Datum: 25-12-2023 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 6892x
Lengte: Zeer Lang | Lezers Online: 0
Lengte: Zeer Lang | Lezers Online: 0
Dit verhaal speelt in de tijd dat de eerste volken uit het oosten van zich lieten horen. Dat waren meestal Germaanse stammen die op hun beurt weer waren verdreven uit het oosten van Europa. Het verval van het Romeinse rijk was ingezet en het was in twee delen gesplitst. Terwijl het het westelijk deel (Rome) steeds verder te gronde ging door de invallen van Germaanse stammen zoals de Goten, bloeide het oostelijke deel, het Byzantijnse rijk met als hoofdstad Byzantium of Constantinopel, het huidige Istanbul op. Ten noorden van Byzantium ontstond het rijk van de Bulgaren. De Bulgaren waren gevreesde krijgers en in de hele Balkan stonden zij bekend als meedogenloze plunderaars. Vaak werden ze door de Keizer van Byzantium als huurlingen ingezet om diens vijanden te verslaan. Vooral zij waren het die de militaire macht van Byzantium gestalte gaven. Dit is een avontuur zoals dat zomaar in het gebied dat wij nu als Roemenië kennen, had kunnen gebeuren.
Een beetje geduld graag. De aanloop graag is nogal lang! Maar de seks komt heus nog.
Achter hen klonken angstaanjagende kreten. De vrouw en de man wisten dat ze hen vlak op de hielen zaten maar, te bang om te struikelen, durfde geen van beiden achterom te kijken. Hun longen deden zeer. Takken striemden hen in het gezicht terwijl ze probeerden te ontkomen aan hun achtervolgers. Als die hen te pakken zouden krijgen zouden ze hun huis, hun familie en hun vrienden nooit meer terugzien...
Ze keken angstig om zich heen. Het terrein begon iets op te lopen en ook de vegetatie veranderde. Daar, iets verder was een bosje laag kreupelhout tussen de hoog opschietende berken. Misschien konden ze zich daar verbergen totdat de achtervolgers het hadden opgegeven. Ze haalden armen en benen open aan de scherpe doornstruiken maar wisten toch ver in het bosje door te dringen. Plots stonden ze voor een soort aarden gang die onder de wortels van een omgevallen boom zijn ingang had. Hij aarzelde, het leek hem het hol van een beer. Een minuscuul stroompje water stroom naar buiten en vormde voor de ingang een drekkige modderpoel waarin reusachtige, geklauwde pootafdrukken waren te zien.
Veel keuze hadden ze niet. Achter hen kwam het roepen dichter en dichterbij. Maar ook hoorden ze de honden blaffen, akelig dichtbij. De man wist dat ze nooit aan die honden zou kunnen ontkomen.
Doldriest kroop hij het hol in, de vrouw achter zich aantrekkend. De stank daarbinnen was ondraaglijk en ze moesten bijna kotsen. In het licht van de ingang achter zich lagen hier en daar op de grond half versplinterde botten van grote grazers met stinkende vleesresten er nog aan. Wat voor iets kon de enorme botten van een wisent zo verpulveren, vroeg hij zich af. Ook lag er een mensenschedel en bij het zien daarvan slaakte de vrouw een angstige kreet. Maar wat er ook in het hol huisde, het dier was er nú niet.
Buiten het hol baanden de honden zich jankend een weg door de doornstruiken. Ze moesten verder, anders zouden de beesten hen zeker verscheuren, zoals ze met Wojtek hadden gedaan. Hij duwde haar verder het hol in. Buiten, vlak bij de ingang hoorden ze plotseling zwaar gegrom en brekende takken. De beer, een reusachtige beest, keerde blijkbaar terug naar zijn hol of was op de herrie afgekomen. Bij de ingang van het hol hielden de honden blaffend en jankend stil. Schijnbaar in twijfel of ze moesten doorgaan met de achtervolging of zich tegen de beer moesten verweren, durfden ze niet verder naar binnen. De beer draaide zich naar hen toe en met een machtige uithaal wist hij een van de honden te raken. Dodelijk gewond en kermend vloog het beest een stuk door de lucht. De andere honden weken een stuk en bleven op afstand staan te blaffen en grauwen. Verderop riep iemand iets in een onbekende taal en de beer richtte zich om een eventuele verdere bedreiging het hoofd te bieden. De stemmen kwamen dichterbij, maar waarschijnlijk bij het zien van het imposante beest, klonk er een bevel en wat later leken de geluiden van honden en mensen te verstommen.
De beer draaide zich om en snoof de lucht op. Meteen daarop kwam het beest naar de ingang en dus hun kant op hobbelen. Ze moest snel maken dat ze weg kwamen en de enige vluchtmogelijkheid was om dieper naar binnen te gaan. Met alleen zijn korte zwaard en mes als wapen was hij geen enkele partij voor dit kolossale beest. De vrouw voor zich aansporend kropen ze steeds dieper weg maar de beer was hen duidelijk op het spoor. Waar de tunnel te nauw werd, wrikte het beest met speels gemak de aarde aan de kant. Langzaam werd de gang smaller en hij kwam zelfs even vast te zitten, waar de slanke vrouw nog met gemak verder had kunnen kruipen. Ondanks alle stress keek hij bewonderend naar de blote billen van de voor hem uit kruipende vrouw.
De beer was nu vlak achter hem en verwoed groef hij door. Hij vreesde dat zijn laatste uur had geslagen. De vrouw had zich omgedraaid en begon uit alle macht de aarde die hem tegenhield weg te graven met haar blote handen.
Nu keek hij in het veel te grote hemd dat ze van hem had gekregen om haar naakte lichaam te bedekken en zag haar blanke borsten bungelen. Nog nooit had hij zulke mooie borsten gezien. Eindelijk kwam hij vrij van de aarde om zich heen en kroop snel verder. De veel grotere beer kwam nu gelukkig niet meer verder. Het beest brulde woedend en werkte zich grommend weer achteruit en bleef nog enige tijd brullend achter. Tussen hen en de beer begon de aarden gang in te storten. Wanhopig probeerden ze de enorme hoeveelheden vallende aarde en rotsen voor te blijven.
Hij voelde een luchtstroom; frisse lucht kwam hen tegemoet. De aarden gang ging over in een diepe en gelukkig solide spelonk in een rotswand. Het waterstroompje kwam, nu helder, uit de spelonk stromen. Ze konden weer rechtop staan en liepen de grot binnen Net op tijd want achter hen stortte alles in en de gang terug naar het berenhol werd helemaal achter hen afgesloten. Alleen tientallen meters omhoog viel wat indirect licht naar binnen. Hijgend van de inspanning stonden ze daar eventjes bij te komen. Ze zagen eruit als varkens. Ze hadden op hun buik door de aarden gang moeten kruipen, door het stroompje water. Zijn broek was gescheurd en hij was een van zijn laarzen verloren. Het hemd van de vrouw, was van voren kapot gescheurd. Ze deed nauwelijks pogingen om zich te bedekken. Haar buik en borsten zaten onder de vieze modder. Snel sloeg hij zijn ogen neer.
Ze moesten verder, terug was sowieso geen optie meer en die luchtstroom moest toch ergens vandaan zijn gekomen. De tocht was er nog steeds, maar het leek nu minder hard te trekken. Het was flink donker, maar met het weinige licht uit het gat boven hen kwamen ze met moeite verder over de onregelmatige rotsbodem, nog steeds het beekje stroomopwaarts volgend. Ineens werd het weer wat lichter en was er geluid voor hen; het leek op geruis van water…
Darius was de op één na oudste zoon van een kleine landheer in een berggebied in de Balkan, waar de bijna onbereikbare valleien tussen de bergketens groen en vaak ongerept waren. Er waren daar grazige weiden en in sommige van de wat beter toegankelijke valleien waren kleine leefgemeenschappen.
In een van die valleien heerste Vlad, de vader van Darius. Er waren uitgestrekte bossen waartussen op de wat meer vruchtbare gronden akkers waren aangelegd, waar graan en andere dingen werden verbouwd. In de bossen leefden het wild dat voor de vleesvoorziening zorgde. Hun dal had een grotere ingang naar het westen, waar de rivier het dal verliet en waardoor alle contacten met de buitenwereld verliepen. Naar het zuiden was aan beide oevers van de rivier een groot en bijna ondoordringbaar woud. Een paar onverschrokkenen hadden zich wel eens met kleine bootjes stroomopwaarts gewaagd en waren via stroomversnellingen en watervallen na vele kilometers geploeter voor een smalle kloof beland waaruit de rivier donderde die hun dal zo vruchtbaar maakte. Daar was de stroom nog veel wilder en het was hier niet mogelijk zich nog verder stroomopwaarts voort te bewegen. Verder gaan was ook ronduit gevaarlijk vanwege het feit dat het peil van de rivier nogal plotseling kon variëren. Tegenwoordig waagde zich hier eigenlijk nooit meer iemand. In het woud langs de rivier leefden volgens de legendes geheimzinnige wezens die je nooit te zien kreeg, maar waar iedereen wel afschuwelijke verhalen van wist. De bergen rond de vallei waren steil en nauwelijks verkend. Niemand waagde er zich omdat de enkeling die dat toch had geprobeerd nooit meer terug werd gezien.
Tot niet lang geleden had er een machtige koning over het land geheerst maar sinds enige tijd waren diens afgezanten en belastinginners niet meer geweest. Het nieuws had zich verspreid dat Bulgaren vanuit het zuidoosten het rijk waren binnengedrongen die het leger van de koning hadden verslagen. De koning was opgehangen en zijn familie was volgens de geruchten in gevangenschap afgevoerd. Sindsdien heerste er wetteloosheid in het rijk. Steeds verder trokken de legers van de Bulgaarse vorst uit het zuidoosten op en plunderden alles waar maar te plunderen viel. Ze hoorden al geruime tijd verhalen over de gruwelijkheden die de veroveraars pleegden ten opzichte van de overwonnen bevolking. Sindsdien liet de vader van Darius de ingang van de vallei bewaken door wat ruiters, die de bevolking moesten waarschuwen als er onraad dreigde. Tot dusver was het rustig gebleven en hadden de gevreesde Bulgaren zich niet in hun landstreken vertoond. De aandacht van de patrouilles was behoorlijk aan het verslappen en ze lagen regelmatig in hun tent te slapen tijdens de donkere nachten omdat er nooit wat gebeurde.
Ondanks dat de ouden Darius vaak hadden gewaarschuwd om het bos ten zuiden van het dorp niet te betreden was hij met zijn vier broers een dikke week geleden toch het bos ingetrokken om te gaan jagen, omdat er in de ander gebieden waar ze normaal gesproken jaagden momenteel weinig wild was. Ze waren behoorlijk diep in het bos gegaan en hadden Wojtek, de jongste van de broers op een open plek in het bos achtergelaten om op de lastpaarden te letten.
Ze hadden nogal succes gehad bij het jagen en Darius was teruggereden om Wojtek en de paarden op te halen, zodat ze de herten en everzwijnen erop konden hijsen en naar huis terug konden keren.
Tijdens hun afwezigheid had het noodlot dan toch toegeslagen. De wachtposten aan de ingang van de vallei waren in hun slaap verrast en zonder pardon om het leven gebracht. Daarna was een groep van honderden ruiters het dal ingetrokken en had de nederzetting waar de vader van Darius zijn kleine burcht had overvallen en daar vreselijk huisgehouden.
Darius schrok van het kabaal voor zich. Er klonk gegil van een angstig iemand; hij dacht de stem van zijn broertje te herkennen. Ook hoorde hij het janken van opgehitste honden. Hij klom van zijn paard en sloop verder naar de plaats waar de jongen was achtergebleven. Een groep ruiters galoppeerde rondjes op de open plek. Het leek erop dat Wojtek in de midden van de wervelende groep stond. De paardenhoeven wierpen veel stof op zodat hij de jongen soms nauwelijks kon zien.
De vrijwel weerloze jongen prikte met zijn mes dreigend om zich heen maar de ruiters waren totaal niet geïntimideerd door zijn verweer. Met hun speren en zwaarden prikten ze naar hem en Wojtek vertoonde al meerdere wonden op zijn lichaam.
Er grote vent schreeuwde een bevel en een groot deel van de ruiters splitste zich af van de groep en trok verder, richting de plek waar Darius in de struiken zat verscholen. Hij dook dieper weg. Ze merkten hem niet op terwijl ze langsreden en gelukkig hadden ze de honden ook achtergelaten op de open plek. Die honden waren bakbeesten van dieren, zelfs groter nog dan een wolf en ze leken daar ook niet op. Het was een ras dat hij nog nooit had gezien.
Buiten degene die kennelijk het bevel voerde en de rest had weggestuurd waren er nog zo’n twintig ruiters achter gebleven. Darius probeerde een plan te bedenken om zijn broertje te bevrijden. Hij en zijn broers waren niet erg zwaar bewapend geweest toen ze er op uit trokken om te gaan jagen, alleen zijn boog en zwaard had hij mee, maar de boog hing nu aan het zadel op zijn paard en daarmee had hij in deze situatie weinig kunnen uitrichten.
Het probleem werd voor hem opgelost. De grote bevelvoerder trok een zweep van zijn zadelknop en ontrolde de volle lengte met een soepele handbeweging. Met één welgemikte slag knalde het uiteinde van de zweep om Wojteks pols en het mes vloog door de lucht. Meteen gaf de kerel zijn paard de sporen en de arme jongen werd meegesleurd totdat hij het uiteindelijk niet meer kon bijbenen en viel. Woedend moest Darius aanzien hoe de ruiter nog een paar rondjes over de open plek galoppeerde, de krijsende jongen achter zich aanslepend. Toen Wojtek niet meer te horen was, stopte hij en riep wat naar de kerels die de honden in bedwang hielden. Meteen daarop werden de beesten losgelaten en ze stortten zich jankend en huilend op de nog nauwelijks bewegende jongen. Er klonken nog een paar rauwe kreten, maar het was vrij snel afgelopen. Na een tijdje rukte de ruiter aan zijn zweep. Slechts een stuk onderarm hing nog aan het uiteinde. De kerel rolde de zweep weer op en hing hem met arm en al aan de zadelknop, als een trofee. Darius prentte zich de afschuwelijke tronie met het grote litteken over zijn linkeroog in het geheugen. Ooit zou hij het hem vergelden, maar om nu in actie te komen zonder noemenswaardige wapens zou pure zelfmoord zijn.
Ver achter zich hoorde hij kreten. Een deel van de ruiters die eerder waren weggereden, keerde terug met Darius’ paard. Hij had het toch nog niet ver genoeg in het bos geleid en vastgebonden. Ze schreeuwden wat naar de mannen die waren achtergebleven. Die gebaarden naar de honden maar de beesten luisterden nergens naar. Ze waren nog veel te druk bezig met het verscheuren van Wojtek en vochten om de brokken vlees die ze van zijn lichaam afscheurden.
Darius wist dat het een kwestie van tijd was voordat ze de beesten weer in het gareel hadden. Hij moest zien dat hij uit de buurt kwam, naar de rivier waar de honden zijn geur zouden kwijtraken. Langzaam en voorzichtig werkte hij zich naar achteren uit de struiken aan de rand van de open plek. Hij was nu uit het zicht en durfde zich wat meer op te richten. Hij rende richting de plaats waar hij zijn drie andere broers had achtergelaten met de jachtbuit.
Het kostte hem moeite om de plaats weer te vinden, en na een dik uur te hebben, hoorde hij geluid van paardenhoeven, soms klonken er bevelen. Het was dezelfde grote groep die hij bij de plek waar zijn broertje was weggereden. Hij herkende ook de paarden van zijn broers die werden meegevoerd. Dat zag er slecht uit, vond hij. Wat later, het spoor van de ruiters in tegengestelde richting volgend, vond hij hen, liggend op de grond. Ze waren dood, doorboord door vele pijlen.
