uw werk te doen. Dan komen we morgen wel even langs op het bureau, dat spreken we vast af.’
‘Prima. Dan kunt u nu gaan.’
Ik zeg tegen Joey: ‘Kun je lopen, of moet ik de wagen gaan halen?’
‘Ik kan wel lopen. En ik wil hier snel weg.’
Ik knik. Ik laat hem wat op me steunen, en zo lopen we naar mijn auto. Daar laat ik hem instappen. En eenmaal in de auto begint Joey opeens te huilen. Ik troost hem zo goed als ik kan.
‘Stil maar. Laat het er maar helemaal uit!’
Joey huilt en snikt dat het een lieve lust is. Eerst denk ik, dat het om de mishandeling gaat, maar al snel blijkt, dat Joey ergens anders over in zit.
‘Waarom kan ik ook geen normale vrienden krijgen? Waarom moet ik alleen maar van die rotmongolen treffen, die me op het slechte pad proberen te krijgen?’
‘Misschien zoek je wel op de verkeerde plaatsen, Joey! Laat me raden, je vond die gasten wel leuk, omdat ze stoer deden, een grote bek hebben en de meeste meisjes hebben?’
Joey kijkt me geschokt aan. ‘Hoe weet jij dat nu?’
Ik glimlach. ‘Geloof me, er is een tijd geweest, ik was net iets jonger dan jij, toen was ik niet veel anders als jij. Ik had dezelfde vrienden. Voor hun zou ik nu niet eens een vod geven. De meeste hebben al een keer gezeten. Maar ik ben toen ook in elkaar geslagen, omdat ik weigerde met hun mee te doen. En om mezelf te leren verdedigen tegen die hufters, ben ik toen aan kickboksen begonnen. Maar daar heb ik veel meer geleerd, dan mezelf te verdedigen. Het was het beste, wat ik kon doen. Ik heb er geleerd mezelf te zijn. Het heeft me gemaakt, tot wat ik nu ben. En dat wilde ik voor jou ook doen.
Het spijt me, dat je nu in dezelfde situatie terecht bent gekomen, maar je moet je erover heen zetten, en het beste eruit te maken. Grijp je kans. Ik heb je een grote kans gegeven om nog iets te maken van je leven. Nu heb je even je neus gestoten en kennis gemaakt met de grote boze wereld. En bekijk het ook eens van de andere kant: Een paar maanden geleden was jij ook nog zo’n klootzak. Met dat verschil, dat jij het wel aandurft om je leven te beteren.
En ik ben ook trots op je, dat je niet hebt toegegeven. Hoe gemakkelijk is het, om toe te geven en een zwakkere te gaan pesten? Joey, je hebt vandaag een belangrijke stap in je leven gezet. Het heeft je dan wel een afranseling gekost, maar het heeft je wel over een belangrijk punt gezet.’
Joey kijkt me vol verbazing aan. ‘Dus je bent niet boos op me?’
‘Nee, waarom zou ik dat zijn?’
‘Omdat ik gevochten heb.’
‘Tja, dat kan soms gebeuren. Maar daar gaan we nu aan werken. En je weet ook al waar, en waarom je het doet. En nu heb je nog meer redenen om het te doen!’
Joey zie ik opfleuren bij mijn woorden.
‘Ja, je hebt gelijk! Ik zal die rotzakken eens leren, wat hard werken is, en wat het betekent om op het rechte pad te blijven.’
‘En als je nog eens uitdagen?’
‘Dan laat ik me in ieder geval niet meer zo afbluffen en zeker niet meer zo gemakkelijk in elkaar laten slaan.’
‘Kijk, dat is de instelling! Maar eerst zal ik nog wat anders moeten doen. Ik moet je ouders bellen.’
Joey kijkt me nu geschrokken aan. ‘Moet dat echt?’
‘Ja, dat moet. Of wil je soms, dat ze het van de politie horen?’
Joey schudt zijn hoofd. ‘Laat mij ze maar bellen. Ik wil ze het zelf zeggen.’
Ik geef hem mijn telefoon en zeg: ‘Ga je gang!’
Joey pakt mijn telefoon en belt met zijn ouders. Natuurlijk zijn de ouders van Joey geschokt, en willen hem daar meteen weghalen, maar daar wil Joey niets van weten.
‘Mam, ik ga dit doorzetten. Ik weet zeker, dat ik nooit weer zo’n kans krijg, als hier! Of heb je liever, dat ik weer terug naar Kampen kom en mijn oude leventje weer oppak?’
Daar willen zijn ouders ook weer niet van weten. Ze willen dan met mij spreken en Joey zegt, dat nu zijn vader me wil spreken.
‘Hallo mijnheer Middelman, u spreekt met John Vliegers.’
De man begint meteen tegen me uit te vliegen, en halverwege kap ik zijn razernij af.
‘Mijnheer Middelman. Wat u nu tegen me aan het schreeuwen bent, helpt uw zoon niets. Wat verwacht u van me? Dat ik hem rondom de klok zijn handje vasthoud? Kom nou! Joey is een grote jongen, en ja, hij heeft nu heel flink zijn neus gestoten. Maar dat hoort ook bij het leven. U zou eerder trots op hem kunnen zijn, dat hij weigerde om een andere jongen te pesten.
Want dat is wat wel belangrijk is! Joey is naar hier gekomen, om nog iets te maken van zijn miserabele leven. En precies daarmee is hij nu bezig. En daarbij heeft hij al flinke stappen gezet. Dat daarbij niet alles zo gaat, als we het zouden wensen, daar kan ik niets aan doen.
Maar u heeft gemakkelijk praten. U heeft immers niets te verliezen, maar Joey heeft alles te verliezen. Als u ook maar een beetje om uw zoon geeft, dan laat hem hier blijven. En ik beloof u, dat hij er stukken beter uit zal komen. Een zoon, waar u met recht trots op kunt zijn!’
Het is even stil aan de andere kant van de lijn. Het enige, bijna ondankbare antwoord dat ik krijg, is: ‘Daar moeten we dan maar op hopen, mijnheer Vliegers. Maar nog een keer zoiets, dan haal ik hem terug. Daar kunt u op rekenen.’
‘Zoals u wilt, mijnheer Middelman. Ik weet zeker, dat uw zoon nog heel veel van u kan leren. Ik wens u nog een prettige dag toe, en we spreken elkaar binnenkort wel weer.’
De telefoon wordt dan zonder enige afscheid opgehangen.
Ik kijk Joey aan en zeg: ‘Nou, je vader is nogal een opgewonden standje. En ook nog onbeleefd. Hangt zomaar op, zonder goedendag te wensen.’
Joey knikt. ‘Zo is hij altijd, als hij het niet kan winnen. Zo kan hij een goede vader zijn, maar als hij zijn slechte momenten heeft, dan ben ik liever zo snel mogelijk thuis weg.’
‘En hoe vaak komen die slechte momenten voor?’
‘Meer dan me lief is. Je wil niet weten, hoe blij ik ben, om hier te mogen zijn.’
‘Ondanks je blauwe plekken en je spierpijn?’
Joey lacht, hoewel dat ook pijn doet.
‘Auw! Maar ook ondanks dat. Hier doe ik er toe. Als me dit thuis gebeurd was, dan zou mijn vader me niet eens komen zoeken. Als ik dan thuisgekomen was, dan had hij me nog eens op mijn flikker gegeven, en had ik straf gekregen.’
Ik kijk geschokt. Die indruk had ik toch niet van zijn ouders, toen ze op bezoek waren. En ook in de contacten daarna had ik die indruk niet. Maar als ik Joey zo hoor, dan geloof ik Joey eerder, dan dat ik mijn eerste indruk nog moet geloven. Want na dat telefoongesprek twijfel ik daar nogal aan.
‘Bij ons ben je nog steeds erg welkom. Morgen blijf je maar eens lekker liggen in bed, en dan gaan we eens goed samen praten.’
Joey kijkt me glimlachend en hoopvol aan. Voor het eerst in zijn leven durft hij oprecht te glimlachen en te geloven in een goede toekomst. Hij moet nu weer huilen, maar ik begrijp nu wel, waarom dat is. Ik geef hem een stomp op zijn arm, niet te hard, en hij moet weer lachen.
‘Dank je, John. Waarom kunnen jij en Chantal me wel geven, wat mijn ouders niet kunnen?’
‘Geen idee. Ik ben nu eenmaal zo. En Chantal heeft zich min of meer aan mij aangepast. En bovendien is ze nogal kerkelijk opgevoed, dat scheelt natuurlijk ook wel.’
Ik bel dan Chantal op, dat we onderweg zijn, en rijd dan naar huis toe. Eenmaal thuis laat Joey zich door Chantal bemoederen, en laat daar nogmaals zijn wonden verzorgen. Dat valt op zich wel mee, en als hij zich in schone kleren heeft gestoken, lijkt het nog wel mee te vallen. Dan zet Chantal ons nog wat eten voor, en praten we nog heel wat na met Joey. Die avond heeft ons meer van Joey doen begrijpen.