Voorzichtig naderde hij de lichamen. De jachtbuit was meegenomen. Vladimir, zijn oudere broer, lag met vier pijlen in zijn rug bovenop zijn boog. Zijn pijlenkoker was bijna leeg. Die van zijn andere broers waren nog bijna halfvol. Huilend rolde hij het lichaam van zijn broer opzij en pakte de boog. Ook verzamelde hij de pijlen die er nog waren zodat hij weer wat beter bewapend was. Voorzichtig verkende hij zijn omgeving. De ruiters konden weten dat er nog iemand in het bos moest rondlopen en hij verwachtte dat ze hem zouden gaan zoeken dus hij moest voorzichtig zijn.
Hij zag dat de paardensporen ook weer terugliepen in de richting vanwaar ze waren gekomen. Uiterst voorzichtig volgde hij de sporen. Een paar honderd meter verderop vond hij drie achtergelaten lichamen. Eentje van de drie leefde nog, maar nauwelijks. Er gutste veel bloed uit de wond in zijn hals, waar nog een pijl uitstak. Het was een pijl van Vlad. Dat kon hij zien aan de geel met zwarte gestreepte veren die Vlad altijd gebruikte. Ook uit en van de andere lijken stak een geelzwarte pijl; de derde had een pijl met zwarte veren, van Georgi in zijn ribbenkast. Ze hadden hun huid dus duur verkocht, dat was wel zeker want er waren nog meer verse bloedsporen verderop op het pad waarlangs de groep was verdwenen en een aantal van de ruiters was duidelijk gewond geweest toen ze langs zijn haastig gekozen schuilplaats reden, want ze hingen bloedend over de hals van hun paarden.
De gewonde man rochelde en stak zijn hand naar hem uit. Darius pakte de kerel bij zijn wilde haardos en trok zijn hoofd achterover, Hij trok zijn jachtmes en sneed met één beweging de keel van de man over. Ze hadden ook geen medelijden met zijn broers gehad. Het was de eerste mens die hij doodde en hij voelde er helemaal niets bij.
Het was onwezenlijk stil in het bos. Je hoorde zelfs geen vogels fluiten. Hij besloot terug te gaan om de lichamen van zijn broers te begraven of om ze ten minste te verstoppen, maar eenmaal terug op de plek waar zijn broers lagen, vond hij niets waarmee hij in de harde, droge grond kon dringen. Eén voor één droeg hij de lichamen een stuk dieper het bos in en verborg ze onder wat afgebroken takken, dode bladeren en wat hij nog meer kon vinden.
Hij liep weer terug naar de plaats waar de lichamen hadden gelegen. Tijdens zijn moeizame arbeid had hij bedacht dat hij de ruiters in ieder geval zou kunnen volgen en misschien wel een van hun paarden stelen. Hij was, net als zijn broers waren geweest, een uitstekende boogschutter dus misschien kon hij er ook nog wel een paar te grazen nemen.
Hier en daar op de open plek lagen nog wat pijlen die hun doel hadden gemist. De vijf pijlen van de Bulgaren die hij had gevonden, waren korter dan die van Darius en zijn broers. Op zijn eigen boog kon hij er niets mee, maar de driehoekige ijzeren punten brak hij eraf. Misschien vielen die nog te gebruiken als hij nieuwe pijlen moest maken. Hij stopte ze in de leren tas die aan zijn riem hing.
Met twee volle pijlenkokers en de boog van Vlad over zijn schouders ging hij op weg naar waar de moordenaars van zijn broers waren verdwenen. Nog steeds waren er om de zoveel tijd bloedsporen te vinden langs het paardenspoor, maar hij vond geen verdere slachtoffers. Aan de stand van de zon kon hij opmaken dat hij naar het westen liep, dus de kant van de rivier op.
Een tijd later klonk het geluid van blaffende honden, lachende mannen en krijsende vrouwen. De geur van geroosterd vlees drong tot hem door. Aan het kabaal te horen was dit de hoofdgroep. Darius schatte de grootte daarvan op veel meer dan honderd man. En zeker nu, met die honden erbij kon hij helemaal niets uitrichten. Hoezeer het hem ook pijn deed, hij kon niets doen voor de angstig krijsende vrouwen.
Hij trok zich ver terug in het woud en zocht naar een manier om de rivier te bereiken. Daarvoor moest hij voorbij de groep. Tot nu was hij benedenwinds gebleven dus de honden hadden hem nog niet geroken, maar als hij een omtrekkende beweging maakte kon het zo maar dat ze hem wel gingen ruiken.
Er zat dus niet veel anders op dan helemaal terug te gaan naar de plaats ongeveer waar zijn broers lagen om vandaar naar het westen te gaan en te proberen zodoende de rivier te bereiken.
Het begon al te schemeren toen hij weer terug was. Zich in de stikdonkere nacht proberen een weg te banen door het dichte woud zou gekkenwerk zijn. Hij besloot daarom maar een veilige plek te zoeken om wat uit te rusten. Misschien was het het beste om vlak bij de voorlopige graven van zijn broers te gaan liggen. Daar waren wat omgevallen bomen en hij kon er zich vrij goed verschuilen.
De volgende morgen werd hij gewekt door hoefgetrappel. Voorzichtig keek hij uit zijn schuilplaats. Er waren drie ruiters teruggekomen naar de plaats waar de drie lijken van zijn broers waren achtergelaten. Twee paarden waarvan hij allen maar de lijven en de benen van de ruiters zag, bleven half in de schaduw van de bomen. Op één paard waren twee ruiters, zag hij aan de benen die langs het lijf hingen; één paar dunne blote benen en een paar in leren broekspijpen gehulde, zware benen. Er bungelde nog iets naast het paard, maar ze waren nog te ver weg om te kunnen onderscheiden wat dat was. Een derde ruiter stond midden op de kleine open plek en keek vanaf de rug van zijn paard naar de grond. Daarna volgde hij met zijn ogen het spoor dat was achtergebleven toen Darius de lichamen het bos indroeg. Hij gaf zijn paard zachtjes de sporen en volgde langzaam de platgelopen grashalmen het bos in. Zonder Darius te ontdekken reed de kerel op tien meter langs hem. Iets verderop leek hij de graven van Darius’ broers te hebben ontdekt want hij staarde naar de plek waar de stukken hout en bladeren op de lichamen lagen opgestapeld. Hij brulde wat over zijn schouder en even later zag Darius de twee anderen naderen. De voorste hield een naakte jonge vrouw voor zich. Darius herkende haar als Rona, de oudste dochter van de molenaar van het dorp. Ze had altijd zo’n mooie oogopslag als ze elkaar wel eens ontmoetten en ze lachte ook altijd. Maar nu keek ze met een lege blik voor zich uit. De man die haar vasthield kende Darius ook: nog geen dag geleden had deze kerel Wojtek de dood in gejaagd.
Ook deze twee ruiters hadden geen oog voor de omgeving en galoppeerden vlak voorbij de schuilplek van Darius. Bij de graven was de verkenner al begonnen met het verwijderen van de takken. Een voor een kwamen de lichamen tevoorschijn. De vrouw werd ruw van het paard gegooid, de kerel die achter haar had gezeten, klom van het paard en sleurde de vrouw aan haar haren naar de lichamen. Ze wees naar de lijken en noemde hun namen. Op een vraag van de man, die blijkbaar hun taal sprak, vertelde ze dat alleen Darius er niet bij was. De man draaide zich met de vrouw naar de paarden. Zijn paard draaide met hen mee. Op de rug van het paard bungelde een zweep met de onderarm van Wojtek er nog steeds aan vastgesnoerd. De vrouw was vreselijk mishandeld. Bloed gutste uit haar onderlijf langs haar benen en ze kon nauwelijks blijven staan. Met een soepele sprong zat de kerel weer op het paard en tilde de van pijn krijsende vrouw aan haar lange zwarte haren weer terug voor zich op de rug van het beest, boven op de zadelknop die in haar onderlijf drong. Ze gilde van pijn.
Hij wilde net het paard aansporen om langs dezelfde weg terug te rijden toen een pijl hem met dodelijke precisie in het enige goede oog trof. Darius had in een vlaag van woede zijn pijl en boog gegrepen, gespand en de pijl laten vertrekken. Hij had al jaren niet meer gemist en ook dit keer was zijn schot dodelijk zeker. Met een harde brul stortte de kerel, de vrouw voor zich meeslepend in zijn val. Hij was al dood voordat hij de grond raakte. Meteen had Darius al een tweede pijl op zijn boog gezet en schoot ook de man die de graven had ontdekt en net weer was opgestegen opnieuw van zijn paard. De derde die iets verderop stond, keerde zijn paard en galoppeerde weg, verder het bos in en daar afbuigend naar de route waarlangs ze met zijn drieën waren gekomen en voordat Darius ook hem kon neerschieten. De andere twee paarden renden ruiterloos achter hem aan. Darius liep maar de plek waar zijn twee slachtoffers en de vrouw gevallen waren.
Hij overtuigde er zich eerst van of de twee werkelijk onschadelijk waren. Hij was weer eens trefzeker geweest. De moordenaar van Wojtek was morsdood, de ander had de pijl dwars door zijn nek gekregen en blies rochelend zijn laatste adem uit.
‘Dood me, heer Darius.’ klonk een bevende stem achter hem. ‘Ik wil niet meer leven.’
Achter hem was de molenaarsdochter overeind gekomen en lag op haar knieën, de handen gevouwen en grote rode striemen van zweepslagen over haar rug. Ze smeekte hem haar te doden. De schande was te groot.
Hij riep de heilige Olga aan en wendde zich af vanwege haar naaktheid. Hij trok zijn hemd uit en gaf het haar zodat ze zich kon bedekken. Nooit zou hij een vrouw kunnen doden.
Rona vroeg hem om zijn zwaard, zodat ze er zichzelf in kon storten maar ook dat weigerde hij.
Hij vroeg haar hem in plaats daarvan te helpen met het graven van een beter graf voor zijn broers. Flink wat verderop in het bos vonden ze een geschikte kuil, waar ze de lichamen in konden leggen. De restanten van Wojteks arm legde hij erbij. Daarna bedekten ze alles met de aarde die ze met behulp van de zwaarden van de ruiters hadden kunnen losmaken. Daarbovenop ging een laag bladeren. Alle sporen die erop konden wijzen dat de drie daar lagen, wisten ze uit. Hij prentte de omgeving nog eens goed in zijn geheugen zodat hij de plaats nog zou kunnen terugvinden.
Onder het werken had Rona hem verteld wat er was gebeurd. Hoe zij en haar ouders uit de watermolen waren gesleept. Eerst hadden ze haar vader aan het schoepenrad gebonden. Vervolgens hadden ze haar moeder alle kleren van het lijf gescheurd en verkracht terwijl hij hangend aan het rad had moeten toekijken. Daarna werd haar moeder ook aan het rad gebonden en hadden ze getweeën moeten meemaken hoe ze zich ook aan Rona vergrepen. Vervolgens hadden ze het molenrad in werking gezet, zodat haar ouders langzaam aan het langzaam draaiende rad waren verdronken.
Darius hoorde hoe zijn vader en bijna iedereen verder was omgebracht. Ze hadden alle jongere vrouwen verkracht en sommigen daarna ook vermoord. De lijken van Darius’ ouders waren samen met bijna alle andere vermoorde dorpsbewoners naakt op staken gespietst. Die staken waren in het midden van het dorp in de grond geplant. Sommigen hadden toen toch nog geleefd. De jongere vrouwen en meisjes werden meegesleurd naar een kamp, waar hen nog verschrikkelijker dingen was aangedaan. De kinderen waren in boerenwagens geladen en weggevoerd. Niemand wist waarheen. Een handjevol mensen had kunnen ontsnappen en was het bos ingevlucht
Opnieuw smeekte Rona hem haar te laten sterven. Hij bleef het weigeren, hoezeer hij ook begreep waarom ze niet meer wilde leven. Hij kón geen vrouw doden.
De man die door Darius was gedood, was een van de hogere aanvoerders. Hij hield haar sinds vanmorgen voor zich op het paard omdat er vanuit het bos op hem geschoten was. De nachten daarvoor had hij haar in zijn tent had als zijn vrouw misbruikt.
Het begraven van de lichamen had lang geduurd, té lang wisten ze. Toen ze wat uitrustten van de inspanning, hoorden ze in de verte al geroep van mannen en gedaver van paardenhoeven. Snel raapten ze het noodzakelijkste bijeen en maakten ze zich uit de voeten. In hun haast en om de ruiters te ontlopen, liepen ze de verkeerde kant op, weer naar het oosten, van de rivier weg en naar de bergen. De vrouw was gelukkig redelijk getraind en fit, ondanks de gruwelen die ze had moeten ondergaan. Ze had geweigerd om kleding van zijn broers of van de twee barbaren te dragen, zelfs een paar van hun leren ruiterlaarzen wilde ze niet dragen. Blootsvoets snelde ze achter hem aan door het bos. Ze bloedde nog steeds en liet zodoende een voor honden fantastisch spoor achter. Langzaamaan kwamen hun achtervolgers die natuurlijk ook sneller waren omdat ze te paard waren, dichterbij. Net toen ze reddeloos verloren leken, ontdekten ze de onderaardse gang…
Ze waren weer in de open lucht, de warme zon verdreef de kou van de grot uit hun lichamen. Het geruis bleek van een bronnetje dat van de bergwand klaterde en een kraakheldere rotspoel had gevormd. Het smalle beekje dat zich na de poel vormde, splitste zich. Het kleinste beekje was het stroompje dat door de gang had gestroomd, waar ze door waren ontsnapt. De grotere aftakking verdween naar de rotswand verderop in een gang die zeker groot genoeg was om rechtop doorheen te lopen. Hij verkende de omgeving en het bleek dat ze in een ruime, honderd meter brede schacht waren beland. De wanden waren loodrecht en onmogelijk te beklimmen. Het leek een enorme grot waarvan het dak was ingestort. De enige uitweg was de gang waar het beekje doorheen stroomde. Hij ging terug naar de poel waar hij Rona had achtergelaten. Ze had het hemd uitgetrokken en uitgespoeld. Het lag nu te drogen op een rotsblok in de zon. Ze was met een van pijn vertrokken gezicht haar onderlichaam aan het wassen. Nog steeds liep het bloed langs haar benen; het leek zelfs wel iets meer geworden, maar dat kon komen vanwege het water. Ze deed geen enkele moeite om zich te bedekken, toen hij bij haar aankwam. Hij zette zich op de rots naast het drogende hemd en deed net of hij de andere kant uitkeek. Ze was erg mooi, vond hij. Nooit had hij een vrouw naakt gezien, zelfs geen blote borsten, behalve die van de vrouw die zijn broertjes en zusjes had gevoed. Haar borsten waren dik en slap geweest met enorme spenen als tepels, maar deze…
Ondanks zijn leeftijd van twintig jaar, had hij nooit met een meisje seks gehad. Hij zou gaan trouwen met Ekatherina de dochter van een landheer uit een gebied vlak bij de hoofdstad; een meisje dat nog zestien moest worden en dat hij helemaal niet kende. Dat hadden zijn en haar vader bij haar geboorte bepaald en er viel niet aan te ontkomen. Dat waren de tradities. Ook zijn broers waren uitgehuwelijkt. Maar van die huwelijken kon nu niets meer komen en hij vroeg zich af Ekatherina nog wel leefde. Waarschijnlijk niet, de hoofdstad was al maanden eerder ten prooi gevallen aan de barbaren en met de verhalen die hij van Rona had gehoord, vreesde hij het ergste voor het meisje. Er was nauwelijks nieuws geweest uit dat gebied. Misschien was het maar het beste als ze meteen was omgekomen. Hij vreesde ook voor het lot van zijn tweelingzusjes van twaalf, Emese en Ioana. Rona had daar niets over had kunnen zeggen omdat ze ze niet meer had gezien..
Af en toe gluurde hij naar Rona, die uit de poel was gekomen en naar hem toe liep. Ze was prachtig. Haar lange zwarte krullen plakten in natte slierten tegen haar borsten. Haar mooie donkere tepels piekten er tussendoor. Midden in haar iets bolle buik was de donkere diepte van haar navel. Daaronder bevond zich de geheimzinnige behaarde driehoek, waar Darius en zijn broers vaak over hadden gefantaseerd en waar de ervaren mannen zo vaak grappen over maakten.