Hij heeft ons zijn hele jeugd verteld, en met name waar het allemaal verkeerd ging. En we hebben meerdere malen geschokt gekeken, als hij ons wat uit zijn jonge leven toevertrouwde. Het heeft ons definitief anders naar hem doen kijken.
De volgende dag blijf ik thuis, en laat Joey lekker liggen in zijn bed. Maar zo rond tien uur staat hij toch op. Hij voelt zich prima, maar hij zit onder de blauwe plekken. Ik ben dan in de schuur bezig aan mijn caravan, en hij komt nieuwsgierig erbij staan. Ik zie hem binnenkomen en vraag hem: ‘En, hoe voel je je?’
‘Best goed, alleen die blauwe plekken doen me nog wat pijn.’
‘En de spierpijn?’
‘Welke spierpijn?’, zegt hij me met een grijns.
Ik lach en zeg: ‘Dus je hebt nergens meer last van? Dat komt goed uit! Dan kun je me hier even bij helpen!’
‘O, wacht, dan trek ik vlug een overall aan!’
Een paar minuten later is hij helemaal in de wereld van metaal gedoken. Alles wat ik hem zeg, dat neemt hij direct op en slaat het op in zijn geheugen. Ik zie opeens een gedrevenheid, die ik nog niet eerder van hem gezien heb. Ik kijk hem eens recht in zijn ogen aan, dat zijn nu echte blauwe ogen, en zeg: ‘Volgens mij heb je voor jezelf nu een besluit genomen, of heb ik het mis?’
Joey kijkt me glimlachend aan. ‘Ja, en een heel belangrijk besluit. Na gisteren weet ik, dat als ik nog iets van mijn leven wil maken, dat ik er zelf ook heel wat voor moet doen. Vanzelf ga ik het niet krijgen. Ook niet, als jij me daarbij helpt. Dus ik zal het zelf moeten doen. En dat ga ik ook doen, en zal ik ook doen.’
‘Nou nou! Dat is nogal een behoorlijke beslissing!’
‘Ja, maar ik heb nog een beslissing genomen. Ik ga hoe dan ook niet meer terug naar huis. Het is niet zo, dat ik mijn ouders niet meer wil zien, maar ik wil zeker niet meer vlak bij ze wonen. Of in ieder geval niet in de buurt van mijn vader. Ik ben nu negentien, en ben ook oud genoeg om op mijn eigen benen te kunnen staan.’
‘Maar ik heb je ouders wel beloofd, dat je regelmatig bij ze op bezoek gaat.’
‘Dat zal ik ook wel doen, ik wil immers wel mijn moeder en mijn broer en zus weer zien. Alleen mijn vader niet. Maar ik kan moeilijk van hem verwachten, dat hij er niet is, als ik weer thuiskom.’
Opeens gaat mijn telefoon over. Het is Gerard.
‘Hey, John! Ik heb goed nieuws over je omheining! Die is klaar en komen ze nog deze week brengen.’
‘Ah, dat is goed nieuws! Dat ga ik zo meteen even naar het bedrijf, dat ze zal gaan plaatsen.’
‘Dat is goed, maar ik ga weer verder met werken. Ik wilde je alleen dit even doorgeven!’
Ik bedankt Gerard en zeg dan tegen Joey: ‘Heb je even zin om mee te gaan? Het bedrijf, dat mijn omheining gaat plaatsen, zit hier vlakbij op het industrieterrein. Kan ik gelijk even de hond uitlaten.’
Joey knikt. Even later lopen we naar het industrieterrein, waar we bij het bedrijf het terrein op lopen. Henk komt me al tegemoet.
‘Hey, John! Wat brengt jou hier?’
‘Ik kreeg net te horen, dat mijn hekken verzinkt zijn, en dus klaar om geplaatst te worden.’
‘Prima, dan zal ik even een datum prikken, dat we je omheining gaan plaatsen. Kom even binnen. En wie heb je daar meegenomen?’
‘Dat is Joey Middelman. Hij blijft een tijdje bij mij logeren, terwijl hij zijn diploma haalt.’
‘O, wat studeert hij?’
‘Gewoon vakopleiding metaalbewerker. En bij mij leert hij lassen.’
‘O, hij kan dus al een beetje lassen?’
Joey knikt. ‘Ja, John leert me alle kneepjes van het vak. En hij is een strenge, maar goede leermeester.’
Henk kijkt hem aan. ‘Heb je toevallig zin om wat bij te verdienen? Ik heb vooral in de weekenden nog werkkrachten nodig, die kunnen lassen.’
Joey kijkt verbaasd. ‘Als dat zou kunnen! Wat moet ik dan doen?’
‘Het is geen heel moeilijk werk, maar ik wil wel even zien, wat je allemaal kunt.’
Ik kijk Joey aan en zeg: ‘Nou, laat Henk maar eens zien, wat je allemaal geleerd hebt.’
Henk wijst Joey een plaats aan op een lasstation, en geeft hem een paar stukken ijzer. In eerste instantie begint Joey verkeerd, maar na een paar aanwijzingen van mij, gaat het hem beter af. Henk is best onder de indruk.
‘Dat is niet slecht, Joey! Zeker niet voor zo’n jonge knul als jij! Als je wilt, kun je zaterdag al beginnen. Je krijgt gewoon betaald volgens cao, en omdat het op een zaterdag is, is het uurloon dan ook hoger. Eerst twee zaterdagen op proef, en dan praten we over een contract.’
Joey weet niet hoe snel hij moet toestemmen. We lopen dan het kantoor op, waar we even een datum prikken om de omheining te plaatsen, en we bespreken dan ook de voorwaarden voor Joey om bij Henk te komen werken. Daarna nemen we afscheid en lopen naar huis. Ik zeg tegen Joey: ‘Is dat niet eens een meevaller? Zomaar een bijbaan in de schoot geworpen krijgen?’
‘Ja, ik ben er erg blij mee. Want met het geld, dat ik dan verdien, wil ik me dan mijn rijbewijs gaan halen.’
‘O, dat is een goed voornemen. Maar dat is niet echt goedkoop. Ja, dat is een heel goed idee!’
Joey glundert. ‘En als ik dan mijn rijbewijs heb, dan ga ik ook sparen voor zo’n grote Amerikaan!’
‘Je beseft je wel, dat zo’n ding niet echt geschikt is om dagelijks mee te rijden?’
‘Ja, ja, dat weet ik wel. Zou ook zonde zijn van zo’n mooie wagen! Ik wil zoiets hebben om straks mijn meisje in rond te rijden!’
‘Zo, je hebt nogal plannen!’
Joey knikt. ‘Ik hoop alleen, dat Veerle zo’n mooie auto ook leuk vindt.’
Ik lach hard. ‘Dus je bent nog steeds van plan om voor Veerle te gaan?’
‘Natuurlijk! We gaan toch vanavond weer, of niet?’
Ik kijk verbaasd. ‘Ondanks je blauwe plekken?’
‘Juist vanwege mijn blauwe plekken. Dit geeft mij juist motivatie!’
Ik haal mijn schouders op. ‘Dan gaan we vanavond naar de sportschool.’
‘Yes! Ik heb er nu al zin in.’
Thuis gaan we verder aan de caravan, en als Chantal thuiskomt, kijkt ze verbaasd op. Ze vraagt aan Joey: ‘Schijnbaar voel je je al een stuk beter!’
Joey knikt. ‘Stukken beter! En alles lijkt nu opeens mijn kant op te vallen! Ik heb nu opeens een goedbetaalde bijbaan op zaterdag aangeboden gekregen, en ik heb vandaag ook een hoop van John geleerd. En straks gaan we weer lekker naar de sportschool toe!’
Chantal kijkt me vol verbazing aan. ‘Wat is hier vandaag allemaal gebeurd? Heeft Joey toch last van zijn hoofd?’
Ik lach. ‘Nee, eerder tot het besef gekomen, dat als hij iets wil in zijn leven, dat hij er zelf aan moet werken. En dat heeft hij meteen toegepast. Zie hier, Joey 2.0!’
Daar kan Joey wel om lachen. ‘Die moet ik onthouden! Joey 2.0’
We lopen dan met Chantal mee naar binnen, waar we weer een kleine maaltijd naar binnen werken, voordat we naar de sportschool gaan. En eenmaal op de sportschool is natuurlijk Joey met zijn blauwe ogen en blauwe plekken even het gesprek van de dag.
Otto ziet het en zegt tegen hem: ‘Hier ben je aan het goede adres om zowel fysiek als mentaal sterker te worden. Geef me een half jaar, en die jongens durven je niet meer eens lastig te vallen.’
Joey kijkt hem strijdlustig aan en zegt: ‘Zeg me dan maar wat ik moet doen!’
Otto knikt goedkeurend. ‘Zo mag ik dat horen. Nou, dan begin maar eens met twintig rondjes om de ring!’
Joey begint zonder morren aan zijn twintig rondjes. En deze keer geen gesteun of geklaag. Maar hij haalt zijn twintig rondjes, wel met zijn tong op de grond, maar hij haalt het. Zonder dat we hem ook maar een keer hoeven aan te sporen.