Zijn vader had gezegd dat hij alle geheimen van de vrouw te horen zou krijgen in de weken voordat hij zou gaan trouwen. Darius zou dan drie nachten bij Danica blijven die hem alles zou vertellen, wat een man moest weten als hij ging trouwen. Eerder was niet nodig. Danica woonde in een huisje een paar kilometer buiten het dorp en leefde van de bezoekjes van eenzame mannen, had zijn moeder hem eens verteld alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Dat was het ook want niemand keek op Danica neer. Ze werd eerder zelfs als een soort wijze gezien en met de meeste hoogachting behandeld. De meeste mannen uit de omgeving inclusief de pope waren wel eens bij haar op bezoek geweest, ter lering of ter vermaak. Maar niet alleen mannen gingen naar Danica, ook veel van de vrouwen kwamen bij haar met allerlei vragen. Maar daarover werd verder niet gepraat.
Rona voelde aan het shirt en constateerde dat het nog lang niet droog was. Ze ging tegenover Darius in het mos zitten.
‘Gaat u zich ook maar even wassen. U bent heel erg vies. Ik zal niet kijken.’ zei ze.
Hij liep naar het water en kleedde zich uit. Snel stapte hij erin, het was heerlijk koel en verfrissend. Hij waste de modder uit zijn haar en verwijderde de moddersporen op zijn lichaam. Toen hij klaar was en zijn dunne geitenleren jachtbroek weer wilde aantrekken, zag hij dat die erg vuil was en zelfs op meerdere plaatsen gescheurd. Toch stapte hij er weer in; er was geen andere optie.
Het was heerlijk rustig, waar ze zaten. Drinken was er genoeg; alleen hadden ze niets te eten. Hij had tijdens zijn verkenning ook niets gezien wat hem eetbaar leek. Er waren sowieso geen dieren en van planten wist hij niets, dat was meer iets voor de vrouwen.
Hij keek naar Rona die nog steeds op de grond zat met haar rug naar hem toe. Hij riep dat hij klaar was en dat ze zich wel weer mocht omdraaien. Pas toen zag hij dat ze huilde. Hij liep naar haar toe en ging naast haar zitten. Ze liet zich tegen hem aan vallen en hij nam haar in zijn armen. Haar zachte borsten drukten tegen zijn bovenarm Een vreemd gewaarwording overviel hem. Zoiets had hij nog nooit gevoeld. Onhandig probeerde hij haar schouders zo voorzichtig mogelijk te strelen met zijn ruwe handen terwijl ze snikkend in zijn armen lag. Na verloop van tijd bedaarde ze wat en zei met zachte stem dat ze liever dood was. Ze was dagen achter elkaar verkracht door de leider van de groep Bulgaren en zijn meest getrouwe helpers. Ze droeg misschien wel hun kind. Welke man zou zo’n vrouw met een bastaard nog willen. Had ze zich maar door de beer laten doden.
In een opwelling zei Darius: ‘Ik zou je nog willen, Rona,’ en hij meende wat hij zei.
Ze keek hem aan met betraande ogen.
‘Dat mag u niet zeggen. U heeft al een bruid. En bovendien kunnen u en ik niet trouwen. U bent een heer en ik maar een molenaarsdochter. De mensen zullen u uitlachen.’
'Noem me gewoon Darius, zoals iedereen. Ik ben je vader niet en zeker ook niet je heer. Dat was mijn vader en die leeft niet meer. Er is geen burcht en geen landheer meer. Alles is weg. Alleen ik ben over en misschien nog mijn zusjes. Dus zeg alsjeblieft gewoon jij tegen me. Ik zal je gewoon Rona noemen en je met respect behandelen.'
Ze wist zich maar nauwelijks een houding te geven door de nieuwe situatie, zozeer zat het feodalisme erin gebakken. Ze vergiste zich nog vaak en nog regelmatig gebruikte ze de beleefdheidsvorm die ze gewend was geweest te gebruiken. Maar telkens verbeterde hij haar en langzaamaan begon ze eraan te wennen. Maar dat was in de dagen die nog zouden volgen.
Eerst moesten ze zien wat uit te rusten. Uit het gat waar ze waren gekropen viel weinig gevaar te duchten, maar daar waar de grotere stroom verdween hadden ze het nog niet verkend. Ze moesten waakzaam blijven. Gelukkig had Darius zijn mes en korte zwaard nog. Zijn boog had hij tijdens de vlucht voor de ruiters en hun honden ergens verloren. Ook de pijlkokers had hij op een bepaald moment maar weggegooid. Die kon hij zonder boog toch niet meer gebruiken en ze waren alleen maar tot last. Maar de zak waar hij wat handige dingen bewaarde en waar ook de brede pijlpunten in zaten, hing nog steeds aan zijn riem. Er zaten wat doeken in en zalf die zijn moeder altijd meegaf om wonden te behandelen, wonden die je maar al te gemakkelijk kon oplopen tijdens de jacht. Hij bekeek zichzelf. Hij had verbazingwekkend weinig schade opgelopen van de dolle vlucht door het dichte woud en het berenhol. Wat schrammetjes en blauwe plekken.
Hij pakte de zalf en een doek uit de tas en gaf die aan Rona. Ze keek hem verbaasd aan.
‘Het is voor wonden. Mijn moeder geeft dat altijd aan ons mee als we eropuit gaan. Dan kun je jezelf misschien verzorgen.’
Hij maakte een vaag gebaar naar haar buik. Het mos waarop ze zat was nu rood van het bloed. Ze lachte met nog steeds betraande ogen.
‘Nee, Darius. Dit hebben vrouwen en bijna volwassen meisjes elke maand. Dat gaat wel weer over. Volgens mijn moeder zijn er kruiden die helpen als het te veel pijn doet. Maar dat heb ik nog nooit gehad. Nu is het wel veel meer als anders. Misschien komt dat door…’
Ze zweeg want ze wist wel beter, eigenlijk. Er biggelden nu weer dikke tranen over haar wangen. Ze vielen op haar borsten en rolden verder over haar buik in het mos.
De zon boven hen verdween achter de rand en meteen was er een onaangename kilte in de schacht. Ze moesten snel iets bedenken. Ze konden natuurlijk wel dat gat induiken, maar liever wachtte Darius tot het morgen weer licht was. Hij pakte zijn zwaard, gaf het mes aan Rona, nadat hij haar uitdrukkelijk had laten beloven er geen gekke dingen mee te doen en ging op zoek naar hout om een vuurtje te maken. Hij had vuursteen en tonderzwam in de zak. Nu alleen nog wat droog hout zien te vinden, Gelukkig was er wat struikgewas met daaronder afgevallen takken en bladeren. Het was meer dan genoeg om de nacht door te komen. Hij sprokkelde er wat van bij elkaar en toen hij dacht genoeg te hebben, zag hij nog een wat dikkere tak liggen. Die zou mooi lang branden. Toen hij hem oppakte, zag hij bijna te laat dat er een slang achter verborgen lag. Het beest haalde meteen uit en de giftanden schampten zijn hand. Daarna werd de kop van het lichaam gescheiden door Darius’ zwaard. Er was slechts een kleine kras en een dikke druppel gif die was achtergebleven. Snel veegde hij het af aan zijn broek en bestudeerde de rug van zijn hand. Er was nauwelijks iets te zien, de huid was wat geïrriteerd en hij zoog op het de schram om het gif wat misschien toch was binnengedrongen eruit te krijgen. Hij nam zich voor in het vervolg beter op te passen. Dit was een erg domme streek van hem geweest. Hij, die altijd zo oplette en zijn broers al menigmaal op tijd had gewaarschuwd voor allerlei gevaar, zou nu zelf door zoiets stoms aan zijn einde komen?
Hij liep met het hout terug naar de bron, waar Rona intussen wat wortels van wilde planten die ze verzameld had aan het wassen was. Hij vertelde wat er gebeurd was en waarschuwde haar goed uit te kijken bij het verzamelen van voedsel. Hij waste zijn hand in de koele stroom, liep terug en haalde het slangenlijf. Hij kende deze slangensoort. Zijn vader had hem vaak gewaarschuwd voor de giftigheid ervan. Samen hadden ze er vaak zelfs eentje gegeten. Hij wist hoe je zo’n beest moest bereiden.
Hij vilde de slang, verwijderde de ingewanden en reeg de moten aan stokken. Daarna grilden ze de slang en aten hem met smaak, samen met de wortels die Rona had gezocht. Zijn hand begon pijn te doen en hij keek er stiekem naar; er leek een zwelling op te komen. Niet veel later ging hij van zijn stokje.
Rona wist meteen dat het ernstig was. Ze had hem al een tijdje in de gaten gehouden, omdat hij stiekem naar zijn hand keek en er af en toe over wreef. Ze wist dat ze niet veel kon doen. Ze had niks bij zich om hem te helpen en het was te donker geworden om nog naar kruiden te zoeken. Toen ze nog eens naar de rug van Darius’ hand keek, dacht ze midden op de zwelling een minuscuul wondje te zien. Veel gif kon er niet zijn binnengedrongen in het lichaam. Ze wist dat ze ervan af moest blijven; niet om de wond snijden en Darius had eigenlijk niet moeten proberen het wondje uit te zuigen. Hij moest veel drinken en ze moest hem warm houden en voorkomen dat zijn hartslag te veel versnelde. Verder moesten ze het afwachten. Haar neef was ooit ook door eenzelfde soort slang gebeten en die had het ook overleefd, zij het met lelijke littekens op zijn been.
Gedurende de nacht lag ze tegen hem aan en hield hem vast, terwijl hij lag te ijlen. Ondanks dat hij duidelijk koorts had en rilde als een bezetene, voelde hij ijskoud aan en ze kroop soms half over hem heen om hem maar zo warm mogelijk te houden. Pas toen de zon weer in de schacht scheen en het weer wat warmer werd, durfde ze hem los te laten en op zoek te gaan naar eten. Ze keek goed om zich heen, maar nergens zag ze slangen of andere dieren. Insecten waren er genoeg en ook hagedissen, maar die waren veel te snel om te zich te laten vangen.
Met het zwaard kapte ze een dikke wilgenteen en ontdeed dat van zijn scheuten. Nu had ze een lange stok waar ze provisorisch een van de pijlpunten uit Darius’ tas aan bevestigde met behulp van repen van de bast van het boompje. Hiermee durfde ze zich verder in het struikgewas te wagen. Alles waar zich maar iets in kon verbergen, het gras en de gevallen bladeren, alles werd omgewoeld, maar er verroerde zich niets. Beetje bij beetje verzamelde ze nieuwe brandstof voor de komende nacht. Het eten zou dit keer uit plantenwortels moeten bestaan. Haar menstruatie was nog niet gestopt, maar ze voelde zich wel weer wat beter. Nog steeds was ze bang dat die Bulgaar haar zwanger had gemaakt. Kon ze maar naar Danica. Die had vast wel raad geweten.
Ze verkende het eerste stuk van de gang waarlangs ze zouden moeten ontsnappen. Na ongeveer twintig meter was er een bocht en daar achter werd het aardedonker. Wegens het gevaar van slangen durfde ze niet meer verder. Ze ging weer terug naar de bron. Darius lag nog in dezelfde houding te slapen. Ze zag zijn borstkas op en neer gaan, rustiger dan gisteravond dus ze had er al meer vertrouwen in dat het goed zou komen. Ze bestudeerde zijn hand en ook de zwelling begon af te nemen. Ze verzamelde wat kruiden waarvan ze wist dat die een helende werking hadden bij wonden, zoals moederkruid en herderstasje. Maar of ze ook hielpen bij slangenbeten was haar nooit verteld door haar moeder. Ze drenkte twee lappen uit Darius’ tas in de bron en draaide daar de kruiden in; koken was beter geweest, maar ze had niets om in te koken. Ze hoopte maar dat Darius weer snel zou opknappen. Nog een keer zo’n koude nacht zo eenzaam te moeten doorbrengen was haar bijna te veel.
Maar het werden er nóg twee. Zo lang duurde het voordat hij weer bijkwam. Ze gebruikte een van de twee met kruidenwater doordrenkte lappen om het water druppelsgewijs tussen Darius’ lippen te laten vallen. De andere lap draaide ze om Darius’ hand.
De tweede dag gebruikte ze om nog meer kruiden te zoeken en voedsel te verzamelen. Ze trok Darius broek uit en maakte hem zo goed mogelijk schoon. In de tas van Darius vond ze een els en met een paar dunne repen van de stof van Darius hemd dat zij nu droeg lukte het haar om het leren kledingstuk enigszins op te lappen.
Het lukte haar niet meer om hem de broek weer aan te trekken, dus hij lag nu met ontbloot onderlichaam op het mos. Nieuwsgierig had ze zijn geslacht bestudeerd. Dit was voor haar ook de eerste keer dat ze een slappe volwassen pik zag. Die van de Bulgaren waren altijd stijf geweest als ze die te zien kreeg.
Darius sliep gelukkig rustiger als de eerste nacht maar ze deed nog steeds geen oog dicht. Er was van alles te horen in de omgeving. Geritsel van muizen tussen de begroeiing maar er scharrelde van tijd tot tijd toch ook iets groters rond en ze kroop met haar halfnaakte lichaam zo dicht mogelijk tegen Darius aan.
Ze was gewoonlijk niet erg bang aangelegd maar de gebeurtenissen van de afgelopen tijd hadden haar helemaal uit het lood gebracht en de geluiden die ze hoorden baarden haar wel zorgen, omdat ze ook steeds dichterbij leken te komen. Dit beest was echt wel groter dan een konijn.
Zeker de derde nacht toen ze een keer een beetje toch was weggedommeld, werd ze opgeschrikt door bladgeritsel en een regelmatig piepend geluid vlakbij, niet zoals van een muis, maar lager van toon. Ze schoot overeind en pakte schreeuwend haar stok, die ze naast zich had liggen. Met een krijsend geluid maakte het dier zich uit de voeten. Het was schijnbaar nog harder van haar geschrokken dan andersom. Het hart bonkte haar in de keel en ze hijgde hoorbaar. Ze schrok nog een keer toen ze de lage stem van Darius hoorde zeggen: ‘Rustig maar. Dat was maar een das. Jammer dat hij is gevlucht. Ze smaken lekker.’
Ze viel hem om de hals en ze hield hem geruime tijd vast, terwijl hij genoot van haar zachte lichaam tegen zijn blote lijf. Daarna zaten ze nog op het mos naast de bron.
‘Gaat het nu weer goed met je, Darius? Je hebt dagen en nachten geslapen. Ik dacht dat je misschien wel dood zou gaan. Zonder jou komen we hier nooit uit…’
Hij stelde haar gerust en vroeg hoe het haar was vergaan, die paar dagen. Ze vertelde hem dat ze had gedaan wat nodig was geweest om het vuur brandende te houden en dat ze de tunnel al een stukje had verkend, maar dat ze het einde ervan nog niet had gezien. Hij bedankte haar dat ze zo goed voor hem had gezorgd. Intussen was het al weer behoorlijk licht aan het worden.
Hij bekeek haar nog eens. Wat was ze mooi. Ze had zijn hemd weer aan. De stof bedekte nauwelijks haar billen als ze stond en het hemd was van voren grotendeels kapot gescheurd. Ze had geprobeerd met repen stof een soort sluiting te maken en dat was ten dele gelukt. Haar borsten waren niet meer te zien. Jammer vond hij het. Het was het mooiste wat hij ooit had gezien toen ze daar zo naakt in die poel stond. Hij had de afgelopen nachten van haar gedroomd. Ook zijn moeder was in die droom voorgekomen en die had naar hem gelachen. Ook Rona had naar hem gelachen en ineens had ze niets meer aan en ze was naar hem toegelopen terwijl hij op de grond lag en ze was zomaar tegen hem aan komen liggen. Ze was heerlijk warm geweest…
En nu pakte ze zijn hand en trok die omhoog. Ze bestudeerde de rug van zijn hand, waar het slangengif had gezeten. Ze boog zich naar hem toe om beter te kunnen zien en hij staarde rechtstreeks in het hemd. Vlakbij waren ze nu, haar borsten met dikke tepels, veel dikker dan de zijne. Hij wilde dat hij haar mooie ronde borsten mocht voelen, mocht aaien. Hij had hetzelfde gevoel in zijn buik als dat wat hij ’s morgens vroeg wel eens had. Hij kon zijn ogen niet van haar boezem afhouden. Hij had niet eens door dat ze opkeek en zag dat hij naar haar borsten staarde. Zijn wangen waren rood en zijn blik koortsachtig. Het was begeerte, dat wist ze. Ze had dat ook al in de blik van die Bulgaar gezien.
Maar dit was anders, gevoeliger. Ze wist dat ze een bepaalde aantrekkingskracht op veel mannen had. Daar was ze op soms niet al te fijnzinnige manier achter gekomen. Maar toch was het haar gelukt om al te opdringerige mannen van zich af te houden, natuurlijk ook omdat haar vader een boom van een vent was geweest die bij iedereen ontzag inboezemde. Haar moeder had haar al veel verteld over wat een jong meisje moest weten en ze waren samen ook een keer bij Danica geweest. Daarna wist ze ook alles over haar lichaam en jongenslichamen en hoe kinderen werden verwekt. Dat was toen ze vijftien was en voor de eerste keer ongesteld was geweest. Maar ze was nog steeds maagd gebleven tot die noodlottige dag dat de Bulgaren hun dorp hadden overvallen.
Ze zag zijn begeerte. Ze wilde hem nog wel meer tonen, ze vond hem lief. Maar het kón niet. Ze was onteerd door vreemden. Misschien droeg ze hun kind wel. Nooit zou zoiets haar vergeven worden en ze zou de rest van haar leven in schande en met de verantwoordelijkheid voor een vaderloos kind moeten doorbrengen.
Pas na een tijdje kreeg hij door dat ze zag dat hij haar zat te bekijken. Beschaamd wendde hij zijn blik af.
‘Ik vind je zo mooi,’ stotterde hij en keek verlegen naar de grond.
Ze kneep in zijn hand die ze nog steeds vasthield.
‘Heb je nog nooit borsten gezien? Of een naakte vrouw?
‘Jawel, de borsten van Sofia, de voedster. Als ze mijn broertje de borst gaf. Maar die van jou zijn veel mooier. En toen je in de poel stond om je te wassen… toen vond ik je helemaal mooi.’
‘Hoe oud ben je Darius?’
‘Twintig.’
‘En nog nooit heb je een meisje gekust of aan haar borsten gevoeld?’
‘Nee.’
‘Heeft niemand je verteld hoe je met meisjes moet vrijen en hoe je kinderen kunt maken?’
‘Nee, volgend jaar. Als ik ga trouwen, moet ik naar Danica. Zij gaat me alles vertellen, zei mijn vader.’
‘Maar dat betekent toch niet, dat je daar op hoeft te wachten! Je mag zelf ook best wel dingen uitproberen.’
‘Hoe oud ben jij, Rona?’
‘Achttien.’
‘Heb jij wel eens met een jongen gevrijd?’
Ze was stil. Ze wist even niet hoe ze het uit moest leggen.
‘Misschien moet ik je het maar gewoon zeggen, Darius. Je weet dat ze me verkracht hebben. Dat heb ik je al verteld. Eigenlijk is het hetzelfde wat mijn vader en moeder en jouw vader en moeder ook met elkaar hebben gedaan toen ze ons maakten. Alleen wilden ze het zelf omdat ze dat ze van elkaar houden.., of hielden. Sorry. Zo komen er kindjes. Die Bulgaar heeft zijn pik in mij geduwd. Met geweld. Dan heet het verkrachting. Dus ze hebben me verkracht, maar ik heb nog nooit gevreeën met een jongen waar ik van hield.’
‘Krijg jij nu ook een kind, Rona?’
‘Misschien. Ik hoop het niet. Maar volgens Danica is er wel een kans als de man met zijn pik in je klaarkomt. En dat heeft hij elke dag gedaan, zolang ik bij hem was. Ik denk wel vijf dagen. Ik weet het niet eens meer. Ik wil er liever niet meer over praten. Het was vreselijk. Maar ik ben zo blij dat je hem hebt gedood, Darius.’
‘Ja. Hij was dezelfde vent die Wojtek heeft vermoord, dat heb ik zelf gezien. En misschien heeft hij ook wel mijn broers en mijn ouders… Maar hoe komt het dat jij dit allemaal weet, Rona?’
Mijn moeder heeft me veel verteld en ik ben samen met haar naar Danica geweest. Dat doen de meeste moeders in het dorp met hun dochters als ze voor het eerst omgesteld zijn geworden. Je weet wel, als ze bloeden tussen hun benen zoals ik. Dat is het teken dat een meisje kinderen kan krijgen.’
‘Heb jij wel eens van meisjes gedroomd, Darius?’
‘Nee, alleen vannacht. Toen heb ik van jou gedroomd. Toen je je aan het wassen was.’
‘Was je pik wel eens hard als je gedroomd had?
‘Iedere morgen, maar dat gaat vanzelf weer over.’
‘Je weet écht helemaal niks, hè?’
Hij moest beschaamd toegeven dat hij nagenoeg onwetend was.
Ze nam een besluit. Wat maakte het uit. Ze kon deze mooie jongen best wel een paar lessen geven. Niet dat ze zelf veel ervaring had, maar ze was bij Danica geweest en dat betekende heel wat. Na die keer dat ze met haar moeder was geweest, was ze nog een paar keer terug gegaan en Danica had haar veel dingen geleerd. Misschien moest ze die lessen maar gebruiken om deze jonge vent wat wijzer te maken. Hij was nog ongerept. Hij vertoonde nog niet het mannengedrag, dat vrouwen ondergeschikt waren en alleen goed voor huishoudelijk werk en kinderen baren. Veel mannen in het dorp hadden dat wel en de meesten sloegen hun vrouw. Ook Rona’s vader sloeg haar moeder wel eens. Dat werd heel normaal gevonden. Maar Darius was anders. Hij leek op zijn vader besefte ze nu, die ze eigenlijk alleen maar kende van de dorpsbijeenkomsten. Het was een waardige man die zijn vrouw met respect behandelde.
Ze stond op, maakte het hemd los en trok het uit. Darius wist niet waar hij moest kijken en op het laatst sloeg hij zijn ogen neer. Ze ging vlak voor hem staan, totdat zijn haren tegen haar buik kriebelden. Ze knielde voor hem neer en ging op haar knieën voor hem zitten. Daarna pakte zijn beide handen en legde ze op haar borsten. Een steek ging door zijn buik. Wat waren ze zacht, maar ook weer stevig. Hij voelde haar tepels in zijn handpalmen verstijven.
‘Je mag ze wel een beetje aaien, hoor. Dat voelt voor mij ook fijn. Voor jou ook?’
Aarzelend begon hij te strelen. Al snel legde ze haar handen weer op de zijne en moedigde hem zo verder aan. Zijn tongpuntje lag tussen zijn lippen en hij begon sneller te ademen. Ze zag zijn steeds groter worden, hij had zijn broek immers nog steeds niet aan. Nu moest ze het initiatief houden. Ze trok hem tegen zich aan, zijn handen nog steeds op haar borsten en sloeg de armen om hem heen. Ze streelde zijn rug en liet haar handen langzaam naar beneden glijden over zijn licht behaarde gespierde billen. Nu begon hij haar borsten te kneden, gelukkig niet te hard, maar wel stevig. Het voelde goed voor haar.
Zijn terughoudendheid nam af. Ze zoog haar warme lippen vast in zijn hals, onder zijn oren en ze likte soms aan zijn oorlel. Hij kreeg kippenvel. Daarna kuste ze hem op de mond. Eerst hield hij zijn lippen stijf dicht, maar ze wist hem zover te krijgen dat hij terug kuste. Wat later speelden hun tongen met elkaar. Met haar handen tegen zijn schouders duwde ze hem achterover met zijn rug op het koele mos.
Ze kuste zijn tepels en speelde met zijn navel. Haar handen vonden zijn stijve pik. Na dagenlang te hebben geslapen zonder zich te wassen rook het niet erg fris meer, maar ze vermande zich. Ze streelde het geval dat veel groter was dan de hertshoornen namaakpik die Danica had gebruikt om haar te leren wat ze nu zou moeten gaan doen. Ze zou hem daar moeten kussen en hem in haar mond moeten nemen, zodat hij klaar zou komen. Alleen dan zou ze de spanning bij hem wegnemen en was de kans groot dat zijn driften het niet zouden overnemen en haar niet meer zou willen verkrachten.
Rona sloot haar ogen en deed wat Danica had voorgedaan. Ze kuste zijn eikel, waarvan de voorhuid zich al had teruggetrokken en proefde zijn voorzaad. Dat was gelukkig lekker en kruidig. Langzaam liet ze haar volle lippen om zijn eikel glijden en begon te likken en te zuigen. Darius stootte zijn heupen werktuigelijk naar boven, maar ze hield zijn pik stevig vast, zodat zijn pik niet te ver in haar mond drong. Ze had gezien dat Danica de kunstpik helemaal tot in haar keel liet glijden, maar dat ding was veel dunner geweest. Ze had het zelf ook geprobeerd, maar ze moest bijna kotsen. Darius begon steeds harder te hijgen terwijl Rona steeds wilder aan zijn pik likte en zoog. Ze voelde zelf ook kriebels in haar buik terwijl ze zo bezig was en gleed met haar gladde hand over haar kutje. Ze was nog nooit zo vochtig geweest. Ze raakte het speciale plekje en er ging een heftige rilling door haar heen. Ze rook zijn sterke lichaamsgeur niet meer.
Ineens kwam Darius half overeind en legde zijn grote handen aan de zijkant van haar hoofd. Hij keek haar met grote ogen aan en wist dat het nu ging komen. Er zou sperma uit zijn lul komen, gelukkig was dat maar een klein beetje had Danica gezegd. Je kon het doorslikken of uitspugen, had ze gezegd. Danica slikte het meestal door want meestal smaakte hartstikke lekker, vond ze.
Maar wat er nu kwam, daar had Danica haar niet op voorbereid. Straal na straal van zijn dikke zaadvocht stroomde in haar mond. Ze kon het met geen mogelijkheid binnen houden. Het liep van haar kin op zijn buik. Alleen de laatste beetjes slikte ze door. Ze vond het heerlijk. Ze keek naar de grote klodders zaad in zijn schaamhaar en op zijn buik. Ze likte hem zo goed mogelijk schoon, terwijl ze zijn nasijpelende piemel nog steeds in haar hand geklemd hield. Volgens Danica zou hij nu slap moeten worden, maar daar was bij Darius niks van te merken. Nog steeds golfden er kleine stroompjes sperma uit de kop van zijn pik. Het liep over haar vingers. Ook dat likte ze op. En omdat ze er zo’n zin in had begon ze hem opnieuw te pijpen, terwijl ze zichzelf vingerde. Dit keer deed ze het rustiger, maar Darius reageerde direct met zijn heupen. Hij kreunde steeds harder en niet veel later kwam hij weer met een harde kreet. Nu kwam er veel minder uit en ze slikte alles wel door, terwijl ze zelf ook een orgasme had en haar wang rillend van de spasmen op zijn naschokkende buik legde. Zachtjes verslapte zijn lul in haar hand en ze vielen in een diepe slaap.
Een beetje geduld graag. De aanloop graag is nogal lang! Maar de seks komt heus nog.
Achter hen klonken angstaanjagende kreten. De vrouw en de man wisten dat ze hen vlak op de hielen zaten maar, te bang om te struikelen, durfde geen van beiden achterom te kijken. Hun longen deden zeer. Takken striemden hen in het gezicht terwijl ze probeerden te ontkomen aan hun achtervolgers. Als die hen te pakken zouden krijgen zouden ze hun huis, hun familie en hun vrienden nooit meer terugzien...
Ze keken angstig om zich heen. Het terrein begon iets op te lopen en ook de vegetatie veranderde. Daar, iets verder was een bosje laag kreupelhout tussen de hoog opschietende berken. Misschien konden ze zich daar verbergen totdat de achtervolgers het hadden opgegeven. Ze haalden armen en benen open aan de scherpe doornstruiken maar wisten toch ver in het bosje door te dringen. Plots stonden ze voor een soort aarden gang die onder de wortels van een omgevallen boom zijn ingang had. Hij aarzelde, het leek hem het hol van een beer. Een minuscuul stroompje water stroom naar buiten en vormde voor de ingang een drekkige modderpoel waarin reusachtige, geklauwde pootafdrukken waren te zien.
Veel keuze hadden ze niet. Achter hen kwam het roepen dichter en dichterbij. Maar ook hoorden ze de honden blaffen, akelig dichtbij. De man wist dat ze nooit aan die honden zou kunnen ontkomen.
Doldriest kroop hij het hol in, de vrouw achter zich aantrekkend. De stank daarbinnen was ondraaglijk en ze moesten bijna kotsen. In het licht van de ingang achter zich lagen hier en daar op de grond half versplinterde botten van grote grazers met stinkende vleesresten er nog aan. Wat voor iets kon de enorme botten van een wisent zo verpulveren, vroeg hij zich af. Ook lag er een mensenschedel en bij het zien daarvan slaakte de vrouw een angstige kreet. Maar wat er ook in het hol huisde, het dier was er nú niet.
Buiten het hol baanden de honden zich jankend een weg door de doornstruiken. Ze moesten verder, anders zouden de beesten hen zeker verscheuren, zoals ze met Wojtek hadden gedaan. Hij duwde haar verder het hol in. Buiten, vlak bij de ingang hoorden ze plotseling zwaar gegrom en brekende takken. De beer, een reusachtige beest, keerde blijkbaar terug naar zijn hol of was op de herrie afgekomen. Bij de ingang van het hol hielden de honden blaffend en jankend stil. Schijnbaar in twijfel of ze moesten doorgaan met de achtervolging of zich tegen de beer moesten verweren, durfden ze niet verder naar binnen. De beer draaide zich naar hen toe en met een machtige uithaal wist hij een van de honden te raken. Dodelijk gewond en kermend vloog het beest een stuk door de lucht. De andere honden weken een stuk en bleven op afstand staan te blaffen en grauwen. Verderop riep iemand iets in een onbekende taal en de beer richtte zich om een eventuele verdere bedreiging het hoofd te bieden. De stemmen kwamen dichterbij, maar waarschijnlijk bij het zien van het imposante beest, klonk er een bevel en wat later leken de geluiden van honden en mensen te verstommen.
De beer draaide zich om en snoof de lucht op. Meteen daarop kwam het beest naar de ingang en dus hun kant op hobbelen. Ze moest snel maken dat ze weg kwamen en de enige vluchtmogelijkheid was om dieper naar binnen te gaan. Met alleen zijn korte zwaard en mes als wapen was hij geen enkele partij voor dit kolossale beest. De vrouw voor zich aansporend kropen ze steeds dieper weg maar de beer was hen duidelijk op het spoor. Waar de tunnel te nauw werd, wrikte het beest met speels gemak de aarde aan de kant. Langzaam werd de gang smaller en hij kwam zelfs even vast te zitten, waar de slanke vrouw nog met gemak verder had kunnen kruipen. Ondanks alle stress keek hij bewonderend naar de blote billen van de voor hem uit kruipende vrouw.
De beer was nu vlak achter hem en verwoed groef hij door. Hij vreesde dat zijn laatste uur had geslagen. De vrouw had zich omgedraaid en begon uit alle macht de aarde die hem tegenhield weg te graven met haar blote handen.