Otto laat hem plaatsnemen op een stoel en geeft hem een beker water. Op dat moment komt Veerle binnen. Ze kijkt geschokt toe, als ze Joey zo ziet.
‘Wat is er met jou gebeurd?’
Joey kijkt om en zegt: ‘O, ik had ruzie met een groepje rotmongolen, die wilden dat ik iemand ging pesten. En dat weigerde ik. Nou ja, dit was toen uiteindelijk het gevolg!’
Veerle kijkt geschokt. ‘Ben jij die jongen, die ze tegen zijn hoofd hebben geschopt! Ik heb er over gehoord op school, maar niemand wist wie die jongen was.’
Joey maakt een gebaar, alsof het hem niet meer verder interesseert. Veerle zegt dan: ‘En toch ben je hier?’
‘Ja, ik wil sterker worden. Niet alleen spieren, maar ook in mijn hoofd. John leert me daar al veel over, maar het kan nog beter. En bovendien heb ik amper conditie, dat mag ook wel beter.’
Veerle lacht. ‘Ja, dat kon ik gisteren wel zien! Een oma had je er zo uit gelopen!’
Otto lacht. ‘Maar vandaag heeft hij wel zijn twintig rondjes zonder aansporing gelopen. Niet slecht voor iemand die minder conditie heeft dan een oude oma!’
Daar moet Veerle wel om lachen. Joey trouwens ook. Veerle gaat dan beginnen met haar trainingen, en Joey doet ook zijn oefeningen. Het valt ons meteen op, dat ze nooit heel erg ver van elkaar te vinden zijn, en regelmatig met elkaar praten en ook lachen. Ik zeg tegen Otto: ‘Ik ben bang, dat die twee elkaar leuk beginnen te vinden.’
‘Ik ben niet meer zo snel bang, John. Ik ken Veerle, en ik kan zo wel zien, dat ze meer dan normale interesse in hem toont. Anders had ze hem al lang opzijgezet. Wie had dat ooit gedacht!’
‘Misschien komt dat ook door Joey. Ik heb hem laten inzien, wat voor leven Veerle leidt, en wat ze er allemaal voor doet. En zo te zien neemt hij mijn tips heel erg ter harte.’
Otto lacht. ‘Dus jij hebt dat jong liggen opstoken om het met mijn dochter aan te pappen?’
‘Dat zou zo toch wel gebeuren, dat weet je ook wel. Dus wat kan het dan kwaad als ik ze een handje help.’
Otto lacht. ‘Je hebt gelijk. Dit is toch mooi om te zien, of niet dan? Komt hij komende zaterdag ook?’
‘Nee, ik denk het niet. Hij heeft zich vandaag toevallig een bijbaantje voor ’s zaterdags genomen. En van het geld, dat hij daarmee verdient, wil hij zich zijn rijbewijs van gaan halen.’
‘Zo, dus hij werkt nu ook al? Goed bezig, die knul!’
‘En als hij zijn rijbewijs heeft, wil hij zich ook een grote Amerikaan kopen om met Veerle rond te rijden.’
Otto lacht. ‘Dus hij durft ook nog te dromen. Nou, dat hij maar zijn best doet! Ik ben trots op Veerle, dat ze zich zo inzet voor haar sport, maar soms denk ik wel bij mezelf, meid, geniet ook eens van je jeugd. Straks is het voorbij en wat heb je dan met je leven gedaan? Dus als ze Joey leuk vindt, en Joey haar kan laten genieten van het leven, dan ben ik een tevreden vader.’
Lachend zeg ik: ‘Dus in principe is Joey al goedgekeurd als je schoonzoon?’
Otto kijkt me geschokt aan. ‘O nee, zo gemakkelijk gaat dat ook weer niet! Dat moet hij zich wel verdienen!’
Ik lach en Otto begrijpt nu ook, dat ik hem voor de gek houd. Hij lacht met me mee. Maar om me dan heel serieus te zeggen: ‘Maar mocht het zover komen, dan zou ik er misschien niet eens zoveel problemen mee hebben. Veerle vroeg me vanmorgen nog of ik wist of Joey vanavond ook zou komen. Toen ik haar vroeg, waarom ze dat wilde weten, zei ze me, dat ze daarvoor geen reden had. Prachtig toch, je dochter voor je ogen verliefd zien worden op een jongen? Vooral als je ook nog eens de kans krijgt die jongen tot een man te vormen!’
‘Dat is wel aan jou toevertrouwd, Otto! Kijk maar wat er van mij terecht gekomen is!’
Volgende deel: De Gezusters Santegoed - 22