Nu keek hij in het veel te grote hemd dat ze van hem had gekregen om haar naakte lichaam te bedekken en zag haar blanke borsten bungelen. Nog nooit had hij zulke mooie borsten gezien. Eindelijk kwam hij vrij van de aarde om zich heen en kroop snel verder. De veel grotere beer kwam nu gelukkig niet meer verder. Het beest brulde woedend en werkte zich grommend weer achteruit en bleef nog enige tijd brullend achter. Tussen hen en de beer begon de aarden gang in te storten. Wanhopig probeerden ze de enorme hoeveelheden vallende aarde en rotsen voor te blijven.
Hij voelde een luchtstroom; frisse lucht kwam hen tegemoet. De aarden gang ging over in een diepe en gelukkig solide spelonk in een rotswand. Het waterstroompje kwam, nu helder, uit de spelonk stromen. Ze konden weer rechtop staan en liepen de grot binnen Net op tijd want achter hen stortte alles in en de gang terug naar het berenhol werd helemaal achter hen afgesloten. Alleen tientallen meters omhoog viel wat indirect licht naar binnen. Hijgend van de inspanning stonden ze daar eventjes bij te komen. Ze zagen eruit als varkens. Ze hadden op hun buik door de aarden gang moeten kruipen, door het stroompje water. Zijn broek was gescheurd en hij was een van zijn laarzen verloren. Het hemd van de vrouw, was van voren kapot gescheurd. Ze deed nauwelijks pogingen om zich te bedekken. Haar buik en borsten zaten onder de vieze modder. Snel sloeg hij zijn ogen neer.
Ze moesten verder, terug was sowieso geen optie meer en die luchtstroom moest toch ergens vandaan zijn gekomen. De tocht was er nog steeds, maar het leek nu minder hard te trekken. Het was flink donker, maar met het weinige licht uit het gat boven hen kwamen ze met moeite verder over de onregelmatige rotsbodem, nog steeds het beekje stroomopwaarts volgend. Ineens werd het weer wat lichter en was er geluid voor hen; het leek op geruis van water…
Darius was de op één na oudste zoon van een kleine landheer in een berggebied in de Balkan, waar de bijna onbereikbare valleien tussen de bergketens groen en vaak ongerept waren. Er waren daar grazige weiden en in sommige van de wat beter toegankelijke valleien waren kleine leefgemeenschappen.
In een van die valleien heerste Vlad, de vader van Darius. Er waren uitgestrekte bossen waartussen op de wat meer vruchtbare gronden akkers waren aangelegd, waar graan en andere dingen werden verbouwd. In de bossen leefden het wild dat voor de vleesvoorziening zorgde. Hun dal had een grotere ingang naar het westen, waar de rivier het dal verliet en waardoor alle contacten met de buitenwereld verliepen. Naar het zuiden was aan beide oevers van de rivier een groot en bijna ondoordringbaar woud. Een paar onverschrokkenen hadden zich wel eens met kleine bootjes stroomopwaarts gewaagd en waren via stroomversnellingen en watervallen na vele kilometers geploeter voor een smalle kloof beland waaruit de rivier donderde die hun dal zo vruchtbaar maakte. Daar was de stroom nog veel wilder en het was hier niet mogelijk zich nog verder stroomopwaarts voort te bewegen. Verder gaan was ook ronduit gevaarlijk vanwege het feit dat het peil van de rivier nogal plotseling kon variëren. Tegenwoordig waagde zich hier eigenlijk nooit meer iemand. In het woud langs de rivier leefden volgens de legendes geheimzinnige wezens die je nooit te zien kreeg, maar waar iedereen wel afschuwelijke verhalen van wist. De bergen rond de vallei waren steil en nauwelijks verkend. Niemand waagde er zich omdat de enkeling die dat toch had geprobeerd nooit meer terug werd gezien.
Tot niet lang geleden had er een machtige koning over het land geheerst maar sinds enige tijd waren diens afgezanten en belastinginners niet meer geweest. Het nieuws had zich verspreid dat Bulgaren vanuit het zuidoosten het rijk waren binnengedrongen die het leger van de koning hadden verslagen. De koning was opgehangen en zijn familie was volgens de geruchten in gevangenschap afgevoerd. Sindsdien heerste er wetteloosheid in het rijk. Steeds verder trokken de legers van de Bulgaarse vorst uit het zuidoosten op en plunderden alles waar maar te plunderen viel. Ze hoorden al geruime tijd verhalen over de gruwelijkheden die de veroveraars pleegden ten opzichte van de overwonnen bevolking. Sindsdien liet de vader van Darius de ingang van de vallei bewaken door wat ruiters, die de bevolking moesten waarschuwen als er onraad dreigde. Tot dusver was het rustig gebleven en hadden de gevreesde Bulgaren zich niet in hun landstreken vertoond. De aandacht van de patrouilles was behoorlijk aan het verslappen en ze lagen regelmatig in hun tent te slapen tijdens de donkere nachten omdat er nooit wat gebeurde.
Ondanks dat de ouden Darius vaak hadden gewaarschuwd om het bos ten zuiden van het dorp niet te betreden was hij met zijn vier broers een dikke week geleden toch het bos ingetrokken om te gaan jagen, omdat er in de ander gebieden waar ze normaal gesproken jaagden momenteel weinig wild was. Ze waren behoorlijk diep in het bos gegaan en hadden Wojtek, de jongste van de broers op een open plek in het bos achtergelaten om op de lastpaarden te letten.
Ze hadden nogal succes gehad bij het jagen en Darius was teruggereden om Wojtek en de paarden op te halen, zodat ze de herten en everzwijnen erop konden hijsen en naar huis terug konden keren.
Tijdens hun afwezigheid had het noodlot dan toch toegeslagen. De wachtposten aan de ingang van de vallei waren in hun slaap verrast en zonder pardon om het leven gebracht. Daarna was een groep van honderden ruiters het dal ingetrokken en had de nederzetting waar de vader van Darius zijn kleine burcht had overvallen en daar vreselijk huisgehouden.
Darius schrok van het kabaal voor zich. Er klonk gegil van een angstig iemand; hij dacht de stem van zijn broertje te herkennen. Ook hoorde hij het janken van opgehitste honden. Hij klom van zijn paard en sloop verder naar de plaats waar de jongen was achtergebleven. Een groep ruiters galoppeerde rondjes op de open plek. Het leek erop dat Wojtek in de midden van de wervelende groep stond. De paardenhoeven wierpen veel stof op zodat hij de jongen soms nauwelijks kon zien.
De vrijwel weerloze jongen prikte met zijn mes dreigend om zich heen maar de ruiters waren totaal niet geïntimideerd door zijn verweer. Met hun speren en zwaarden prikten ze naar hem en Wojtek vertoonde al meerdere wonden op zijn lichaam.
Er grote vent schreeuwde een bevel en een groot deel van de ruiters splitste zich af van de groep en trok verder, richting de plek waar Darius in de struiken zat verscholen. Hij dook dieper weg. Ze merkten hem niet op terwijl ze langsreden en gelukkig hadden ze de honden ook achtergelaten op de open plek. Die honden waren bakbeesten van dieren, zelfs groter nog dan een wolf en ze leken daar ook niet op. Het was een ras dat hij nog nooit had gezien.
Buiten degene die kennelijk het bevel voerde en de rest had weggestuurd waren er nog zo’n twintig ruiters achter gebleven. Darius probeerde een plan te bedenken om zijn broertje te bevrijden. Hij en zijn broers waren niet erg zwaar bewapend geweest toen ze er op uit trokken om te gaan jagen, alleen zijn boog en zwaard had hij mee, maar de boog hing nu aan het zadel op zijn paard en daarmee had hij in deze situatie weinig kunnen uitrichten.
Het probleem werd voor hem opgelost. De grote bevelvoerder trok een zweep van zijn zadelknop en ontrolde de volle lengte met een soepele handbeweging. Met één welgemikte slag knalde het uiteinde van de zweep om Wojteks pols en het mes vloog door de lucht. Meteen gaf de kerel zijn paard de sporen en de arme jongen werd meegesleurd totdat hij het uiteindelijk niet meer kon bijbenen en viel. Woedend moest Darius aanzien hoe de ruiter nog een paar rondjes over de open plek galoppeerde, de krijsende jongen achter zich aanslepend. Toen Wojtek niet meer te horen was, stopte hij en riep wat naar de kerels die de honden in bedwang hielden. Meteen daarop werden de beesten losgelaten en ze stortten zich jankend en huilend op de nog nauwelijks bewegende jongen. Er klonken nog een paar rauwe kreten, maar het was vrij snel afgelopen. Na een tijdje rukte de ruiter aan zijn zweep. Slechts een stuk onderarm hing nog aan het uiteinde. De kerel rolde de zweep weer op en hing hem met arm en al aan de zadelknop, als een trofee. Darius prentte zich de afschuwelijke tronie met het grote litteken over zijn linkeroog in het geheugen. Ooit zou hij het hem vergelden, maar om nu in actie te komen zonder noemenswaardige wapens zou pure zelfmoord zijn.
Ver achter zich hoorde hij kreten. Een deel van de ruiters die eerder waren weggereden, keerde terug met Darius’ paard. Hij had het toch nog niet ver genoeg in het bos geleid en vastgebonden. Ze schreeuwden wat naar de mannen die waren achtergebleven. Die gebaarden naar de honden maar de beesten luisterden nergens naar. Ze waren nog veel te druk bezig met het verscheuren van Wojtek en vochten om de brokken vlees die ze van zijn lichaam afscheurden.
Darius wist dat het een kwestie van tijd was voordat ze de beesten weer in het gareel hadden. Hij moest zien dat hij uit de buurt kwam, naar de rivier waar de honden zijn geur zouden kwijtraken. Langzaam en voorzichtig werkte hij zich naar achteren uit de struiken aan de rand van de open plek. Hij was nu uit het zicht en durfde zich wat meer op te richten. Hij rende richting de plaats waar hij zijn drie andere broers had achtergelaten met de jachtbuit.
Het kostte hem moeite om de plaats weer te vinden, en na een dik uur te hebben, hoorde hij geluid van paardenhoeven, soms klonken er bevelen. Het was dezelfde grote groep die hij bij de plek waar zijn broertje was weggereden. Hij herkende ook de paarden van zijn broers die werden meegevoerd. Dat zag er slecht uit, vond hij. Wat later, het spoor van de ruiters in tegengestelde richting volgend, vond hij hen, liggend op de grond. Ze waren dood, doorboord door vele pijlen.
Voorzichtig naderde hij de lichamen. De jachtbuit was meegenomen. Vladimir, zijn oudere broer, lag met vier pijlen in zijn rug bovenop zijn boog. Zijn pijlenkoker was bijna leeg. Die van zijn andere broers waren nog bijna halfvol. Huilend rolde hij het lichaam van zijn broer opzij en pakte de boog. Ook verzamelde hij de pijlen die er nog waren zodat hij weer wat beter bewapend was. Voorzichtig verkende hij zijn omgeving. De ruiters konden weten dat er nog iemand in het bos moest rondlopen en hij verwachtte dat ze hem zouden gaan zoeken dus hij moest voorzichtig zijn.
Hij zag dat de paardensporen ook weer terugliepen in de richting vanwaar ze waren gekomen. Uiterst voorzichtig volgde hij de sporen. Een paar honderd meter verderop vond hij drie achtergelaten lichamen. Eentje van de drie leefde nog, maar nauwelijks. Er gutste veel bloed uit de wond in zijn hals, waar nog een pijl uitstak. Het was een pijl van Vlad. Dat kon hij zien aan de geel met zwarte gestreepte veren die Vlad altijd gebruikte. Ook uit en van de andere lijken stak een geelzwarte pijl; de derde had een pijl met zwarte veren, van Georgi in zijn ribbenkast. Ze hadden hun huid dus duur verkocht, dat was wel zeker want er waren nog meer verse bloedsporen verderop op het pad waarlangs de groep was verdwenen en een aantal van de ruiters was duidelijk gewond geweest toen ze langs zijn haastig gekozen schuilplaats reden, want ze hingen bloedend over de hals van hun paarden.
De gewonde man rochelde en stak zijn hand naar hem uit. Darius pakte de kerel bij zijn wilde haardos en trok zijn hoofd achterover, Hij trok zijn jachtmes en sneed met één beweging de keel van de man over. Ze hadden ook geen medelijden met zijn broers gehad. Het was de eerste mens die hij doodde en hij voelde er helemaal niets bij.
Het was onwezenlijk stil in het bos. Je hoorde zelfs geen vogels fluiten. Hij besloot terug te gaan om de lichamen van zijn broers te begraven of om ze ten minste te verstoppen, maar eenmaal terug op de plek waar zijn broers lagen, vond hij niets waarmee hij in de harde, droge grond kon dringen. Eén voor één droeg hij de lichamen een stuk dieper het bos in en verborg ze onder wat afgebroken takken, dode bladeren en wat hij nog meer kon vinden.
Hij liep weer terug naar de plaats waar de lichamen hadden gelegen. Tijdens zijn moeizame arbeid had hij bedacht dat hij de ruiters in ieder geval zou kunnen volgen en misschien wel een van hun paarden stelen. Hij was, net als zijn broers waren geweest, een uitstekende boogschutter dus misschien kon hij er ook nog wel een paar te grazen nemen.
Hier en daar op de open plek lagen nog wat pijlen die hun doel hadden gemist. De vijf pijlen van de Bulgaren die hij had gevonden, waren korter dan die van Darius en zijn broers. Op zijn eigen boog kon hij er niets mee, maar de driehoekige ijzeren punten brak hij eraf. Misschien vielen die nog te gebruiken als hij nieuwe pijlen moest maken. Hij stopte ze in de leren tas die aan zijn riem hing.
Met twee volle pijlenkokers en de boog van Vlad over zijn schouders ging hij op weg naar waar de moordenaars van zijn broers waren verdwenen. Nog steeds waren er om de zoveel tijd bloedsporen te vinden langs het paardenspoor, maar hij vond geen verdere slachtoffers. Aan de stand van de zon kon hij opmaken dat hij naar het westen liep, dus de kant van de rivier op.
Een tijd later klonk het geluid van blaffende honden, lachende mannen en krijsende vrouwen. De geur van geroosterd vlees drong tot hem door. Aan het kabaal te horen was dit de hoofdgroep. Darius schatte de grootte daarvan op veel meer dan honderd man. En zeker nu, met die honden erbij kon hij helemaal niets uitrichten. Hoezeer het hem ook pijn deed, hij kon niets doen voor de angstig krijsende vrouwen.
Hij trok zich ver terug in het woud en zocht naar een manier om de rivier te bereiken. Daarvoor moest hij voorbij de groep. Tot nu was hij benedenwinds gebleven dus de honden hadden hem nog niet geroken, maar als hij een omtrekkende beweging maakte kon het zo maar dat ze hem wel gingen ruiken.
Er zat dus niet veel anders op dan helemaal terug te gaan naar de plaats ongeveer waar zijn broers lagen om vandaar naar het westen te gaan en te proberen zodoende de rivier te bereiken.
Het begon al te schemeren toen hij weer terug was. Zich in de stikdonkere nacht proberen een weg te banen door het dichte woud zou gekkenwerk zijn. Hij besloot daarom maar een veilige plek te zoeken om wat uit te rusten. Misschien was het het beste om vlak bij de voorlopige graven van zijn broers te gaan liggen. Daar waren wat omgevallen bomen en hij kon er zich vrij goed verschuilen.
De volgende morgen werd hij gewekt door hoefgetrappel. Voorzichtig keek hij uit zijn schuilplaats. Er waren drie ruiters teruggekomen naar de plaats waar de drie lijken van zijn broers waren achtergelaten. Twee paarden waarvan hij allen maar de lijven en de benen van de ruiters zag, bleven half in de schaduw van de bomen. Op één paard waren twee ruiters, zag hij aan de benen die langs het lijf hingen; één paar dunne blote benen en een paar in leren broekspijpen gehulde, zware benen. Er bungelde nog iets naast het paard, maar ze waren nog te ver weg om te kunnen onderscheiden wat dat was. Een derde ruiter stond midden op de kleine open plek en keek vanaf de rug van zijn paard naar de grond. Daarna volgde hij met zijn ogen het spoor dat was achtergebleven toen Darius de lichamen het bos indroeg. Hij gaf zijn paard zachtjes de sporen en volgde langzaam de platgelopen grashalmen het bos in. Zonder Darius te ontdekken reed de kerel op tien meter langs hem. Iets verderop leek hij de graven van Darius’ broers te hebben ontdekt want hij staarde naar de plek waar de stukken hout en bladeren op de lichamen lagen opgestapeld. Hij brulde wat over zijn schouder en even later zag Darius de twee anderen naderen. De voorste hield een naakte jonge vrouw voor zich. Darius herkende haar als Rona, de oudste dochter van de molenaar van het dorp. Ze had altijd zo’n mooie oogopslag als ze elkaar wel eens ontmoetten en ze lachte ook altijd. Maar nu keek ze met een lege blik voor zich uit. De man die haar vasthield kende Darius ook: nog geen dag geleden had deze kerel Wojtek de dood in gejaagd.
Ook deze twee ruiters hadden geen oog voor de omgeving en galoppeerden vlak voorbij de schuilplek van Darius. Bij de graven was de verkenner al begonnen met het verwijderen van de takken. Een voor een kwamen de lichamen tevoorschijn. De vrouw werd ruw van het paard gegooid, de kerel die achter haar had gezeten, klom van het paard en sleurde de vrouw aan haar haren naar de lichamen. Ze wees naar de lijken en noemde hun namen. Op een vraag van de man, die blijkbaar hun taal sprak, vertelde ze dat alleen Darius er niet bij was. De man draaide zich met de vrouw naar de paarden. Zijn paard draaide met hen mee. Op de rug van het paard bungelde een zweep met de onderarm van Wojtek er nog steeds aan vastgesnoerd. De vrouw was vreselijk mishandeld. Bloed gutste uit haar onderlijf langs haar benen en ze kon nauwelijks blijven staan. Met een soepele sprong zat de kerel weer op het paard en tilde de van pijn krijsende vrouw aan haar lange zwarte haren weer terug voor zich op de rug van het beest, boven op de zadelknop die in haar onderlijf drong. Ze gilde van pijn.
Hij wilde net het paard aansporen om langs dezelfde weg terug te rijden toen een pijl hem met dodelijke precisie in het enige goede oog trof. Darius had in een vlaag van woede zijn pijl en boog gegrepen, gespand en de pijl laten vertrekken. Hij had al jaren niet meer gemist en ook dit keer was zijn schot dodelijk zeker. Met een harde brul stortte de kerel, de vrouw voor zich meeslepend in zijn val. Hij was al dood voordat hij de grond raakte. Meteen had Darius al een tweede pijl op zijn boog gezet en schoot ook de man die de graven had ontdekt en net weer was opgestegen opnieuw van zijn paard. De derde die iets verderop stond, keerde zijn paard en galoppeerde weg, verder het bos in en daar afbuigend naar de route waarlangs ze met zijn drieën waren gekomen en voordat Darius ook hem kon neerschieten. De andere twee paarden renden ruiterloos achter hem aan. Darius liep maar de plek waar zijn twee slachtoffers en de vrouw gevallen waren.
Hij overtuigde er zich eerst van of de twee werkelijk onschadelijk waren. Hij was weer eens trefzeker geweest. De moordenaar van Wojtek was morsdood, de ander had de pijl dwars door zijn nek gekregen en blies rochelend zijn laatste adem uit.
‘Dood me, heer Darius.’ klonk een bevende stem achter hem. ‘Ik wil niet meer leven.’
Achter hem was de molenaarsdochter overeind gekomen en lag op haar knieën, de handen gevouwen en grote rode striemen van zweepslagen over haar rug. Ze smeekte hem haar te doden. De schande was te groot.
Hij riep de heilige Olga aan en wendde zich af vanwege haar naaktheid. Hij trok zijn hemd uit en gaf het haar zodat ze zich kon bedekken. Nooit zou hij een vrouw kunnen doden.
Rona vroeg hem om zijn zwaard, zodat ze er zichzelf in kon storten maar ook dat weigerde hij.
Hij vroeg haar hem in plaats daarvan te helpen met het graven van een beter graf voor zijn broers. Flink wat verderop in het bos vonden ze een geschikte kuil, waar ze de lichamen in konden leggen. De restanten van Wojteks arm legde hij erbij. Daarna bedekten ze alles met de aarde die ze met behulp van de zwaarden van de ruiters hadden kunnen losmaken. Daarbovenop ging een laag bladeren. Alle sporen die erop konden wijzen dat de drie daar lagen, wisten ze uit. Hij prentte de omgeving nog eens goed in zijn geheugen zodat hij de plaats nog zou kunnen terugvinden.
Onder het werken had Rona hem verteld wat er was gebeurd. Hoe zij en haar ouders uit de watermolen waren gesleept. Eerst hadden ze haar vader aan het schoepenrad gebonden. Vervolgens hadden ze haar moeder alle kleren van het lijf gescheurd en verkracht terwijl hij hangend aan het rad had moeten toekijken. Daarna werd haar moeder ook aan het rad gebonden en hadden ze getweeën moeten meemaken hoe ze zich ook aan Rona vergrepen. Vervolgens hadden ze het molenrad in werking gezet, zodat haar ouders langzaam aan het langzaam draaiende rad waren verdronken.
Darius hoorde hoe zijn vader en bijna iedereen verder was omgebracht. Ze hadden alle jongere vrouwen verkracht en sommigen daarna ook vermoord. De lijken van Darius’ ouders waren samen met bijna alle andere vermoorde dorpsbewoners naakt op staken gespietst. Die staken waren in het midden van het dorp in de grond geplant. Sommigen hadden toen toch nog geleefd. De jongere vrouwen en meisjes werden meegesleurd naar een kamp, waar hen nog verschrikkelijker dingen was aangedaan. De kinderen waren in boerenwagens geladen en weggevoerd. Niemand wist waarheen. Een handjevol mensen had kunnen ontsnappen en was het bos ingevlucht
Opnieuw smeekte Rona hem haar te laten sterven. Hij bleef het weigeren, hoezeer hij ook begreep waarom ze niet meer wilde leven. Hij kón geen vrouw doden.
De man die door Darius was gedood, was een van de hogere aanvoerders. Hij hield haar sinds vanmorgen voor zich op het paard omdat er vanuit het bos op hem geschoten was. De nachten daarvoor had hij haar in zijn tent had als zijn vrouw misbruikt.
Het begraven van de lichamen had lang geduurd, té lang wisten ze. Toen ze wat uitrustten van de inspanning, hoorden ze in de verte al geroep van mannen en gedaver van paardenhoeven. Snel raapten ze het noodzakelijkste bijeen en maakten ze zich uit de voeten. In hun haast en om de ruiters te ontlopen, liepen ze de verkeerde kant op, weer naar het oosten, van de rivier weg en naar de bergen. De vrouw was gelukkig redelijk getraind en fit, ondanks de gruwelen die ze had moeten ondergaan. Ze had geweigerd om kleding van zijn broers of van de twee barbaren te dragen, zelfs een paar van hun leren ruiterlaarzen wilde ze niet dragen. Blootsvoets snelde ze achter hem aan door het bos. Ze bloedde nog steeds en liet zodoende een voor honden fantastisch spoor achter. Langzaamaan kwamen hun achtervolgers die natuurlijk ook sneller waren omdat ze te paard waren, dichterbij. Net toen ze reddeloos verloren leken, ontdekten ze de onderaardse gang…
Ze waren weer in de open lucht, de warme zon verdreef de kou van de grot uit hun lichamen. Het geruis bleek van een bronnetje dat van de bergwand klaterde en een kraakheldere rotspoel had gevormd. Het smalle beekje dat zich na de poel vormde, splitste zich. Het kleinste beekje was het stroompje dat door de gang had gestroomd, waar ze door waren ontsnapt. De grotere aftakking verdween naar de rotswand verderop in een gang die zeker groot genoeg was om rechtop doorheen te lopen. Hij verkende de omgeving en het bleek dat ze in een ruime, honderd meter brede schacht waren beland. De wanden waren loodrecht en onmogelijk te beklimmen. Het leek een enorme grot waarvan het dak was ingestort. De enige uitweg was de gang waar het beekje doorheen stroomde. Hij ging terug naar de poel waar hij Rona had achtergelaten. Ze had het hemd uitgetrokken en uitgespoeld. Het lag nu te drogen op een rotsblok in de zon. Ze was met een van pijn vertrokken gezicht haar onderlichaam aan het wassen. Nog steeds liep het bloed langs haar benen; het leek zelfs wel iets meer geworden, maar dat kon komen vanwege het water. Ze deed geen enkele moeite om zich te bedekken, toen hij bij haar aankwam. Hij zette zich op de rots naast het drogende hemd en deed net of hij de andere kant uitkeek. Ze was erg mooi, vond hij. Nooit had hij een vrouw naakt gezien, zelfs geen blote borsten, behalve die van de vrouw die zijn broertjes en zusjes had gevoed. Haar borsten waren dik en slap geweest met enorme spenen als tepels, maar deze…
Ondanks zijn leeftijd van twintig jaar, had hij nooit met een meisje seks gehad. Hij zou gaan trouwen met Ekatherina de dochter van een landheer uit een gebied vlak bij de hoofdstad; een meisje dat nog zestien moest worden en dat hij helemaal niet kende. Dat hadden zijn en haar vader bij haar geboorte bepaald en er viel niet aan te ontkomen. Dat waren de tradities. Ook zijn broers waren uitgehuwelijkt. Maar van die huwelijken kon nu niets meer komen en hij vroeg zich af Ekatherina nog wel leefde. Waarschijnlijk niet, de hoofdstad was al maanden eerder ten prooi gevallen aan de barbaren en met de verhalen die hij van Rona had gehoord, vreesde hij het ergste voor het meisje. Er was nauwelijks nieuws geweest uit dat gebied. Misschien was het maar het beste als ze meteen was omgekomen. Hij vreesde ook voor het lot van zijn tweelingzusjes van twaalf, Emese en Ioana. Rona had daar niets over had kunnen zeggen omdat ze ze niet meer had gezien..
Af en toe gluurde hij naar Rona, die uit de poel was gekomen en naar hem toe liep. Ze was prachtig. Haar lange zwarte krullen plakten in natte slierten tegen haar borsten. Haar mooie donkere tepels piekten er tussendoor. Midden in haar iets bolle buik was de donkere diepte van haar navel. Daaronder bevond zich de geheimzinnige behaarde driehoek, waar Darius en zijn broers vaak over hadden gefantaseerd en waar de ervaren mannen zo vaak grappen over maakten.
Zijn vader had gezegd dat hij alle geheimen van de vrouw te horen zou krijgen in de weken voordat hij zou gaan trouwen. Darius zou dan drie nachten bij Danica blijven die hem alles zou vertellen, wat een man moest weten als hij ging trouwen. Eerder was niet nodig. Danica woonde in een huisje een paar kilometer buiten het dorp en leefde van de bezoekjes van eenzame mannen, had zijn moeder hem eens verteld alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Dat was het ook want niemand keek op Danica neer. Ze werd eerder zelfs als een soort wijze gezien en met de meeste hoogachting behandeld. De meeste mannen uit de omgeving inclusief de pope waren wel eens bij haar op bezoek geweest, ter lering of ter vermaak. Maar niet alleen mannen gingen naar Danica, ook veel van de vrouwen kwamen bij haar met allerlei vragen. Maar daarover werd verder niet gepraat.
Rona voelde aan het shirt en constateerde dat het nog lang niet droog was. Ze ging tegenover Darius in het mos zitten.
‘Gaat u zich ook maar even wassen. U bent heel erg vies. Ik zal niet kijken.’ zei ze.
Hij liep naar het water en kleedde zich uit. Snel stapte hij erin, het was heerlijk koel en verfrissend. Hij waste de modder uit zijn haar en verwijderde de moddersporen op zijn lichaam. Toen hij klaar was en zijn dunne geitenleren jachtbroek weer wilde aantrekken, zag hij dat die erg vuil was en zelfs op meerdere plaatsen gescheurd. Toch stapte hij er weer in; er was geen andere optie.
Het was heerlijk rustig, waar ze zaten. Drinken was er genoeg; alleen hadden ze niets te eten. Hij had tijdens zijn verkenning ook niets gezien wat hem eetbaar leek. Er waren sowieso geen dieren en van planten wist hij niets, dat was meer iets voor de vrouwen.
Hij keek naar Rona die nog steeds op de grond zat met haar rug naar hem toe. Hij riep dat hij klaar was en dat ze zich wel weer mocht omdraaien. Pas toen zag hij dat ze huilde. Hij liep naar haar toe en ging naast haar zitten. Ze liet zich tegen hem aan vallen en hij nam haar in zijn armen. Haar zachte borsten drukten tegen zijn bovenarm Een vreemd gewaarwording overviel hem. Zoiets had hij nog nooit gevoeld. Onhandig probeerde hij haar schouders zo voorzichtig mogelijk te strelen met zijn ruwe handen terwijl ze snikkend in zijn armen lag. Na verloop van tijd bedaarde ze wat en zei met zachte stem dat ze liever dood was. Ze was dagen achter elkaar verkracht door de leider van de groep Bulgaren en zijn meest getrouwe helpers. Ze droeg misschien wel hun kind. Welke man zou zo’n vrouw met een bastaard nog willen. Had ze zich maar door de beer laten doden.
In een opwelling zei Darius: ‘Ik zou je nog willen, Rona,’ en hij meende wat hij zei.
Ze keek hem aan met betraande ogen.
‘Dat mag u niet zeggen. U heeft al een bruid. En bovendien kunnen u en ik niet trouwen. U bent een heer en ik maar een molenaarsdochter. De mensen zullen u uitlachen.’
'Noem me gewoon Darius, zoals iedereen. Ik ben je vader niet en zeker ook niet je heer. Dat was mijn vader en die leeft niet meer. Er is geen burcht en geen landheer meer. Alles is weg. Alleen ik ben over en misschien nog mijn zusjes. Dus zeg alsjeblieft gewoon jij tegen me. Ik zal je gewoon Rona noemen en je met respect behandelen.'
Ze wist zich maar nauwelijks een houding te geven door de nieuwe situatie, zozeer zat het feodalisme erin gebakken. Ze vergiste zich nog vaak en nog regelmatig gebruikte ze de beleefdheidsvorm die ze gewend was geweest te gebruiken. Maar telkens verbeterde hij haar en langzaamaan begon ze eraan te wennen. Maar dat was in de dagen die nog zouden volgen.
Eerst moesten ze zien wat uit te rusten. Uit het gat waar ze waren gekropen viel weinig gevaar te duchten, maar daar waar de grotere stroom verdween hadden ze het nog niet verkend. Ze moesten waakzaam blijven. Gelukkig had Darius zijn mes en korte zwaard nog. Zijn boog had hij tijdens de vlucht voor de ruiters en hun honden ergens verloren. Ook de pijlkokers had hij op een bepaald moment maar weggegooid. Die kon hij zonder boog toch niet meer gebruiken en ze waren alleen maar tot last. Maar de zak waar hij wat handige dingen bewaarde en waar ook de brede pijlpunten in zaten, hing nog steeds aan zijn riem. Er zaten wat doeken in en zalf die zijn moeder altijd meegaf om wonden te behandelen, wonden die je maar al te gemakkelijk kon oplopen tijdens de jacht. Hij bekeek zichzelf. Hij had verbazingwekkend weinig schade opgelopen van de dolle vlucht door het dichte woud en het berenhol. Wat schrammetjes en blauwe plekken.
Hij pakte de zalf en een doek uit de tas en gaf die aan Rona. Ze keek hem verbaasd aan.
‘Het is voor wonden. Mijn moeder geeft dat altijd aan ons mee als we eropuit gaan. Dan kun je jezelf misschien verzorgen.’
Hij maakte een vaag gebaar naar haar buik. Het mos waarop ze zat was nu rood van het bloed. Ze lachte met nog steeds betraande ogen.
‘Nee, Darius. Dit hebben vrouwen en bijna volwassen meisjes elke maand. Dat gaat wel weer over. Volgens mijn moeder zijn er kruiden die helpen als het te veel pijn doet. Maar dat heb ik nog nooit gehad. Nu is het wel veel meer als anders. Misschien komt dat door…’
Ze zweeg want ze wist wel beter, eigenlijk. Er biggelden nu weer dikke tranen over haar wangen. Ze vielen op haar borsten en rolden verder over haar buik in het mos.
De zon boven hen verdween achter de rand en meteen was er een onaangename kilte in de schacht. Ze moesten snel iets bedenken. Ze konden natuurlijk wel dat gat induiken, maar liever wachtte Darius tot het morgen weer licht was. Hij pakte zijn zwaard, gaf het mes aan Rona, nadat hij haar uitdrukkelijk had laten beloven er geen gekke dingen mee te doen en ging op zoek naar hout om een vuurtje te maken. Hij had vuursteen en tonderzwam in de zak. Nu alleen nog wat droog hout zien te vinden, Gelukkig was er wat struikgewas met daaronder afgevallen takken en bladeren. Het was meer dan genoeg om de nacht door te komen. Hij sprokkelde er wat van bij elkaar en toen hij dacht genoeg te hebben, zag hij nog een wat dikkere tak liggen. Die zou mooi lang branden. Toen hij hem oppakte, zag hij bijna te laat dat er een slang achter verborgen lag. Het beest haalde meteen uit en de giftanden schampten zijn hand. Daarna werd de kop van het lichaam gescheiden door Darius’ zwaard. Er was slechts een kleine kras en een dikke druppel gif die was achtergebleven. Snel veegde hij het af aan zijn broek en bestudeerde de rug van zijn hand. Er was nauwelijks iets te zien, de huid was wat geïrriteerd en hij zoog op het de schram om het gif wat misschien toch was binnengedrongen eruit te krijgen. Hij nam zich voor in het vervolg beter op te passen. Dit was een erg domme streek van hem geweest. Hij, die altijd zo oplette en zijn broers al menigmaal op tijd had gewaarschuwd voor allerlei gevaar, zou nu zelf door zoiets stoms aan zijn einde komen?
Hij liep met het hout terug naar de bron, waar Rona intussen wat wortels van wilde planten die ze verzameld had aan het wassen was. Hij vertelde wat er gebeurd was en waarschuwde haar goed uit te kijken bij het verzamelen van voedsel. Hij waste zijn hand in de koele stroom, liep terug en haalde het slangenlijf. Hij kende deze slangensoort. Zijn vader had hem vaak gewaarschuwd voor de giftigheid ervan. Samen hadden ze er vaak zelfs eentje gegeten. Hij wist hoe je zo’n beest moest bereiden.
Hij vilde de slang, verwijderde de ingewanden en reeg de moten aan stokken. Daarna grilden ze de slang en aten hem met smaak, samen met de wortels die Rona had gezocht. Zijn hand begon pijn te doen en hij keek er stiekem naar; er leek een zwelling op te komen. Niet veel later ging hij van zijn stokje.
Rona wist meteen dat het ernstig was. Ze had hem al een tijdje in de gaten gehouden, omdat hij stiekem naar zijn hand keek en er af en toe over wreef. Ze wist dat ze niet veel kon doen. Ze had niks bij zich om hem te helpen en het was te donker geworden om nog naar kruiden te zoeken. Toen ze nog eens naar de rug van Darius’ hand keek, dacht ze midden op de zwelling een minuscuul wondje te zien. Veel gif kon er niet zijn binnengedrongen in het lichaam. Ze wist dat ze ervan af moest blijven; niet om de wond snijden en Darius had eigenlijk niet moeten proberen het wondje uit te zuigen. Hij moest veel drinken en ze moest hem warm houden en voorkomen dat zijn hartslag te veel versnelde. Verder moesten ze het afwachten. Haar neef was ooit ook door eenzelfde soort slang gebeten en die had het ook overleefd, zij het met lelijke littekens op zijn been.
Gedurende de nacht lag ze tegen hem aan en hield hem vast, terwijl hij lag te ijlen. Ondanks dat hij duidelijk koorts had en rilde als een bezetene, voelde hij ijskoud aan en ze kroop soms half over hem heen om hem maar zo warm mogelijk te houden. Pas toen de zon weer in de schacht scheen en het weer wat warmer werd, durfde ze hem los te laten en op zoek te gaan naar eten. Ze keek goed om zich heen, maar nergens zag ze slangen of andere dieren. Insecten waren er genoeg en ook hagedissen, maar die waren veel te snel om te zich te laten vangen.
Met het zwaard kapte ze een dikke wilgenteen en ontdeed dat van zijn scheuten. Nu had ze een lange stok waar ze provisorisch een van de pijlpunten uit Darius’ tas aan bevestigde met behulp van repen van de bast van het boompje. Hiermee durfde ze zich verder in het struikgewas te wagen. Alles waar zich maar iets in kon verbergen, het gras en de gevallen bladeren, alles werd omgewoeld, maar er verroerde zich niets. Beetje bij beetje verzamelde ze nieuwe brandstof voor de komende nacht. Het eten zou dit keer uit plantenwortels moeten bestaan. Haar menstruatie was nog niet gestopt, maar ze voelde zich wel weer wat beter. Nog steeds was ze bang dat die Bulgaar haar zwanger had gemaakt. Kon ze maar naar Danica. Die had vast wel raad geweten.
Ze verkende het eerste stuk van de gang waarlangs ze zouden moeten ontsnappen. Na ongeveer twintig meter was er een bocht en daar achter werd het aardedonker. Wegens het gevaar van slangen durfde ze niet meer verder. Ze ging weer terug naar de bron. Darius lag nog in dezelfde houding te slapen. Ze zag zijn borstkas op en neer gaan, rustiger dan gisteravond dus ze had er al meer vertrouwen in dat het goed zou komen. Ze bestudeerde zijn hand en ook de zwelling begon af te nemen. Ze verzamelde wat kruiden waarvan ze wist dat die een helende werking hadden bij wonden, zoals moederkruid en herderstasje. Maar of ze ook hielpen bij slangenbeten was haar nooit verteld door haar moeder. Ze drenkte twee lappen uit Darius’ tas in de bron en draaide daar de kruiden in; koken was beter geweest, maar ze had niets om in te koken. Ze hoopte maar dat Darius weer snel zou opknappen. Nog een keer zo’n koude nacht zo eenzaam te moeten doorbrengen was haar bijna te veel.
Maar het werden er nóg twee. Zo lang duurde het voordat hij weer bijkwam. Ze gebruikte een van de twee met kruidenwater doordrenkte lappen om het water druppelsgewijs tussen Darius’ lippen te laten vallen. De andere lap draaide ze om Darius’ hand.
De tweede dag gebruikte ze om nog meer kruiden te zoeken en voedsel te verzamelen. Ze trok Darius broek uit en maakte hem zo goed mogelijk schoon. In de tas van Darius vond ze een els en met een paar dunne repen van de stof van Darius hemd dat zij nu droeg lukte het haar om het leren kledingstuk enigszins op te lappen.
Het lukte haar niet meer om hem de broek weer aan te trekken, dus hij lag nu met ontbloot onderlichaam op het mos. Nieuwsgierig had ze zijn geslacht bestudeerd. Dit was voor haar ook de eerste keer dat ze een slappe volwassen pik zag. Die van de Bulgaren waren altijd stijf geweest als ze die te zien kreeg.
Darius sliep gelukkig rustiger als de eerste nacht maar ze deed nog steeds geen oog dicht. Er was van alles te horen in de omgeving. Geritsel van muizen tussen de begroeiing maar er scharrelde van tijd tot tijd toch ook iets groters rond en ze kroop met haar halfnaakte lichaam zo dicht mogelijk tegen Darius aan.
Ze was gewoonlijk niet erg bang aangelegd maar de gebeurtenissen van de afgelopen tijd hadden haar helemaal uit het lood gebracht en de geluiden die ze hoorden baarden haar wel zorgen, omdat ze ook steeds dichterbij leken te komen. Dit beest was echt wel groter dan een konijn.
Zeker de derde nacht toen ze een keer een beetje toch was weggedommeld, werd ze opgeschrikt door bladgeritsel en een regelmatig piepend geluid vlakbij, niet zoals van een muis, maar lager van toon. Ze schoot overeind en pakte schreeuwend haar stok, die ze naast zich had liggen. Met een krijsend geluid maakte het dier zich uit de voeten. Het was schijnbaar nog harder van haar geschrokken dan andersom. Het hart bonkte haar in de keel en ze hijgde hoorbaar. Ze schrok nog een keer toen ze de lage stem van Darius hoorde zeggen: ‘Rustig maar. Dat was maar een das. Jammer dat hij is gevlucht. Ze smaken lekker.’
Ze viel hem om de hals en ze hield hem geruime tijd vast, terwijl hij genoot van haar zachte lichaam tegen zijn blote lijf. Daarna zaten ze nog op het mos naast de bron.
‘Gaat het nu weer goed met je, Darius? Je hebt dagen en nachten geslapen. Ik dacht dat je misschien wel dood zou gaan. Zonder jou komen we hier nooit uit…’
Hij stelde haar gerust en vroeg hoe het haar was vergaan, die paar dagen. Ze vertelde hem dat ze had gedaan wat nodig was geweest om het vuur brandende te houden en dat ze de tunnel al een stukje had verkend, maar dat ze het einde ervan nog niet had gezien. Hij bedankte haar dat ze zo goed voor hem had gezorgd. Intussen was het al weer behoorlijk licht aan het worden.
Hij bekeek haar nog eens. Wat was ze mooi. Ze had zijn hemd weer aan. De stof bedekte nauwelijks haar billen als ze stond en het hemd was van voren grotendeels kapot gescheurd. Ze had geprobeerd met repen stof een soort sluiting te maken en dat was ten dele gelukt. Haar borsten waren niet meer te zien. Jammer vond hij het. Het was het mooiste wat hij ooit had gezien toen ze daar zo naakt in die poel stond. Hij had de afgelopen nachten van haar gedroomd. Ook zijn moeder was in die droom voorgekomen en die had naar hem gelachen. Ook Rona had naar hem gelachen en ineens had ze niets meer aan en ze was naar hem toegelopen terwijl hij op de grond lag en ze was zomaar tegen hem aan komen liggen. Ze was heerlijk warm geweest…
En nu pakte ze zijn hand en trok die omhoog. Ze bestudeerde de rug van zijn hand, waar het slangengif had gezeten. Ze boog zich naar hem toe om beter te kunnen zien en hij staarde rechtstreeks in het hemd. Vlakbij waren ze nu, haar borsten met dikke tepels, veel dikker dan de zijne. Hij wilde dat hij haar mooie ronde borsten mocht voelen, mocht aaien. Hij had hetzelfde gevoel in zijn buik als dat wat hij ’s morgens vroeg wel eens had. Hij kon zijn ogen niet van haar boezem afhouden. Hij had niet eens door dat ze opkeek en zag dat hij naar haar borsten staarde. Zijn wangen waren rood en zijn blik koortsachtig. Het was begeerte, dat wist ze. Ze had dat ook al in de blik van die Bulgaar gezien.
Maar dit was anders, gevoeliger. Ze wist dat ze een bepaalde aantrekkingskracht op veel mannen had. Daar was ze op soms niet al te fijnzinnige manier achter gekomen. Maar toch was het haar gelukt om al te opdringerige mannen van zich af te houden, natuurlijk ook omdat haar vader een boom van een vent was geweest die bij iedereen ontzag inboezemde. Haar moeder had haar al veel verteld over wat een jong meisje moest weten en ze waren samen ook een keer bij Danica geweest. Daarna wist ze ook alles over haar lichaam en jongenslichamen en hoe kinderen werden verwekt. Dat was toen ze vijftien was en voor de eerste keer ongesteld was geweest. Maar ze was nog steeds maagd gebleven tot die noodlottige dag dat de Bulgaren hun dorp hadden overvallen.
Ze zag zijn begeerte. Ze wilde hem nog wel meer tonen, ze vond hem lief. Maar het kón niet. Ze was onteerd door vreemden. Misschien droeg ze hun kind wel. Nooit zou zoiets haar vergeven worden en ze zou de rest van haar leven in schande en met de verantwoordelijkheid voor een vaderloos kind moeten doorbrengen.
Pas na een tijdje kreeg hij door dat ze zag dat hij haar zat te bekijken. Beschaamd wendde hij zijn blik af.
‘Ik vind je zo mooi,’ stotterde hij en keek verlegen naar de grond.
Ze kneep in zijn hand die ze nog steeds vasthield.
‘Heb je nog nooit borsten gezien? Of een naakte vrouw?
‘Jawel, de borsten van Sofia, de voedster. Als ze mijn broertje de borst gaf. Maar die van jou zijn veel mooier. En toen je in de poel stond om je te wassen… toen vond ik je helemaal mooi.’
‘Hoe oud ben je Darius?’
‘Twintig.’
‘En nog nooit heb je een meisje gekust of aan haar borsten gevoeld?’
‘Nee.’
‘Heeft niemand je verteld hoe je met meisjes moet vrijen en hoe je kinderen kunt maken?’
‘Nee, volgend jaar. Als ik ga trouwen, moet ik naar Danica. Zij gaat me alles vertellen, zei mijn vader.’
‘Maar dat betekent toch niet, dat je daar op hoeft te wachten! Je mag zelf ook best wel dingen uitproberen.’
‘Hoe oud ben jij, Rona?’
‘Achttien.’
‘Heb jij wel eens met een jongen gevrijd?’
Ze was stil. Ze wist even niet hoe ze het uit moest leggen.
‘Misschien moet ik je het maar gewoon zeggen, Darius. Je weet dat ze me verkracht hebben. Dat heb ik je al verteld. Eigenlijk is het hetzelfde wat mijn vader en moeder en jouw vader en moeder ook met elkaar hebben gedaan toen ze ons maakten. Alleen wilden ze het zelf omdat ze dat ze van elkaar houden.., of hielden. Sorry. Zo komen er kindjes. Die Bulgaar heeft zijn pik in mij geduwd. Met geweld. Dan heet het verkrachting. Dus ze hebben me verkracht, maar ik heb nog nooit gevreeën met een jongen waar ik van hield.’
‘Krijg jij nu ook een kind, Rona?’
‘Misschien. Ik hoop het niet. Maar volgens Danica is er wel een kans als de man met zijn pik in je klaarkomt. En dat heeft hij elke dag gedaan, zolang ik bij hem was. Ik denk wel vijf dagen. Ik weet het niet eens meer. Ik wil er liever niet meer over praten. Het was vreselijk. Maar ik ben zo blij dat je hem hebt gedood, Darius.’
‘Ja. Hij was dezelfde vent die Wojtek heeft vermoord, dat heb ik zelf gezien. En misschien heeft hij ook wel mijn broers en mijn ouders… Maar hoe komt het dat jij dit allemaal weet, Rona?’
Mijn moeder heeft me veel verteld en ik ben samen met haar naar Danica geweest. Dat doen de meeste moeders in het dorp met hun dochters als ze voor het eerst omgesteld zijn geworden. Je weet wel, als ze bloeden tussen hun benen zoals ik. Dat is het teken dat een meisje kinderen kan krijgen.’
‘Heb jij wel eens van meisjes gedroomd, Darius?’
‘Nee, alleen vannacht. Toen heb ik van jou gedroomd. Toen je je aan het wassen was.’
‘Was je pik wel eens hard als je gedroomd had?
‘Iedere morgen, maar dat gaat vanzelf weer over.’
‘Je weet écht helemaal niks, hè?’
Hij moest beschaamd toegeven dat hij nagenoeg onwetend was.
Ze nam een besluit. Wat maakte het uit. Ze kon deze mooie jongen best wel een paar lessen geven. Niet dat ze zelf veel ervaring had, maar ze was bij Danica geweest en dat betekende heel wat. Na die keer dat ze met haar moeder was geweest, was ze nog een paar keer terug gegaan en Danica had haar veel dingen geleerd. Misschien moest ze die lessen maar gebruiken om deze jonge vent wat wijzer te maken. Hij was nog ongerept. Hij vertoonde nog niet het mannengedrag, dat vrouwen ondergeschikt waren en alleen goed voor huishoudelijk werk en kinderen baren. Veel mannen in het dorp hadden dat wel en de meesten sloegen hun vrouw. Ook Rona’s vader sloeg haar moeder wel eens. Dat werd heel normaal gevonden. Maar Darius was anders. Hij leek op zijn vader besefte ze nu, die ze eigenlijk alleen maar kende van de dorpsbijeenkomsten. Het was een waardige man die zijn vrouw met respect behandelde.
Ze stond op, maakte het hemd los en trok het uit. Darius wist niet waar hij moest kijken en op het laatst sloeg hij zijn ogen neer. Ze ging vlak voor hem staan, totdat zijn haren tegen haar buik kriebelden. Ze knielde voor hem neer en ging op haar knieën voor hem zitten. Daarna pakte zijn beide handen en legde ze op haar borsten. Een steek ging door zijn buik. Wat waren ze zacht, maar ook weer stevig. Hij voelde haar tepels in zijn handpalmen verstijven.
‘Je mag ze wel een beetje aaien, hoor. Dat voelt voor mij ook fijn. Voor jou ook?’
Aarzelend begon hij te strelen. Al snel legde ze haar handen weer op de zijne en moedigde hem zo verder aan. Zijn tongpuntje lag tussen zijn lippen en hij begon sneller te ademen. Ze zag zijn steeds groter worden, hij had zijn broek immers nog steeds niet aan. Nu moest ze het initiatief houden. Ze trok hem tegen zich aan, zijn handen nog steeds op haar borsten en sloeg de armen om hem heen. Ze streelde zijn rug en liet haar handen langzaam naar beneden glijden over zijn licht behaarde gespierde billen. Nu begon hij haar borsten te kneden, gelukkig niet te hard, maar wel stevig. Het voelde goed voor haar.
Zijn terughoudendheid nam af. Ze zoog haar warme lippen vast in zijn hals, onder zijn oren en ze likte soms aan zijn oorlel. Hij kreeg kippenvel. Daarna kuste ze hem op de mond. Eerst hield hij zijn lippen stijf dicht, maar ze wist hem zover te krijgen dat hij terug kuste. Wat later speelden hun tongen met elkaar. Met haar handen tegen zijn schouders duwde ze hem achterover met zijn rug op het koele mos.
Ze kuste zijn tepels en speelde met zijn navel. Haar handen vonden zijn stijve pik. Na dagenlang te hebben geslapen zonder zich te wassen rook het niet erg fris meer, maar ze vermande zich. Ze streelde het geval dat veel groter was dan de hertshoornen namaakpik die Danica had gebruikt om haar te leren wat ze nu zou moeten gaan doen. Ze zou hem daar moeten kussen en hem in haar mond moeten nemen, zodat hij klaar zou komen. Alleen dan zou ze de spanning bij hem wegnemen en was de kans groot dat zijn driften het niet zouden overnemen en haar niet meer zou willen verkrachten.
Rona sloot haar ogen en deed wat Danica had voorgedaan. Ze kuste zijn eikel, waarvan de voorhuid zich al had teruggetrokken en proefde zijn voorzaad. Dat was gelukkig lekker en kruidig. Langzaam liet ze haar volle lippen om zijn eikel glijden en begon te likken en te zuigen. Darius stootte zijn heupen werktuigelijk naar boven, maar ze hield zijn pik stevig vast, zodat zijn pik niet te ver in haar mond drong. Ze had gezien dat Danica de kunstpik helemaal tot in haar keel liet glijden, maar dat ding was veel dunner geweest. Ze had het zelf ook geprobeerd, maar ze moest bijna kotsen. Darius begon steeds harder te hijgen terwijl Rona steeds wilder aan zijn pik likte en zoog. Ze voelde zelf ook kriebels in haar buik terwijl ze zo bezig was en gleed met haar gladde hand over haar kutje. Ze was nog nooit zo vochtig geweest. Ze raakte het speciale plekje en er ging een heftige rilling door haar heen. Ze rook zijn sterke lichaamsgeur niet meer.
Ineens kwam Darius half overeind en legde zijn grote handen aan de zijkant van haar hoofd. Hij keek haar met grote ogen aan en wist dat het nu ging komen. Er zou sperma uit zijn lul komen, gelukkig was dat maar een klein beetje had Danica gezegd. Je kon het doorslikken of uitspugen, had ze gezegd. Danica slikte het meestal door want meestal smaakte hartstikke lekker, vond ze.
Maar wat er nu kwam, daar had Danica haar niet op voorbereid. Straal na straal van zijn dikke zaadvocht stroomde in haar mond. Ze kon het met geen mogelijkheid binnen houden. Het liep van haar kin op zijn buik. Alleen de laatste beetjes slikte ze door. Ze vond het heerlijk. Ze keek naar de grote klodders zaad in zijn schaamhaar en op zijn buik. Ze likte hem zo goed mogelijk schoon, terwijl ze zijn nasijpelende piemel nog steeds in haar hand geklemd hield. Volgens Danica zou hij nu slap moeten worden, maar daar was bij Darius niks van te merken. Nog steeds golfden er kleine stroompjes sperma uit de kop van zijn pik. Het liep over haar vingers. Ook dat likte ze op. En omdat ze er zo’n zin in had begon ze hem opnieuw te pijpen, terwijl ze zichzelf vingerde. Dit keer deed ze het rustiger, maar Darius reageerde direct met zijn heupen. Hij kreunde steeds harder en niet veel later kwam hij weer met een harde kreet. Nu kwam er veel minder uit en ze slikte alles wel door, terwijl ze zelf ook een orgasme had en haar wang rillend van de spasmen op zijn naschokkende buik legde. Zachtjes verslapte zijn lul in haar hand en ze vielen in een diepe slaap.
Lees verder in: Darius - 2
Trefwoorden bij dit verhaal: Pijpen,
Suggestie?
GEEF DIT VERHAAL EEN CIJFER
5 6 7 8 9 10
Homo Sexualem - 6Door: Gina
Reacties: 1
Lengte: Gemiddeld
"Ik kwam buiten toen de prooien al van de bamboestokken waren verwijderd en op stoelen waren vastgebonden. Het was meteen duidelijk welke vijf de melkmeisjes gingen worden en welke twee we als huisdier zouden houden. Ik liep meteen op de Amerikaanse a..."
Reacties: 1
Lengte: Gemiddeld
"Ik kwam buiten toen de prooien al van de bamboestokken waren verwijderd en op stoelen waren vastgebonden. Het was meteen duidelijk welke vijf de melkmeisjes gingen worden en welke twee we als huisdier zouden houden. Ik liep meteen op de Amerikaanse a..."
23-03
8.9
Aan JouDoor: De Spelleider
Reacties: 0
Lengte: Gemiddeld
"Lief dagboek, In de trein naar westen van het land. Nog maar een paar keer voor deze klus, dan is het weer gedaan. Mogelijk ga ik het wel missen. De trein is inmiddels een serieus onderdeel van de dagbeleving. Zoals velen zat ik in ..."
Reacties: 0
Lengte: Gemiddeld
"Lief dagboek, In de trein naar westen van het land. Nog maar een paar keer voor deze klus, dan is het weer gedaan. Mogelijk ga ik het wel missen. De trein is inmiddels een serieus onderdeel van de dagbeleving. Zoals velen zat ik in ..."
21-03
7.5
Homo Sexualem - 5Door: Gina
Reacties: 2
Lengte: Gemiddeld
"De jagers waren bij elkaar gekomen. Twintig mannen en vrouwen. Ook een deel van mijn kinderen, waaronder Lindsey en Nick, zouden meegaan. Is twintig niet een beetje veel voor vijf melkmeisjes vroeg ik. Normaal hadden we er twee per meegenomen sapi..."
Reacties: 2
Lengte: Gemiddeld
"De jagers waren bij elkaar gekomen. Twintig mannen en vrouwen. Ook een deel van mijn kinderen, waaronder Lindsey en Nick, zouden meegaan. Is twintig niet een beetje veel voor vijf melkmeisjes vroeg ik. Normaal hadden we er twee per meegenomen sapi..."
20-03
9.1
Shangri-laDoor: JohanK
Reacties: 2
Lengte: Zeer Lang
" Dit eerste deel van deze kleine fantasiereeks beschrijft hoe wij verzeild zijn geraakt in een kleine afgezonderde leefgemeenschap in de Himalaya beland zijn. Van seks is hier nog geen sprake dat is voor het vervolg. Samen met mijn v..."
Reacties: 2
Lengte: Zeer Lang
" Dit eerste deel van deze kleine fantasiereeks beschrijft hoe wij verzeild zijn geraakt in een kleine afgezonderde leefgemeenschap in de Himalaya beland zijn. Van seks is hier nog geen sprake dat is voor het vervolg. Samen met mijn v..."
19-03
9.1
Homo Sexualem - 4Door: Gina
Reacties: 1
Lengte: Gemiddeld
"De volgende ochtend stond ik vroeg op. Uiteindelijk was ik zeven keer genomen in de afgelopen negen uur. Na iedere beurt hadden we een kwartiertje gerust zodat we weer energie hadden voor de volgende ronde. Die energie had Katie niet gehad...."
Reacties: 1
Lengte: Gemiddeld
"De volgende ochtend stond ik vroeg op. Uiteindelijk was ik zeven keer genomen in de afgelopen negen uur. Na iedere beurt hadden we een kwartiertje gerust zodat we weer energie hadden voor de volgende ronde. Die energie had Katie niet gehad...."
18-03
9.0
Een SigaarDoor: Buurman
Reacties: 0
Lengte: Gemiddeld
Tags: Squirten, Trio,
"Giechelend liepen zij en haar man voorbij, rijpe mensen, maar verzorgd en bijna sjiek. Zij in een mantelpakje, en hij in een vrijetijdspak. Zou hij ook zo een flinke sigaar hebben, hoorde ik haar fluisteren tegen haar man. Brutaal keek haar man naar ..."
Reacties: 0
Lengte: Gemiddeld
Tags: Squirten, Trio,
"Giechelend liepen zij en haar man voorbij, rijpe mensen, maar verzorgd en bijna sjiek. Zij in een mantelpakje, en hij in een vrijetijdspak. Zou hij ook zo een flinke sigaar hebben, hoorde ik haar fluisteren tegen haar man. Brutaal keek haar man naar ..."
16-03
7.5
Homo Sexualem - 3Door: Gina
Reacties: 2
Lengte: Gemiddeld
"Ik vervolgde mijn weg naar huis. Vincent was aan het koken. Hij stond met zijn zijkant tegen het aanrecht. Toen ik iets verder liep, zag ik wat ik al dacht. Mijn dochter Lindsey was hem ondertussen aan het pijpen. Het hield Vincent niet tegen om gewo..."
Reacties: 2
Lengte: Gemiddeld
"Ik vervolgde mijn weg naar huis. Vincent was aan het koken. Hij stond met zijn zijkant tegen het aanrecht. Toen ik iets verder liep, zag ik wat ik al dacht. Mijn dochter Lindsey was hem ondertussen aan het pijpen. Het hield Vincent niet tegen om gewo..."
15-03
8.9
Homo Sexualem - 2Door: Gina
Reacties: 2
Lengte: Gemiddeld
" De melk is op werd er vanuit de keuken geroepen. Vincent kwam de woonkamer in met een lege fles melk. De productie is weer aan het inzakken zei hij, daar zul je toch wat aan moeten gaan doen. Als baas van het dorp was ik de enige die ..."
Reacties: 2
Lengte: Gemiddeld
" De melk is op werd er vanuit de keuken geroepen. Vincent kwam de woonkamer in met een lege fles melk. De productie is weer aan het inzakken zei hij, daar zul je toch wat aan moeten gaan doen. Als baas van het dorp was ik de enige die ..."
13-03
8.6
BlootkapjeDoor: Tomhermans
Reacties: 0
Lengte: Gemiddeld
Tags: Anaal, Masturbatie, Masturberen, Naturisme, Sprookje, Vibrator,
"Er was eens een jong meisje met lange blonde haren en blauwe fonkelende ogen. Niemand wist haar naam, behalve haar eigen familie. Iedereen noemde haar stiekem Blootkapje, omdat ze graag al eens stiekem in haar blootje langs de rand van het bos durfde..."
Reacties: 0
Lengte: Gemiddeld
Tags: Anaal, Masturbatie, Masturberen, Naturisme, Sprookje, Vibrator,
"Er was eens een jong meisje met lange blonde haren en blauwe fonkelende ogen. Niemand wist haar naam, behalve haar eigen familie. Iedereen noemde haar stiekem Blootkapje, omdat ze graag al eens stiekem in haar blootje langs de rand van het bos durfde..."
12-03
8.5
Runo - 4Door: Amy-mae
Reacties: 1
Lengte: Gemiddeld
" Disclaimer In dit verhaal komt mentale gezondheid naar boven. Als dit iets is waar je het moeilijk mee hebt of liever niet over leest dan is dit verhaal niet voor jou. Weet als je dealt met depressieve gevoelens er altijd iemand is met w..."
Reacties: 1
Lengte: Gemiddeld
" Disclaimer In dit verhaal komt mentale gezondheid naar boven. Als dit iets is waar je het moeilijk mee hebt of liever niet over leest dan is dit verhaal niet voor jou. Weet als je dealt met depressieve gevoelens er altijd iemand is met w..."
11-03
9.1
Homo Sexualem - 1Door: Gina
Reacties: 2
Lengte: Gemiddeld
Tags: Moeder, Zoon,
"Nancy wilde net naar binnen lopen toen Robin haar vastpakte en haar hard voorover duwde. Met moeite kon ze zich nog vastgrijpen aan een paal. Terwijl Robin haar bij haar heupen pakte en iets naar achteren trok, bungelde de tieten van Nancy op en neer..."
Reacties: 2
Lengte: Gemiddeld
Tags: Moeder, Zoon,
"Nancy wilde net naar binnen lopen toen Robin haar vastpakte en haar hard voorover duwde. Met moeite kon ze zich nog vastgrijpen aan een paal. Terwijl Robin haar bij haar heupen pakte en iets naar achteren trok, bungelde de tieten van Nancy op en neer..."
10-03
8.5
Vanaf Nu Ga... - 2Door: Xxxme
Reacties: 2
Lengte: Gemiddeld
"Kreunend kwam Luna onder mij klaar wanneer ik zelf nog maar eens mijn ballen in haar leeg spoot. Met een vuurrood fonkelend gezicht zag ik haar naar haar slaapkamerdeur kijken en zelf draaide ik mijn hoofd daar ook naar toe. In de deuropening stond L..."
Reacties: 2
Lengte: Gemiddeld
"Kreunend kwam Luna onder mij klaar wanneer ik zelf nog maar eens mijn ballen in haar leeg spoot. Met een vuurrood fonkelend gezicht zag ik haar naar haar slaapkamerdeur kijken en zelf draaide ik mijn hoofd daar ook naar toe. In de deuropening stond L..."
29-02
9.3
Algemene Voorwaarden -
Contact -
FAQ -
Inloggen
Opwindend.Net Mobiel - Opwindend.Net Twitter - Opwindend.Net Sexshop - Opwindend.Net Webcams - Opwindend.Net Sexdating
Flirten Mag Wel - Spannend Sex Contact - XXX Mature
Bezoekers Online: 894 / Copyright 2000 - 2024 Opwindend.Net
Opwindend.Net Mobiel - Opwindend.Net Twitter - Opwindend.Net Sexshop - Opwindend.Net Webcams - Opwindend.Net Sexdating
Flirten Mag Wel - Spannend Sex Contact - XXX Mature
Bezoekers Online: 894 / Copyright 2000 - 2024 Opwindend.Net